Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 25/10/2001
Vraag om uitleg van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de middelen van de Nationale Loterij in de welzijnssector
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van Cleuvenbergen tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de middelen van de Nationale Loterij in de welzijnssector.
Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega's, dit parlement vraagt al lang om de middelen van de Nationale Loterij naar de gemeenschappen over te brengen. Die terechte vraag is opgenomen in een hele reeks moties en resoluties die de voorbije vijf jaar werden goedgekeurd. We stellen immers vast dat de toewijzing van middelen van de Nationale Loterij aan instellingen vaak indruist tegen het Vlaams belang en het Vlaams beleid.
Recent werd beslist om de middelen van de Nationale Loterij via de gewesten en de gemeenschappen te verdelen. De voorzieningen die voor hun investeringen maar ook voor hun gewone werking van de middelen van de Nationale Loterij afhankelijk zijn, stellen zich de vraag hoe het zit voor volgend jaar. Vlaanderen roept deze voorzieningen op om hun management te verbeteren. Iedereen werkt aan zijn begroting, maar men worstelt met de levensgrote vraag hoe het zit voor 2002. Tijdelijke oplossingen zoals de verdeling van middelen via de Nationale Loterij werken op langere termijn contraproductief ; een regulier beleid biedt meer zekerheid.
Ik heb vernomen dat nog niet is beslist hoe de middelen tussen de gemeenschappen en de gewesten worden verdeeld. Ik veronderstel dat Vlaanderen dat allemaal in een pot zal steken, ten bate van de Vlaamse Gemeenschap. Moeten we echter niets regelen voor Brussel?
Mevrouw de minister, hoe zal Vlaanderen de middelen voor welzijn, cultuur, gezondheid en milieu verdelen? En hoe zal de verdeling er uitzien voor bijzondere jeugdzorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, enzovoorts? Welke middelen ontvangt de minister vanaf 1 januari 2002 van de Nationale Loterij ter ondersteuning van voorzieningen waarvoor ze is bevoegd? Het is ook interessant te weten wanneer de middelen worden gestort. Gebeurt dat in januari, december, of ergens tussenin? Hoe zullen deze middelen in 2002 aan de verschillende gelijke kansen- en welzijnssectoren worden toegewezen?
De voorzitter : Mevrouw Van Den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Ria Van Den Heuvel : Het is nuttig om weten hoe deze verdeling zal verlopen. Ik heb bijvoorbeeld van een bedrag van 600 miljoen frank gehoord dat door de Lotto in de gehandicaptensector wordt ingezet. Het gaat blijkbaar om grote bedragen.
Mevrouw Marijke Dillen : Mevrouw de voorzitter, ik sluit mij gedeeltelijk bij deze vraag aan. De verenigingen waar gelden aan worden overgemaakt hebben het recht om te weten wanneer dit wordt doorgestort, maar ik ga niet akkoord met het pleidooi dat deze verenigingen op permanente basis uit de middelen van de Nationale Loterij moeten kunnen putten. Het is niet omdat in het kader van een bepaald project een vereniging middelen krijgt, dat het evident is om op permanente basis aanspraak te maken op deze middelen. De verenigingen moeten weten dat deze middelen er niet zomaar zijn en dat zij hun begroting als een voorzichtige huisvader moeten opstellen.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Het gaat om geld voor investeringen en projecten, maar ik stel vast dat heel wat voorzieningen voor verenigingsbeleid ook middelen krijgen.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : De middelen die aan de Vlaamse Gemeenschap werden toegekend voor onze sectoren waren in het jaar 2000 voor personen met een handicap 254 miljoen frank, bijzondere jeugdbijstand 11 miljoen frank, rusthuizen 38 miljoen frank, Kind en Gezin bijna 22 miljoen frank. In totaal bedroegen de middelen 326.396.161 frank.
Daarnaast zijn er de gedeelde middelen, wat de rubriek 00 wordt genoemd. Het opvangtehuis Payoke krijgt 4,5 miljoen frank, de migranten krijgen 108.135.000 frank, toegewezen voor Vlaanderen en Brussel voor verdeling aan het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Het centrum verdeelt de middelen na advies van Vlaanderen en Brussel. Verder wordt er 23.417.000 frank toegewezen aan Vlaanderen voor armoedebestrijding, verdeeld via een federale en gemeenschaps-IKW. Samen gaat het om ongeveer een half miljard frank.
Door de goedkeuring van het Lambermontakkoord zullen de middelen van de Nationale Loterij aan Vlaanderen worden toegewezen. Vlaanderen zal de criteria voor verdere verdeling opleggen. Wij willen verder inspelen op de resoluties en standpunten van het Vlaams Parlement. Zo is het niet goed dat er naast het Vlaams beleid nog federale middelen worden toegeschoven en dat, nu deze middelen naar Vlaanderen gaan, dit geen Vlaamse 'cadeaupotjes' mogen worden.
Deze middelen moeten volledig in het budget worden geïntegreerd. Tijdens de overgangsperiode moeten de voorzieningen evenwel ongemoeid blijven. In 2002 zullen de beslissingen immers nog niet allemaal zijn genomen. Daarom heeft de Vlaamse regering in het addendum bij het Lambermontakkoord beslist om de bestaande verdeling van de middelen door de Nationale Loterij voor het jaar 2002 over te nemen en de geldende betoelagingscriteria te handhaven. Het jaar 2002 wordt een overgangsjaar. We kunnen iedereen geruststellen dat er in 2002 niets zal veranderen. Ik onderhandel op dit moment met de Nationale Loterij om aan de betrokken organisaties een gezamenlijke brief te richten, zodat zij op korte termijn zijn gerustgesteld en weten dat er voor 2002 geen probleem is.
De middelen die wij vanaf 1 januari 2002 zullen ontvangen, zijn afhankelijk van de winst van de Nationale Loterij. Als deze ´on-line casino's´ veel succes hebben, krijgen we meer geld. In de Lambermontakkoorden is bepaald dat 59,135 percent, na federale voorafname, aan Vlaanderen wordt gegeven. Dit bedrag wordt via een vaste verdeelsleutel over de verschillende programma's verdeeld, zoals dit voor het jaar 2002 in het koninklijk besluit van 24 januari 1997 is voorzien. In 2002 zullen we een parallelle oefening moeten doen. Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven om de projecten te inventariseren en de aard van de subsidieposten en de te handhaven criteria op te stellen.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Er zal een overgangsperiode nodig zijn. We laten alles best een jaar rusten om het dossier grondig voor te bereiden. Deze middelen moeten inderdaad zoveel mogelijk regulier zijn. Mevrouw Dillen, ik bedoel daar niet mee dat alleen de voorzieningen die nu iets krijgen, in de toekomst in aanmerking moeten worden genomen.
Het zou wel een goed idee zijn een pot vrij te maken voor innovatieve middelen. Middelen voor ouderen- of gehandicaptenzorg houden telkens een voorafname in. Het zou eenvoudiger zijn hiervoor de middelen van de Koning Boudewijnstichting te gebruiken en de rest te regelen via een regulier beleid.
Incentives zijn belangrijk, op voorwaarde dat men geen half jaar nodig heeft om een project uit te schrijven.
De voorzitter : Het incident is gesloten.