Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 05/11/2002
Interpellatie van de heer Dominiek Lootens-Stael tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de manier waarop de beheerraad van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg werd samengesteld
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Lootens-Stael tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de manier waarop de beheerraad van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg werd samengesteld.
De heer Lootens-Stael heeft het woord.
De heer Dominiek Lootens-Stael : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, reeds vele jaren tracht de meerderheid in Brussel om op alle mogelijke en onmogelijke ondemocratische manieren de vertegenwoordigers van de grootste Vlaamse partij in Brussel, met name het Vlaams Blok, buiten de beheerraden van gemeenschapscentra, culturele instellingen en degelijke meer te houden. Onder het mom van depolitisering zijn de Vlaamse en Brusselse machtspartijen er bezig met een politieke zuivering in ware stalinistische stijl.
De mensen die nu her en der in beheerraden worden aangeduid, worden officieel als 'deskundigen' benoemd. Zelfs de linkse regimekrant De Morgen vindt dit ronduit lachwekkend en erkent dat het hier enkel en alleen maar gaat om een dictatoriale poging om het Vlaams Blok overal te weren. Het gaat om een politieke zuivering waarbij meer dan 30 percent van de Brusselse Vlamingen wordt gediscrimineerd en monddood gemaakt. Meer dan 30 percent van de Brusselse Vlamingen, wiens belastinggeld de overheid maar al te graag en te gretig binnen rijft, wordt als paria behandeld. Dit is de nieuwe concrete invulling van de begrippen democratie en verdraagzaamheid door de Vlaamse overheid en het VGC college.
Bij de aanduiding van de vertegenwoordigers van de VGC in de AB staat in de toelichtingsnota van het collegebesluit het volgende : 'De afgevaardigden van de overheden worden aangeduid in functie van de actuele politieke evenredigheid in de betrokken overheden. De Vlaamse Gemeenschap heeft dit principe gehandhaafd met uitzondering van de vertegenwoordigers van het Vlaams Blok die in het voorstel niet werden weerhouden. Bij het voorstel van de VGC-vertegenwoordiging werd dezelfde logica gehanteerd'.
Op 16 juli jongstleden verscheen in het Staatsblad het besluit betreffende de vernieuwing van de afvaardiging van de Vlaamse regering in de raad van bestuur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. Wanneer we het lijstje er even bijnemen, zien we dat ook hier hetzelfde perfide spelletje wordt gespeeld. De 'deskundigen' worden mooi verdeeld tussen de traditionele machtspartijen, van VLD over Agalev tot het minipartijtje Spirit. Uiteraard krijgt ook CD&V een plaats in de raad van beheer. Allerhande volk dat de kieslijsten van de traditionele machtspartijen bevolkte en natuurlijk ook de onvermijdelijke kabinetmedewerkers van de minister, worden aangeduid in de raad van beheer. Onder die 'deskundigen' zit als bij toeval niemand van Vlaams-nationalistische strekking.
Ik pleit er absoluut niet voor dat in dergelijke organen mandaten worden toegekend op basis van politieke aanhorigheid, verre van zelfs. Als dat systeem echter toch wordt gehanteerd, dan moet dit gebeuren op de meeste democratische manier en op de wijze waarop dit vroeger in de geest van de cultuurpactwetgeving gebeurde. Alle politieke strekkingen uit het Vlaams Parlement en de VGC moeten in die organen worden opgenomen.
Mijnheer de minister, ik heb in de plenaire zitting voormalig minister Anciaux een actuele vraag gesteld naar aanleiding van uitspraken van de leidend ambtenaar van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie. Die had ook vastgesteld dat de geest van de cultuurpactwet op allerlei manieren werd ondergraven en aan de laars gelapt, onder meer in het fameuze decreet over het lokaal cultuurbeleid. Hij treedt in feite onze zienswijze bij. Belangrijke strekkingen uit onze samenleving zijn niet meer vertegenwoordigd in belangrijke culturele instellingen die met belastinggeld worden gefinancierd. Vanuit democratisch oogpunt kan dit niet worden verdedigd.
Mijnheer de minister, hoe lang nog bent u van plan om deze verwerpelijke stalinistische politieke zuivering in de culturele wereld in Brussel door te voeren? Hoe lang nog zal 30 percent van de Brusselse Vlamingen als paria worden behandeld in deze sector? Hoe lang zal de cultuurpactwetgeving nog worden uitgehold onder het mom van 'deskundigheid'? Ik verwijs hierbij naar de uitspraken van de leidend ambtenaar van de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie. Indien dan toch wordt geopteerd voor het systeem van deskundigen, waarom werd dan nog nooit iemand van Vlaams-Blokstrekking in een van deze culturele instellingen aangesteld?
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, de raad van bestuur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg is samengesteld uit 5 leden, benoemd door de stad Brussel, 5 leden benoemd door de Vlaamse regering en één lid benoemd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Bij de samenstelling van de raad van bestuur wordt rekening gehouden met politieke, sociale, economische, culturele en levensbeschouwelijke criteria, alsook met de deskundigheid. Er wordt dus niet met één exclusief criterium rekening gehouden. Bovendien beschouw ik -zoals mijn voorganger -het verdraagzaamheidsprincipe als essentieel. Het moet door elk lid worden onderschreven. Het politieke aspect is met andere woorden slechts een van de elementen die meespelen in het kader van de representativiteit.
Bijgevolg heeft de vorige minister van Cultuur bij zijn keuze, voor wat de 5 mandaten van de Vlaamse regering betreft, niet alleen rekening gehouden met de zetelende politieke fracties in het Vlaams Parlement, maar ook met criteria van deskundigheid, die nodig zijn om zowel op organisatorisch als op juridisch vlak een goed bestuur van de instelling te kunnen verzekeren.
Voor alle duidelijkheid : de toepassing van het Cultuurpact staat buiten kijf. De bepalingen van het pact zijn van toepassing op alle overheidsmaatregelen met betrekking tot culturele aangelegenheden en bieden de nodige bescherming aan de ideologische en filosofische strekkingen. Dit vertaalt zich onder meer in een vertegenwoordiging in allerlei instellingen die onder het toepassingsgebied van het Cultuurpact ressorteren. Dit geldt dus ook voor de KVS.
Deze aanwezigheid is evenwel geen automatisme, aangezien de kandidaten tevens de principes van de democratie moeten aanvaarden en naleven. Uit verschillende beslissingen van de Cultuurpactcommissie blijkt duidelijk dat deze voorwaarde niet als een loutere vormvereiste moet worden ingevuld. Ik wens de autonomie van de vereniging en het recht op lidmaatschap van een vereniging extra te benadrukken.
De algemene juridische verplichting tot het representatief samenstellen van de algemene vergadering en de raad van beheer van de KVS doet immers geen afdwingbaar subjectief recht ontstaan om opgenomen te worden in de beheersorganen. Noch de wettelijke bepalingen van het cultuurpact, noch de statutaire bepaling doet in hoofde van het Vlaams Blok een individueel recht op lidmaatschap ontstaan. Binnen het wettelijk en statutair kader behoudt de vereniging de discretionaire bevoegdheid om individuele leden al dan niet te aanvaarden of te weren.
Mijnheer Lootens-Stael, de verschillende beslissingen van de Cultuurpactcommissie die volgden op het pleidooi dat uw partij reeds verscheidene jaren voert inzake de politieke vertegenwoordiging, en de ruimte die de exegese van de tekst van de statuten mij geeft aangaande de invulling van het vertegenwoordigingsprincipe, alsook de principes van de autonomie en de vrijheid van vereniging, hebben mij overtuigd om mijn bijdrage tot de samenstelling van de beheersorganen van de KVS niet afhankelijk te stellen van partijpolitieke participatierechten.
De voorzitter : De heer Lootens-Stael heeft het woord.
De heer Dominiek Lootens-Stael : Mijnheer de minister, ik hoor u graag zeggen dat met allerlei criteria rekening werd gehouden bij de samenstelling van de afvaardiging van de 5 leden van de Vlaamse regering. Uw antwoord klinkt zeer sympathiek. In de praktijk is het verhaal echter anders. De vertegenwoordigers zijn politiek zeer geëngageerd en hebben, netjes verdeeld, de juiste politieke aanhorigheid. Ik kan zo zeggen tot welke strekking elk lid behoort. Er is zelfs niemand die politiek niet geëngageerd is.
Ik wil in deze zaak niet de pleitbezorger zijn van het Vlaams Blok maar wel die van de meer dan 30 percent van de Vlaamse bevolking, die wel heeft gekozen voor de Vlaams-nationalistische strekking, maar daarom nog niet politiek geëngageerd is. Meer dan 30 percent van de Brusselse bevolking is helemaal niet vertegenwoordigd. Er zijn zelfs geen mensen bij zonder politieke kleur, zo netjes is het verdeeld. Dit kan geen toeval meer zijn. Dat is niet alleen het geval voor de KVS, maar ook voor de Ancienne Belgique en de gemeenschapscentra. De plaatsen worden netjes verdeeld op politieke basis, en dit is volgens mij de enige basis die wordt gehanteerd. Dit blijkt uit de feiten. Ik kan u de namen noemen, maar u kent ze wellicht ook. Ik zie wie op het kabinet van minister Vanhengel werkt, wie oud-minister is van CD&V, wie in het partijbestuur van Agalev zit, wie op het kabinet van de voorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zit. Ik zie geen mensen die actief zijn in het verenigingsleven, hoewel u zegt dat u dit criterium hebt gehanteerd.
U zegt dat u ook rekening hebt gehouden met politieke elementen. Alle regeringspartijen zijn vertegenwoordigd, maar de oppositie niet. Dat zijn toestanden die thuishoren in de Sovjetrepubliek van voor de val van het IJzeren Gordijn. We zijn het in een democratie niet gewoon dat de oppositie absoluut genegeerd wordt in alles wat op cultureel vlak gebeurt in de hoofdstad.
Los van pure partijpolitiek is ook de ideologische strekking van het Vlaams-nationalisme die in Brussel leeft -dat blijkt uit de verkiezingsresultaten -totaal genegeerd. Ik zie niemand van die strekking vertegenwoordigd. Op diverse vlakken heeft men gefaald bij de aanduiding. Dat is natuurlijk niet toevallig want het gebeurt permanent. Men weert bewust een groot deel van de Brusselse bevolking, namelijk meer dan een derde, uit de betrokken instellingen. In uw antwoord heb ik daar geen enkele gegronde verklaring voor gevonden. Ook uw voorganger, minister Anciaux, deed dat in het verleden. U hangt een mooi verhaal op, maar concreet durft u niet zo ver te gaan als de regimekrant De Morgen, door te stellen dat het de bedoeling is het Vlaams Blok en de hele achterban te weren. Hierover gaat het, maar u wilt dit niet met zoveel woorden bevestigen.
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, ik hou van goede retoriek, maar als die begint met woorden als stalinisme, dictatoriaal, politieke zuivering, paria's...
De heer Dominiek Lootens-Stael : Mijnheer de minister, mensen die zich jarenlang belangeloos hebben ingezet in bijvoorbeeld de Ancienne Belgique, gratis en voor niks, die alle vergaderingen met veel interesse hebben bijgewoond en inzet hebben betoond, worden omwille van hun ideologische strekking geliquideerd. Alle culturele instellingen gaan stelselmatig dezelfde weg op. U mag me niet kwalijk nemen dat ik dan woorden als dictatoriale of stalinistische manier van werken in de mond neem.
Minister Paul Van Grembergen : Ik denk dat we naast elkaar praten. Een goed betoog wordt door nuchtere en zakelijke argumenten gedragen en niet door een woordgebruik dat op geen enkele manier in verhouding staat tot de veranderde situatie in de KVS.
De voorzitter : Het incident is gesloten.