Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 24/10/2002
Vraag om uitleg van de heer André-Emiel Bogaert tot de heer Jaak Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over zijn reacties op het dossier Alcatel en de uitbouw van een zogenaamd FIT-netwerk
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Bogaert tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over zijn reacties op het dossier Alcatel en de uitbouw van een zogenaamd FIT-netwerk.
De heer Bogaert heeft het woord.
De heer André-Emiel Bogaert : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het dossier van de Franse multinational Alcatel en de gevolgen van de herstructureringsgolf zijn ons allen bekend. Een vierde van het personeel moet in 2003 het bedrijf verlaten. In 2001 en 2002 waren er al 600 afvloeiingen. De vestigingen in Gent, Geel en Antwerpen worden getroffen, Hoboken blijft voorlopig buiten schot.
Mijnheer de minister, waarschijnlijk heb ik uw reactie verkeerd geïnterpreteerd. U stelde dat de technologiesector in Vlaanderen zit te wachten op hooggekwalificeerd personeel, waardoor u de indruk wekte dat de weggesnoeide banen bij Alcatel vrij vlug een andere bestemming in de sector zouden krijgen. Dat is eigenlijk niet juist, en u weet dat. Het volstaat te verwijzen naar de huidige werkloosheidscijfers en vooral naar de stijging van de werkloosheid bij gediplomeerde jongeren.
Het was bijna een zegen voor u dat door de afvloeiingen bij Alcatel een heel potentieel gekwalificeerd personeel op de arbeidsmarkt kwam -ik citeer u letterlijk -'dat wij uitstekend kunnen gebruiken'. U voegde eraan toe : 'Anderhalf jaar geleden klaagden we nog steen en been omdat we geen topmedewerkers meer vonden en nu worden ze beschikbaar'. Ik vond dat een nogal tweeslachtige reactie op het herstructureringsplan bij Alcatel.
Het probleem is echter dat steeds meer productie wordt uitbesteed en/of geautomatiseerd, terwijl de grote bedrijven reeds de nodige inspanningen deden voor eigen onderzoek en ontwikkeling. We hebben dat gezien bij bezoeken van de commissie aan onder andere de automotive sector. Hier bovenop komt nu de stagnerende economie en de stijgende werkloosheid.
Mijnheer de minister, u zegt dat u veel verwacht van herscholing, vooral herscholing via internet.
Daarom gaat het e-learningplatform in april 2003 van start. Dat is een proefproject om meer kansen te creëren op de arbeidsmarkt in de ICT-sector. Hiervoor wordt al een bedrag van 5 miljoen euro vrijgemaakt. Het aanbod aan de werknemers van Alcatel is in feite identiek als dat aan de werknemers van Real Software. Mijnheer de minister, u wil de afslanking bij Alcatel ook aangrijpen om een elektronisch netwerk uit te bouwen voor Flanders Investment and Trade, die zowel Export Vlaanderen als de Dienst Investeren in Vlaanderen zal integreren. Volgens u werden er reeds verregaande afspraken gemaakt met onder meer Alcatel en Real Software om een wereldproduct te ontwikkelen. Hiervoor wenst u toekomstig ex-personeel van Alcatel aan te trekken. In een latere fase zou dit systeem ook voor telewerk en e-learning worden gebruikt en verkocht.
Mijnheer de minister, uw reactie ten aanzien van het dossier-Alcatel is vrij merkwaardig. Op welke gegevens baseert u zich om te stellen dat het vrijgekomen personeelspotentieel van Alcatel vlug in de Vlaamse technologiesector aan de slag zal kunnen gaan? Welke voorstellen hebt u aan respectievelijk Real Software en Alcatel gedaan om te zorgen voor een opvang ten gevolge van de herstructureringsplannen? Wat is de juiste inhoud, draagkracht en bedoeling van de elearningplatformen? Blijkbaar zou er reeds in april 2003 een eerste proefproject van start gaan. Wat is de juiste bestemming van de 5 miljoen euro die u voor het project beschikbaar stelt? Hoe ziet u de door u aangekondigde uitbouw van het elektronisch netwerk voor de FIT? Welke afspraken werden er terzake gemaakt met respectievelijk Alcatel en Real Software om een wereldproduct te ontwikkelen? Welke privé-partners brengen geld in? Wat is de uiteindelijke structuur? Door veel leden van de Vlaamse regering wordt verwezen naar PPS-constructies terwijl daarover nog geen decretale onderbouw bestaat.
De voorzitter : Minister Gabriels heeft het woord.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, ik zal een duidelijk antwoord geven op de duidelijke vragen van de heer Bogaert. Eerst wens ik een positief punt naar voren te brengen. Er wordt immers vrij veel verwezen naar de negatieve aspecten. Dankzij het Actieplan Ondernemen en de rondetafelconferenties hebben we onder meer voor de automotivesector in Vlaanderen een belangrijke doorbraak kunnen realiseren. In Ford, General Motors Antwerpen en Volvo samen wordt voor meer dan 70 miljard frank geïnvesteerd. Dat is geen onaanzienlijk bedrag. Het is belangrijk dat het Vlaams Gewest en de Vlaamse regering hierin participeren. Vandaar dat we gezorgd hebben voor expansiesteun. Dit is de beste garantie voor een toekomstgericht beleid terzake.
Vorige week heb ik een nieuwe chemische afdeling van Degusa geopend in Antwerpen. Hierbij werd voor meer dan 6 miljard frank geïnvesteerd. In Geel werd een GGO-afdeling van Genzyme geopend. Daar werd voor ruim 4,5 miljard frank geïnvesteerd. Het Duitse Degusa en het Amerikaanse Genzyme geloven blijkbaar in een toekomst in Vlaanderen. Dit is positief, hoewel we niet blind mogen zijn voor de minder gunstige evoluties. We proberen met alle middelen een antwoord te vinden op de problemen.
Mijnheer Bogaert, ik heb nooit gesteld dat het vrijgekomen personeelspotentieel van Alcatel vlug in de Vlaamse technologiesector aan de slag zal kunnen gaan. De IC-sector als onderdeel van de Vlaamse technologiesector kampt reeds enkele tijd met een zware terugval. Zij vormt hierbij geen uitzondering op dezelfde sectoren in de rest van de wereld. Waar we algemeen economisch nog niet van een recessie mogen spreken, is dit in de IC-sector wel degelijk het geval. Maar nogmaals, Vlaanderen vormt hierbij geen uitzondering op de rest van de wereld. Wel heb ik de intentie om de kennis die aanwezig is in Alcatel en andere bedrijven in de IC-sector niet verloren te laten gaan ten gevolge van herstructureringen, maar integendeel te valoriseren.
Noch aan Alcatel, noch aan Real Software heb ik concrete voorstellen gedaan. Wel heb ik met hen van gedachten gewisseld, onder meer doch niet uitsluitend naar aanleiding van de aankondiging van de herstructureringsplannen. Zo heb ik bijvoorbeeld met de heer Thomas, CEO van Alcatel, gezocht naar een mogelijke -als het ware door de omstandigheden geschapen -complementariteit van hun herstructureringsplannen en de Vlaamse nood aan e-solutions. Al snel vonden we ons in het systeem van e-learningplatform voor de FIT, waarbij het surplusaanbod aan e-competence gekoppeld zou kunnen worden aan de aanwezige nood voor een e-solution. Vanzelfsprekend moet dit e-platform voor de FIT passen in een breder platform met de door u geciteerde partners. Ook andere partners zijn van harte welkom.
Als Vlaams minister van Economie en Buitenlandse Handel beschik ik over een zeventigtal vertegenwoordigers, verspreid over de hele wereld. Te veel nog moet ik de term 'individuele vertegenwoordigers' en te weinig de notie 'een netwerk van 70 vertegenwoordigers' in de mond te nemen. Met het oog op de nakende fusie van de Dienst Investeren Vlaanderen en Export Vlaanderen tot het grotere geheel Flanders Investment and Trade zou een e-learningplatform een interessant instrument kunnen zijn om de effectiviteit en de networking van deze vertegenwoordigers te verhogen en verbeteren. Ook de studie van Ernst & Young die ik in mei dit jaar heb voorgesteld aan de commissie voor Buitenlandse Aangelegenheden kwam reeds tot deze conclusie. De juiste modaliteiten van dit pilootproject voor de FIT moeten evenwel nog worden geïmplementeerd.
Op de vraag naar de juiste bestemming van de 5 miljoen euro die ik voor dit project beschikbaar wens te stellen, moet ik u in deze fase het antwoord schuldig blijven omdat het nog te vroeg is. Ik kan u enkel bevestigen dat de middelen wel degelijk beschikbaar en gereserveerd zijn voor een dergelijk project. Vanzelfsprekend moet de afspraak over de implementatie van het project nog verder worden doorgevoerd.
Er zijn op dit ogenblik verkennende gesprekken aan de gang tussen mijn kabinet en de administratie -waaronder de FIT -enerzijds en diverse bedrijven -zoals Alcatel, Real Software, Telindus -anderzijds. Op basis van deze gesprekken zal ik evenwel kortelings een prijsvraag uitschrijven.
Concrete en bindende afspraken over het wereldproduct werden nog niet gemaakt. Ik herhaal dat er verkennende, inleidende gesprekken werden gehouden die zeer positief zijn verlopen. Op basis daarvan zullen we afspraken maken.
Van een PPS, een publiek-private samenwerking, is er in deze inleidende fase geen sprake.
De voorzitter : De heer Bogaert heeft het woord.
De heer André-Emiel Bogaert : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Over de eerste 3 vragen hebt u duidelijk geantwoord. Op de andere kon u nog niet duidelijk antwoorden omdat de onderhandelingen nog aan de gang zijn. Ik vraag u wel ons zodra mogelijk de nodige gegevens ter beschikking te stellen.
We moeten hier geen goednieuws- of slechtnieuwsshow opvoeren. De Vlaamse regering levert enorme inspanningen in deze moeilijke tijden om de bedrijven te behouden. Het gaat om zeer veel geld. Uiteindelijk moeten we echter nagaan wat het batig saldo op de arbeidsmarkt is. Om de bedrijven te behouden, moeten we zware inspanningen leveren, ook al worden er dan minder arbeidskrachten tewerkgesteld. De keuze tussen economie en het sociaal aspect is bijzonder moeilijk. We steunen belangrijke sectoren om ze te behouden. Dat gaat echter niet gepaard met meer tewerkstelling. We moeten onszelf geen rad voor de ogen draaien.
Minister Jaak Gabriels : Mijnheer Bogaert, we moeten toch rekening houden met het feit dat onze economie transparant en mondiaal is. We delen ook in de klappen van de economische evolutie. Onmiddellijk na 11 september 2001 heeft de Amerikaanse regering zwaar geïnvesteerd in de luchtvaartmaatschappijen. Na een jaar zit United Airlines opnieuw diep in het rood en moet het sterk afslanken. Er worden onmiddellijk 1.500 personeelsleden aan de deur gezet. Dit is nog niet het einde van de operatie.
Zomaar stellen dat we wonderoplossingen uit onze mouw kunnen schudden, is verkeerd. We moeten er wel nauw op toezien dat hetgeen we doen toekomstgericht is. We mogen geen enkele euro meer uitgeven die in de toekomst niet tot resultaten kan leiden. Of er uiteindelijk een resultaat wordt bereikt, zal nog moeten blijken. Wel moet de mogelijkheid van succes aanwezig zijn.
De voorzitter : De heer Laurys heeft het woord.
De heer Jan Laurys : Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat General Motors expansiesteun heeft gekregen. Klopt het dat de opleidingscheques maar voor een beperkt deel werden aangevraagd en dat het saldo van het ingeschreven budget als steun naar Opel is gegaan?
Minister Jaak Gabriels : Wij controleren de besteding van het budget economie. Als ik op een bepaald ogenblik de mogelijkheid zie om via dit budget een tussenkomst te doen, doe ik dat ook. De opleidingscheques en de expansiesteun zijn ondergebracht in het Hermesfonds. Indien het budget van de opleidingscheques niet wordt opgebruikt, staat het me vrij het saldo aan te wenden binnen de doelstellingen van het Hermesfonds.
De voorzitter : Het incident is gesloten.