Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 16/04/2002
Vraag om uitleg van de heer Jan Verfaillie tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de onbemande camera´ in Vlaanderen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Verfaillie tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de onbemande camera´ in Vlaanderen.
De heer Verfaillie heeft het woord.
De heer Jan Verfaillie : Mijnheer de minister, u hebt zelf aangekondigd dat u 100 onbemande camera's wilt leveren om een 200-tal gevaarlijke kruispunten in Vlaanderen te beveiligen. De overheid levert de flitspalen, de camera's en een scantoestel om de geflitste nummerplaten op de ontwikkelde foto's te kunnen lezen. Het overige moet de lokale politie afhandelen. Dit betreft het kopen van filmrolletjes en hun plaatsing in de camera, het afstellen van de camera's en hun geregelde verhuizing naar een andere flitspaal, de ontwikkeling van de filmrolletjes, controleren of de nummerplaat bij het voertuig hoort en wie de eigenaar is alsook het invoeren van deze gegevens in de computer, zodat een proces-verbaal kan worden opgemaakt.
Dit alles is een zeer arbeidsintensief werk. Een raming leert ons dat drie mensen fulltime nodig zijn om één camera 70 uur per week te laten werken. Die 70 uur zouden nodig zijn om een optimaal afschrikeffect van de camera te bekomen. Deze gegevens werden ter beschikking gesteld van de VVSG. Ik heb contact opgenomen met de zonechef in Oostende. Dit blijkt ook effectief te kloppen.
Een andere optie is de aankoop van het geautomatiseerd computersysteem dat in Nederland wordt gebruikt. De computer leest de nummerplaat, controleert die in de databank van de politie, maakt een proces-verbaal op, en print dat uit. Zo kan één agent 1.000 PV's per dag verwerken.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van het bestaan van dat geautomatiseerd systeem in Nederland? Hoe staat u tegenover de toepassing ervan? Waarom wordt het niet bij ons ter beschikking gesteld?
Voor de veiligheid op de weg mag geen inspanning ons te veel zijn. Zowel op federaal als op lokaal vlak moeten we allemaal onze verantwoordelijkheid opnemen. Er blijft echter een groot hiaat. De vraag is namelijk waar de boetes naartoe gaan. Laten we ervan uit gaan dat de boetes op hetzelfde niveau blijven, en niet verhogen.
Minister Steve Stevaert : Soms moeten we boetes hercategoriseren. Ze hoeven dan nog niet verhoogd te worden, maar er moet dan wel meer worden betaald.
De heer Jan Verfaille : Uw partij was voor hogere boetes, maar u blijkbaar niet.
De boetes zijn een federale materie. De lokale besturen moeten de boetes uitschrijven, maar het geld verdwijnt in de put van de federale overheid. Nochtans zouden de lokale besturen die middelen kunnen gebruiken. U wilt veel doen om de zwarte punten aan te pakken. Met het boetefonds en de middelen die u ter beschikking stelt, kunnen we samen de handen aan de ploeg slaan om de verkeersveiligheid te verbeteren op plaatsen waar gewestwegen gemeentewegen kruisen. Mijnheer de minister, bent u bereid om het systeem dat in Nederland van toepassing is, ook in Vlaanderen te gebruiken?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, collega's, mijn administratie is in Nederland op werkbezoek geweest om van dichtbij kennis te maken met de Nederlandse manier van werken. De Nederlandse werkwijze is ons dan ook goed bekend. Bij een vergelijking tussen Nederland en Vlaanderen blijken er gelijkenissen en verschillen te zijn.
Op het vlak van de technische uitrusting zal er in de nabije toekomst nog maar weinig verschil zijn tussen Nederland en Vlaanderen. Vanaf nu tot het einde van het jaar zullen mijn diensten immers een vijftigtal nieuwe apparaten en de bijbehorende software ter beschikking stellen van de politie-eenheden voor het verwerken van de PV´. Hiermee zullen alle politiezones waar dit jaar camera´ geplaatst worden, gedekt zijn. Deze apparatuur is op het vlak van technische performativiteit van hetzelfde niveau als die waarmee in Nederland wordt gewerkt.
De verschillen situeren zich voornamelijk op het vlak van het administratieve verwerkingsproces van een overtreding. De eerste fase is nog gelijklopend. Zowel in Nederland als in België worden de onbemande en bemande camera geëxploiteerd door de politiediensten. Alle overtredingen worden in een elektronisch gegevensbestand opgenomen via uitneembare geheugenkaarten die in de onbemande camera´ zijn geplaatst en die alle gegevens over rijstrook, snelheid, enzovoort in verband met de overtreding registreren.
Dat gegevensbestand wordt verder door de politiediensten aangevuld met de nummerplaat van de overtreder die af te lezen is op de foto. Hiervoor zijn er technisch twee opties mogelijk, namelijk een volledige digitalisering van de fotofilm met automatische nummerplaatherkenning, en geautomatiseerde pan- en zoomfaciliteiten voor een vlotte aflezing van de nummerplaat. Beide technieken zijn commercieel beschikbaar.
Blijkens de Nederlandse ervaring is het aantal PV´ dat één persoon kan opmaken, in beide werkwijzen van dezelfde grootteorde, althans als de tijd nodig voor het digitaliseren van de film in rekening wordt gebracht. Daarbij moet het ook gezegd dat de Nederlandse nummerplaten zich beter lenen tot automatische nummerplaatherkenning dan de Belgische. In Vlaanderen werd dan ook gekozen voor het systeem met geautomatiseerde pan- en zoomfaciliteiten.
In een verder stadium verloopt het proces tussen Nederland en België wel verschillend. In Nederland wordt gewerkt met een systeem van administratieve boetes. Een centraal inningsbureau zorgt voor het opzoeken van de identiteit van de overtreder op basis van de nummerplaat, voor de opmaak en het verzenden van de PV´, en voor het ontvangen van de boetes. De eerste controle van de bezwaarschriften wordt eveneens administratief behandeld en pas nadien aan het parket overgemaakt. In België voert de politie zelf een aantal taken uit, zoals het raadplegen van de databank waarin de identiteit van de houder van de nummerplaat is opgenomen, het opstellen en verzenden van de PV´, enzovoort.
De stelling dat de Nederlandse politie veel meer PV´ kan verwerken, moet dan ook worden genuanceerd. Dat kan immers alleen omdat een aantal taken door anderen worden gedaan. Indien men spreekt in termen van het aantal PV´ per politieman, dient eigenlijk ook het personeel van het centraal inningsbureau in rekening te worden gebracht. Zo niet vergelijkt men appelen met peren. De hamvraag is dus eigenlijk wie wat doet. Dit blijft echter een federale materie.
Ik deel uw bekommernis. Laten we de bureaucratie zo eenvoudig mogelijk maken. Door de boetes komen er middelen binnen. Als er geen overtredingen zijn, komt er niets binnen, maar dan is er ook geen werk. Dat zou de ideale wereld zijn. Als er wel werk is, dan ben ik ervan overtuigd dat de opbrengst van de boetes hoger is dan de kosten van het werk dat eraan wordt besteed. Het is dus voor de overheid een rendabele operatie.
Dan is de vraag wie over welke middelen mag beschikken. We zouden tot een systeem moeten kunnen komen waarbij de gevallen waarin het niet tot een procedure komt, in de regio worden afgehandeld en de overeenkomstige middelen ter beschikking van de regio komen. Dat is op dit moment echter niet aan de orde.
Daarom pleit ik voor een zeer pragmatische aanpak, ook al om de burgers niet in verwarring te brengen. De federale overheid kan een deel van de inkomsten ristorneren in een boetefonds. Dat zou ertoe moeten leiden dat er niet minder maar meer politiemensen beschikbaar zijn voor ander werk. Anders zijn we fout bezig.
De discussie daarover is nog aan de gang. Ik heb begrepen dat de federale overheid die logica wil volgen, maar de vraag is hoever ze daarin wil gaan.
De voorzitter : De heer Verfaille heeft het woord.
De heer Jan Verfaille : Mijnheer de minister, uw partij zit ook in de federale regering. Ik stel voor dat u daar de nodige druk uitoefent om dit te bereiken. Als dat niet lukt, kan ik alleen hopen dat u deel uitmaakt van de volgende federale regering, zodat u er uw schouders onder kunt zetten en het tot een goede afloop komt.
Ik heb me weliswaar gebaseerd op krantenartikels, maar het is voor iedereen duidelijk dat de administratieve afhandeling in Nederland eenvoudiger is. Wij kunnen in onze eigen politiezone niet eens een administratief lid van de politie vragen de filmrolletjes te bekijken. Daar zouden maar problemen van komen omdat zo iemand niet gemandateerd is om dat te doen. Dat kan er dan weer toe leiden dat mensen naar de rechtbank stappen en hun boetes niet betalen. Het zou allemaal perfect door een administratieve kracht kunnen worden afgehandeld, maar dat mag niet. Er is dus nog werk aan de winkel.
Mijnheer de minister, ik hoor van heel wat collega's-burgemeesters, vooral uit West-Vlaanderen, dat ze blij zullen zijn met het cadeau van de onbemande camera's. Ze zien het immers niet zitten om de administratieve verwerking tot een goed einde te brengen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.