Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 02/05/2002
Vraag om uitleg van de heer Johan De Roo tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de positie van gesubsidieerde contractuelen in de nieuwe eengemaakte politie
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Roo tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de positie van gesubsidieerde contractuelen in de nieuwe eengemaakte politie.
De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, ik heb in de loop van de laatste weken nogal wat vergaderingen meegemaakt in verband met de politiehervormingen. Ik heb zelfs besprekingen kunnen meemaken met leden van de federale regering als afgevaardigde van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten. Er heerst nog steeds grote onduidelijkheid over de positie van de gesubsidieerde contractuelen binnen de nieuwe politie.
Ik maak daarbij een onderscheid tussen mensen die terechtkomen in meergemeentezones en die in eengemeentezones. Het operationeel en statutair personeel dat op 1 april 2001 was opgenomen in de personeelsformatie van de gemeentepolitie is ambtshalve overgeheveld naar de lokale politie. Voor de andere personeelsleden van de gemeentepolitie werd een vrij soepele regeling uitgewerkt. De toestand voor de gesubsidieerde contractuelen blijft echter onduidelijk.
De federale overheid heeft meermaals gesteld dat het probleem van de Gesco's geregeld is. Er zou een overeenkomst zijn tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en de gewesten en gemeenschappen. Voor problemen moeten we ons dan ook richten tot die regionale overheden.
In elk geval blijven die contractuelen een afzonderlijke categorie. Men spreekt van het Calog-personeel. Wat gebeurt er met de Gesco's die vroeger tot het gemeentepersoneel behoorden en voor de politie werkten? Ze hadden één werkgever : de gemeente of de stad. Het aantal Gesco's toegewezen aan de steden en gemeenten is afhankelijk van het door de RVA of de VDAB gesubsidieerde contingent contractuelen dat vroeger is overeengekomen. Conform de richtlijnen van de federale overheid hebben een aantal gemeenten in hun politiebegroting de te verwachten inkomsten of subsidies en de uitgaven of loonkosten voor de Gesco's opgenomen. Zowel voor eengemeentezones, zoals mijn gemeente, als voor meergemeentezones, meldt de gouverneur dat men in de politiebegroting geen inkomsten mag inschrijven voor Gesco's omdat in KB 474 de noties 'eengemeentezone', 'meergemeentezone' en 'politiezone' niet bestaan. Er is dus geen juridische grond om die middelen in de politiebegroting in te schrijven. Dat mag wel in de gemeentebegroting.
In Wallonië heeft men dat opgelost. Op 24 februari 2002 heeft de Waalse regering het besluit genomen tot uitbreiding van het toepassingsgebied van KB 474 van 28 oktober 1986 tot uitwerking van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen en tot wijziging van het besluit van de Waalse gewestexecutieve van 13 juni 1991 tot bepaling van de verdeelsleutel voor de toekenning van toelagen aan de plaatselijke besturen die contractuelen tewerkstellen. Voor Wallonië is dat geregeld.
In Vlaanderen mogen geen begrotingskredieten voor Gesco's in de politiebegroting worden opgenomen. Ik heb bijgevolg voor de minister een aantal vragen. Is er een regeling voor de Gesco's in de één- en meergemeentezones? Het gaat hier over hetzelfde aantal Gesco's dan vroeger. Op zich stellen er zich budgettair dus geen problemen. Er is alleen een juridisch probleem : wie is de werkgever? Waarom wordt zo lang gewacht met de uitwerking van een regeling voor Gesco's in de meergemeentezones? Hoe zit het in de eengemeentezones? Zal de Vlaamse regering een gelijkaardig besluit nemen als de Waalse regering heeft gedaan, zodat het toepassingsveld van het KB wordt uitgebreid?
Zijn de contingentovereenkomsten al aangepast, zodat ze kunnen worden verdeeld over de gemeenten en de politiezones? Ik geef een voorbeeld. Een gemeente heeft in haar contingent in 90 Gesco's voorzien. Daarvan waren er 10 bij de politie tewerkgesteld. Men zou een nieuwe contingentovereenkomst voor 80 Gesco's kunnen uitwerken, terwijl 10 Gesco's naar de politie gaan. Zo zou het probleem zijn opgelost. Zal deze herverdeling budgettair neutraal zijn? Ik veronderstel van wel, als men tenminste het totale aantal niet laat stijgen. De subsidies blijven immers dezelfde. Sporadisch is er sprake van indexaanpassingen. Meerkosten waren voor de gemeenten. Nu zullen die door de politiezones en dus in vele gevallen ook door de gemeenten worden gedragen.
Zullen de Gesco's tegen dezelfde voorwaarden in de korpsen van de lokale politie worden opgenomen? Is er een oplossing? In de omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken met als referentie PLP/16 van 28 november 2001 lezen we : 'De problematiek van het Gesco-personeel is een bevoegdheid van de gewesten en de gemeenschappen. Aan deze overheden werd gevraagd om de contingentovereenkomsten aan te passen zodat deze kunnen worden verdeeld over de gemeenten en de politiezones. Deze herverdeling zou budgettair neutraal zijn en tot gevolg hebben dat de Gesco's tegen dezelfde voorwaarden kunnen tewerkgesteld worden in en eerlang dus ook kunnen overgaan naar de korpsen van de lokale politie, waardoor op hen mutatis mutandis dezelfde regels van toepassing zijn als op het Calog-personeel.'
Men nodigt de gemeentelijke overheden uit om zonder dralen contact op te nemen met de overheden waarvan de respectieve Gesco-contracten afhankelijk zijn. Dat is ook de reden waarom ik dit probleem stel, dat blijkbaar nog altijd blijft hangen bij de overheden die ermee worstelen. Ik ben zeer benieuwd hoe de minister hierop zal antwoorden.
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, het valt me op dat er één bezorgdheid niet werd onderlijnd door de vraagsteller die wel de mijne is, namelijk de individuele positie van de Gesco's. Die dreigden door hun statuut immers weer het werk te mogen doen zonder dat ze dezelfde carrièremogelijkheden hebben als het ander personeel bij de politie. Dit was mijn hoofdbezorgdheid bij het regeerakkoord en ook bij de uitvoering. We vinden dat de mensen recht hebben op een volwaardig statuut en dus leek het ons niet evident dat de federale overheid op het laatste ogenblik een signaaltje gaf dat we dan maar even de situatie van de Gesco's moesten regelen. Ik vond dit een uniek moment om de rechten van die werknemers te vrijwaren.
De werknemers zijn ongerust omdat hun collega's met een volwaardig contract zich volwaardig kunnen inschakelen en mee kunnen doen aan examens, zonder dat zij dat kunnen. Daarom heb ik het signaal gegeven vanuit Vlaanderen dat we beter overleg zouden plegen over het regulariseren van deze Gesco's die het verdienen om als gelijke van de andere mensen van de politie aanzien te worden.
Een en ander heeft geresulteerd in een nieuwe federale omzendbrief. De prioriteiten van de collega's van de andere gewesten lagen enigszins anders. Uiteindelijk zijn we geëindigd met de omzendbrief PLP/22, vijf omzendbrieven later dus, waarin een opening is gecreëerd om aan deze ongelijke behandeling te verhelpen. De federale regering en de deelregeringen zullen overleggen in welke mate de toestand van de gesubsidieerde contractuelen kan worden geregulariseerd tot volwaardig contractueel personeelslid en hoe in voorkomend geval voor hen eveneens de toegang tot de statutariseringsexamens geopend wordt. Het is zelfs subtieler dan dat. We gaan na hoe we die mensen maximaal gelijke rechten kunnen geven in afwachting van de regularisering van de Gesco's.
Dat is een moeilijke oefening, vooral wat betreft het aandeel dat via de sociale zekerheid verwerkt zit in hun salaris. De discussie is nu gedeblokkeerd omdat men minstens de intentie heeft om deze mensen gelijke rechten te geven. Dit was mijn hoofdbezorgdheid.
Voor de eengemeentezones zijn er nooit problemen geweest omdat het dezelfde werkgever bleef. Daar is er niet eens nood aan een aanpassing van de regelgeving. We passen de regelgeving wel aan om de toegekende Gesco's te kunnen transfereren van de verschillende gemeenten naar de meergemeentezones. De manier waarop dit gebeurt, is een zaak van onderling overleg. De bedoeling is om zeker niet meer fulltime-eenheden toe te kennen. Het moet een budgettair neutrale operatie zijn.
Ik waak erover dat de Gesco's de garantie krijgen dat ze bij de overgang naar de meergemeentezone financieel hun netto inkomsten behouden. De optie is om hen zoveel als technisch mogelijk gelijk te schakelen aan het politiepersoneel. Men zit met een vervelende toestand bij de Gesco's. Het gaat meestal om goede krachten die zijn gebleven omdat ze goed waren. Men zit voortdurend met de frustratie dat men ze niet volwaardig kan honoreren. Gemeenten zouden eigenlijk een systeem moeten vinden om die mensen overal prioriteiten te geven.
De voorzitter : Het probleem van de Gesco's lijkt niet oplosbaar zoals het wel het geval was bij DAC en BTK.
Minister Renaat Landuyt : De discussie over de Gesco's loopt geregeld vast bij het overleg tussen de verschillende ministers van Werkgelegenheid in de discussie over hoe we het kunnen regulariseren. Alleen de minister van de Duitstalige Gemeenschap is hier ook vragende partij. Waar ligt de discussie? Bij de Gesco's is er een deel van het loon eigenlijk werkloosheidsuitkering. We zouden dezelfde oefening willen maken zoals bij het statuut van DAC. Daar was het geld dat vanwege de federale overheid gekoppeld was aan die tewerkstellingsplaatsen, geen socialezekerheidsgeld. Hier gaat het om socialezekerheidsgeld. Dat bemoeilijkt de zaak. Het wantrouwen van de federale overheid is immers groter omdat het de sociale zekerheid betreft. In feite zou het om een neutrale operatie kunnen gaan, zoals dat het geval is bij de DAC'ers. We vinden geen oplossing omdat het regulariseren van gesubsidieerde contractuelen inhoudt dat er afstand wordt gedaan van de tegemoetkoming uit de sociale zekerheid. Dat zou enorm veel kosten. De gemeenten en gewesten zouden dan overeen moeten komen zelf te betalen. Voorlopig is dit budgettair niet haalbaar. Ik zoek nu een techniek om die overgang toch te maken. Dit betekent dat het Gescosysteem systematisch wordt afgebouwd en dat het afsluiten van normale contracten wordt gestimuleerd.
De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik stel wel vast dat het probleem nog niet is opgelost.
Minister Renaat Landuyt : Het klopt dat de zaak juridisch niet is geregeld. De regeling zal wel doorgang vinden met terugwerkende kracht en dit vanaf 1 januari 2002.
De heer Johan De Roo : Hoe zult u dat regelen?
Minister Renaat Landuyt : Door in de reglementering te bepalen dat de meergemeentezone als entiteit wordt erkend.
De heer Johan De Roo : Hetzelfde zou moeten gebeuren voor de eengemeentezones. Ook voor die zones heb ik een gelijkaardig antwoord gekregen. Ik citeer : 'Volgens het KB 474 van 28 oktober 1986, betekend door de gouverneur van Oost Vlaanderen, kunnen gesubsidieerde contractuele personeelsleden in de gemeente worden tewerkgesteld. Aangezien het begrip 'meergemeentezone' niet voorkomt in het KB en deze zone een afzonderlijke juridische entiteit vormt, kunnen er geen Gesco's in tewerkgesteld worden. Bijgevolg mogen er geen begrotingskredieten voor Gesco's in de politiebegroting worden opgenomen. Vanzelfsprekend betreft dit zowel de personeelskredieten in de gewone uitgaven voor het personeel als elke eventuele overdracht van de gewestelijke Gesco-subsidie van de betrokken gemeente naar de politiezone.'
Met andere woorden, de subsidies voor de Gesco's moeten worden opgenomen in de gemeentebegroting en mogen niet in de politiebegroting worden ingeschreven. Voor de uitgaven van de gemeente geldt hetzelfde. Wallonië heeft dit opgelost door het toepassingsveld van het KB op de Gesco's uit te breiden. Voor de eengemeentezone is er geen probleem. Er moet echter een regeling worden getroffen.
Mijnheer de minister, ik ben het met u eens dat de Gesco's goed werk leveren. We moeten trachten hen hetzelfde statuut te geven of hen in elk geval in staat stellen om binnen de maand een keuze te maken om statutair benoemd te worden in het kader van de Calogregeling. Voor de gemeente betekent dit dat de subsidie op dat moment wegvalt en dat de patronale lasten integraal moeten worden betaald. Dat is nu niet het geval.
Mijnheer de minister, u hebt bij het begin van de legislatuur gezegd dat de regeling van het statuut van de Gesco's een van uw prioriteiten is. Bij de discussie over de politiebegroting raakt deze zaak echter niet opgelost. Gezien de enorme factuur die verbonden is aan de politiehervorming, mag men aan de gemeenten niet vragen deze bijkomende last te dragen.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer De Roo, in mijn beleid staan de belangen van de mensen boven die van de gemeenten. Het resultaat hiervan is dat de gemeenten zenuwachtig raken maar dat de mensen er beter van zullen worden.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de minister, dat is een bijzonder eerbare stelling. U kunt echter moeilijk aan de gemeenten vragen al die problemen op te lossen en de zaak te bekostigen zonder dat er bijkomende middelen op tafel worden ge- legd. Er werd ons steeds voorgehouden dat het om een nuloperatie ging. Ik hoop dat de statutaire benoeming van de Gesco's en het geven waarop ze recht hebben, geen budgettaire repercussies zal hebben voor de steden en gemeenten.
Minister Renaat Landuyt : Mijn uitgangspunt blijft hetzelfde. Er is wel een probleem omdat men geen ratio ziet in de verdeling van de Gesco's.
De heer Johan De Roo : In 1987 is dit systeem totstandgekomen op basis van cijfergegevens over de tewerkgestelde werklozen. Er werden hierover convenants afgesloten en contingenten bepaald. Deze contingenten zijn enkel lichtjes aangepast. De basisregeling moet worden herbekeken.
Ik dring erop aan dat er een regeling wordt gezocht waarbij de lasten niet moeten worden gedragen door de gemeenten. Dan komt er immers helemaal niets van in huis.
Minister Renaat Landuyt : De regering heeft dat nog nooit gedaan.
De voorzitter : Het incident is gesloten.