Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 17/10/2002
Vraag om uitleg van de heer Roland Van Goethem tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over initiatieven om vrouwen op te leiden voor traditionele mannenberoepen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Goethem tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over initiatieven om vrouwen op te leiden voor traditionele mannenberoepen.
De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ook bij deze vraag gaat het over het bieden van oplossingen voor knelpuntberoepen. U hebt terzake een voorstel gedaan dat de kranten heeft gehaald. U wilt namelijk meer vrouwen typische mannenjobs laten doen.
Ik heb daar een paar bedenkingen bij. De fysieke arbeid in een deel van die beroepen leent zich er niet onmiddellijk toe om door dames te worden uitgevoerd. Is er een voorstudie gemaakt waaruit blijkt dat veel vrouwen bereid zijn of staan te popelen om een typisch mannenberoep uit te oefenen? Vreest u niet dat u een systeem creëert waarvan alleen enkele uitzonderingen gebruik zullen maken? Is er overleg gepleegd met de vrouwenorganisaties?
U hebt het over het inschakelen van vrouwen in mannenjobs. Ik vraag me af aan welke sectoren u denkt. In de kranten werd als voorbeeld een afbeelding getoond van een vrouw die met een kettingzaag in de hand lustig door de wouden huppelt. Blijkbaar is die vrouw liever bezig met een zaag dan met een afwasborstel. Ik kan begrip opbrengen voor de keuze van die dame, maar ik vraag me af of ze geen uitzondering is.
Wat gebeurt er als de VDAB aan een dame voorstelt om een opleiding te volgen voor een typisch mannenberoep en zij van mening is dat het beroep voor haar fysiek te zwaar is? Hoe zal de VDAB reageren op een dergelijke weigering van een opleiding of een werkaanbieding? Zullen de dames die weigeren om een opleiding te volgen omdat ze bang zijn dat ze het beroep niet aankunnen, een sanctie opgelegd krijgen van de VDAB?
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Goethem, ik omschrijf eerst even onze werkwijze. Wij ondersteunen met Vlaams en Europees geld projecten die het roldoorbrekend werken stimuleren, bijvoorbeeld projecten ter bevordering van kinderopvang door mannen of van bosbeheer door vrouwen. Het is de bedoeling om op termijn lessen te trekken uit de projecten op het vlak van opleiding en aanwerving.
U vraagt of de vrouwen met deze zaak gediend zijn. Het hele systeem is gebaseerd op vrijwilligheid. Het is een kwestie van aanbod op de arbeidsmarkt. Vrouwen kunnen zich aanbieden voor traditioneel als mannenberoep beschouwde functies en mannen kunnen zich aanbieden voor traditioneel als vrouwenberoep beschouwde functies. Dit laatste werd iets minder duidelijk benadrukt in de overheidscommunicatie. U moet het dus aan de vrouwen zelf vragen of ze met het systeem gediend zijn. Van verplichting is geen enkele sprake. Niemand is verplicht om een opleiding of een functie als beroepsroeping te beschouwen.
U vroeg ook of we hebben onderzocht of vrouwen typische mannenberoepen willen uitvoeren. We onderzoeken dit via de ondersteuning van de projecten die zich aandienen. Die projecten hebben blijkbaar succes. Bepaalde dames wensen inderdaad in te staan voor het bosonderhoud. We stellen bovendien vast dat een aantal van hen het werk beter doet dan de mannelijke collega's en dat ze vertrekken vanuit een andere invalshoek. Ik benadruk nogmaals dat het hele systeem gebaseerd is op vrijwilligheid. We willen de nodige ervaring opdoen via de projecten. Of het nu over uitzonderingen gaat of niet, zal blijken uit de evaluatie van de projecten.
U vroeg ook of er overleg werd gepleegd met de vrouwenorganisaties. Dit is afhankelijk van de verhouding tussen de sociale partners en de vrouwenorganisaties. De projecten putten immers middelen uit het Europees Sociaal Fonds. De besteding van de middelen gebeurt in samenspraak met de sociale partners.
Uit onderzoek blijkt dat het systeem vooral werkt voor knelpuntberoepen in de metaalsector, voor beroepen zoals heftruckchauffeur, voor ICT-opleidingen, voor bosbeheer en groenonderhoud, voor bouw en restauratie door vrouwen en voor weven en kinderopvang door mannen. Ik herhaal nogmaals dat zowel vrouwen als mannen vrijwillig in de opleiding of het beroep stappen. De vraag gaat van hen uit.
Wat de beoordeling van de werkwilligheid betreft, verandert er niets. De werkwilligheid van mensen wordt op basis van hun geschiktheid voor bepaalde beroepen gebaseerd. De vrouwen hoeven de vrees van de heer Van Goethem niet te delen. Noch vrouwen, noch mannen zullen worden verplicht om tegen hun zin bepaalde beroepen uit te oefenen.
Er is hier geen sprake van positieve discriminatie. Het betreft hier enkel het spontane doorbreken van rollenpatronen. Ik wil er trouwens op wijzen dat we heel wat projecten moeten weigeren omwille van het grote succes. De vraag is enorm.
Dit geldt onder meer voor de metaalsector. Heel wat vrouwen willen in de metaalsector werken. Het bedrijfsleven stelt zich evenwel vrij terughoudend op. Blijkbaar leeft de vrees bij de werkgevers dat de metaalarbeiders moeilijk aan knappere verschijningen op de werkvloer zullen kunnen wennen. Ik ken een zeer mooie dame die haar opleiding met succes heeft voltooid. Ze vindt echter zeer moeilijk werk in de metaalsector. Blijkbaar jagen de mogelijke niet-metaalgebonden effecten van haar verschijning op de werkvloer de werkgevers angst aan.
We moeten deze problemen door middel van projecten aanpakken. Ik wil er trouwens op wijzen dat we op dit vlak al een lange weg hebben afgelegd. Zo beschikten heel wat bedrijven in het verleden enkel over mannentoiletten.
De Voorzitter : De heer Van Goethem heeft het woord.
De heer Roland Van Goethem : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Als ik het goed heb begrepen, gaat het hier om projecten op vrijwillige basis. Mijn voornaamste bekommernis betreft de mogelijke negatieve reactie van de VDAB op vrouwen die hieraan niet wensen te participeren. De minister heeft me echter verzekerd dat ik me geen zorgen hoef te maken en dat er geen sprake is van sancties.
Minister Renaat Landuyt : Ik wil hier nog even benadrukken dat de functies bij de VDAB door mannen en door vrouwen worden uitgeoefend. Aangezien de verhouding tussen de geslachten daar uitstekend is, stelt zich op dit vlak zeker geen probleem.
De voorzitter : Het incident is gesloten.