Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden Vergadering van 23/05/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Trees Merckx-Van Goey tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de houding van de minister in verband met de resultaten van de VN-Kindertop
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Merckx tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de houding van de minister in verband met de resultaten van de VN-Kindertop.
Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik ben zeer tevreden dat deze vraag om uitleg, die ik pas vorige week heb ingediend, zo snel geagendeerd kon worden. Het is vandaag trouwens een bijzonder goede, want symbolische, dag om deze vraag te stellen. Vandaag wordt het vijfjaarlijks verslag dat België met betrekking tot de kinderrechten bij het Comité voor de Rechten van het Kind moet indienen, in Genève besproken. De bijeenkomst zal onder meer gaan over de concrete uitvoering van de vroegere aanbevelingen. Men zal het ook hebben over de realisaties op het vlak van inzet, participatie en inspraak. Omdat er dienaangaande nogal wat onvolkomenheden blijken te zijn, mogen we ons aan enige kritiek verwachten.
Er is niet veel dat de kracht van het Kinderrechtenverdrag nog verder zou kunnen versterken. Het is op zich reeds een bijzonder krachtig document. Het is de taak en de plicht van ons allen -niet alleen van regeringen, maar ook van parlementen -om de waarde en de kracht van dat verdrag te blijven ondersteunen en als uitgangspunt te nemen voor de discussies over kinderrechten.
Van 8 tot 10 mei vond in New York de speciale zitting van de Verenigde Naties plaats met als thema de leefwereld en de leefomstandigheden van kinderen wereldwijd. Namens het Vlaams Parlement hebben de heer Van Duppen en ikzelf die zitting bijgewoond. Namens de Belgische federale regering was minister Michel afgevaardigd, terwijl minister Nollet daar aanwezig was namens de regering van de Franse Gemeenschap. Verder waren er nog enkele senatoren, alsook een vertegenwoordiger van de Interparlementaire Unie. Uiteraard was er ook nog een uitgebreide delegatie van Belgische kinderen op die VN-Kindertop aanwezig.
Na vier dagen debat en overleg bereikten de aanwezige landen vrijdagnacht een akkoord dat werd verwoord in het gezamenlijk slotdocument 'Een wereld geschikt voor kinderen'. Bovendien werd overeenstemming bereikt over een nieuw wereldactieplan voor het volgende decennium. Eerder hadden ongeveer 400 jongeren aan de wereldleiders in de Algemene Vergadering een sterke, unanieme en waardevolle boodschap van hun forum gegeven.
In de marge van de speciale zitting was er ook nog een forum van parlementsleden. Dat forum resulteerde in een eindtekst die in de plenaire vergadering werd verwoord. Ook dat was een unicum.
We vonden het dan ook bijzonder merkwaardig dat u op maandag 13 mei, amper twee dagen na afloop van de VN-Kindertop, een persbericht verspreidde waarin u stelde dat die top volgens u een slag in het water was. In dat persbericht zei u verbolgen te zijn over de houding van de Verenigde Staten en verklaarde u het bedroevend te vinden dat onder zware druk van de Verenigde Staten in de slotverklaring geen duidelijke standpunten ingenomen werden over een aantal essentiële kinderrechten. U kondigde tot slot aan dat u de ambassadeur van de Verenigde Staten zou uitnodigen voor een gesprek ten einde hem persoonlijk uw ongenoegen over de Amerikaanse houding op de VN-Kindertop kenbaar te maken.
Uiteraard kan men stellen dat de VN-Kindertop nog veel meer opgeleverd zou kunnen hebben, maar al bij al is toch een consensus bereikt over het document en het actieplan. Ook wij hadden hier en daar eigenlijk op ietsje meer gehoopt. Zo beperkt de tekst zich inzake de reproductieve gezondheidszorgen tot een verwijzing naar eerdere afspraken die onder meer gemaakt werden in het kader van de VN Bevolkings- en Vrouwenconferenties. We betreuren ook dat de oproep om een einde te stellen aan de veroordeling van minderjarigen tot de doodstraf enkel geldt voor de landen die zich daartoe verdragrechtelijk hebben verbonden, en dat de norm van 0,7 percent van het BNP voor internationale samenwerking niet in de tekst is opgenomen.
Wat ikzelf en mevrouw de Bethune, die deze kwestie opvolgt in de Senaat, echter bijzonder jammer vinden, is dat enkel de tekortkomingen van de tekst zo sterk in de verf worden gezet, terwijl het actieplan -dat een fantastische hefboom kan, moet en zal zijn voor de realisatie van de kinderrechten -nauwelijks aandacht krijgt. Het al dan niet succesvol zijn van zo'n top mag niet alleen uit teksten worden afgeleid. Een duidelijk bewijs van het succes is dat een consensus werd bereikt zonder dat daarbij een stemming moest plaatsvinden. Enkel de eindtekst werd ter stemming voorgelegd, een stemming die trouwens unanimiteit opleverde. Een ander bewijs van het succes is dat geen enkele delegatie opgestapt is, wat in Durban wel het geval was. Ik wens ook te benadrukken dat de slottekst niet alleen sterk actiegericht is, maar ook in verdere opvolging voorziet. Ik betreur dan ook dat vooral het negatieve onder de schijnwerpers wordt gebracht, iets waartoe de minister een steentje heeft bijgedragen.
De vragen over de verdere opvolging van de conclusies van de top zal ik stellen aan minister Vogels omdat zij binnen de regering de coördinerende minister is voor alles wat de kinderrechten betreft. Mijn vraag van vandaag heeft echter vooral te maken met de negatieve uitlatingen van minister Anciaux over de resultaten van de VN-Kindertop.
Mijnheer de minister, ik wil u dan ook de volgende concrete vragen stellen. Wat wilt u bereiken met uw initiatief? Betreft het hier geen impulsieve reactie zonder echte kennis van zaken?
Hoe hebt u zich over de afloop van de VN-Kindertop geïnformeerd? U bent er immers in geslaagd om reeds op maandag 13 mei te reageren. Hebt u misschien het verslag gekregen van federaal minister Michel of van iemand anders of hebt u zich louter op persberichten gebaseerd?
Hebt u over de zin en de opportuniteit van het initiatief om de ambassadeur van de Verenigde Staten om uitleg te verzoeken vooraf overleg gepleegd met mevrouw Vogels, coördinerend minister voor de kinderrechten, of met minister Van Grembergen, bevoegd voor het buitenlands beleid? Is dit de normale gang van zaken?
Het zou bijzonder interessant zijn hier ook nog de participatie van jongeren aan te kaarten, zeker omdat "Jeugd" onder uw bevoegdheden ressorteert. Ik stel echter voor eerst de resultaten af te wachten van de evaluatie van het comité in Genève. Zodra we die evaluatie in ons bezit hebben, zou het goed zijn de diverse betrokken commissies in een verenigde commissie bijeen te roepen om na te gaan hoe we gevolg kunnen geven aan de oproep en de invulling van het actieplan. We moeten dat snel agenderen en mogen daar zeker niet mee wachten tot volgend jaar.
De voorzitter : Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux : Mijnheer de voorzitter, collega's, ik vrees dat mijn initiatief over de universele rechten van het kind op korte termijn jammer genoeg niet veel zal opleveren. Wat zo´ 180 onderscheiden naties op de VN-Kindertop niet hebben klaargespeeld, denk ik heus ook niet alleen op te lossen. Ik wil echter op een krachtige manier uiting geven aan mijn bezorgdheid over een aantal zaken. Ik ben bezorgd over het feit dat de Verenigde Staten van Amerika het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind nog steeds niet hebben geratificeerd. Ik ben eveneens bezorgd over het feit dat zij er op de jongste kindertop in geslaagd zijn om de werkzaamheden zoniet lam te leggen, dan toch ernstig te vertragen en te bemoeilijken en dit zelfs in die mate dat er met moeite vooruitgang is geboekt ten opzichte van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Diverse waarnemers stellen zelfs dat het al een succes is dat er geen afbreuk werd gedaan aan een aantal verworvenheden uit dit verdrag, iets waarnaar u eigenlijk reeds zelf verwezen hebt.
Vandaar dat ik als Vlaams minister van Jeugd een duidelijk signaal wil geven. Ik kan alleen maar hopen dat ook andere ministers met expliciete verantwoordelijkheden tegenover kinderen -zowel in Vlaanderen en België als in Europa en de rest van de wereld -een symbolisch initiatief nemen ten aanzien van de VS. De VS moeten inzien dat hun unilateralisme, ook op het vlak van de kinderrechten, een kwalijke zaak is waarover vele regio´ en landen zich ernstig zorgen maken.
Ik deel het standpunt niet als zou de VN-Kindertop een onverdeeld succes zijn geweest. De NGO´ hebben tijdens de kindertop herhaaldelijk inhoudelijke kritiek geuit. De sfeer werd, zoals al te vaak, haast volledig bepaald door de Westerse mogendheden. Het zag er al snel naar uit dat -om de VS ter wille te zijn -in de slottekst bijna elke verwijzing naar het Kinderrechtenverdrag zou worden geschrapt. De aanwezige kinderen konden dan wel hun eigen verklaring opstellen, maar met hun tekst werd in de officiële teksten te weinig rekening gehouden.
De in het wereldactieplan ´en wereld geschikt voor kinderen´opgenomen doelstellingen inzake gezondheid, kwalitatief onderwijs, de strijd tegen aids en de bescherming tegen misbruik, exploitatie en geweld, zijn weliswaar lovenswaardig. Toch konden diverse voorstellen beter harder en explicieter worden geformuleerd. Bovendien houden ze heel weinig uitdagingen in voor de Westerse wereld. Een aantal thema's kreeg -opnieuw onder druk van de VS -nauwelijks een plaats in de officiële teksten. Denk maar aan de noodzaak van een gedegen seksuele voorlichting, aan de afschaffing van de doodstraf voor kinderen, aan aandacht voor alternatieve gezinssamenstellingen en aan de nood aan gezinsuitbreidingscentra, de zogenaamde "reproductive health services".
Reeds op de briefing voor pers, NGO-organisaties en geïnteresseerden over de voorbereidingen van de speciale zitting van de VN-Kindertop op 13 juli vorig jaar, gaf mevrouw Claire Kirschen, bijzonder vertegenwoordiger van België op deze speciale zitting van de VN over kinderen, publiekelijk aan dat de voorbereidende vergaderingen ontzettend moeilijk verliepen en dat het voornamelijk de Verenigde Staten waren die dwars lagen. Ik citeer uit de elektronische nieuwsbrief van de Belgische Unicefafdeling : 'Uiteindelijk werd de speciale zitting een verhaal van tegelijk successen en ontgoochelingen. Struikelblokken bleven tot op de allerlaatste dag van de speciale zitting de referentie naar het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties, de problematiek van de reproductieve gezondheidszorg en de vermelding van de doodstraf. Op elk van deze punten stonden de onderhandelaars van de Europese Unie recht tegenover de VS. Uiteindelijk slaagden de onderhandelaars erin rond de problemen te fietsen door een taal te hanteren die voor iedereen aanvaardbaar is, maar zonder wie dan ook echt tevreden te stellen. Zo wordt het Kinderrechtenverdrag weliswaar vermeld, maar niet als de standaard. De doodstraf wordt in de tekst opgenomen, maar een oproep om een einde te stellen aan veroordelingen van minderjarigen tot de doodstraf, geldt alleen voor die landen die daartoe verdragrechtelijk ook gebonden zijn'. Met andere woorden, het Kinderrechtenverdrag wordt de facto genegeerd, de conservatieve anti abortuslobby haalde zijn slag thuis en de voorstanders in de VS van de doodstraf voor minderjarigen lachen in hun vuistje.
Een reactie zonder kennis van zaken, zei u? Welnu, vergeef mij dat ik als Vlaams minister van Jeugd veel waarde hecht aan wat onder meer organisaties als Unicef België hierover te vertellen hebben.
Waren er dan geen positieve aspecten aan de Kindertop? Uiteraard wel. Denk maar aan de werking en de slotverklaring van het jongerenforum, of -weliswaar in de marge van deze speciale zitting -aan de eerste internationale vergadering van mensenrechteninstellingen voor kinderen, de zogenaamde kinderombudsdiensten. Ik denk ook aan de betrokkenheid van de parlementen en van de kinderen zelf. Jammer genoeg vertaalde het enthousiasme daar zich niet in baanbrekende politieke besluiten.
Ik heb me over de uitkomst van de speciale zitting van de VN over kinderen geïnformeerd via de officiële organen, via de officiële website, via de mediaberichtgeving en vanzelfsprekend via getuigenissen van mensen die de zitting op de voet hebben gevolgd, ter plaatse in New York of hier in Vlaanderen, maar die jammer genoeg niet altijd publiekelijk stelling kunnen of mogen nemen. Mijn initiatief is dus geen impulsieve reactie.
Aangezien dit gesprek met de VS-ambassadeur een veeleer informerend gesprek is waarin ik ook eens zijn versie van het verhaal wil horen, heb ik de coördinerend minister voor de kinderrechten alsook de minister verantwoordelijk voor het buitenlands beleid niet formeel om hun mening gevraagd. Ik wil benadrukken dat ik de ambassadeur niet ´p het matje roep'. Ik ben wel uitdrukkelijk van mening en heb ook aangekondigd dat, indien de ambassadeur van de VS besluit om op mijn uitnodiging in te gaan, ik alle expliciet verantwoordelijke ministers -ook uit de Franse en Duitstalige gemeenschapsregeringen -wil uitnodigen om het gesprek voor te bereiden en bij te wonen. Wanneer uit het gesprek zou blijken dat een sterke officiële stellingname van de Vlaamse regering ten opzichte van de Verenigde Staten nodig blijkt, zal dit, zoals altijd, een met de betrokken ministers voorbereid en door de hele regering gedragen standpunt zijn.
Tot slot nog even deze bedenking. Ik kan mij met de beste wil van de wereld niet inbeelden dat uw fractie zich niet kan terugvinden in mijn inhoudelijke kritiek, tenzij u werkelijk vindt dat alles opgeofferd moet worden aan de realpolitik. Een en ander doet mij denken aan het Europees Jeugdforum dat in december plaatsvond. Op het ogenblik zelf heeft men het gevoel dat men geschiedenis aan het schrijven is, maar achteraf blijkt dat de wereld gewoon door blijft draaien en dat de politiek daar niet echt wakker van ligt.
Dat een initiatief van één regionaal minister van Jeugd, de Verenigde Staten wellicht niet tot andere inzichten zal bewegen, besef ik met u maar al te goed. Het alternatief is echter cynisme, en daartoe laat ik mij niet verleiden. Het mondiale niveau mag, ook inzake kinderrechten, voor geen van ons verworden tot een ver-van-mijn-bed-show. Daarvoor zijn dergelijke initiatieven te belangrijk.
De voorzitter : Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey : Mijnheer de minister, me dunkt herleest u best eens zelf uw persbericht. Als u zegt : "Ik heb niet alleen het onvolmaakte, maar ook de rest aangekaart.", dan moet u weten dat daar niets positiefs instaat.
Minister Bert Anciaux : Dat heb ik niet gezegd. Ik geef toe dat er ook positieve zaken zijn.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey : Goed, maar de rest is puur negatief en dat blijf ik jammer vinden.
Voorts blijf ik het ook jammer vinden dat zowel op dat parlementaire forum, maar ook bij andere aangelegenheden, tegen een van de goede praktijken in Vlaanderen wordt gezondigd. Een van de goede zaken, en met betrekking tot kinderrechten ook een steeds terugkerende vraag vanuit het verdrag, het comité en vanwege deskundigen, is dat er binnen regeringen coördinerende ministers zouden worden aangeduid voor die zaken. Ik betreur het dat u met het oog op uw zorg voor de jeugd vanuit uw bevoegdheid, over zoiets belangrijk niet voorafgaandelijk overlegt en dus zondigt tegen dat principe, want uw regering heeft toch een coördinerend minister aangeduid. U laat immers over de uitkomst van een kinderrechtentop niet het woord aan de bevoegde coördinerend minister. Waartoe dient het dan dat deze is aangeduid. Ik vind dat u voordat u verklaringen aflegt, had moeten overleggen met haar en haar ertoe had moeten aanzetten te reageren.
Wat kinderrechten aangaat, is het immers niet alleen een belangrijke verworvenheid dat Vlaanderen daaromtrent decreten en verslaggeving heeft, maar tevens dat we juist die coördinerend minister hebben. U holt dat principe hier eens te meer uit en dat betreur ik.
Met betrekking tot de Verenigde Staten verklaart u dat u 'niet wilt toegeven aan cynisme en dat dan het enige alternatief is wat u hebt gedaan'. U doet alsof dat wat in New York is gebeurd, ook niet de zorg zou zijn zelfs van wie er op dat ogenblik dichtbij stonden, dat er binnen de Europese Unie ook vragen over zijn gesteld. Weet u welke afspraken daar zijn gemaakt, om zo een houding aan te nemen ten aanzien van de VS? En dit los van het 'outcome'-document. Wat is er gebeurd om de VS ertoe aan te zetten vooral het verdrag te ratificeren? Wat daar is gebeurd en de houding van de VS met betrekking tot het document zelf, is inderdaad niet goed, maar het ergste blijft het feit dat het verdrag nog steeds niet is geratificeerd.
Als dat dan echt een grote onvolmaaktheid mag zijn, dan stond dit in elk geval niet vermeld in uw persbericht. Hebt u zelfs maar iemand geconsulteerd? Weet u welke andere initiatieven op handen zijn om een offensief ten overstaan van de VS te voeren, zodat dergelijke zaken zichzelf niet zouden herhalen, maar vooral ook om hen ertoe te bewegen het verdrag te ratificeren. Dat we daarvoor niet bij de regering Bush moeten aankloppen, was voor iedereen daar wel duidelijk, maar me dunkt zijn er nog andere wegen. Het fascinerende van die top was nu precies dat naast de regeringen ook andere actoren aanwezig waren, die al wel fundamentele voorstellen hebben aangereikt.
De afspraak was overigens dat we na terugkeer eens samen om de tafel zouden gaan zitten om daarover te praten. Eigenlijk loopt u vanuit uw bezorgdheid voor de jeugd voor op dit soort van initiatieven en u zult dit aan de ambassadeur ook meedelen. Ik vrees dat u daarbij op zere tenen zult trappen en de goodwill die achteraf toch ook nodig zal zijn, kunt compromitteren. Dat blijf ik betreuren.
Mag ik u vragen, wanneer het over kinderrechten gaat, en wanneer binnenkort de reacties uit Genève binnenlopen, dat u voor u reageert toch overleg zou plegen met de coördinerend minister binnen de regering. Als u bovendien met uw Franstalige collega's contact zou willen opnemen, wilt u dan de heer Nollet niet vergeten? Hij stond namelijk niet in uw lijstje en net hij was daar wel aanwezig.
De voorzitter : Het incident is gesloten.