Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 24/01/2002
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de kinderopvang in de gesubsidieerde sector
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van den Eynde tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de kinderopvang in de gesubsidieerde sector.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de minister, in het beleidsplan voor kinderopvang hebt u gekozen voor een tweesporenbeleid. Enerzijds opteert u voor een toename van het aantal opvangplaatsen in de gesubsidieerde sector, anderzijds kiest u ervoor om ook de particuliere sector aan te sporen tot het creëren van nieuwe opvangplaatsen. De raad van bestuur van Kind&Gezin neemt in dit verband bij het begin van elk jaar een principiële beslissing over het aantal plaatsen in de gesubsidieerde sector. 2.500 plaatsen werden vooropgesteld, doch voor 2001 werden er 350 bijkomende kinderopvangplaatsen gecreëerd in de kinderdagverblijven en 650 in de dienst voor onthaalgezinnen. In de particuliere opvanginstellingen werden 1.500 bijkomende opvangplaatsen geteld.
De OCMW´s krijgen steeds minder subsidies en proberen toch dezelfde dienstverlening aan de bevolking te garanderen. Ook de gemeenten krijgen het in financieel opzicht steeds moeilijker. Ik denk hierbij aan de Vlarem-wetgeving voor zwembaden die een serieuze hap uit de begroting heeft opgeslorpt, en aan de politiehervormingen die eveneens een meerkost betekenen voor de gemeenten. Hierdoor zullen gemeentebesturen - gezien hun minder rooskleurige financiële toestand - minder geneigd zijn om de gemeentelijke toelagen aan het OCMW te verhogen. Dit leidt tot grote besparingsacties, ook en vooral in de OCMW´s.
Nu blijkt dat in de gemeente Kontich besparingen worden doorgevoerd in de kinderkribbe. In het kinderdagverblijf ´t Brugske wordt een afdeling gesloten. Dit betekent dat het aantal kinderen die in de kinderkribbe opgevangen kunnen worden, met 16 vermindert. Nochtans bestaan er nog steeds wachtlijsten om kindjes in deze kribbe te kunnen opvangen. De vraag is dus nog steeds groot, maar het aanbod wordt verminderd. Dit alles als gevolg van besparingen.
Is het volgens u aangewezen dat OCMW's besparingen doorvoeren in de kinderopvang, terwijl er een tekort is aan kinderopvang in Vlaanderen? Strookt de afbouw van een openbare kinderkribbe met uw beleidsplan? Hoe zult u hiermee omgaan? Op welke manier wilt u de kinderkribben van OCMW´s in de toekomst financieel ondersteunen, gezien hun hoge werkingskosten die volgens hen onvoldoende gesubsidieerd worden door Kind&Gezin?
Sta me toe nog even het volgende cijfer mee te geven : de kinderkribbe in Kontich kost per kinderopvangplaats 5.060,77 euro aan de Kontichse gemeenschap.
De voorzitter : Mevrouw Van Den Heuvel heeft woord.
Mevrouw Ria Van Den Heuvel : Ook ik ben op de hoogte van de plannen van het gemeentebestuur van Kontich. Om een of andere financiële reden wil dat bestuur een aantal besparingen doorvoeren en onder meer aan het OCMW van Kontich opleggen. Er zijn dus niet alleen de besparingen in het kinderdagverblijf. Er zijn zelfs plannen om de prijzen van de schoonmaakhulp op te drijven. Ook de thuiszorgtoelage voor zwaar behoevenden zou zo goed als afgeschaft worden.
De subsidies aan privé-diensten voor gezins- en bejaardenhulp vanuit de lokale overheid zouden afnemen. Het leerwerkatelier van langdurig werklozen zou ook worden stopgezet. Ik weet dat bevriende fracties een aantal zaken ongedaan willen maken. Het zou dus een zeer omstreden beslissing zijn. Van de kinderdagverblijven zou men zelfs een derde van de geplande plaatsen afschaffen. Dat is heel jammer. We hebben daarstraks nog gediscussieerd over het geboorteaantal, kinderwensen, enzovoort. We zijn overtuigd van het belang van kinderopvangplaatsen om het geboortepeil te behouden of, beter nog, te laten stijgen.
Als die beslissing over de autonomie van lokale besturen wordt genomen, zou dat een slecht voorbeeld zijn, omdat in heel die besluitvorming de zwakkere groepen uit de boot dreigen te vallen. Ik sluit me dus aan bij de vraagsteller.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Ik stel vast dat heel wat jonge mensen met een kinderwens moeilijk kinderopvang vinden. Vaak moet men zich al bij het begin van de zwangerschap inschrijven, laat staan dat men nog een keuze zou hebben. Ik ondersteun de vraag om organisaties extra te stimuleren en middelen te geven om meer plaatsen voor kinderopvang in de gesubsidieerde sector te organiseren.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw de voorzitter, het gaat over een zeer plaatselijk dossier. De uitbreiding van de plaatselijke kinderopvang is bezig. In 2001 zijn de vooropgestelde 1.500 plaatsen in de particuliere sector ruimschoots gehaald. Er zijn ook meer dan 1.000 plaatsen in de maak door het toekennen van een principieel akkoord aan diensten voor opvanggezinnen en kinderdagverblijven. Eén geval dat nog niet is gerealiseerd, kan het totale plan voor kinderopvang niet in gevaar brengen.
Navraag bij K&G leert mij dat het OCMW van Kontich formeel nog geen enkel signaal heeft gegeven over een mogelijke afbouw. Vermits het om een gesubsidieerd kinderdagverblijf gaat, moet een afbouw worden gemeld. Op dit moment hebben wij daarover nog niets vernomen.
U zult begrijpen dat het voor mij onmogelijk is op de specifieke situatie in Kontich in te gaan, zolang ik formeel nog geen beslissing over een mogelijke afbouw heb vernomen. Ik zou het betreuren als men in een gemeente bespaart op kinderopvang, omdat dat steeds meer een collectieve verantwoordelijkheid is van de lokale en de Vlaamse overheid. De lokale overlegraden moeten de nood detecteren. Als ik het goed begrijp, is die nood in Kontich niet gelenigd. Het zou jammer zijn als men aan een afbouw denkt.
Het zou, vervolgens, niet eerlijk zijn te zeggen dat de subsidiëring van de kinderdagverblijven ontoereikend is, omdat de Vlaamse Intersectorale Akkoorden een belangrijke impuls hebben gegeven aan de leefbaarheid en de versterking van de positie van de openbare kinderdagverblijven. Sinds de toepassing van de richtlijn-Kelchtermans was er een verschil tussen de gesubsidieerde loonkost door de Vlaamse overheid, en de loonkost die op basis van die richtlijn in de gemeente werd bepaald.
Door de loonharmonisering door de VIA zijn de lonen van de kinderverzorgsters die in de gesubsidieerde vrije sector werkten, opgetrokken tot een hoger loonniveau. Dat betekent dat ook die gemeentelijke kinderdagverblijven meer subsidies ontvangen voor hun personeel. Het tekort kan, in tegenstelling tot dat in andere sectoren, zoals ziekenhuizen, minder op het gemeentebudget wegen. De openbare kinderdagverblijven worden dank zij het VIA beter gesubsidieerd. Er is dus geen reden om af te bouwen.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen van den Eynde : Ik wil niet alles op een hoop gooien, zoals mevrouw Van Den Heuvel dat doet. Het leerwerkatelier kan toch op de steun rekenen van de voltallige gemeenteraad en het OCMW. Langlopende projecten moet soms wel nieuw leven worden ingeblazen.
Er is echter ook een ander probleem. Het aantal door de openbare besturen gesubsidieerde kinderopvangplaatsen in het Antwerpse is relatief laag. Het OCMW van Kontich heeft als één van de weinige gemeenten in die regio twee opvangcentra in beheer. Dat kost ook veel. Blijkbaar was de kinderkribbe vroeger niet erkend door K&G. Achteraf werd deze wel erkend, maar zorgde de verloning van de kinderverzorgsters bij de RSZ en het bijzonder kinderbijslagfonds voor problemen. Kontich heeft daardoor nog steeds minder inkomsten. Het OCMW van Kontich moet elk jaar ongeveer 400.000 euro ophoesten om de kinderkribben te kunnen blijven onderhouden. Enerzijds moet er voldoende opvang worden aangeboden, anderzijds moeten ook de kosten worden betaald.
Minister Mieke Vogels : Gemeenten roepen altijd om lokale autonomie. De gemeente kan via haar belastingen eigen politieke prioriteiten leggen. Voor zover ik weet, is Kontich niet de armste gemeente van het arrondissement Antwerpen. Het hangt er dus vanaf welke prioriteiten men daar legt.
De voorzitter : Het incident is gesloten.