Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid Vergadering van 04/06/2002
Interpellatie van mevrouw Marleen Van den Eynde tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de financiële situatie van de Isvag-verbrandingsoven in Wilrijk
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van mevrouw Van den Eynde tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de financiële situatie van de Isvag-verbrandingsoven in Wilrijk.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega, ik weet niet of de geringe belangstelling voor deze commissievergadering te wijten is aan de voetbalgekte, dan wel aan de warmte.
Ik wil er in de eerste plaats op wijzen dat deze interpellatie reeds van 14 mei dateert. Ondertussen zijn er drie weken verstreken, drie weken waarin al heel wat is gebeurd.
Vorige week woensdag heeft minister Dua rond deze problematiek nog een rondetafelconferentie georganiseerd die volgens haar bijzonder positief verlopen is. Hoe de onderhandelingen die zullen leiden tot een vervroegd sluitingsscenario zullen aflopen, blijft echter nog steeds koffiedik kijken.
Wat wel vaststaat, is dat Isvag met grote financiële problemen kampt. Uit het verslag van de bedrijfsrevisor blijkt dat het boekjaar 2001 wordt afgesloten met een verlies van circa 2,5 miljoen euro. Daardoor zag de bedrijfsrevisor zich genoodzaakt zich te onthouden bij de goedkeuring van het financieel jaarverslag. De bedrijfsrevisor kwam tot het besluit dat de aanzienlijke verliezen het eigen vermogen van de vennootschap zullen aantasten. De Isvag-oven wordt met andere woorden voor het tweede opeenvolgende jaar virtueel failliet verklaard.
De slechte financiële toestand van de Isvag-oven is geen nieuw gegeven. Het is reeds langer geweten dat de Isvag-oven met zware financiële problemen kampt. Vorig jaar werd het verlies toegeschreven aan het feit dat de oven in het jaar 2000 niet op volle toeren kon draaien. Toch werd in het eerste werkjaar na het heropstarten van de oven nog een verlies gemaakt dat bijna even groot was als het verlies dat de Isvag inschreef toen de oven gewoon stillag.
De Isvag-oven heeft in de voorbije maanden nogmaals aan de aandeelhouders gevraagd om een bijkomende lening af te sluiten om opnieuw te kunnen investeren. Het geld van die lening zou worden besteed aan een nieuw filtersysteem om te kunnen voldoen aan de nieuwe Europese uitstootnormen die vanaf 2006 van kracht zullen zijn.
In antwoord op een vraag om uitleg die in dit verband werd gesteld, antwoordde minister Dua dat zij deze investering onverantwoord vond, aangezien men momenteel een sluitingsscenario voorbereidt.
In het licht van de slechte financiële toestand van de Isvag-oven wil ik de minister de volgende vragen stellen. Bent u op de hoogte van de dramatische financiële toestand van de Isvag-oven? Vindt u het bijgevolg verantwoord dat de aandeelhouders financiële toegevingen blijven doen terwijl deze intercommunale zo verlieslatend is? Op welke manier denkt u in te grijpen of te kunnen ingrijpen om de aandeelhouders niet langer de bodemloze put van de Isvag-oven te doen vullen?
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, collega's, Isvag heeft net als de andere intercommunales uit de afvalsector, die beschikken over een eigen verbrandingsinstallatie, zware investeringen moeten doorvoeren om te voldoen aan de almaar strengere milieunormen. De intercommunale heeft in deze materie bijgevolg gewoon haar verantwoordelijkheid genomen en de resultaten van dat beleid op het vlak van de milieuproblematiek kunnen moeilijk geloochend worden.
De nieuwe lening waarvan u gewag maakt, heeft evenwel geen betrekking op bijkomende investeringen, maar dient wel om de intercommunale wat meer financiële ademruimte te bezorgen en om schulden af te betalen.
Of de toekomstige strengere Europese normen aanleiding zullen geven tot bijkomende investeringen is, voor zover mij bekend, nog geen uitgemaakte zaak. Blijven investeren is voor huisvuilverbrandingsovens overigens vaak de enige optie om de voorheen gedane investeringen te laten renderen.
Wat de gemeenten-vennoten van Isvag nodig hebben, is duidelijkheid over het al dan niet voortbestaan van de verbrandingsactiviteit. Een definitieve beslissing is nog niet genomen. Op basis van het overleg dat minister Dua ter zake heeft gehouden, zullen de betrokkenen een beslissing moeten nemen, waarbij ook de financiële repercussies in aanmerking worden genomen.
De penibele financiële toestand van Isvag is mede veroorzaakt door het deels gedwongen stilliggen in het verleden. Hierdoor haakten klanten noodgedwongen af, ontstonden problemen om de eigen schuldeisers te betalen, slaagde Isvag er niet in gekwalificeerd personeel aan te werven, waardoor een beroep moest worden gedaan op duur extern personeel, enzovoort.
Nemen we de financiële toestand in ogenschouw, dan wordt trouwens het best niet enkel gekeken naar wat het de vennoten kost om hun huisvuil bij Isvag te laten verwerken, maar ook wat de kosten zijn bij een eventuele gedwongen stopzetting van de activiteiten.
Concreet ingrijpen op het vlak van de rekeningen kan pas wanneer het netto-actief daalt tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal en wanneer de raad van bestuur dan niet zijn verantwoordelijkheid opneemt in een plan ter sanering van de financiële toestand. Het is overigens een misvatting dat de activiteiten van de intercommunale in 2001 een hoger verlies opleverden dan in 2000. In het jaar 2000 werd er namelijk voor bijna 2,5 miljoen euro uit de voorzieningen aangewend, wat een gunstig effect had op het resultaat van het boekjaar 2000 voor datzelfde bedrag. Het verlies resulterend uit de eigenlijke activiteit is bijgevolg in 2001 kleiner dan in 2000.
In een beleidsnota 2002-2011 van Isvag, goedgekeurd door de raad van bestuur van 27 februari 2002, wordt, bij voortzetting van de activiteiten in gelijke omstandigheden, het jaar 2006 vooropgesteld als scharnierjaar, waarna de bestaande overgedragen verliezen zouden zijn weggewerkt.
Wat betreft de verklaringen van minister Dua en de besprekingen die zij met de vennoten van Isvag gevoerd heeft, meen ik te weten dat daar bepaalde voorstellen zijn geformuleerd waarover eensgezindheid zou bestaan. De formele bevestiging van alles wat daar is besproken, is evenwel nog op geen enkele wijze vastgelegd. Bovendien is men heel discreet over de financiële situatie. Ik kan u in dit verband enkel antwoorden dat het globale plaatje mij momenteel op geen enkele wijze bekend is.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil wel nogmaals beklemtonen dat de bedrijfsrevisor zich genoodzaakt zag zich te onthouden bij de goedkeuring van het financieel jaarverslag 2001. Dit wijst erop dat er bij Isvag toch een en ander rommelt op financieel vlak. Hoe kunt u daar toezicht op houden zodat de gemeenten niet in een bodemloze put terechtkomen?
Minister Paul Van Grembergen : Ik veronderstel dat de betreffende revisoren, op grond van deontologie, gegronde redenen hadden om zich te onthouden. De regeringscommissaris zal daarover de verslagen ontvangen. Zodra wij die in ons bezit hebben, zullen we daar de gepaste, in onze voogdij kaderende opvolging aan geven.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door mevrouw Van den Eynde werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.