Commissie voor Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenarenzaken Vergadering van 19/02/2002
Interpellatie van de heer Jan Loones tot de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over het Vlaamse feestjaar 2002 en de viering van de 700ste verjaardag van de Guldensporenslag
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Loones tot de heer Dewael, minister president van de Vlaamse regering, over het Vlaamse feestjaar 2002 en de viering van de 700ste verjaardag van de Guldensporenslag.
De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, ik verontschuldig mij voor de opgelopen vertraging. Ik heb mijn vraag op 14 januari geformuleerd. Ik ergerde mij over het feit dat alle aandacht naar de euro ging en te weinig naar het feestjaar Vlaanderen 2002. Intussen liggen de kaarten enigszins anders en werd aan onze noden en verzuchtingen wat tegemoetgekomen. We weten nu dat 2002 een feestjaar is. Het feit dat mijn provincie een culturele hoofdstad heeft, heeft daar niet rechtstreeks mee te maken, maar het zit in dezelfde sfeer.
Knack brengt een merkwaardige reeks over 1302. Men blijft consequent bij de oude geschiedenis. Er zijn nog andere uitingen van belangstelling. De Vlaamse regering heeft de datum van 8 februari uitgetrokken om hierover te communiceren. Mijn vragen zijn daarmee min of meer beantwoord. Ik heb wel nog vragen over deze regeerformule. Een van de redenen waarom ik deze regeerformule heb gesteund, was dat andere partners, die tot nu toe te weinig bij het beleid waren betrokken, nu aan bod kwamen. Als ik naar de resultaten kijk, word ik steeds heen en weer geschud. Het bericht bijvoorbeeld, dat de heer Achten politiek directeur wordt van de grootste meerderheidspartij, vind ik prachtig. Ik lees even voor uit Brussel Deze Week van vorige week. De Brusselse historicus, de heer Jacobs, schrijft : 'Was Luc Van den Brande niet gevallen, dan hadden wij een grote, bombastische vertoning gehad. Paars-groen vervalt in het andere uiterste. Ze voeren de hele boel af en behouden alleen waartoe ze verplicht zijn. Ze gooien het kind met het badwater weg.' U zult het hier niet mee eens zijn, maar deze mening leeft heel zeker.
In uw opiniestuk van zaterdag in De Standaard staat een deel van onze ongerustheid verwoord. Het gaat over de kritiek op het buitenlands beleid. U zegt dat u het met de kritiek niet eens bent en dat imagebuilding niet langer het uitgangspunt van het Vlaams beleid moet zijn. Resultaten boeken is belangrijker dan laten zien dat men er staat.
Voor ons is imagebuilding nog altijd zeer belangrijk. Hierin worden wij gesteund door de recente publicatie 'De Belgische natie viert' van de heer Janssens, uitgegeven bij de universitaire pers Leuven. Hij ontleedt hoe België getracht heeft - maar er niet in is geslaagd - om via nationale feesten de 'belgitude' aan te kweken. In de inleiding haalt hij de strategen aan : 'Il faut un culte extérieur à cette religion, qui s'appelle l'amour de la patrie. Tous les peuples, les peuples libres surtout, en ont compris l'importance et la nécessité. Il n'en est pas un qui n'ait consacré certains jours à rendre un solennel hommage aux glorieux événements du passé.' Wij betwisten dit ook niet. De afgelopen decennia groeide er een levendige belangstelling voor de politieke betekenis en de functie van feesten. We hebben feesten nodig voor de opbouw van samenhorigheid en natievorming. De onderliggende reden is dat men die natie wenst om een beter beleid mogelijk te maken. Dit is onze motivering om de viering 700 jaar Guldensporenslag in te richten. Het gaat om veel meer dan het vieren van een verjaardag.
In het programma vinden wij elementen terug die ons verheugen. Men wil bijvoorbeeld de feestelijkheden uitbreiden naar de 308 Vlaamse gemeenten. Ik heb wel een vraag over de buurtencheques. Voor de invulling van de grote vieringen in Brussel zelf werd een VZW aangesteld, onder de coördinatie van de heer Demeulemeester. Gaat het om de VZW Brugge 2002? Wordt er door de VZW Anno '02 nog overleg gepleegd over de invulling van de viering van de Vlaamse feestdag?
De viering van dit feestjaar zou men in de verschillende beleidsdomeinen moeten terugvinden. Nu lijkt het alsof men er zich vanaf maakt door alles over te hevelen naar de VZW Elfdaagse Vlaanderen-Europa 2002. Ik vind geen algemene Vlaamse verantwoordelijkheid terug. Dit zou nochtans gemakkelijk mogelijk zijn. Bij de aanvang van het jaar heb ik aan de verschillende ministers schriftelijke vragen gesteld. Ik heb getracht mijn vragen te diversifiëren. Wij verwachten van u dat u de stelling ondersteunt dat imagebuilding zeker nodig blijft.
Mijnheer de minister-president, gisteren kondigde u aan dat het project 'Kleurrijk Vlaanderen' in een nieuwe fase is beland. Hier liggen mogelijkheden.
U hebt met uw beleid al een aantal van mijn oorspronkelijke vragen beantwoord. Niettemin ben ik zeer benieuwd naar uw mening over deze zaak.
Minister-president Patrick Dewael : Mijnheer de voorzitter, collega's, de regering heeft de beslissingen uit vorige legislaturen steeds gerespecteerd. De werking van de VZW Vlaanderen-Europa 2002, die de vorige regering oprichtte, werd gehandhaafd. Ze leverde verdienstelijk werk en zal instaan voor de feestelijkheden in dit bijzondere jaar.
Mijnheer Loones, de viering is niet alleen een bezinning over de Vlaamse geschiedenis, maar ook een vooruitblik. 'Kleurrijk Vlaanderen' biedt de bevolking de kans bij te dragen aan een langetermijnvisie op Vlaanderen. Op die manier krijgen de feestelijkheden ook een eigentijds karakter. Ik neem dit toekomstdebat zeer ernstig.
Imagebuilding is belangrijk, maar geen doel op zich. Een imago mag geen vlag zonder lading zijn. We hebben een sterk product, dat we zeker kunnen promoten, maar zoiets moet met mate gebeuren.
'Vlaanderen feest' is het officiële motto voor 2002. De top van de piramide is een manifestatie op de Brusselse Grote Markt. Daarnaast zijn er activiteiten in de vijf provinciehoofdsteden en in een aantal grensgemeenten, onder meer Hoegaarden, Voeren, Menen en Essen. Op lokaal niveau maken we de steden en gemeenten warm om zelf evenementen te organiseren en de 11-juliviering nieuw leven in te blazen. Ze zijn daar effectief toe bereid. Het doel is dat er buurtfeesten worden gehouden die de mensen uit hun huis lokken en de verbondenheid in de wijk bevorderen.
Wat de begroting betreft, beschikken we over een jaarlijkse subsidie van 551.000 euro voor de 11 juliviering en een eenmalig bijkomend bedrag van 962.000 euro. Dat geld gaat naar extra vaste kosten, communicatie, de buurtfeesten en de evenementen in de provinciehoofdsteden en grensgemeenten. Gages voor optredens en de kosten van de logistieke ondersteuning slokken het grootste deel ervan op. Vanzelfsprekend moeten de buurtfeesten die in aanmerking komen voor een subsidie, in overeenstemming zijn met het officiële concept. De precieze regeling werd vastgelegd in een reglement.
De viering kan een succes worden, op voorwaarde dat we de 308 steden en gemeenten zo goed mogelijk sensibiliseren. De inspiratie voor de buurtfeesten is gedeeltelijk ontleend aan Le Grand Pique-nique in Frankrijk, waaraan de bevolking enthousiast participeerde. Minister Stevaert was met zijn barbecuecheques om de verzuring tegen te gaan, een voorloper op stedelijk niveau. Het moet immers niet gaan om een feest dat zich beperkt tot een aantal hoofdsteden en provinciehoofdsteden. Het moet gaan om een feest dat tot in de verste uithoek van Vlaanderen actief wordt gevierd door de bevolking. Dan kan 11 juli 2002 een succes worden en kan er een traditie ontstaan waarbij 11 juli elk jaar een feestdag is.
Om van een echte feestdag te kunnen spreken, zal 11 juli een officiële feestdag moeten worden. Ik ben daar voorstander van en ik heb in dat verband al wat contacten gelegd op federaal niveau, maar eenvoudig is het niet. Er zijn bepaalde procedures bij de Nationale Arbeidsraad. Toch moeten we ernaar streven om van 11 juli een officiële feestdag te maken. Dat is een conditio sine qua non om 11 juli tot een volksfeest te laten uitgroeien.
De voorzitter : De heer Loones heeft het woord.
De heer Jan Loones : Ik denk inderdaad dat 11 juli een prachtige feestdag kan worden. Het Vlaanderenfeest mag niet verborgen blijven. In Frankrijk wordt de nationale feestdag altijd uitbundig gevierd en de Franse vlag is daarbij niet weg te denken. Symboliek is geen uitgangspunt van een beleid, maar bij een feest moet de verbondenheid wel voelbaar zijn.
Mijnheer de minister-president, minister Stevaert is hier al vermeld. Hij heeft massaal Hasseltse vlaggen aangekocht en die gratis ter beschikking gesteld van de inwoners van Hasselt. Misschien kunnen we dat met de Vlaamse vlag ook doen. Een vlag maakt duidelijk in welke context een feest moet worden geplaatst. Dat bespaart feestvierders een aantal lange speeches. Als het symbool aanwezig is, moet de context niet expliciet worden geschetst.
De voorzitter : Het incident is gesloten.