Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 20/06/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Niki De Gryze tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over het Forum voor Muziek, Dans en Beeldcultuur te Gent
Vraag om uitleg van de heer Dirk Holemans tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de bijsturing van het concept voor het Gents Forum voor Muziek, Dans en Beeldcultuur
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van mevrouw De Gryze tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over het Forum voor Muziek, Dans en Beeldcultuur te Gent en van de heer Holemans tot minister Anciaux, over de bijsturing van het concept voor het Gents Forum voor Muziek, Dans en Beeldcultuur.
Mevrouw De Gryze heeft het woord.
Mevrouw Niki De Gryze : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, tijdens de begrotingsbesprekingen en ook tijdens de daaropvolgende commissievergaderingen werd in verband met het Muziekforum bepaald dat de uiteindelijke beslissing zal vallen in 2004 en dat het culturele landschap dan zal worden uitgetekend.
Omdat het debat over het Forum regelmatig wordt aangezwengeld -denken we maar aan de persartikels van mei en juni -, zou ik willen weten hoever het staat met de uittekening van dit culturele landschap. Ondertussen is er in Gent ook de Gele Zaal in de Handelsbeurs bijgekomen. Het Festival van Vlaanderen-Gent heeft trouwens al contact opgenomen met de uitbaters van de Gele Zaal, en er werd afgesproken dat het Festival er onder zijn naam mag werken, op voorwaarde dat de producties passen in de aanpak van de Gele Zaal.
Mijnheer de minister, ik zou graag vernemen wat er nu reeds bestaat in Oostende, Brugge, Gent, Antwerpen, Limburg, enzovoort. Wat kan er nog bij? Waar is nog behoefte aan? Een studie of overzicht van alle infrastructuur en capaciteit wordt heel dringend.
Een bijkomende reden van mijn vraag is de uitgave van een nieuwe brochure over de architectuurwedstrijd voor het ontwerp en de bouw van het Forum voor Muziek, Dans en Beeldcultuur. U stelt enerzijds dat het gebouw van grote architectonische waarde moet getuigen, maar anderzijds staat in de brochure dat het project zich afzet tegen elke vorm van monumentaliteit en grootschaligheid, maar dat het toch moet gaan over een zaal met een capaciteit van 900 tot 1.800 toeschouwers. Ik merk een aantal tegenstellingen op en zou er graag duidelijkheid over krijgen.
Ik vraag me bovendien af of een architectuurwedstrijd noodzakelijk is. In elk geval moeten we ons afvragen aan welke voorwaarden een eventueel gebouw moet voldoen. Het concept is blijkbaar nog in volle ontwikkeling, want ook de heer Mortier spreekt zich nu uit ten gunste van meer decentralisatie. Hij heeft het over het Gentse spinnenweb. Schepen van Rouveroij heeft het over een vuurtoren in dat web. Indien er op termijn sprake is van kleine ´rookjes´die beter zouden beantwoorden aan de noodzakelijke infrastructuur voor Gent, dan is de wedstrijd in haar huidige vorm, vrij nutteloos. Schepen van Rouveroij zei het als volgt : 'Als we willen doorgaan met de bouwplannen, moet het project inhoudelijk gefundeerd zijn.'
We kunnen momenteel nog altijd geen vorm noch plaats geven aan het Gentse Forum in het Vlaamse muziek- en cultuurlandschap. Het kan nog steeds niet in zijn geheel worden bekeken. De brochure, de wedstrijd en het debat openen de discussie opnieuw.
Mijnheer de minister, hoever staat het met het overzicht van het culturele landschap? Wat is uw houding ten opzichte van de architectuurwedstrijd?
De voorzitter : De heer Holemans heeft het woord.
De heer Dirk Holemans : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, eind vorig jaar hebben we in deze commissie gediscussieerd over de stand van zaken van het dossier over het Muziekforum. Toen waren er nog veel onduidelijkheden onder meer over het draagvlak bij de Vlaamse en Gentse culturele actoren. We vroegen ons ook af hoe een dergelijk initiatief kan bijdragen tot het versterken van de stedelijkheid voor alle Gentenaars -een aspect dat ik heel belangrijk vind. Mijnheer de minister, u hebt toen een heel duidelijk antwoord gegeven : u stelde dat het voorliggende concept niet voldeed en dat u achter het project bleef staan. Voor mij was dat een heel bevredigend antwoord. U zei ook dat u zich zou engageren om het debat met de diverse actoren voort te zetten.
Op 4 mei jongstleden was er een symposium te Gent. Een aantal sprekers hebben het inhoudelijke debat verruimd. De heer Mortier zei dat hij openstond voor een alternatieve invulling via een netwerk- of spinnenwebstructuur. Ook de Gentse schepen van Rouveroij merkte vanuit de zaal op dat hij sterk geïnteresseerd was in zo'n benadering. Het debat kreeg daardoor een belangrijke wending of verbreding. Het ging niet langer alleen over een groot gebouw op één plek, maar ook over een cultureel project dat niet voorbij kan gaan aan het belang van een actieve sociaal-culturele werking in wijken en buurten. De minister neemt dat volgens mij ernstig. Op 11 juni werd een persconferentie gehouden waarop de eerste resultaten werden bekendgemaakt van gesprekken tussen een aantal culturele actoren.
Tijdens gesprekken achteraf heb ik gemerkt dat het draagvlak van de culturele sector zoals het op 11 juni werd gepresenteerd toch wel fragieler is dan werd voorgesteld. Een aantal vragen blijft overeind sinds het gesprek in de commissie. De kern van de zaak blijft dat als de minister stelt dat het concept dat een tijdje geleden voorlag, niet voldoet, er een serieuze bijsturing moet komen. Het gaat daarbij in de eerste plaats over de rol en de schaal van het nieuwe gebouw. Uit de studie van professor De Brabandere bleek dat het noodzakelijke publieksbereik problematisch was.
We moeten ons ook afvragen of andere publieke ruimtes in het forum moeten worden opgenomen om een spinnenweb te kunnen realiseren. We moeten ook de vraag stellen of het project niet kan worden aangegrepen voor een radicaal-democratische invulling. Er wordt terecht kritiek geleverd op een aantal andere projecten waarbij eerst zaken worden gerealiseerd en pas achteraf wordt nagegaan wat de invulling ervan is. We kennen het publieksonderzoek van professor Waege waaruit blijkt dat de klassieke vertegenwoordiging van de bevolkingslagen nog steeds overeind blijft. Zelfs de heer Laermans stelt : 'De culturele omnivoor is aanwezig, de laaggeschoolde nauwelijks.' Waarom werkt men nu niet proactief een project uit op basis van een publieksbevraging? Die publieksbevraging zou dan moeten peilen naar de culturele honger, de noden en verlangens van de mensen.
Daarnaast is er ook de vraag hoe men het concept concreet wil invullen als publieke ruimte, want zo wordt het altijd voorgesteld. Een publieke ruimte is volgens mij een ruimte die niet alleen 's avonds haar functie vervult, maar waar ook overdag activiteiten plaatsvinden. We zouden ervoor kunnen kiezen elementen uit het dagelijkse leven in de werking van het forum te integreren. Onder meer de heer Willaert heeft hiervoor gepleit in De Morgen. Ik citeer hem : 'Ik denk aan een koffiehuis of een kindercrèche, waardoor er vanuit een onderbouw een sociaal-culturele behoefte op die plaatsen komt. De opdracht moet zijn om op zoek te gaan naar een heterogene invulling van een gebouw dat een veruitwendiging van een tijdgeest kan zijn'.
Op mijn vorige vraag om uitleg heeft de minister geantwoord dat hij zich actief ging engageren om het debat vorm te geven. Ik stel de vraag nu opnieuw, omdat ik moet vaststellen dat er inderdaad wel een constructief gesprek aan de gang is, maar dat het blijkbaar niet gestructureerd is en dat het ook onduidelijk is wie eraan deelneemt en wie niet. Op die manier krijgt men natuurlijk disparate berichten. Ik wil dan ook een concrete vraag stellen : zou het geen goede zaak zijn als de minister het initiatief zou nemen om daarover een rondetafelconferentie te organiseren? Op die wijze zouden alle actoren aan tafel kleur moeten bekennen en zou men tot een consensus kunnen komen.
Ten slotte moet er helderheid komen over de impact van het lopende debat -dat volgens de minister zeker moet verdergaan -op de architectuurwedstrijd. Naar verluidt zou de echte opdracht voor de architecten nog niet zijn gegeven, maar zou dat pas dit najaar gebeuren. Mijnheer de minister, kunt u deze informatie bevestigen? Op welke wijze zal een bijgesteld concept leiden tot een bijstelling van de opdracht in de architectuurwedstrijd?
De voorzitter : De heer Vandenbossche heeft het woord.
De heer Dany Vandenbossche : Mijnheer de minister, ik wil me aansluiten bij deze vragen om uitleg. Ik ga zelf geen bijkomende vragen stellen, omdat de vragen die moeten worden gesteld reeds werden gesteld en omdat we over deze zaak in totaal reeds enkele uren hebben gedebatteerd.
Ik wil twee opmerkingen maken. Deze discussie is al een tijdje aan de gang. Daarvoor moeten we teruggaan in de geschiedenis. Het Muziekforum is ongeveer zeven jaar geleden oorspronkelijk begonnen als een concertzaal. Toen de heer Mortier zich met het dossier van het Forum ging bezighouden, is dat forum iets anders geworden : groter, multifunctioneler, en vooral ook meer multidisciplinair. Het ging vooral ook om een heel groot gebouw.
Als men de discussie wil voeren over de inhoudelijke invulling van dit nieuwe concept, dan is het inderdaad nodig dat men de Gentse cultuursector hier op een of andere manier bij betrekt, wat momenteel al wel gedeeltelijk gebeurt. Er is echter discussie over wat men daar nu juist mee bedoelt. Ik ben er geen voorstander van dat men de infrastructuur zoals die eigenlijk is vooropgezet, opsplitst in tien kleine onderdelen. Die prestigieuze projecten hebben namelijk een aanzuigkracht, en die aanzuigkracht is op zich al heel belangrijk.
Belangrijk is natuurlijk dat de culturele actoren bij het debat betrokken zijn, en dat is op dit ogenblik ook het geval. Er is een informele werkgroep aan het werk waarbij een aantal instellingen zijn betrokken. De heer Mortier heeft onlangs een soort manifest laten ondertekenen door de Gentse cultuuractoren en door het Forum. In dat manifest staan drie belangrijke prioriteiten verwoord : ten eerste de infrastructuur, ten tweede een opleiding voor culturele bemiddelaars, en ten derde dat behalve de infrastructuur die naar aanleiding van het Forum totstandkomt, ook de infrastructuur van de kleinere instellingen uit de Gentse culturele sector in het infrastructuurdebat moet worden betrokken.
Ik citeer de heer Mortier : 'We opteren voor een nauwe samenwerking tussen de Gentse culturele actoren, hun noden en de Krook zelf. Met Vlaamse infrastructuren als deSingel, de Krook en het Brugse Concertgebouw krijgen de grote internationaal gerichte Vlaamse culturele actoren de mogelijkheid om te produceren in Vlaanderen en zijn ze niet langer verplicht naar het buitenland uit te wijken'. Misschien is hier sprake van een misverstand. Dan blijft het Forum uiteraard opteren voor de infrastructuur. Die wordt dan beschouwd als de spin in het fameuze web.
Voor de volledigheid wil ik hieraan toevoegen dat er ondertussen nog een andere groep bestaat : 'Het 1-mei-collectief tegen het Forum', onder leiding van de heer Roels. Dit collectief heeft onlangs een debat gevoerd over het Forum, omdat het vindt dat het Forum niet past in de stedelijke infrastructuur, onder meer omdat dat zou leiden tot een stijging van de prijzen in de buurt.
We zijn nog steeds bezig met een soort virtueel dossier en de architectuurstudie treedt nu in zijn tweede fase. We moeten duidelijkheid scheppen over het feit of die discussie nu inderdaad over de infrastructuur gaat, want daar wil ik niet aan meedoen. Als het niet de bedoeling is om architecturaal iets neer te zetten, dan vind ik dat geen goede zaak. Dan zet men namelijk geen 'baken in die culturele sector', dat een aanzuigkracht kan uitoefenen.
Ik zou daar duidelijkheid over willen, maar ik denk niet dat we die hier kunnen krijgen. Zoals u weet, is in deze commissie gesteld dat deze discussie pas beëindigd zal zijn in 2004, in ieder geval zou dan pas de beslissing vallen. Als ik me niet vergis, zou die informele werkgroep, bestaande uit die culturele actoren, tegen 15 juli een rapport moeten voorleggen. Ik denk dat dat in Vlaanderen moet gebeuren, want men had gevraagd dat in te bedden in het Vlaamse en internationale culturele landschap.
De voorzitter : Mevrouw Van Hecke heeft het woord.
Mevrouw Mieke Van Hecke : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil me ook graag aansluiten bij de uiteenzettingen over dit thema, al zijn ze verre van nieuw. Ik wil iedereen aanraden om zich te abonneren op een krant met een lokale editie over Gent en omgeving, want daarin zijn de discussies over het Forum van dag tot dag te volgen.
Die discussies zijn verre van eenduidig, en daardoor wel behoorlijk leuk om volgen. Zo zijn er bijvoorbeeld lokale actoren die op een bepaald moment een bepaald document ondertekenen en steunen, om dan de week nadien heel laconiek het omgekeerde te zeggen en een compleet ander denkspoor te volgen.
Ik heb me afgevraagd wat nu uiteindelijk de reden is om hier een dergelijke vraag te stellen. Mijnheer de minister, wat is uw verantwoordelijkheid en uw functie in deze problematiek? Ik denk dat dit de link is tussen het Forum en de architectuurwedstrijd. Aan de architectuurwedstrijd is het voorbestaan van de cel die het Forum en de architectuurwedstrijd begeleidt, gekoppeld. Voor de architectuurwedstrijd zijn trouwens Vlaamse middelen ter beschikking gesteld. Die middelen zijn bedoeld om vroeger dan 2004 te worden gegeven.
Het is totaal zinloos om een architectuurwedstrijd te organiseren als we nadien alleen maar mooie maquettes hebben om naar te kijken, omdat uiteindelijk blijkt dat geen van de deelnemers iets heeft afgeleverd dat beantwoordt aan het concept van het Forum dat men uiteindelijk wenst te realiseren. De discussie over wat het Forum uiteindelijk moet worden, is dus niet vrijblijvend omwille van de link met de architectuurwedstrijd. Het enige wat ik vraag is dat die link blijft behouden en dat er geen geld wordt gegeven, ook al zou het dienen om de creativiteit van bepaalde architecten te ondersteunen. Het lijkt me niet de bedoeling dat de middelen van Vlaanderen daaraan worden besteed.
Er moet zeker eens worden nagedacht over een en ander en er moet beslist worden welk concept zal worden gesteund. Mijnheer de minister, op welke manier zult u tot een beslissing trachten te komen? Er is minstens goede inspraak nodig. Daarnaast is het ook nodig die beslissing te verzoenen met de timing die aan de architectuurwedstrijd is gekoppeld. Ik denk dat dat uw opdracht is. Deze vraag werd in deze commissie dus terecht gesteld. De lectuur van elke dag over wat het Forum uiteindelijk moet worden, kan me enorm boeien als echte Gentenaar.
De voorzitter : De heer Holemans heeft het woord.
De heer Dirk Holemans : Ik ben ook een voorstander van een architecturaal uitdagend project op die plaats. Ik vind wel dat we moeten nagaan wat de juiste schaal is en wat de verschillende functies zullen zijn.
De voorzitter : Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux : Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zei eind vorig jaar dat het Forumdossier nog niet rijp was voor een definitieve positieve beslissing. Ik engageerde me wel om het debat verder te zetten en ik vroeg aan de initiatiefnemers om een inhoudelijk gesprek te voeren met de Vlaamse en vooral met Gentse culturele actoren, met als doel een project met een breed draagvlak tot stand te brengen. Die gesprekken zijn nu nog volop aan de gang en leveren nieuwe inzichten op. Die inzichten zullen de ideeën en de uiteindelijke beslissing met betrekking tot het Forum zeker beïnvloeden. Het doet me veel plezier dat het dossier van het Forum vooral in Gent onderwerp van een publiek debat is geworden. Het heeft de verschillende Gentse actoren ertoe aangezet om samen na te denken over het cultuurbeleid in hun stad en over de potentiële rol van het Forum daarin.
Op 9 juni 2002 vond inderdaad overleg plaats met tenoren uit het Vlaamse cultuurlandschap. Op 11 juni 2002 vond een groot overleg plaats met de Gentse cultuursector over het Forumproject. Mijn kabinet nam daaraan deel als observator. Op 4 mei 2002 vond het overleg plaats waarnaar de heer Holemans verwees. Het was trouwens ook door hem georganiseerd.
In het overleg met de Vlaamse actoren werd het debat al snel bekeken vanuit de cultuurinfrastructurele noden die er in Vlaanderen zijn : de nood aan concertzalen en de nood aan aangepaste zalen voor hedendaags muziektheater. Bovendien is er een contradictie tussen enerzijds de gerenoveerde en nog te renoveren schouwburgen en anderzijds de hedendaagse theaterpraktijk, die zich steeds moeilijker laat dwingen in klassieke gebouwen.
Door de nadruk zo sterk op de infrastructurele noden te leggen, kwam het inhoudelijke debat dat de heer Mortier en zijn team willen aanzwengelen, volgens mij iets te veel op de achtergrond. Ik steun de vraag om een analyse te maken van de functies en van het bereik van de bestaande infrastructuur. Ik heb in mijn infrastructuurnota reeds duidelijke standpunten ingenomen over de bestaande culturele infrastructuur. Ik overweeg evenwel om in de nabije toekomst een grondige analyse te laten maken van de aanwezige infrastructuur, de bestemming en de bezettingsgraad. De bedoeling daarvan is dit beleid nog verder te kunnen verfijnen.
De heer Holemans stelde een vraag over publieksonderzoek. Ik twijfel eraan of het nodig is het publiek te bevragen over zijn culturele honger. Culturele noden bestaan, maar ze zijn vaak impliciet. Ze zijn dus niet gemakkelijk in beeld te brengen. Artiesten vertrekken trouwens ook niet vanuit de culturele noden van het publiek, maar wel vanuit hun artistieke verbeelding. Het Forum moet die zaken samenbrengen. De informele en open werkgroep van Gentse actoren kwam samen met de heren Pinxten, Mortier en Bauwens tot de conclusie dat iedereen zich positief uitspreekt over de bouw van het Forum, op voorwaarde dat een aantal specifieke opdrachten nader worden onderzocht.
In de hedendaagse kunstscène zijn de wanden tussen disciplines of genres doorlaatbaar geworden. Museale kunstproducties worden bovendien in vraag gesteld. Gebruik van nieuwe technologie en interculturele aanpak worden noodzakelijk. Er is dus een grote nood aan een permanente en internationaal geijkte centrumfunctie voor deze nieuwe trends in de kunstproductie en de cultuuropvattingen. Het Forum kan die functie vervullen.
De nieuwe trends vereisen een centrum dat fungeert als verbindingspunt tussen actoren, dat infrastructuur biedt voor nieuwe producten en dat noodzakelijke atelierfuncties garandeert. Er is dus nood aan een continue interactie tussen een coördinerend centrum en de creatieve periferie.
Om echte participatie mogelijk te maken, is het aanleren, het interpreteren, het bespelen en het creatief veranderen van de codes van kunstvormen noodzakelijk. Er is nood aan permanente opleiding en bijsturing van alle participanten, zowel van de aanbieders als van de consumenten.
Het forum moet een aantal functies bundelen. Ik denk dan aan de atelierfunctie, de bemiddelingsfunctie en de permanente opleiding. Het moet een archipel van heterogene ensembles voor een interdisciplinair productiecentrum zijn. Het moet bovendien zorgen voor een permanente wisselwerking met de Gentse culturele sector.
Op het bredere Gentse front wordt de nood onderkend aan een centrale infrastructuur met een groot plateau die multidisciplinaire kunstvormen in een permanente interactie met de Gentse en de Vlaamse actoren en met de internationale scène mogelijk maakt. Deze infrastructuur bestaat niet op zichzelf als een vuurtoren. De Krook of het Forum vervult een coördinerende functie tussen de kleinere krookjes, geeft ze ruimte voor atelierwerking en heeft een opleidings- en bemiddelingsfunctie. Daardoor ontstaat een web met centrale faciliteit, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de specifieke infrastructuur van de actoren, die in het spinnenweb moeten worden opgenomen.
Een belangrijke opmerking was dat de beste infrastructuur werd gebouwd voor specifieke kunstvormen en dat de multidisciplinaire infrastructuur vaak in alles middelmatig blijft. Dat kan worden opgelost door zeer specifieke plateau's, zoals opera en klassiek concert, te betrekken bij het web, zonder dat deze kunstvormen van het grote plateau gebruik moeten maken.
Blijft ook de vraag naar een meer heterogene invulling dan louter voor artistieke doeleinden. De rol en de schaal, maar ook de begroting van het project en het bouwprogramma moeten in dat licht opnieuw worden bekeken. Mevrouw Van Hecke, dit laatste moet zeker gebeuren alvorens de effectieve opdracht voor de architectuurwedstrijd kan worden gegeven. Met het huidige bouwbudget en het huidige bouwprogramma, gesteund op een vroegere visie -bijvoorbeeld met de loges -kan geen architectuurwedstrijd worden gestart. Een en ander vereist een bijgesteld en goed onderbouwde bouwopdracht.
Kortom, dit project is nog niet rijp. Ik wacht een door de initiatiefnemers bijgewerkt concept af, want dan pas kan ik een zeer duidelijk standpunt innemen. Maar ik verhul niet dat ik het concept van het spinnenweb erg genegen ben. Ik sluit me echter ook aan bij de bekommernis van de leden, onder meer over het feit dat de discussie op een bepaald ogenblik moet leiden tot resultaten, ook al zou het kunnen, mevrouw Van Hecke, dat de dag nadien een meerderheid zich hier opnieuw van afkeert. Dat is dan de verantwoordelijkheid van die mensen.
Gisteren heb ik een brief terzake ontvangen van diverse culturele actoren. U hebt die brief wellicht ook gekregen. Ik citeer uit de brief, wanneer het gaat over de Krook : 'In die zin wordt er niet onmiddellijk aan een gebouw of bakstenen gedacht, maar wordt het Forum of de Krook als zowel een mentale als een fysieke veruitwendiging beschouwd van de zoektocht naar een interdisciplinair en complementair cultuurproject.'
Ik vind dat zeer boeiend, maar het is niet meteen datgene wat men had ondertekend. Ik geef nog een citaat : 'We blijven in de eerste plaats geïnteresseerd in de werkprocessen, de bewegingen, de verbindingen die dit project in Gent en de bredere regio zou kunnen realiseren. Pas wanneer dit onderdeel van het project concreter kan worden uitgewerkt, lijkt de realisatie van een Krook -en waarom toch niet verder nadenken over krookjes -echt relevant te kunnen worden.'
Ik geef deze twee citaten als bewijs dat het debat wel degelijk grondig bezig is. Ik verwacht nu toch wel echt een initiatief van de initiatiefnemers zelf. Dat is me ook zo gemeld. Op basis daarvan kunnen we verdere stappen zetten.
De voorzitter : Mevrouw De Gryze heeft het woord.
Mevrouw Niki De Gryze : Mijnheer de minister, ik dank u voor het feit dat u werk wilt maken van dat overzicht van die infrastructuur van het culturele landschap. Binnen welke termijn ziet u dat? Dit is belangrijk voor het Forum.
Studies duren soms vrij lang. Die 1-mei-groep schuift de einddatum van juli naar voren. Als ik bedenk dat het reces nadert, dan moet dat toch wel erg vlug gebeuren.
Minister Bert Anciaux : Ik ga nu geen datum geven, want ik ken mezelf. (Gelach)
Men verwijt me dat ik altijd te snel wil gaan. Ik wil dit grondig doen. Als dit wat meer tijd vereist, dan moet ik de discipline opbrengen om dit iets trager te doen verlopen.
Mevrouw Niki De Gryze : Dit is natuurlijk zeer belangrijk voor het Forum zelf.
Minister Bert Anciaux : Natuurlijk zal dit voor de definitieve beslissing gebeuren. Dat spreekt vanzelf.
Mevrouw Niki De Gryze : Ik denk dat het probleem enigszins ligt bij de invulling van de architectuurwedstrijd. Dan gaat het niet alleen over 2004. Blijkbaar wordt de bal nu doorgespeeld naar de culturele actoren voor het concept. Dat is althans mijn indruk.
Ik hoor spreken over debatten. Ik heb de indruk dat er in Gent inderdaad nood is aan debatten, maar ik zou ondertussen voortwerken aan een concept en dergelijke, wat debatten niet uitsluit. Het is niet zo dat, als het forum of het concept er zouden zijn, men niet verder kan debatteren over de invulling van kunst en dergelijke. Het ene sluit het andere niet uit.
De voorzitter : De heer Holemans heeft het woord.
De heer Dirk Holemans : Mijnheer de minister, u zegt dat u zich niet laat vastpinnen op een datum, daar u zichzelf kent. De heer Laermans zou dit bestempelen als een uiting van reflexief cultuurbeleid.
U hebt een duidelijk antwoord gegeven. U hebt gezegd dat het concept moet worden bijgestuurd en dat dit ook tot uiting moet komen in het bouwprogramma. Dit is een uiting van de waardering voor het debat dat bezig is.
Ik ben tevreden met de openheid met betrekking tot het concept van het spinnenweb. Dat is natuurlijk maar een mogelijkheid om te vragen naar de publiekshonger, maar ik deel uw mening dat dit niet in de weg mag staan van de autonomie van de kunstenaar. Dat is evident.
De voorzitter : Het incident is gesloten.