Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid Vergadering van 30/04/2002
Vraag om uitleg van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over verdere stappen in het dossier van de onwettig geïnde milieubelasting in de faciliteitengemeente Wezembeek-Oppem
Vraag om uitleg van de heer Joris Van Hauthem tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over het uitvoeren van het akkoord inzake Wezembeek-Oppem
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van de heer Van Rompuy tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over verdere stappen in het dossier van de onwettig geïnde milieubelasting in de faciliteitengemeente Wezembeek-Oppem en van de heer Van Hauthem tot minister Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over het uitvoeren van het akkoord inzake Wezembeek-Oppem.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Ik herinner me nog levendig het debat over deze kwestie. Minister Van Grembergen zei toen het volgende : de burgemeester doet wat hij moet doen, de ontvanger doet wat hij moet doen en de Vlaamse regering doet wat zij moet doen. Dat was op 8 maart. Vandaag is het 30 april.
Meer dan anderhalve maand later is dat compromis nog altijd niet uitgevoerd. Het aanslagbiljet is nog altijd niet verstuurd. Het begeleidend schrijven aan de bevolking dat op naam zou worden verstuurd, is nog altijd de deur niet uit. Er is immers een discussie tussen de minister en de burgemeester of de gepersonaliseerde brief in het Nederlands of in het Nederlands en het Frans moet worden opgesteld. Volgens de taalwetgeving, de rechtspraak van de Raad van State en de omzendbrief-Peeters moeten contacten met een privé-persoon in het Nederlands gebeuren. Ik verneem dat de minister op dat vlak het been stijf houdt, maar burgemeester van Hoobrouck weigert om zich neer te leggen bij de wens van de minister om het bericht van de bevolking in beide landstalen en de adressen in het Nederlands op te stellen.
Dat spelletje duurt nu al meer dan twee maanden. Burgemeester van Hoobrouck zegt tegen iedereen dat de Vlaamse regering geen commissaris heeft gestuurd, en nu niets meer kan doen. Hij zegt dat hij in een zetel zit. Ondertussen is de milieutaks nog altijd niet teruggestort. Er gebeurt niets. Enkele maanden geleden was het sturen van een regeringscommissaris een mogelijkheid, maar de Vlaamse regering heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
Welke stappen zult u zetten om ervoor te zorgen dat de wettelijkheid in Wezembeek-Oppem wordt hersteld, met respect voor de taalwetgeving en de omzendbrief-Peeters? Mijn wantrouwen ten aanzien van burgemeester van Hoobrouck is bevestigd. Hij heeft een eigen politieke agenda. Hij wil de voortrekker zijn van de francofonie in de Vlaamse Rand, en als een Don Quichote tegen de Vlaamse regering ten strijde trekken. Wat gaat u doen? Is het ogenblik gekomen om een regeringscommissaris te sturen? Of zult u nog langer wachten en blijven toekijken hoe burgemeester van Hoobrouck de omzendbrief-Peeters naast zich neerlegt?
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Mijnheer de minister, we zullen hier de discussies van de afgelopen maanden niet overdoen. We zullen evenmin uiteenzetten waarom u een slechte oplossing hebt verkozen boven uw oorspronkelijk standpunt om een regeringscommissaris te zenden om de wettelijkheid te herstellen. U bent niet bevoegd om een tuchtsanctie uit te spreken. U maakt echter van dit dossier geen politiek punt binnen de Vlaamse regering, terwijl de Franstaligen er wel een zaak van maken om dat zo te houden.
Men zou dus een aanslagbiljet in het Nederlands versturen, met een tweetalig begeleidend schrijven en eventueel, voor diegenen die al hebben betaald, een overschrijvingsformulier met het bedrag van 0 euro erop. We gingen daarmee niet akkoord, en we stellen vast dat de bestendige deputatie van Vlaams Brabant onze interpretatie in feite steunt. Volgens de bestendige deputatie moet een gepersonaliseerd begeleidend schrijven in het Nederlands zijn opgesteld. Vandaag stel ik vast dat er een nieuw dispuut is ontstaan : in welke taal moet het adres worden geschreven? Van twee zaken een : als het schrijven gepersonaliseerd is dan moet dat ook het geval zijn voor de omslag. In dat geval moet het adres in het Nederlands zijn opgesteld, maar dan moet de brief zelf ook in het Nederlands zijn opgesteld. Men kan niet het standpunt verdedigen dat het adres in het Nederlands moet worden opgesteld omdat het om een gepersonaliseerd schrijven gaat, maar toestaan dat de brief zelf tweetalig is. Dat kan niet, en op dat vlak heeft de bestendige deputatie gelijk.
Wat zult u ondernemen? Zult u een regeringscommissaris sturen om de goede etiketten op de omslagen te plakken? Dat is een mogelijkheid. In deze politieke context en het feit dat het om een provocatie gaat van een burgemeester die heeft ervaren dat zijn positie onaantastbaar is en daarom heeft besloten niets te ondernemen tegen de onwettelijke toestand, moet u teruggrijpen naar uw oorspronkelijke oplossing. U moet stellen dat het nu genoeg is geweest. U moet een regeringscommissaris sturen. Die regeringscommissaris moet niet de goede etiketten op de omslagen plakken, maar zich in de plaats stellen van het schepencollege en het bevel geven aan de gemeenteontvanger om de terugstorting van de milieubelasting te organiseren. Nadien moet men dan onder de verantwoordelijkheid van een tweede regeringscommissaris de juiste aanslagbiljetten versturen. Als u dat niet doet, zal men eeuwig met uw voeten blijven spelen.
Dit dossier sleept al drie jaar aan. U hebt afgezien van het sturen van een regeringscommissaris en geweigerd een punt te maken van een tuchtsanctie. Het gevolg is dat men de zaak blijft blokkeren. Er zit dus niets anders op dan twee regeringscommissarissen te sturen.
De voorzitter : De heer Van Vaerenbergh heeft het woord.
De heer Etienne Van Vaerenbergh : Minister Van Grembergen heeft een goede oplossing nagestreefd. Mijnheer de minister, u hebt het bij het rechte eind als u zegt dat de brief in het Nederlands moet worden verstuurd, want niemand kent de taalaanhorigheid van de persoon die hem moet ontvangen. Hetzelfde geldt voor de toestand die in de vorige vraag is aangekaart.
Ik vraag me wel af hoe een eentalig ambtenaar van Vlaams-Brabant kan vaststellen of het gebruik van een andere taal dan het Nederlands belangrijk is voor het nemen van een beslissing. Vorige keer heb ik in mijn uiteenzetting aangetoond dat drie punten na elkaar kunnen worden behandeld, maar dat ze gevolgen op elkaar kunnen hebben. Ik ben bijgevolg van oordeel dat de gemeenteraadsbeslissing moet worden nietig verklaard.
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, eerst wil ik kort de gemaakte afspraak in herinnering brengen. Daarna zal ik toegeven dat het eind nog niet in zicht is.
Het akkoord houdt in dat de gemeenteontvanger opnieuw naar alle belastingplichtigen aanslagbiljetten verstuurt, en dat dit uitsluitend in het Nederlands gebeurt. De wet schrijft dat zo voor. Zoals de wet bepaalt, gebeurt de verzending door de ontvanger die de taalwetgeving respecteert. Wat dat betreft, wordt zo dus de wettelijkheid hersteld. Als modaliteit is ook afgesproken dat de al gebeurde niet verschuldigde betaling zou worden aangezuiverd. De burgers die al hebben betaald, moeten geen verrichting uitvoeren om de rechtzetting te laten gebeuren. Ik heb u uitgelegd waarom : de administratieve fout is niet door de burgers maar door het bestuur gemaakt.
Tegelijkertijd met de verzending van het aanslagbiljet moet in een bericht aan de bevolking uitleg worden gegeven over de gang van zaken. Aangezien het in casu zou gaan om een mededeling aan het publiek, zou dit in het Nederlands en in het Frans worden opgesteld, met voorrang voor het Nederlands, op dezelfde wijze als in het Staatsblad gebeurt. Deze regeling is volledig in overeenstemming met de wet.
Wat gebeurt er nu niet? Er moeten op de briefomslagen etiketten worden geplakt. Ik heb de burgemeester schriftelijk meegedeeld dat daarop alleen de naam, de straat en de gemeente moeten worden vermeld. Er mag geen aanspreektitel op voorkomen. De burgemeester ligt op dit punt dwars. Er zijn twee mogelijkheden, en die laten niet veel ruimte toe. Ofwel kom ik met burgemeester van Hoobrouck overeen dat hij uitvoert wat ik heb voorgeschreven, ofwel keren we naar de oorspronkelijke toestand terug. We zullen ons binnen Vlaanderen en op internationaal niveau niet laten ridiculiseren door regeringscommissarissen te sturen om etiketjes op briefomslagen te plakken. Dat is duidelijk. Tezelfdertijd wil ik stellen dat ik bij de beoordeling van deze toestand dezelfde strategie volg die de Franstaligen op dit ogenblik in de Raad van Europa volgen : ik zal me niet tot dwaze uitlatingen en acties laten verleiden. Iedereen die in de Raad van Europa zetelt, weet hoe moeilijk het is om in de huidige omstandigheden het dossier op Europees niveau af te handelen. Ik wil dus in geen geval op provocaties ingaan.
De voorzitter : De heer Van Rompuy heeft het woord.
De heer Eric Van Rompuy : Burgemeester van Hoobrouck heeft de wet overtreden. Hij bevindt zich in de onwettelijkheid. Dat kan niet blijven duren. Minister Van Grembergen heeft nog verklaard dat de burgemeester heeft toegegeven. Hij zei dat in een beslissing van het schepencollege en de gemeenteraad is bevestigd dat dit akkoord zou worden uitgevoerd. Hij zei dat het college het akkoord op wettige wijze zou uitvoeren.
Vandaag gaat het over meer dan het plakken van etiketjes. Het gaat over een burgemeester die de wet overtreedt. Het gaat niet over om het even wat. Dit compromis is op topniveau onderhandeld. Dat gebeurde binnen de Vlaamse regering, en ook op federaal niveau is daarover vergaderd. Dit compromis is totstandgekomen onder druk van de federale regering. We kunnen ons vandaag niet van de indruk ontdoen dat de burgemeester goed beseft dat hij wordt gedekt door de top van de federale regering. Hij zegt eigenlijk dat hij niets moet doen, want Vlaanderen zal het niet meer aandurven om nog iets te ondernemen. De unieke kans om een regeringscommissaris te sturen, is voorbij.
We zijn daarover nu al maanden aan het praten. Binnen enkele weken zullen we het hier over dit onderwerp opnieuw hebben. Ik voorspel dat burgemeester van Hoobrouck niets zal ondernemen tenzij de minister een regeringscommissaris stuurt. De inzet reikt verder dan de etiketten. Het gaat over de burgemeester van een faciliteitengemeente -van een Vlaamse gemeente -die gewoon niet doet wat hij heeft afgesproken met de minister. Blijkbaar bent u te goeder trouw dat compromis aangegaan, mijnheer de minister, maar burgemeester van Hoobrouck is te kwader trouw. Hij beoogt concrete politieke doelstellingen, en het respect voor de wettelijkheid is daar niet bij. U bent bedrogen door die man. We moeten duidelijk maken dat dit niet kan. Ik blijf er verder bij dat burgemeester van Hoobrouck niets zal ondernemen tenzij u een regeringscommissaris stuurt.
De voorzitter : De heer Van Hauthem heeft het woord.
De heer Joris Van Hauthem : Mijnheer de minister, u geeft toe dat uw oplossing van 8 maart niet werkt. Verder wil ik nogmaals benadrukken dat de bestendige deputatie inzake de tweetalige begeleidingsbrief een ander standpunt verdedigt dan u. Volgens de bestendige deputatie moet die in het Nederlands zijn opgesteld. U bevestigt dat eigenlijk als u stelt dat het adres in het Nederlands moet zijn opgesteld. Als het om een mededeling aan het publiek gaat, dan mogen de adressen in twee talen worden geschreven. U geeft toe dat de oplossing van 8 maart niet werkt. U zegt zelfs dat wij opnieuw in het oorspronkelijk scenario zouden terechtkomen. Er wordt weer gedreigd met het sturen van twee regeringscommissarissen. Welke timing hebt u gepland? U koppelt dit aan de discussie die op dit ogenblik in de Raad van Europa wordt gevoerd. Dit verontrust mij. U zegt dat u geen uitspraken wilt doen zolang het dossier daar ligt. In juni zou het in de plenaire vergadering van de Raad van Europa worden besproken. Betekent dat dat u tot juni niets zult ondernemen? Dat verontrust mij in zeer hoge mate. U kunt er misschien voor zorgen dat minister Anciaux, onze schitterende afgezant, dan niet met vakantie zal zijn.
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Het schepencollege van Wezembeek-Oppem heeft een beslissing genomen die overeenstemt met hetgeen ik aan het parlement heb meegedeeld. De gemeenteraad heeft eveneens een beslissing genomen. Het akkoord wordt op dit moment door de burgemeester niet uitgevoerd. Ik zal met hem hierover een gesprek voeren en hem trachten te overtuigen, zonder evenwel over te gaan tot dwangmaatregelen om toch uitvoering te geven aan het gesloten akkoord. Deze manier van werken geniet de voorkeur. Ik kan mij voorstellen dat u het liefst zou horen dat de commissaris vertrekt.
De heer Joris Van Hauthem : U hebt dat al lang gezegd.
Minister Paul Van Grembergen : Ik heb dat nooit gezegd. Slechts als er geen andere mogelijkheid meer overblijft, pas dan moet dit de eindconclusie zijn. Ik moet hier het algemeen Vlaams belang in acht nemen. Ik begrijp niet dat u deze strategie niet onderschrijft. Op dit ogenblik trachten wij aan de 500 ingezetenen van de Raad van Europa mee te delen dat in Vlaanderen het recht voor iedereen geldt en ook Franstaligen in de Rand rechten hebben. Deze boodschap willen wij op internationaal niveau overbrengen. Het zou al te gemakkelijk zijn om uit puur opportunisme de Franstaligen argumenten in handen te geven.
De heer Joris Van Hauthem : U bent de gegijzelde van dit gedoe.
Minister Paul Van Grembergen : Men noemde de heer Vanden Brande 'Gauleiter' omdat hij een aantal beslissingen nam. Dat is de taal die wordt gehanteerd als in Europa over de Vlaamse regio wordt gesproken. Er moet dus omzichtig worden gehandeld, zonder evenwel het einddoel uit het oog te verliezen, namelijk dat de wet zal worden toegepast. Ik heb op dit vlak ruimere verantwoordelijkheden dan alleen maar het dossier Wezembeek- Oppem en Linkebeek.
De voorzitter : Het incident is gesloten.