Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 04/07/2002
Vraag om uitleg van de heer Jan Verfaillie tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over het Kustactieplan 2000-2004
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Verfaillie tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over het Kustactieplan 2000-2004.
De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, er bestaat op het terrein nogal wat twijfel over sommige decretale voorwaarden, waaraan dan een actie of een ingediend bericht voor het Kustactieplan dient te voldoen.
In het Belgisch Staatsblad van 20 februari 2001 verscheen het besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverleningen voor projecten in het kader van het Kustactieplan 2000-2004. De betalingsvoorwaarden en de uitvoeringsmodaliteiten van de subsidies worden hierin bepaald. Ook de projecten waarmee de minister de kust als één geheel wil promoten worden toegelicht.
Het Kustactieplan is bedoeld om de kust nieuwe impulsen te geven. De kust vormt immers de belangrijkste toeristische regio in Vlaanderen. Gisteren werd nog vermeld in Knack dat dit een heel belangrijke toeristische trekpleister is. Vandaag zijn er mooie nieuwe borden die aanspreken. Bijna de helft van de toeristische omzet in Vlaanderen wordt aan zee gerealiseerd.
Het algemeen toeristisch aanbod is aan vernieuwing toe. Om de vernieuwing mogelijk te maken, heeft de Vlaamse regering de nodige budgetten vrijgemaakt voor projecten die over heel de kust een positieve weerslag hebben. De minister wil met dit actieplan ontegensprekelijk de kwaliteit van het kustproduct en het imago van de kust als vakantiebestemming aanzienlijk verbeteren. Dit kunnen we alleen maar toejuichen. Bovenaan de lijst staan onder meer de pier van Blankenberge, het oude vismijnkwartier van Zeebrugge, de jachthaven van Nieuwpoort en een nieuwe kustfietsroute.
Mijnheer de minister, kunt u zeggen hoeveel en welke concrete projecten voor het Kustactieplan 2000 2004 reeds werden goedgekeurd? Hoeveel subsidie werd er per project toegekend? Werd het voorziene subsidiebudget de afgelopen twee jaar telkenmale opgebruikt? Zo neen, wat gebeurt er met het overschot? Welke projecten zijn dit jaar reeds ingediend? Wat is de stand van zaken omtrent deze dossiers en wat houden ze precies in?
Ik wilde nog een opmerking maken in de marge van mijn vraag. In Mariakerke bestaat een plan om een soort megacomplex te bouwen. Hierin zullen onder andere een basketbalzaal, een overdekt winkelcentrum en appartementen worden ondergebracht. Men zou dit inschrijven in doelstelling-2 programma. Via het managementcomité zou men daarvoor een subsidie kunnen krijgen. Men zou dus proberen om zo bijkomende subsidies te verwerven via het Kustactieplan.
Ik hoor u echter graag zeggen dat basketbal geen toerisme is.
Het stadsbestuur van Oostende zou de bedoeling hebben die zaal voor 95 tot 100 percent voor de basketsport voor te behouden. Naar verluidt zou de administratie -die ik daartoe gecontacteerd heb -geen bezwaar maken tegen het aanspreken van het Kustactieplan omdat basket een ruimere uitstraling zou hebben. Basket zou volgens de administratie niet alleen een uitstraling hebben op Oostende, maar op de hele kust. Misschien kunt u ons uw mening hieromtrent kenbaar maken na uw antwoorden op mijn eerder gestelde vragen met betrekking tot het Kustactieplan.
De voorzitter : De heer Sols heeft het woord.
De heer Guy Sols : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het Kustactieplan 2000- 2004 is als thema of onderwerp interessant genoeg voor een heel debat. Toch ben ik van oordeel dat de vraag van de heer Verfaillie zich meer leent tot een schriftelijke vraag. Hij vraagt immers het overzicht van de concrete projecten die in het kader van het Kustactieplan werden goedgekeurd, hoeveel subsidie per project werd toegekend, welke projecten dit jaar reeds ingediend zijn, enzovoort. Dat hij een vraag om uitleg zou indienen na het interpreteren van de concrete antwoorden op die aldus ingediende schriftelijke vraag zou ik nog kunnen begrijpen. Nu zijn we mijns inziens verkeerd bezig. Als men dit toestaat, zet men de deur wagenwijd open.
De voorzitter : Mijnheer Sols, ik neem akte van deze opmerking. Ik zal daarom eerst aan de minister vragen of hij de concrete antwoorden op deze vragen op papier heeft en of hij ons daarvan een kopie kan bezorgen.
Minister Renaat Landuyt : Ik heb die antwoorden hier inderdaad voor mij liggen en zal deze ten behoeve van het verslag aan de secretaris, alsook aan de commissieleden, bezorgen.
De voorzitter : Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Eigenlijk is de kust in de afgelopen drie jaar in onze commissie nog maar heel weinig aan bod gekomen. De continuïteit is mijns inziens zo goed als onbestaande. Ik pleit er dan ook voor om eens een interpellatie, een debat, een gedachtewisseling of zelfs een hoorzitting op de agenda te plaatsen naar aanleiding waarvan de toekomst van de kust eens grondig onder de loep kan worden genomen.
De heer Jan Verfaillie : Het zou inderdaad interessant zijn daar eens een hoorzitting aan te wijden.
De voorzitter : Er zijn nu al tal van hoorzittingen gepland.
De heer Jan Verfaillie : Is het niet de taak van de commissievoorzitter om te oordelen of een vraag schriftelijk of als vraag om uitleg gesteld moet worden?
De voorzitter : De leden kunnen voorstellen om een hoorzitting te houden en het is de commissie die daarover beslist. Ik ben eigenlijk een lijdend voorwerp.
De heer Jan Verfaillie : Hoe zit het dan met de beslissing over de ontvankelijkheid van een vraag?
De voorzitter : Ik geef enkel advies. Als een onderwerp reeds eerder aan bod is gekomen, dan zal ik daar op wijzen. Misschien zou ik inderdaad wat strenger moeten worden.
De heer Guy Sols : Ik wil nogmaals herhalen dat ik voorstander ben van een grondig debat in deze commissie over het Kustactieplan of over onze kust in het algemeen.
Hier wordt naar concrete cijfers gevraagd. Dat past beter in een schriftelijke vraag. Als men dan op basis van de ontvangen antwoorden een kritische vraag om uitleg wil stellen, heb ik daar geen enkel probleem mee.
Dit neemt niet weg dat ik geïnteresseerd zal luisteren naar het antwoord van de minister.
De heer Jan Verfaillie : Dan rest er mij waarschijnlijk niets anders dan mij te verontschuldigen.
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Voor de algemene achtergrondinformatie verwijs ik terloops naar een met mooie foto's geïllustreerd artikel dat deze week in Knack is verschenen.
In het kader van het Kustactieplan 2000-2004 werden tot op heden, op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 2000, door middel van 3 ministeriële besluiten subsidies toegekend aan in totaal 15 projecten. Het ministerieel besluit over de vaststelling van de betalingsvoorwaarden en de uitvoeringsmodaliteiten van de subsidies 2000 in het kader van het kustactieplan 2000- 2004 van 1 februari 2001 kende voor een bedrag van 2.563.219 euro subsidies toe aan 5 projecten. De middelen werden volledig aangewend.
Het ministerieel besluit houdende vaststelling van de projecten, de projectsubsidies, de betalingsvoorwaarden en de uitvoeringsbepalingen voor het begrotingsjaar 2001 in het kader van het kustactieplan 2000-2004 van 14 november 2001 kende voor een bedrag van 2.602.882 euro subsidies toe aan 8 projecten. De middelen werden volledig aangewend.
Het ministerieel besluit houdende vaststelling van een eerste reeks projecten, projectsubsidies, betalingsvoorwaarden en uitvoeringsbepalingen voor het begrotingsjaar 2002 in het kader van het Kustactieplan 2000-2004 van 7 juni 2002 kende voor een bedrag van 393.518 euro subsidies toe aan 2 projecten.
De subsidieaanvragen voor 2002 konden tot 30 juni worden ingediend. Er werden nog een tiental projecten ingediend die later dit jaar zullen beoordeeld worden. Zij zullen een subsidie krijgen van in totaal 2.248.482 euro. Ook voor dit jaar is het zeker dat de middelen volledig zullen worden aangewend.
Ik wil er even op wijzen dat het dossier over de pier in Blankenberge onder het eerste Kustactieplan viel. Dat plan bestond, zoals u wellicht weet, uit losse, goedgekeurde projecten, met als twee belangrijkste de pier van Blankenberge en de jachthaven van Nieuwpoort. Het dossier van de jachthaven van Nieuwpoort is uiteindelijk volledig geblokkeerd geraakt. Ik heb nochtans al het mogelijke gedaan om het geld tijdig, en zoals neergeschreven in de besluiten, te kunnen aanwenden. Dat leek echter niet meer mogelijk. Het gaf ons wel de kans om het uit de hand gelopen dossier van de pier van Blankenberge, waar de kosten ondertussen tot tweemaal de oorspronkelijke raming opgelopen waren, te deblokkeren en op te lossen. Zo zijn we erin geslaagd de kosten voor de inwoners van Blankenberge zelf zo laag mogelijk te houden. Als dat niet was gelukt, dan zouden de kosten voor de inwoners onbetaalbaar zijn geweest.
We mogen trouwens niet uit het oog verliezen dat de pier van Blankenberge een uitstraling vertegenwoordigt voor heel Vlaanderen, ja zelfs voor Europa. Aan de Noordzee zijn nog welgeteld drie van dergelijke pieren : één in Scheveningen, één in Brighton en één in Blankenberge. Het leek ons dus verantwoord om die dure investering -nieuwe fundamenten in zee, met behoud van het bovenstuk -te doen. Voor de pier heb ik trouwens ook in een bijzondere coördinator voorzien.
Voor Nieuwpoort werd ondertussen een nieuw project opgestart waarbij een beroep wordt gedaan op een projectmanager. Dit zal in de toekomst steeds het geval zijn. Telkens wanneer een groot project wordt toegekend via het Kustactieplan, zal daar een coördinator aan gekoppeld worden. Dit is nieuw voor Vlaanderen, maar wordt in Nederland reeds lang toegepast.
In het document dat u werd overgemaakt, ziet u welke concrete projecten reeds gesubsidieerd werden en voor welk bedrag. In 2000 ging het om de volgende projecten : de eerste fase van de projectcoördinatie voor de oude vissershaven van Zeebrugge, de vernieuwde kustpromotiestrategie, de bevordering van het MICE-toerisme, de eerste fase van de aanleg van de kustfietsroute en de optimalisering van het kustweerbericht.
Wat de subsidies op de begroting van 2001 betreft, ziet u op het document de projecten die in aanmerking werden genomen. U zult bijvoorbeeld merken dat ook het kunstgebeuren aan de kust in de subsidiëring verwerkt werd via het project 2003 Beaufort. Een definitief akkoord is er echter nog niet, want nog niet alle voorwaarden zijn vervuld. Daar wordt momenteel werk van gemaakt in overleg met de VZW die voor het project 2003 Beaufort instaat, en in samenspraak met de minister van Cultuur die een zelfde bedrag zou toekennen. Ik hoop dat we dit dossier snel kunnen afronden. Dit lijkt me inhoudelijk een goed product te zijn dat kan bijdragen aan de opwaardering van de kust. Ik moet wel toegeven dat de manier waarop het uitgevoerd wordt, mij af en toe wat ongerust maakt.
Voor de begroting 2002 verwijs ik met name naar twee reeds goedgekeurde projecten, namelijk de verkeersborden en de kustwebsite.
Door onze relatief kleine ondersteuning zullen de verkeersborden er sneller komen. Bovendien zal op alle borden het kustlogo worden aangebracht, wat de eenheid moet illustreren. Men is er dus in geslaagd voor de hele regio tot één logo te komen, iets waarin Vlaanderen zelf nog niet geslaagd is. Het logo bestaat uit de Nederlandse woorden 'de kust', en dus niet Vlaamse of Belgische kust. Op een zijlijn kan men dan promotionele of marketingzaken plaatsen. Ik beschouw dit als een stap vooruit in het voor sommigen belangrijke aspect van de 'Vlaamsche' strijd.
Een tweede project dat in het kader van het begrotingsjaar 2002 goedgekeurd werd, heeft betrekking op de kustwebsite. Daar wordt eindelijk door de overheid orde op zaken gesteld met de bedoeling over een goede website te beschikken die handelt over alles wat met de kust te maken heeft en die in interessante links voorziet. Het gaat hier over een tamelijk groot project dat een ernstige en grondige uitvoering vergt en dat in samenspraak met Toerisme Vlaanderen moet worden uitgevoerd.
Aan mevrouw Declercq wil ik nog zeggen dat we tweemaandelijks overleg hebben met de kustburgemeesters of, indien burgemeesters verhinderd zijn, met de schepenen van toerisme. Op die vergadering worden alle dossiers overlopen, waarbij we er voortdurend over waken dat de eenheid bewaard wordt. Op een hoopje zand na, zijn we daar in geslaagd.
De voorzitter : Mijnheer de minister, is dat een officieel of een informeel overlegorgaan?
Minister Renaat Landuyt : Het is een politiek informele bijeenkomst. We houden die omdat we politieke misverstanden willen vermijden en de eenheid willen bewaren, want anders wordt het toeristische beleid al te makkelijk uitgestippeld door de ambtenaren. Er moeten duidelijke politieke keuzes worden gemaakt. De democratische verkozenen moeten achter die keuzes staan en instructies geven aan de ambtenaren.
De voorzitter : De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Mijnheer de minister, misschien had ik beter een schriftelijke vraag kunnen stellen, maar de projecten konden worden ingediend tot 30 juni. In het bestaande archaïsche parlementaire systeem worden de werkzaamheden geschorst tussen 15 juli en 15 september en dus zou ik nooit op tijd mijn antwoord hebben gekregen. (Opmerkingen van minister Renaat Landuyt)
Ja, het klopt dat de pers altijd snel bericht over wat aan de kust gebeurt.
U hebt me nog geen antwoord gegeven op mijn bijkomende vraag over Oostende.
Minister Renaat Landuyt : Van 10 projecten moet nog worden beoordeeld of ze in aanmerking komen voor de subsidieaanvraag van 2002. Het door u genoemde project te Oostende zit er niet bij. Er werd met andere woorden geen aanvraag ingediend.
De voorzitter : Het incident is gesloten.