Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 02/07/2002
Vraag om uitleg van de heer Kris Van Dijck tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de Franstalige afdeling van het gemeenschapsonderwijs in Ronse
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Dijck tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de Franstalige afdeling van het gemeenschapsonderwijs in Ronse.
De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, enkele maanden geleden hebben we voor het eerst sinds lang opnieuw gesproken over het Franstalig onderwijs in de Rand. Er zijn een aantal moties over ingediend. Ik heb ondertussen ook een vraag gesteld over Voeren, maar blijkbaar was de inhoud van de vraag die ik nu wil stellen, tot voor enkele weken ook voor mij onbekend.
Door in deze commissie over de problematiek te praten, vallen er toch een aantal dominosteentjes. Op verschillende plaatsen worden we geconfronteerd met problemen en vragen in deze context. Dat toont aan dat de regeling van het onderwijs in faciliteitengemeenten allesbehalve duidelijk, eenduidig en doorzichtig is.
De vraag is er gekomen nadat mensen uit de streek me deze problematiek hadden geschetst. In Ronse, een Vlaamse stad met faciliteiten, heeft het gemeenschapsonderwijs één basisschool, de Decrolyschool. In deze school bestaat er een 'section française'. Aan het hoofd van de basisschool staat een directeur. Voor de section française is er een 'institutrice/instituteur en chef' of een hoofdonderwijzer of onderwijzeres die alleen instaat voor de pedagogische leiding van die afdeling.
Mevrouw de minister, over deze situatie wil ik u enkele vragen stellen. Is het juist dat er in Ronse twee Franstalige scholen of afdelingen bestaan, namelijk een vrije gesubsidieerde autonome Franstalige basisschool en een Franstalige afdeling van de basisschool van het gemeenschapsonderwijs? Door wie wordt de 'institutrice of instituteur en chef' voorgesteld voor deze functie? Wie stelt die persoon aan en wie benoemt die later eventueel? Dezelfde vraag geldt voor de leerkrachten van de section française. Wordt deze 'institutrice of instituteur en chef' betaald door de Vlaamse of Franse Gemeenschap? Ik stel dezelfde vraag voor de leerkrachten.
Wie is er bevoegd voor het voorstellen van een eventuele tuchtmaatregel? Wie is er bevoegd voor het uitspreken van een tuchtstraf en volgens welke regelgeving? Kan de raad van bestuur van de Scholengroep 21 waartoe voornoemde basisschool behoort, de vestigingsplaats van deze Franstalige afdeling binnen Ronse vrij bepalen? Indien niet, wie dan wel? Is het juist dat de gesubsidieerde autonome Franstalige basisschool volledig wordt gesubsidieerd door Vlaanderen en dus onder de Vlaamse regelgeving valt, terwijl de leerkrachten van de Franstalige afdeling onder de Waalse wetgeving vallen en dus door Wallonië worden aangesteld? Is het juist dat de Nederlandstalige leerkrachten een taalexamen moeten afleggen om benoemd te kunnen worden in de Nederlandstalige BSGO, terwijl in de Franstalige afdeling van dezelfde school de Franstalige leerkrachten eentalig Frans mogen zijn omdat ze worden benoemd door Wallonië? Hebben de Franstalige leerkrachten van de section française recht op de vertaling van alle Nederlandstalige officiële documenten en teksten die in de BSGO circuleren? Hebben de Nederlandstalige leerkrachten van deze school recht op de vertaling van alle Franstalige officiële documenten en teksten die in de section française van hun BSGO circuleren?
De voorzitter : Minister Vanderpoorten heeft het woord.
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, collega's, in Ronse is er inderdaad een gesubsidieerde vrije Franstalige basisschool, gelegen in de Adolf Demetsstraat 10. De basisschool van het gemeenschapsonderwijs in Ronse bestaat uit vijf vestigingsplaatsen waarvan drie Nederlandstalige en twee Franstalige. De Franstalige lagere afdeling van de basisschool van het gemeenschapsonderwijs heeft als adres Koningin Astridplein 1. De Franstalige kleuterafdeling is gelegen in de Van Grootenbruelstraat.
De Vlaamse Gemeenschap is niet betrokken bij de aanstelling en benoeming van de leerkrachten en directeur van de Franstalige afdeling van de basisschool. Deze aangelegenheid behoort tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap. Zowel de leerkrachten als de directeur van de Franstalige afdeling worden bezoldigd door de Franse Gemeenschap. Ook het voorstellen van een eventuele tuchtmaatregel of -straf behoort tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap.
De raad van bestuur van de Scholengroep 21 kan -net zoals elk schoolbestuur -autonoom bepalen waar ze in de gemeente Ronse vestigingsplaatsen opricht. De raad van bestuur kan dus ook de ligging van de Franstalige afdelingen in Ronse vrij bepalen.
Aan de gesubsidieerde vrije Franstalige basisschool worden werkingsmiddelen toegekend door de Vlaamse Gemeenschap. De Scholengroep 21 krijgt van de Vlaamse Gemeenschap een dotatie voor haar scholen. De scholengroep zorgt dan voor de verdeling van die middelen over haar verschillende scholen, en dus ook voor de Franstalige afdeling van de basisschool van het gemeenschapsonderwijs.
Overeenkomstig de wet van 30 juli 1963 houdende taalregeling in het onderwijs moeten enkel de leerkrachten die belast zijn met de verplichte tweede taal het bewijs leveren van hun grondige kennis van deze tweede taal. Dit geldt zowel voor de Nederlandstalige leerkrachten van de basisschool die belast zijn met de verplichte tweede taal Frans, als voor de Franstalige leerkrachten van de Franstalige afdeling die belast zijn met de verplichte tweede taal Nederlands.
Als u met uw laatste vraag bedoelt of het departement Onderwijs alle briefwisseling en documenten gericht aan de gesubsidieerde vrije basisschool en de Franstalige afdeling van de basisschool vertaalt in het Frans, dan moet ik u ontkennend antwoorden. Alle officiële documenten, zowel voor de leerkrachten als voor het schoolbestuur, worden conform de taalwetgeving bezorgd in het Nederlands.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mevrouw de minister, ik heb altijd gedacht dat al het personeel in faciliteitenscholen in Vlaanderen onderworpen is aan de regeling van en betaald wordt door de Vlaamse Gemeenschap. Een aantal maanden geleden hebben we het hier gehad over de scholen in de Brusselse Rand, waar die regeling wel geldt. Klopt het dat dat in Ronse niet het geval is?
Minister Marleen Vanderpoorten : Ik durf niet te zeggen dat er in Ronse een aparte regeling bestaat. Ik wil wel eens nagaan wat de verschilpunten zijn in de regelingen.
De heer Kris Van Dijck : Het is niet de eerste maal dat deze problematiek aan de orde komt. Mijn vraag heeft niet als doel standpunten in te nemen. Ik pleit er wel voor dat er duidelijkheid komt over wie waarvoor verantwoordelijk is. Op die manier kunnen ook duidelijke afspraken worden gemaakt. De mensen in Ronse signaleren mij dat het personeel van de section française zich vrij hautain opstelt. Ze voelen zich 'untouchables'. Dat veroorzaakt spanningen bij het personeel van de Nederlandstalige afdeling. Als buitenstaander heb ik daar geen zicht op, maar er moet wel duidelijkheid komen.
Minister Marleen Vanderpoorten : Ik kan mij er natuurlijk niet over uitspreken of er al dan niet spanningen zijn. Het is inderdaad goed dat er een overzicht wordt opgemaakt van de regelingen, vooral ook met het oog op de onderhandelingen met de Franse Gemeenschap die er aankomen. Na het reces zal ik zo'n overzicht aan de commissie overmaken en kunnen we dat eventueel ook bespreken.
De heer Kris Van Dijck : Ik wil het niet alleen bekijken vanuit Vlaams oogpunt. Ik zou graag een overzicht krijgen van de hele problematiek van de faciliteitenscholen. Op die manier kan er duidelijkheid komen en een eenduidige regeling worden uitgewerkt.
De voorzitter : De afspraak van de minister hierover is duidelijk.
Het incident is gesloten.