Commissie voor Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenarenzaken Vergadering van 19/02/2002
Interpellatie van de heer Dominiek Lootens-Stael tot de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de medewerking van de minister-president aan het colloquium Van Blok tot Bouwsteen van de organisatie Extreem-rechts? Neen bedankt!
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Lootens-Stael tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de medewerking van de minister-president aan het colloquium Van Blok tot Bouwsteen van de organisatie Extreem-rechts? Neen bedankt!
De heer Lootens-Stael heeft het woord.
De heer Dominiek Lootens-Stael : Mijnheer de voorzitter, ik verontschuldig mij voor de moeilijkheden die deze interpellatie met zich heeft meegebracht. Verschillende factoren lagen aan de basis van het uitstel. Deze interpellatie is echter niet verjaard, want ze dient de toekomst.
Onlangs organiseerde de Louis Paul Boonkring, samen met het Brusselse extreem-linkse initiatief Extreem-rechts? Neen bedankt!, in het federaal parlement een colloquium dat Van Blok tot Bouwsteen werd genoemd. Extreem-rechts? Neen bedankt! is een samenraapsel van allerhande onverdraagzame, extremistische, linkse groepen dat als enig doel het monddood maken van het Vlaams Blok, en bijgevolg ook van een derde van de Vlamingen in Brussel, in het vaandel draagt. Dit blijkt uit de teksten van het colloquium waar het Vlaams Blok herhaaldelijk met naam en toenaam wordt genoemd. Plat poujadisme en leugens worden hier niet geschuwd. Dat tast de geloofwaardigheid van het colloquium aan, dat in december in het parlement werd gehouden.
Ik verwijs naar verschillende uitspraken. Het Vlaams Blok zou punten zoals het vreemdelingenprobleem en veiligheid op de agenda hebben geplaatst en hierdoor een rechtse dictatuur hebben gevestigd. Dit soort onzin werd op het colloquium verkondigd. Er werd een werkmap voorgesteld. Ik citeer uit de teksten : 'De map legt op duidelijke manier uit hoe je het Vlaams Blok juridisch kan bestrijden.' Dit betekent dat men ervoor zorgt dat in Brussel de enige Vlaamse oppositiepartij wordt uitgeschakeld. Deze gevaarlijke politieke spelletjes doen mij denken aan de donkere, fascistoïde bladzijden uit de Europese geschiedenis. Het is merkwaardig dat de minister-president aan dit extremistisch initiatief zijn medewerking heeft verleend.
In het programma van het colloquium stond zijn slottoespraak aangekondigd, samen met een Waals PS senator. Men kan verwachten dat de minister-president van de Vlaamse Gemeenschap minister-president zou zijn van alle Vlamingen. Blijkbaar is dat niet het geval. Hij werkt mee aan een initiatief dat als doel heeft een derde van de Brusselse Vlamingen politiek monddood te maken. De voorzitter van de Kamer en zijn partijgenoot, de heer De Croo, heeft dit intussen begrepen. Hij heeft toegegeven dat het toekennen van een zaal aan deze organisatie gebeurd is op basis van een vage brief. Hij was niet op de hoogte van de werkelijke draagwijdte van het gebeuren. Hij heeft benadrukt dat het gebruik van de congreszaal in het Huis der Parlementariërs niet is toegestaan aan organisaties of activiteiten die duidelijk tegen een in de Kamer vertegenwoordigde partij zijn gericht.
Er zijn dus twee mogelijkheden. Ofwel is de minister-president ook om de tuin geleid en wist hij niet dat het om een antidemocratisch, extremistisch initiatief ging en hoop ik dat hij erop zal toezien dat hij in de toekomst niet meer wordt misleid. Ofwel wist hij waaraan hij meewerkte en dan zou het fatsoenlijk zijn mocht hij in plaats van zijn functie nog langer ten schande te maken, ontslag nemen als minister president en de functie overlaten aan iemand die wel bereid is om minister-president van alle Vlamingen te zijn.
Op welke manier, mijnheer de minister-president, hebt u aan het colloquium deelgenomen?
De voorzitter : Minister-president Dewael heeft het woord.
Minister-president Patrick Dewael : Mijnheer de voorzitter, ik had mijn medewerking aan het colloquium Van Blok tot Bouwsteen op 10 december 2001 in het Huis der Parlementariërs toegezegd. Aan dit colloquium namen mevrouw Mellaerts, die de presentatie voor haar rekening nam, professor Wildemeersch, professor Blommaert en de heer Cornil, eveneens deel. Op het laatste moment is mijn deelname omwille van dringende ambtelijke verplichtingen verhinderd. Ik heb mij door mijn woordvoerder laten vervangen, die de toespraak die ik had voorbereid in mijn naam heeft uitgesproken.
Het colloquium werd door het initiatief Extreem-rechts? Neen bedankt! voorbereid. Beweren dat deze organisatie van extreem-linkse signatuur zou zijn, laat ik voor rekening van de interpellant. Voor de vertegenwoordigers van het Blok wordt al wat niet Vlaams Blok is, per definitie links, extreem-links of cryptocommunistisch genoemd. Deze organisatie zou meewerken aan de uitsluiting en 'het monddood maken van een derde van de Brusselse Vlamingen'. Deze bewering van de interpellant raakt kant noch wal. Het vormt een illustratie van de demagogische redeneringen die het Vlaams Blok kenmerken en die ik in mijn publicatie 'Wederzijds respect' heb uitgelegd en veroordeeld.
Extreem-rechts? Neen bedankt! verzet zich wel tegen het verder verspreiden van het extreem-rechtse gedachtegoed, zoals dit in Vlaanderen door het Vlaams Blok wordt verdedigd. Ik verzet mij tegen de verspreiding van elk extremistisch gedachtegoed dat niet van de gelijkheid van mensen of van het respect voor elke mens uitgaat. Het ideeëngoed van uw fractie is extremistisch en daarom bestrijd ik het. In mijn toespraak noemde ik deze strijd mijn liberale, democratische en humanistische plicht.
In het licht van hetgeen ik op uw eerste vraag heb geantwoord, zal het duidelijk zijn dat ik de twee volgende vragen eveneens negatief beantwoord.
De voorzitter : De heer Lootens-Stael heeft het woord.
De heer Dominiek Lootens-Stael : Mijnheer de voorzitter, het volstaat na te gaan welke mensen de organisatie Extreem-rechts? Neen bedankt! bevolken om te weten waarover het gaat. Men kan zich vragen stellen bij een organisatie die als enige bestaansreden het bestrijden van een politieke partij, bovendien de enige Vlaamse oppositiepartij in Brussel, heeft en met het geld van de belastingbetaler wordt gefinancierd. Het antidemocratisch karakter van dergelijk initiatief is reeds aangetoond.
Als persoon staat het de heer Dewael natuurlijk vrij om aan eender welk colloquium deel te nemen, maar het is ongehoord dat de minister-president van Vlaanderen aan zoiets meewerkt. Hij hoort de minister president van alle Vlamingen te zijn.
De voorzitter : Het incident is gesloten.