Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 20/06/2002
Vraag om uitleg van de heer Marc Cordeel tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de nabestemming van het Fort van Steendorp
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Cordeel tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de nabestemming van het Fort van Steendorp.
De heer Cordeel heeft het woord.
De heer Marc Cordeel : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, reeds vele jaren vormt de nabestemming van het gewezen militair domein Fort van Steendorp een veelbesproken thema bij de aanpalende eigenaars en pachters van de betrokken terreinen.
Na initiële toezeggingen door de militaire overheid over de mogelijkheden tot aankoop van de percelen die de omwonenden op dit ogenblik beheren, pachten of in bruikleen hebben, is het fort en zijn directe omgeving momenteel aangekocht door Aminal.
Bij de Steendorpenaren rijzen evenwel tal van vragen. Zullen zij hun achtertuintjes, plantsoenen en landerijen die zij gedurende tientallen jaren keurig hebben onderhouden en beheerd, moeten verlaten zonder voorafgaande inspraakmogelijkheid? Zal aan de huidige gebruikers, pachters en omwonenden een vorm van voorkooprecht worden aangeboden, zoals initieel door de militaire overheid beloofd? Wat zal de nabestemming worden van de globale oppervlakte? Welke inspraakmogelijkheden zullen er zijn voor de gewone burger?
Vandaar dan ook de volgende vragen aan de minister. Mevrouw de minister, bent u bereid op zeer korte termijn een informatiecampagne naar de lokale bevolking te starten over de uiteindelijke nabestemming van het domein en de in aanmerking genomen timing? Hoe en waar kan de lokale bevolking terecht voor eventuele bemerkingen, grieven, bezwaren en opmerkingen zodra er een definitieve besluitvorming is? Hoe zal de lokale bevolking nog in de beleidsvoorbereidende fase inspraak kunnen hebben in dit dossier?
Staat u achter de idee, zoals ook initieel door de militaire overheid beloofd, om aan de huidige gebruikers, pachters en omwonenden een soort van voorkooprecht aan te bieden voor de gronden die reeds tientallen jaren als achtertuintjes, plantsoenen en landerijen worden onderhouden en beheerd? Indien alle percelen in overheidshanden blijven, behouden de huidige gebruikers, pachters en omwonenden dan de mogelijkheid om de beheerde percelen te blijven onderhouden en beheren? Zo niet, zal hiertegenover een vorm van schadevergoeding staan?
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, collega's, op 14 december 2001 werd de akte tot onteigening van het Fort van Steendorp te Temse verleden. Hierdoor werd de afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap de nieuwe beheerder van het fort, de conciërgewoning en de aanpalende gronden.
Het fort zal als Vlaams natuurreservaat ingericht worden waarbij het beheer zich zal richten op het handhaven en verbeteren van het fort als verblijfplaats voor vleermuizen. Het zijn immers die vleermuizen die de waarde van het gebied bepalen. Het beheer van de aanpalende terreinen zal afgestemd worden op het verhogen van de natuurwaarden, en dit conform de gewestplanbestemming en het statuut van speciale beschermingszone in uitvoering van de Europese habitatrichtlijn.
Het ruime publiek wordt hierover in het najaar geïnformeerd via een infocampagne, met onder meer een infovergadering en een artikel in het gemeentelijk infoblad of andere lokale berichtgeving.
De afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is de huidige eigenaar en beheerder van het fort. Voor vragen en opmerkingen kan men steeds terecht bij de buitendienst van de afdeling Natuur te Gent. Dit kan telefonisch, schriftelijk of persoonlijk na afspraak. De natuurwachter is regelmatig in het gebied aanwezig en staat in voor de contacten in eerste lijn. Op de infovergadering in het najaar zal aan de bevolking duidelijk meegedeeld worden waar en hoe men eventuele opmerkingen kan formuleren. Ikzelf ben er voorstander van om daarbij in eerste instantie een beroep te doen op de natuurwachter omdat hij de mensen meestal al kent en goede contacten heeft met de omgeving.
Het gebied is op het gewestplan aangeduid als natuurgebied met wetenschappelijke waarde of, voor een deel, als natuurreservaat. Het is ook aangeduid als speciale beschermingszone in uitvoering van de habitatrichtlijn. Het fort zelf is beschermd als monument, terwijl de omgeving ten westen en ten zuiden als landschap beschermd is. De afdeling Natuur zal deze beleidsbeslissingen met betrekking tot de bescherming op het terrein invullen. Hiertoe zal het gebied opgericht worden als Vlaams natuurreservaat. In functie hiervan wordt momenteel een beheersplan opgemaakt. Hierbij zal er de nodige aandacht zijn voor communicatie. In eerste instantie wordt een toegankelijkheidsplan opgemaakt. Het is immers onze filosofie dat een natuurreservaat ook een sociale functie moet krijgen, wat bijvoorbeeld betekent dat de mensen daar moeten kunnen gaan wandelen. Net als in andere reservaten is recreatief medegebruik dus één van de doelstellingen. Dat plan zal in het najaar voorgesteld worden en het zal mogelijk zijn om opmerkingen te formuleren over de inhoud van dat beheersplan.
De vroegere concessiehouders werden op 4 maart 2002 aangeschreven met de mededeling dat de door de Krijgsmacht -dus de vroegere eigenaar -verleende machtigingen vervallen zijn op het ogenblik dat het militair domein vervreemd werd. Zij werden derhalve verzocht de terreinen vrij te maken van alle gebruik tegen ten laatste 31 maart 2002. Met 2 vroegere concessiehouders die positief reageerden op de brief van 4 maart 2002, werd voor een aantal percelen een nieuwe onderhoudsovereenkomst afgesloten over het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en ecologische waarden van het terrein.
Met de huurder van de conciërgewoning werd een nieuw huurcontract afgesloten op 25 maart 2002. Dit betekent dus dat die huurder daar mag blijven.
Tijdens het gebruik door de militaire overheid, en in de loop van de jaren die de akte voorafgingen, werden heel wat delen van het gebied gebruikt door privé-personen en organisaties, mogelijk zelfs wederrechtelijk. De grens van het gebied was hierdoor op het terrein zelf niet overal te herkennen. Daarom werd, vooraleer de omwonenden te contacteren, eerst een inventaris opgemaakt van dit gebruik en een afpaling uitgevoerd door een erkende landmeter. De opmaak van deze inventaris, inclusief de juiste grondafpaling, is intussen volledig afgewerkt waardoor we nu de exacte grenzen van het terrein kennen. De resultaten worden deze maand bij de afdeling Natuur verwacht. De afdeling Natuur zal zo snel mogelijk contact opnemen met elke betrokkene om ofwel de overeenkomst op te zeggen, ofwel een regeling te treffen zodat zij op het betreffende terrein actief kunnen blijven. Eventueel onterecht betaalde huurgelden zullen uiteraard worden teruggestort door de militaire overheid. Hiervoor zijn reeds de nodige stappen gezet.
De inpasbaarheid van het gebruik door derden zal onderzocht worden indien dit compatibel is met de doelstellingen van het gebied. Ik denk dat de overeenkomsten die ondertussen met die 2 personen afgesloten zijn, precies op die doelstellingen betrekking hebben. In die zin kan het voor de afdeling Natuur interessant zijn om gebruikers nog tijdelijk op die terreinen toe te laten, bijvoorbeeld om vee te laten grazen.
Ik ben er dus van overtuigd dat er een goede verstandhouding zal komen zodra de algemene informatiecampagne uitgevoerd zal zijn.
De voorzitter : De heer Cordeel heeft het woord.
De heer Marc Cordeel : Ik dank de minister voor haar duidelijk antwoord. Graag wil ik nog vernemen hoe het zit met de sanering die nog uitgevoerd moet worden. Naar verluidt zou er in het fort nog munitie aanwezig zijn.
Minister Vera Dua : Indien saneringen, bijvoorbeeld om veiligheidsredenen, echt nodig zijn, dan zal in het beheersplan waarschijnlijk gestipuleerd worden dat deze uitgevoerd zullen worden door en op kosten van de afdeling, tenzij er ergens een aansprakelijkheid van de militairen kan worden aangetoond. Is dit laatste het geval, dan zullen de betreffende kosten van die militairen teruggevorderd worden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.