Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 25/04/2002
Vraag om uitleg van de heer Jan Van Duppen tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de tekortkomingen die de prestigieuze initiatieven naar aanleiding van Brugge 2002 ontsieren
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Duppen tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de tekortkomingen die de prestigieuze initiatieven naar aanleiding van Brugge 2002 ontsieren.
De heer Van Duppen heeft het woord.
De heer Jan Van Duppen : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er zijn twee tekortkomingen die ik wou aankaarten. Brugge 2002 zal de stad opnieuw naar een Europees niveau kunnen tillen, na een al te lange stilte. Het eerste probleem behelst de terracottabekleding van het reusachtige concertgebouw op het Zand. Het landschap wordt immers al eeuwen gedomineerd door het Belfort, de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de Salvatorkathedraal.
Ik citeer uit de website van Brugge 2002 over dit fenomenale bouwwerk van de architecten Robberecht en Daan. Zij hebben de opdracht na een wedstrijd binnengehaald. Zij hebben dit gebouw vanuit een zeer persoonlijke visie vorm gegeven.
'Het concertgebouw is een staaltje van technisch vernuft, het omvat het grootste podium van het land met een concertzaal met 1200 plaatsen, die van een optimale akoestiek genieten. Er is een unieke kamermuziekzaal, gevormd als een binnenkoer van een Italiaanse palazzo, met een rondgang die spiraalsgewijs om de scène heen cirkelt en op zijn beurt plaats biedt aan 300 toeschouwers.
Het is een gebouw dat op een bijzondere manier met licht omspringt. Het duidelijkste voorbeeld is de toren van de kamermuziekzaal, die de lantarentoren heet omdat hij in het donker oplicht als een lantaren op het plein. Op de bovenste verdieping is een café-restaurant met een prachtig dakterras dat een uniek uitzicht over de stad biedt, zelfs tot aan de kust. Aan de buitenkant van het gebouw prijkt een reusachtig projectiescherm dat simultaan de zaal en het plein kan bespelen. De architect heeft het concept ontwikkeld vanuit zijn visie van de hedendaagse Vlaamse architectuur en de positionering van het gebouw in zijn natuurlijke omgeving. Daarom was het zijn keuze om het gebouw te bekleden met bruinrode terracottategels. Een van de opvallende kenmerken van het concertgebouw is een ode aan de bakstenen bravoure van de Salvatorkathedraal.'
De bakstenen van de Salvatorkathedraal zijn dragende bakstenen, maar de terracottabetegeling van het concertgebouw is op verschillende plaatsen gebarsten of losgekomen. Ik begrijp dat het om productiefouten gaat, omwille van een experimentele kleurontwikkeling. Als Brugge 2002 toeristen uit de hele wereld in niet geringe getale over de vloer krijgt, lijkt dat een wat merkwaardige architectonische ervaring. Ik zou hierover graag een perspectief van de minister te horen krijgen.
Wij hebben een bezoek gebracht aan de boeiende tentoonstelling Jan Van Eyck, de Vlaamse Primitieven en het Zuiden. Die tentoonstelling belicht de aanwezigheid van Vlaamse primitieven in landen als Spanje, Portugal, Frankrijk en Italië en de invloed van deze kunstenaars uit de 15de en 16de eeuw op het werk van andere schilders en de internationale kunstmarkt. Er hangen topwerken uit heel Europa. Dankzij een handig systeem van blokbezoeken kan men op afspraak over de koppen lopen, wat echter bijzonder onhandig is om de kleinste details te kunnen zien. De bezoekers zouden het baanbrekend vakmanschap van vele honderden jaren geleden moeten kunnen zien en een schitterende kunstenaarsvisie ervaren.
Ik merkte dat Vrij Nederland ook een bezoek aan de tentoonstelling had gebracht. Ik citeer : 'Maar er is het massapubliek dat wordt verwacht. Brugge is immers Culturele Hoofdstad van Europa en dat verhindert het vergelijkende concept van de tentoonstelling. De schilderijen hangen ver uit elkaar, soms eenzaam als een postzegel aan de muur. Informatie in de zalen ontbreekt en het begeleidend tekstboekje is verwarrend.'
Er wordt vervolgens een ode gebracht aan het prachtige Groeningemuseum. Er wordt opgemerkt dat het moeilijk is om dergelijk internationaal publiek op zijn wensen te bedienen. Ik ben met heel wat verwachtingen naar de tentoonstelling gegaan en verstijfd terug buitengestapt. Een van de belangrijkste problemen zit in de totale afwezigheid van een audiorondleiding. De bezoekers krijgen een klein boekje in de hand geduwd in corps 8, waarin de wetenswaardigheden worden voorgesteld die noodzakelijk zijn om een minimaal begrip te krijgen van deze werken. Het gevolg is dat de mensen in de eerste zalen letterlijk over hun brilglazen heen staan te turen.
Mijnheer de minister, het is waarlijk een aandoenlijk schouwspel te zien hoe Amerikanen, Engelsen, Italianen, Japanners, Russen, Walen, Nederlanders en Vlamingen broederlijk verenigd staan te turen op een minuscuul boekje, zodat ze een intense visuele ervaring van deze absolute topwerken aan de muur ontberen. Eigenlijk staan we daar allen verenigd in het ziende blind zijn. Voor wie dit gemier ten langen leste opgeeft, openbaart zich een wereld van schoonheid in de laatste portrettengalerij waar mensen van vlees en bloed, met pukkels, rimpels en zelfs overzinnelijke lippen, oog in oog staan met de toeschouwer.
Is het ontbreken van zo'n degelijke veeltalige audiorondleiding, die iedere bezoeker sinds vele jaren bij iedere prestigieuze tentoonstelling, niet alleen in het buitenland, maar ook in Vlaanderen, aangeboden wordt, geen schrijnende maar primitieve schoonheidsfout van dit initiatief dat door de diensten van de Vlaamse Gemeenschap mee wordt georganiseerd en gesteund?
Ik heb intussen het rendement opgedreven. De lopende Van Gogh-Gauguintentoonstelling in Amsterdam, De Firma Brueghel hier naast de deur in het Brussels Museum voor Oude Kunst en de Rik Wouterstentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten puren allemaal hun succes voor een niet onbelangrijk deel uit de kwaliteit van zo'n audiotour. Wie grote groepen mensen een kans wil geven -in dit geval honderd jaar na de vorige tentoonstelling -nog eens kennis te maken met het werkelijk fenomenale werk van de Vlaamse Primitieven en hun tijdgenoten, doet er goed aan al deze aspecten van informatieoverdracht te benutten. Zien doen we met onze ogen gesloten, om te kunnen reflecteren over het beeld, waarbij een muzikale stem onze blik kan leiden en onze gedachten kan geleiden. Dat heb ik gemist.
Gezien de ernst, het belang en de roep in de hele wereld van deze tentoonstelling en van de lichtbaken op het concertgebouw, had ik graag de visie hierop gekend van de minister van Cultuur.
De voorzitter : Mijnheer Van Duppen, ik dank u hartelijk voor uw betoog in plastische bewoordingen.
Het was een ode aan de luister van de taal, de eerste bevoegdheid van de minister van Cultuur.
Mevrouw Declercq heeft het woord.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het licht niet in mijn bedoeling hierop een technisch antwoord te geven, maar toch. Het boekje van de tentoonstelling is op zich plezant en aangenaam. Het is ook een blijvende herinnering om mee naar huis te nemen.
Mijnheer Van Duppen, ik had in uw vraag om uitleg toch nog een andere kijk op Brugge 2002 verwacht. Het verheugt ons dat u al tweemaal naar Brugge bent gekomen, en we hopen dat u dat nog zult doen. Het programma is op zich de moeite waard, met fotografie, een dag van de solidariteit, wijkinitiatieven, prachtige kunst, dansvoorstellingen, toneel en muziek. Ik vind het belangrijk dat te benadrukken.
Op het einde van 2002 komt er een evaluatie. Voor Brugge is het belangrijk open en eerlijk aan de bevolking te kunnen zeggen wat beter had gekund. Niemand twijfelt aan de meerwaarde van het cultuurjaar. De vraag mag echter worden gesteld of het gaat om een toeristische meerwaarde of een sociale meerwaarde.
We moeten ook durven vragen te stellen over de negatieve kanten. Zijn er projecten in Brugge niet kunnen doorgaan als gevolg van 2002, zoals verkeersveiligheidsprojecten, milieuprojecten en sociale projecten? Misschien is dat zo. Daarom moet er een goede evaluatie komen en moet er goed worden gecommuniceerd met de bevolking. De minister en de Vlaamse regering kunnen daar een rol in spelen.
De voorzitter : De heer De Smet heeft het woord.
De heer Bart De Smet : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, omdat de humor in de politiek nooit ver weg mag zijn : ik dank mevrouw Declercq voor haar antwoord op de vraag van de heer Van Duppen.
Mevrouw Veerle Declercq : Ik heb me dan nog moeten inhouden, want ik had het cultuurjaar nog veel meer willen verdedigen.
De voorzitter : De heer Van Nieuwkerke heeft het woord.
De heer André Van Nieuwkerke : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, problemen die zich ongetwijfeld voordoen, zoals met de bekleding van het concertgebouw en de vorm van de rondleiding in de Van Eycktentoonstelling, kunnen altijd worden uitvergroot en geproblematiseerd. Ik sluit me evenwel aan bij het betoog van mevrouw Declercq dat we oog moeten hebben voor het geheel en de waarde van het project Brugge Culturele Hoofdstad 2002.
Het is inderdaad jammer dat het concertgebouw nog niet werd afgewerkt door de problemen met de bedekking. Het is wat zielig dat het er niet uitziet zoals de ontwerpers het hebben bedoeld. We moeten echter rekening houden met de korte tijd waarin dit bouwwerk is gerealiseerd. Er is een technisch probleem met de kleur en de stevigheid van de panelen. De Franse fabrikant slaagt er niet in de gewenste kleur te maken. Dat is een technische kwestie. Het valt te vrezen dat het concertgebouw pas in zijn volle glorie zal verschijnen als het cultuurjaar al ten einde is.
Gelukkig heeft het aan de binnenkant wel al zijn volle glorie gekregen. Die is tot in de puntjes afgewerkt, getuige de kunstzinnige disciplines die we er al hebben kunnen bekijken en beluisteren. Dat is een belangrijke keuze geweest.
Met betrekking tot de rondleiding op de tentoonstelling heb ik een tijd geleden van de bevoegde schepen vernomen dat er verschillende formules mogelijk zijn, en dat na rijp beraad geopteerd werd voor het boekje en voor nocturnes. Er zullen ook rondleidingen worden georganiseerd om te vermijden dat de individuele bezoekers worden gestoord door de groepen. Daar is over nagedacht.
Mijnheer Van Duppen, u kunt de kwestie uitvergroten en er een staatszaak van maken, maar het is een praktische kwestie waar een keuze in is gemaakt. We moeten dat kunnen relativeren.
De voorzitter : Ik dacht dat Limburgers chauvinistisch konden zijn, maar nu horen we het volksfront voor de bevrijding van Brugge aan het woord. (Gelach)
De heer Vermeulen heeft het woord.
De heer Jo Vermeulen : Voor wie na deze kleine toeristische quiz zijn gading nog niet vindt in de activiteiten, zijn er uiteraard ook in Antwerpen heel wat dingen te beleven. (Gelach)
De heer Jan Van Duppen : Na het antwoord van de minister van Brugse Zaken zou ik het hier wel eens over willen hebben. Ik wist niet dat het hier zo aan toe ging, maar misschien is het de gewoonte. Dat zou erg zijn, want dan is cultuur in Vlaanderen geregionaliseerd, geparticulariseerd en versnipperd tot steden en dorpen. Misschien moesten we eens aan stadsstaten denken.
De voorzitter : Dat is een aangelegenheid voor de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden.
Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux : Mijnheer de voorzitter, collega's, dit is geen kwestie van stadsstaten, want we delen ongeveer dezelfde visie. Ik ben in 2001 heel vaak in Brugge geweest, en in 2002 ben ik er zo vaak dat ze beginnen te geloven dat ik daar ga wonen. Dat is echter niet het geval, althans niet tijdens mijn actief politiek leven.
Er gebeuren daar trouwens schitterende dingen. Dit is niet louter de verantwoordelijkheid van Brugge alleen, want Brugge 2002 is een Vlaams, een internationaal en een Europees programma, waar we met zijn allen fier over mogen zijn. Het is nuttig en belangrijk dat ook Antwerpenaren, Limburgers en wie dan ook er bezorgd om zijn.
Vooreerst moet ik u erop wijzen dat het concertgebouw en Brugge 2002 Culturele Hoofdstad van Europa in de eerste plaats initiatieven zijn van de stad Brugge. De partners in de VZW concertgebouw zijn de stad, de provincie en lokale verenigingen. De Vlaamse Gemeenschap heeft de VZW een belangrijke infrastructuursubsidie verleend en heeft een toeziend lid in de raad van bestuur. De VZW Brugge 2002 kan rekenen op een niet onaardige subsidie van de Vlaamse Gemeenschap. Voor de uitwerking van het programma en de realisatie ervan werd een intendant aangeduid. De Vlaamse Gemeenschap heeft bijgevolg in geen van beide VZW's een sturende rol. Daar ging uw vraag echter niet over.
Over het probleem van de terracottabekleding van het concertgebouw, heb ik mij bij het coördinatiebureau van het gebouw geïnformeerd. Ik kan u de technische informatie daarover bezorgen. Conform de bij de aanbesteding aan de kandidaat-fabrikanten meegedeelde bestekbepalingen, dient de terracotta een bepaalde kleur te hebben. Om deze kleur te verkrijgen, moet aan de klei een hoeveelheid zwartijzeroxyde worden toegevoegd. Door deze toevoeging blijkt de krimp van de terracotta groter dan verwacht en dan door de fabrikant was aangegeven bij de aanbesteding.
Het gaat dus om een technisch probleem dat door de opdrachtgever-bouwheer en de leverancier onderling zal worden opgelost. Ik kan daar moeilijk in tussenkomen. Het is inderdaad betreurenswaardig dat het gebouw niet afgewerkt is, maar er is een spoedige oplossing beloofd. In Brugge, en in heel het Vlaams cultureel veld, was er heel wat cynisme over de kwaliteit van het concertgebouw. Door de aandacht die werd besteed aan de inhoud en de inrichting, zal zodra de terracottabekleding klaar is, het gebouw opgewaardeerd zijn en de nodige luister krijgen. Het gebouw loont echt wel de moeite. De Vlaamse Gemeenschap moet zeker niet beschaamd zijn over de stevige inbreng erin. Ik begrijp natuurlijk wel uw gevoeligheid over dit punt.
Over het ontbreken van de audiogids bij de Van Eyck-tentoonstelling bereikten me al uiteenlopende berichten. In het weekblad Knack schreef een opgeluchte recensente dat er in deze tentoonstelling gelukkig geen verklarende bordjes hangen zodat de bezoekers zich kunnen concentreren op de vele mooie werken die werden opgehangen. U hebt er trouwens zelf ook duidelijk erg veel van genoten. Van anderen hoorde ik dat ze het evenmin als u prettig vonden om in zo´ klein boekje te staan bladeren en dat ze ook liever met een audiogids hadden rondgelopen. Ik heb er een schitterende rondleiding gekregen. Ik heb niet in een boekje moeten kijken, want alles werd me verteld. Ik heb er dan ook niet bij stilgestaan dat andere mensen wel in een boekje moeten kijken. Als dat storend is, dan is dat bijzonder jammer, want de tentoonstelling behoort echt tot de wereldklasse.
Ik sluit me trouwens aan bij het compliment van de voorzitter over uw taalgebruik. Het is deze commissie heus waardig. Zowel uw positieve als uw negatieve ervaringen verwoordt u heel mooi.
De meningen over de tentoonstelling lopen duidelijk uiteen. Ik veronderstel dat wanneer de Stedelijke Musea van Brugge de tentoonstelling zullen evalueren, ze ongetwijfeld ook zullen stilstaan bij de vraag of ze nu al dan niet op een goede manier informatie hebben verstrekt aan het publiek. Ik heb er het volste vertrouwen in dat ze in de toekomst rekening zullen houden met opmerkingen als de uwe, want ik zal die zeker doorgeven.
Sta me toe dat ik me in deze beide aangelegenheden niet als een keizer-koster wil gedragen. Inzake het concertgebouw reken ik op de bouwheer en de architecten om het probleem op te lossen met deze totnogtoe ongebruikte techniek, die toch de originaliteit van het gebouw ten goede komt. Bij nieuwe technieken horen onvoorziene omstandigheden altijd tot de mogelijkheden. Ik kan u trouwens verzekeren dat in de weken en dagen voor de opening een huzarenstukje werd opgevoerd om alles af te krijgen. Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat het nog zou lukken.
Ik wil niet bepalen op welke manier tentoonstellingsorganisatoren informatie moeten verstrekken. Het belangrijkste lijkt mij dat er informatie wordt verstrekt en dat die correct is. Het voordeel van het boekje is trouwens dat men het mee naar huis kan nemen en het daar nog eens kan herlezen, al moet de lezer daarbij wel enige fantasie gebruiken, want er staan geen afbeeldingen in.
Ik beschouw deze vraag om uitleg zeker niet als kwetsend voor Brugge 2002. Er zijn zoveel mooie dingen te zien. Het is zeker mogelijk om ook opbouwende kritiek te leveren. De vraag is positief, want de opmerkingen kunnen worden gebruikt om in de toekomst problemen te vermijden.
De voorzitter : Gisteren hoorde ik trouwens iemand opmerken dat het concertgebouw in Brugge wellicht een van de weinige gebouwen is waar een noot klinkt zoals het hoort.
De heer Van Duppen heeft het woord.
De heer Jan Van Duppen : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, zeker omdat ik goed besef dat de vraag niet over uw verantwoordelijkheden gaat. Ik begrijp de reactie van een aantal collega's echter niet. Ze denken dat mijn vraag getuigt van een vorm van cynisme en van negatieve kritiek op het initiatief. Dat klopt helemaal niet. Ik doe de moeite om binnen mijn heel beperkt tijdsgebruik dergelijke tentoonstellingen te bezoeken, omdat ik er enorm veel van verwacht en er ook enorm veel aan heb.
Ik vraag me trouwens af wie van u de tentoonstelling heeft gezien. Wie van u kan er echt oordelen over de geboden kwaliteit? Ik kan het, want ik ben er geweest. Ik heb in Brugge trouwens ook tal van andere initiatieven bezocht, inclusief de culinaire mogelijkheden van de stad. Ik heb de vraag gesteld omdat ik een aantal zaken niet begrijp. De opmerking van de Knack-recensente getuigt van een totaal gebrek aan kennis van de realiteit. Ze is daar geweest, maar wellicht tijdens een persvoorstelling of een nocturne. De situatie is dan helemaal anders. Zij kan niet weten dat er zoveel volk blijft staan in de eerste zaal waardoor niemand de kunstwerken nog ziet.
Mijnheer de minister, u vertelt dat u een rondleiding kreeg. Niet iedereen kan echter in groep naar de tentoonstelling gaan. Bovendien klopt het dat groepen in veel gevallen andere bezoekers storen. Ik heb daarom de vraag gesteld of het niet mogelijk is om alsnog -want de tentoonstelling duurt nog vele maanden -een audiorondleiding te maken. Bij heel wat andere, overigens zeer mooie, tentoonstellingen gebeurt dat wel. Ik denk aan de tentoonstelling over Rik Wouters, de firma Brueghel en Van Gogh-Gauguin. Die tentoonstellingen zijn echter van een veel kleinere internationale betekenis. Ze zijn niet vergelijkbaar met de Van Eyck-tentoonstelling, want dat is een wereldtentoonstelling, die uniek is. Honderd jaar geleden was er een gelijkaardige tentoonstelling, op grotere schaal, maar voor een veel kleiner publiek. Waarschijnlijk is dit de allerlaatste keer dat zoveel mensen al die werken bij elkaar kunnen zien. Het dan moeten doen met dit boekje, vind ik erg. Ik begrijp trouwens niet hoe mensen kunnen beweren dat ze blij zijn dat ze het naar huis mogen meenemen. U merkt terecht op dat ze over behoorlijk wat fantasie moeten beschikken om er nog iets mee aan te vangen. Natuurlijk kan de mooie en heel goede catalogus worden aangeschaft. Zelfs Vrij Nederland heeft de ongelooflijk mooie afbeelding van de Madonna met kind eruit afgedrukt. De foto is van een bijzonder goede kwaliteit -wereldklasse.
Mijn opmerkingen waren helemaal niet cynisch van aard. Ik wou met mijn vraag helemaal niet lichtvoetig of onnozel doen. Integendeel, ik wou de klemtoon leggen op de geleverde kwaliteit. Het doet pijn om honderden mensen van over heel de wereld te zien staan turen in een boekje zonder dat ze daarbij de werken kunnen bekijken en ze daarna afgepeigerd door de laatste zalen, waar trouwens prachtige schilderijen hangen, te zien lopen.
Ik dank de minister voor zijn antwoord, maar ik geloof nog steeds in een oplossing. Het gaat immers over een grote tekortkoming bij deze tentoonstelling.
Minister Bert Anciaux : Mijnheer Van Duppen, u merkt terecht op dat intussen misschien nog iets aan het probleem kan worden gedaan. Ik zal dat zeker nagaan, maar zo'n audiogids moet natuurlijk van goede kwaliteit zijn. U mag het werk om zo'n gids te maken dan ook niet onderschatten. Het is niet aan mij om op te leggen dat de audiogids er moet komen, maar ik zal zeker navragen of de mogelijkheid bestaat.
Mevrouw Veerle Declercq : Mijnheer Van Duppen, het was zeker niet mijn bedoeling om cynisch te reageren op uw vraag. Ik vond enkel dat het niet kon om in deze commissie enkel negatieve zaken te vermelden over Brugge 2002. Ik beschouw uw vraag zeker niet als cynisch, want dan had ik niet de moeite gedaan om te komen luisteren.
Ook ik heb de tentoonstelling gezien tijdens een nocturne en in een beperkt gezelschap. Dat is inderdaad een luxesituatie.
De voorzitter : Het incident is gesloten.