Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Vergadering van 27/06/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Veerle Heeren tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de bekendmaking van het besluit loopbaanonderbreking en ouderschapsverlof voor de personeelsleden van de Vlaamse hogescholen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Heeren tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de bekendmaking van het besluit loopbaanonderbreking en ouderschapsverlof voor de personeelsleden van de Vlaamse hogescholen.
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Mijnheer de voorzitter, op 24 mei 2002 heeft de Vlaamse regering het besluit goedgekeurd dat de loopbaanonderbrekingen en het ouderschapsverlof voor het personeel van hogescholen invoert. Eigenlijk hebben de hogescholen sinds 1996, het jaar waarin het hogescholendecreet van kracht is geworden, op een regeling van het ouderschapsverlof en op een nieuwe regeling van de loopbaanonderbreking moeten wachten. Ik heb dit onderwerp in deze commissie trouwens al eens aangekaart.
Hoewel de Europese richtlijn betreffende het ouderschapsverlof eigenlijk al in 1998 in de nationale wetgeving moest worden geïmplementeerd, hebben de personeelsleden van de Vlaamse hogescholen tot 24 mei 2002 moeten wachten om ouderschapsverlof te kunnen nemen. Voor de personeelsleden van de andere onderwijsniveaus was dit al in 1998 geregeld.
In 1998 is op de website van de Vlaamse Gemeenschap een omzendbrief verschenen die stelt dat het personeel van de Vlaamse hogescholen recht heeft op ouderschapsverlof en op het nieuwe type loopbaanonderbreking. Deze omzendbrief heeft echter niet gebaat. De RVA heeft het ouderschapsverlof stelselmatig geweigerd omdat de wettelijke basis, een besluit van de Vlaamse regering, ontbrak. Ik heb dit gebrek vorig jaar trouwens al eens ter sprake gebracht.
Ik ben bijzonder blij dat ondertussen een regeling is totstandgekomen. Spijtig genoeg zijn alle problemen nog niet opgelost. De hogescholen hebben de goedgekeurde besluiten een maand geleden ontvangen. Het besluit betreffende de loopbaanonderbreking is op 24 mei 2002 door de Vlaamse regering goedgekeurd. Na lang aandringen van de Vlaamse hogescholen is dit besluit op 20 juni 2002 op de website van het departement Onderwijs geplaatst.
Het lang uitblijven van de bekendmaking van de definitieve besluiten en van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad bemoeilijken de besluitvorming in de hogescholen in sterke mate. De personeelsleden hebben pas vrij recent vernomen onder welke modaliteiten ze loopbaanonderbreking of ouderschapsverlof kunnen nemen.
Volgens het nieuwe besluit kan een loopbaanonderbreking op 1 september of op 1 oktober ingaan. Dit betekent dat de personeelsleden vrij snel moeten beslissen of ze hier dit jaar gebruik van willen maken. Het uitblijven van de teksten maakt een degelijk personeelsbeleid in de hogescholen bijzonder moeilijk. Ook voor de hogescholen nadert immers het einde van het academiejaar.
De meeste reglementen van hogescholen stellen dat personeelsleden ten laatste in mei hun verlofstelsel moeten aanvragen. Dit moet de hogescholen in staat stellen om het personeelsbeleid voor het volgend academiejaar tijdig te organiseren. In tegenstelling tot de andere onderwijsniveaus zien de hogescholen zich nu gedwongen om op het einde van het academiejaar nog andere geschikte vervangers te zoeken. Die vervangers zijn noodzakelijk om de geldigheid van de loopbaanonderbreking van de eigen personeelsleden niet in het gedrang te laten komen.
Hoewel de federale regering de vervangingsplicht via de programmawet van september 2000 heeft afgeschaft en de RVA de toepassing van de vervangingsplicht niet langer eist, is de vervangingsplicht weer ingeschreven voor personeelsleden van Vlaamse hogescholen die loopbaanonderbreking willen nemen.
Het is niet duidelijk waarom de Vlaamse regering de vervangingsplicht voor de Vlaamse hogescholen weer heeft ingeschreven. Voor de andere onderwijsniveaus is deze vervangingsplicht immers afgeschaft. Bovendien is de vervangingsplicht voor de Vlaamse hogescholen een overbodige verplichting die een bijkomende administratieve rompslomp met zich meebrengt. Dit is zeker geen vereenvoudiging van de regelgeving.
Ik zou even de vergelijking met andere goedgekeurde besluiten willen trekken. Blijkbaar moeten de hogescholen heel lang op de definitief goedgekeurde versies van de besluiten wachten. De publicatie in het Belgisch Staatsblad kan maanden op zich laten wachten. Dit zou voor dit besluit ook wel eens het geval kunnen zijn. Dit is trouwens een van de redenen waarom ik deze vraag om uitleg stel.
Het besluit betreffende de TBS 55+ is hiervan een treffend voorbeeld. Dit besluit is op 22 februari 2002 goedgekeurd en pas op 12 juni 2002 in het Belgisch Staatsblad verschenen. Het besluit was ondertussen wel al op de website van de Vlaamse Gemeenschap gepubliceerd. Op die manier konden alle geïnteresseerden de definitieve versie van de tekst al raadplegen. Vreemd genoeg is dit besluit vier weken voor de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de website gehaald. Pas op het ogenblik van de publicatie is de tekst weer op de website verschenen. De omzendbrief die nadien is verspreid, is ondertussen door de Raad van State als onwettelijk gekwalificeerd. De hogescholen hebben de TBS 55+ toegekend onder de in de omzendbrief omschreven modaliteiten. Nadien heeft de Raad van State geoordeeld dat deze toekenningen ongeldig zijn bij gebrek aan een geldig besluit.
De goede besluitvorming wordt vooral bemoeilijkt door de lange termijn tussen de definitieve goedkeuring van een besluit door de Vlaamse regering en de publicatie in het Belgisch Staatsblad en, eventueel, de bekendmaking via de website van de Vlaamse Gemeenschap.
Persberichten lijken me geen goede basis voor een correcte besluitvorming. Volgens een recent persbericht zal het recent door de Vlaamse regering goedgekeurde besluit betreffende de tewerkstelling van de personeelsleden van de optie kinesitherapie het voor hogescholen mogelijk maken om overeenkomsten met instellingen af te sluiten zodat hun personeelsleden in die instellingen zullen kunnen werken. Het besluit dat op 20 juni 2002 op de website werd gepubliceerd staat dit evenwel niet toe. Dit is slechts een voorbeeld van de moeilijkheden die de hogescholen vaak ondervinden.
Wat de besluiten van de Vlaamse regering over het personeel van de hogescholen betreft, zijn er eigenlijk twee grote problemen. De hogescholen moeten zeer lang wachten voor ze de definitieve besluiten en de regelgeving kunnen inkijken. Ze zijn aangewezen op de publicatie in het Belgisch Staatsblad, wat maanden kan uitblijven. Ze moeten deze informatie op een meer fragmentarische manier en via informele kanalen zien te sprokkelen.
Dit lijkt me geen goede basis voor de besluitvorming. Bovendien is de publicatie van de besluiten op de website zeer onregelmatig en fragmentarisch. Het nemen van noodzakelijke besluiten laat vaak lang op zich wachten. Ondertussen probeert de Vlaamse regering de besluiten door omzendbrieven te vervangen of aan te vullen. De hogescholen ondervinden vaak problemen bij het toepassen van deze omzendbrieven. Tenslotte kunnen omzendbrieven de besluiten niet vervangen en zijn ze bijgevolg onwettelijk. De hogescholen verwachten van de minister duidelijkheid. Ze verwachten tevens een snellere publicatie van de besluiten in het Belgisch Staatsblad.
Mijn eerste vraag betreft het besluit over de loopbaanonderbreking en ouderschapsverlof voor het personeel van de Vlaamse hogescholen. Waarom is de vervangingsplicht in het besluit opgenomen? Bent u bereid om de nodige initiatieven te nemen om de vervangingsplicht ook voor deze sector af te schaffen? Mijn tweede vraag betreft de publicatie van de goedgekeurde besluiten. Bent u zich bewust van de problemen die het uitblijven van publicaties van definitieve besluiten kunnen veroorzaken? Bent u bereid om de mogelijkheden om kennis te nemen van goedgekeurde besluiten te verhogen? Kunnen alle besluiten enkele dagen na de goedkeuring door de Vlaamse regering systematisch op de website van het departement Onderwijs worden geplaatst? In de periode tussen de definitieve goedkeuring van een besluit door de Vlaamse regering en de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad kan er immers niets meer aan worden gewijzigd.
Indien u mijn tweede vraag positief beantwoordt, zou ik hier nog een derde vraag aan willen toevoegen. Bent u in het licht van de rechtszekerheid bereid om de goedgekeurde besluiten letterlijk op de website te plaatsen? Op die manier zou de tekst herkenbaar zijn als een definitief besluit. Uit omzendbrieven of andere brieven van de administratie kan immers niet altijd worden afgeleid of het om een letterlijke weergave van een besluit gaat. Als juriste vind ik deze laatste, eerder praktische vraag, zeer terecht.
De voorzitter : Minister Vanderpoorten heeft het woord.
Minister Marleen Vanderpoorten : Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn antwoord opsplitsen in twee delen.
Ten eerste wil ik ingaan op het uitblijven van de publicatie van de besluiten in het Belgisch Staatsblad en de kennisgeving van de goedgekeurde besluiten aan de hogescholen. Ik ben me terdege bewust van de moeilijkheden die niet alleen hogescholen, maar ook andere onderwijsinstellingen ondervinden bij het uitblijven van de publicatie van regelgeving in het Belgisch Staatsblad. De diensten van het BS bepalen echter zelf de snelheid van publicatie van regelgeving. De teksten van de besluiten die definitief goedgekeurd en ondertekend zijn, worden nu reeds -in afwachting van publicatie -systematisch op de website van het departement Onderwijs geplaatst. Ik verwijs hiervoor onder meer naar het door uzelf aangehaalde besluit betreffende de terbeschikkingstelling 55+ voor de hogeschoolpersoneelsleden. Dit om de tijdspanne tussen definitieve goedkeuring en publicatie te overbruggen.
De website van de afdeling hogescholen is vrij actueel en bevat alle relevante regelgeving, decreten en besluiten van de Vlaamse regering die betrekking hebben op de hogescholen, hun personeel, organisatie, financiering en controle. U kan er momenteel zelfs de onderhandelde versie van het ontwerp van Onderwijsdecreet XIV raadplegen. Het besluit van de Vlaamse regering dat de ambtsgebieden van de commissarissen wijzigt, werd op 7 juni jongstleden definitief goedgekeurd en verscheen op 14 juni op de website, hoewel het nog niet in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd.
Ten tweede had u een specifieke vraag over het besluit loopbaanonderbreking en ouderschapsverlof. Het besluit betreffende de loopbaanonderbreking is nog niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en is slechts sinds kort te raadplegen op de website. Dit is te verklaren door het feit dat er ook op het federale vlak heel wat beweging is in het dossier van de loopbaanonderbreking. Het leek me opportuun eerst deze wijzigingen te onderzoeken en hun gevolgen voor de Vlaamse regelgeving in te schatten, alvorens het besluit op de website te plaatsen. Het besluit dat nu op de website te vinden is, regelt enkel het ouderschapsverlof en de loopbaanonderbreking tot voor de ontwerpwijziging van de federale regelgeving.
De gevolgen van deze laatste voorstellen van wijziging, onder andere met betrekking tot de vervangingsplicht, zullen eerstdaags worden meegedeeld via omzendbrief. Ik kan dit niet anders meedelen dan via omzendbrief omdat de federale regelgeving zelf nog niet definitief werd goedgekeurd. Zonder wijziging aan de federale regelgeving kan de Vlaamse niet in overeenstemming worden gebracht. Toch gaat de RVA nu al akkoord met de kennisgeving van de maatregelen over de schrapping van de vervangingsplicht aan de instellingen bij wijze van omzendbrief.
De voorzitter : Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren : Mevrouw de minister, ik verheug me over het laatste deel van uw antwoord. Er was een ongelijkheid. De regelgeving inzake de vervangingsplicht was alleen van toepassing op de hogescholen.
Als u besluiten goedkeurt, pleit ik ervoor om de volledige versie op de website te plaatsen. Samenvattingen zijn voor interpretatie vatbaar. Ik wil er tot slot op wijzen dat alleen de besluiten die in het Staatsblad verschenen van toepassing zijn voor de burger.
Minister Marleen Vanderpoorten : Als ik me niet vergis, worden de besluiten al integraal op de website geplaatst.
Mevrouw Veerle Heeren : Volgens mij worden ze integraal op de website gezet als ze in het Staatsblad zijn gepubliceerd, maar ik weet het niet zeker.
Minister Marleen Vanderpoorten : Ik zal het nakijken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.