Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 02/07/2002
Vraag om uitleg van de heer Ludwig Caluwé tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de streefbeeldstudie voor de A12 ten noorden van Antwerpen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Caluwé tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de streefbeeldstudie voor de A12 ten noorden van Antwerpen.
De heer Caluwé heeft het woord.
De heer Ludwig Caluwé : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, We hebben reeds een aantal keren gediscussieerd over de toestand van het noordelijk gedeelte van de A12 en de moeilijke situatie in Stabroek en Kapellen.
Vroeger was de toestand al vrij ernstig. Het rechttrekken van de Leugenbergbocht heeft er wel voor gezorgd dat het verkeer op de A12 veel vlotter verloopt. Het gevolg ervan is echter dat het verkeer vanuit de Noorderkempen, namelijk Stabroek, Kapellen, Essen en Wuustwezel richting haven en stad, sterk wordt gestremd. Mijnheer de minister, de burgemeester van Stabroek heeft uw voorganger tijdig op het probleem gewezen. Er werd echter niet op tijd een oplossing aan gegeven. Toen men merkte dat de situatie onhoudbaar was, heeft men snel een aantal noodoplossingen gevonden. Zo werd in een aantal bijkomende op- en afritten voorzien.
Ondertussen wordt er een streefbeeldstudie gemaakt. In het kader daarvan worden er verscheidene oplossingen naar voren geschoven. Alleen valt het op dat elke mogelijkheid steeds een ander probleem creëert. Als een dogma wordt gesteld dat het aantal op- en afritten niet mag toenemen. Ze zouden zelfs moeten worden beperkt. Indien dit gebeurt, dan zal elke oplossing ervoor zorgen dat de knelpunten gewoon naar elders verschuiven.
Mijnheer de minister, klopt het dat er bij het kiezen van een bepaalde oplossing voor het noordelijk gedeelte van de A12 moet worden afgestapt van de regel dat er op autosnelwegen pas om de 5 tot 10 kilometer een knooppunt mag worden aangelegd? Ook de fietsers die richting haven rijden, worden geconfronteerd met problemen. De A12 vormt op dit ogenblik samen met het kanaaldok een natuurlijke belemmering. Vroeger was dat niet het geval omdat de A12 toen op verscheidene plaatsen kon worden overgestoken. Dat aantal is nu fel verminderd. Welke oplossingen denkt u op korte termijn te kunnen bieden aan de fietsers?
De voorzitter : De heer Malcorps heeft het woord.
De heer Johan Malcorps : Mevrouw de voorzitter, deze studie en de scenario's die werden uitgeprobeerd, bieden genoeg stof voor discussie. Verscheidene gemeentebesturen werden reeds bij de zaak betrokken. In het uittreksel uit de notulen van de recente vergadering van het schepencollege van de gemeente Stabroek, waar het mobiliteitsprobleem het meest nijpend is, blijkt dat er toch enige beweging is gekomen in de geesten. Zo staat er dat een nieuwe verbindingsweg tussen de A12 en de N111 niet echt nodig is. Er wordt daarentegen gepleit voor een verbetering van de bestaande wegen en doortochten door Stabroek en Hoevenen. Voorstellen A en C worden afgewezen. Voorstel B is wel aanvaardbaar als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo mag er niet in een ontsluiting worden voorzien aan de noordzijde van Stabroek en moet er worden gezorgd voor een volwaardig complex aan Leugenberg. Enkel indien dit niet kan, moet er een ventweg worden aangelegd vanuit Klein Heiken of Leugenberg tot aan het nieuw complex Smalle Weg. Hiervoor is een gewestplanwijziging opgemaakt.
We moeten nagaan hoe we maximaal de bestaande wegen kunnen opwaarderen zonder een nieuwe weg aan te leggen die nieuw verkeer aantrekt en dus het mobiliteitsprobleem nogmaals verhoogt. Tevens moet worden gedacht aan de mogelijkheden van het openbaar vervoer van en naar de haven.
Het meest schrijnende probleem wordt gevormd door het fietsverkeer. Nu zijn er soms wachttijden van een half uur tot een uur aan de brug. De fietsers mogen niet door de Tijsmanstunnel. Op de A12 mag je niet met de fiets. Binnenkort wordt ook het noordelijk rangeerstation van de NMBS afgesloten voor de fietsers. Er zijn heel wat werknemers van de haven die met de fiets willen gaan werken. Dit wordt hen echter wel zeer moeilijk gemaakt. Terecht wordt daar rond deze week actie gevoerd door, onder andere, het ACV. We moeten die acties steunen zodat de mensen ook effectief met de fiets op hun werk geraken.
De voorzitter : De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mevrouw de minister, mijnheer de minister, geachte collega's, ik kan me over dit probleem niet onbetuigd laten. Ik sluit me aan bij de opmerkingen van de heer Caluwé in verband met de afstand tussen het op- en afrittencomplex. Het gaat hierbij niet om een autostrade maar om een ring. De aanduiding ervan is trouwens R2. We moeten rekening houden met de verschillende woonkernen die daar liggen.
Mijnheer Caluwé, ik ben het met u eens dat er buiten het knooppunt in Leugenberg ook een knooppunt moet worden ingericht aan de Smalle Weg. Dat was in de gewestplanwijziging trouwens ook opgenomen. Dit is belangrijk voor de haven en de industrie daar rond. Daarnaast moet er ook nog in een ontsluiting worden voorzien voor Berendrecht en Zandvliet.
Zeer belangrijk is de ontsluiting van het noorden. Het gaat hierbij om Essen, Kalmthout, Stabroek en Kapellen. Ik pleit voor een nieuwe en zo noordelijk mogelijk gelegen verbinding tussen de A12 en de Kapelsestraat. Ze moet een alternatief bieden voor het verkeer dat van Essen en Kalmthout nu door het centrum van Stabroek rijdt. De nieuwe verbinding moet aansluiten op een groot complex ter hoogte van de Smalle Weg.
Mijnheer de minister, er is al veel gediscussieerd over de streefbeeldstudie en over de wijze waarop ze tot stand is gekomen. Er zijn drie concepten. Alle betrokken partijen hebben hun keuze kenbaar kunnen maken. Volgende dinsdag wordt daar opnieuw over vergaderd. Ik geloof in het resultaat van die studie. Er zal wel worden gekozen voor het goede concept. Ik kan enkel vragen dat u er dan snel gevolg aan zult geven.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, geachte leden, de streefbeeldstudie zal klaar zijn in het najaar van 2002. Het doel is een multimodaal streefbeeld waarin ook de fietsinfrastructuur ter hoogte van de A12 is opgenomen. Zolang deze studie niet is afgerond en goedgekeurd door de provinciale auditcommissie kan ik geen inhoudelijke uitspraken doen. In elk geval is het niet zo dat er al opties werden genomen. Momenteel werden enkel een aantal variante concepten uitgewerkt, die elk hun voor- en nadelen hebben.
De ontwikkelingsperspectieven voor hoofdwegen die bepalen dat het aantal rechtstreekse aansluitingen op de hoofdwegen moet worden beperkt, zijn opgenomen in de gewenste ruimtelijke structuur van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Dit is het indicatieve gedeelte en dus richtinggevend voor de overheid. Van dit toetsingskader kan de Vlaamse regering alleen afwijken via een gemotiveerde beslissing. Verder kunnen infrastructuurwerken waarvoor op de gewestplannen -nog altijd -in reservatiestroken is voorzien worden uitgevoerd indien men daarvoor opteert. Dit is onder meer het geval voor een mogelijke nieuwe verkeerswisselaar ter hoogte van de Smalle Weg. Ook kunnen bestaande verkeerswisselaars zonder probleem worden aangepast of afgesloten. Op het vlak van het aantal aantakkingen op de A12 zijn er dan ook geen problemen te verwachten.
Infrastructuren die vanuit het oogpunt van de ruimtelijke ordening nog niet kunnen worden aangelegd en waarvoor vooraf eerst nog ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt, zijn sommige mogelijke nieuwe omleidings- of verbindingswegen. Een voorbeeld hiervan is de omleidingsweg rond Stabroek.
De voorzitter : De heer Caluwé heeft het woord.
De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de minister, u zegt terecht dat de beperking van het aantal mogelijke op- en afritten is opgenomen in het RSV. U zegt echter ook dat men daar kan van afwijken via een gemotiveerde beslissing van de Vlaamse regering. Bent u, zoals ik, de mening toegedaan dat de regering een dergelijke beslissing moet nemen?
Mijnheer Helsen, wij vinden dat de op- en afrit in Stabroek in het plan behouden moet blijven. Men mag de inwoners van Stabroek niet verplichten om een grote omweg te maken vooraleer ze op de A12 raken. Er moet eerst duidelijkheid worden gecreëerd over de 5 op- en afritten. Die van Zandvliet mag voor mijn part worden uitgebreid tot een dubbelzijdige op- en afrit. De facto heeft men dan te doen met een ringweg die dorpskernen verbindt. Het is niet de bedoeling dat men op die weg topsnelheden haalt. In het streefbeeld is dit wel het geval.
Mijnheer de minister, over het fietsverkeer hebt u geen extra inbreng gedaan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.