Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid Vergadering van 16/10/2001
Interpellatie van de heer Johan De Roo tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de financiële gevolgen van de politiehervorming voor de gemeenten
Interpellatie van de heer Erik Matthijs tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de dreigende problemen voor de gemeentelijke begroting en de inplaatsstelling van de lokale politie
Vraag om uitleg van de heer Etienne Van Vaerenbergh tot de heer Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de werking van de politiezones
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde interpellaties van de heer De Roo tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de financiële gevolgen van de politiehervorming voor de gemeenten en van de heer Matthijs tot minister Van Grembergen, over de dreigende problemen voor de gemeentelijke begroting en de inplaatsstelling van de lokale politie, met daaraan toegevoegd de vraag om uitleg van de heer Van Vaerenbergh tot minister Van Grembergen, over de werking van de politiezones.
De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, sinds ik mijn interpellatie bij deze commissie heb ingediend, is er alweer een en ander veranderd. Er zijn inzake de politiehervorming een aantal belangrijke uitspraken gedaan die ons verheugen.
Ik begin met een citaat van twee Waalse politici. Tijdens de Waalse Feesten zei de PS-voorzitter dat de gemeenten de politiehervorming niet betalen. Ook de minister van Binnenlandse Zaken heeft reeds herhaaldelijk gezegd dat de politiehervorming de gemeenten niets zou kosten. Ook uw voorganger, minister Sauwens, hanteerde de woorden 'budgettair neutraal'. Volgens de PS-voorzitter wordt het een catastrofe als de gemeenten moeten bijpassen, want dan moeten de gemeentebelastingen stijgen of moet de veiligheid worden teruggeschroefd.
Ook de heer Eerdekens, Kamerfractieleider van de Waalse socialisten, vindt de politiehervorming een financieel fiasco. Hij zegt : 'Een hervorming met zoveel uitgaven voor de gemeenten en zo weinig middelen kan niet werken. Het plan zorgt voor 25 miljard frank meeruitgaven zonder dat er meer agenten komen of een betere veiligheid wordt gegarandeerd. We stevenen af op een totale mislukking.´
Ook een burgemeester uit Leuven zegt : 'De politiehervorming is catastrofaal duur, en in ruil daarvoor zullen we een slechtere dienstverlening krijgen.´
Tijdens de interpellatie van de heer De Roo vorige week heeft minister Van Grembergen duidelijk gezegd dat het niet kan dat de Vlaamse budgettaire ruimte wordt opgesoupeerd door federale dictaten. Er is, volgens de minister, 3,8 miljard frank meer nodig voor de politiehervorming, waarvan 2,5 miljard frank voor Vlaanderen.
Even belangrijk als deze uitspraak was die van de minister-president tijdens het weekend. Volgens de nieuwe begrotingsinstructies van de Vlaamse regering aan de steden en gemeenten zouden de gemeenten in hun meerjarenplannen voor 2003-2005, die voor de begroting 2002 moeten worden ingediend, geen extra geld moeten uittrekken voor de politiehervorming. De Vlaamse regering neemt de federale premier op zijn woord en beveelt de gemeenten geen rekening te houden met de meerkosten van de politiehervorming. De minister-president zegt : 'De premier heeft zich in de federale beleidsverklaring geëngageerd voor de budgettaire neutraliteit, en dat kan alleen maar betekenen dat ofwel de kosten verminderd worden, of de tussenkomst vergroot.'
Mijnheer de minister, zult u uw federale collega om duidelijkheid vragen zodat we een waarheidsgetrouwe begroting kunnen opstellen? Hoe zit het met de vergoeding van de rekenplichtigen? Moeten er registratierechten worden betaald op de overheveling van de gebouwen? Zullen de Gesco's blijvend gesubsidieerd worden als ze administratief werk of werk voor de politie verrichten? Ten wiens laste vallen de patronale bijdragen van het Calog-personeel?
Net als heel wat collega's die verantwoordelijkheid dragen in bepaalde steden en gemeenten, wens ik een realistische en correcte begroting op te stellen, met de juiste lasten voor de burgers en de juiste beleidsopties. Kunt u hierover duidelijkheid scheppen?
De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de heer Matthijs heeft de hele problematiek reeds grondig geschetst. Niettemin wil ik er nog een aantal zaken aan toevoegen.
De regering heeft ons in het parlement, zowel tijdens de plenaire vergadering als tijdens commissievergaderingen, steeds voorgehouden dat de politiehervorming een neutrale operatie zou zijn voor de gemeenten en steden. De minister stak daarvoor zijn hand in het vuur. Goedgelovig als we meestal zijn, konden we niet anders dan dit te geloven. Nochtans hebben we hier steeds heel wat vragen bij gehad.
Een aantal federale beslissingen hebben een negatieve invloed op de gemeentefinanciën. U hebt dat zelf bevestigd, mijnheer de minister, in uw antwoord op een interpellatie over het Gemeentefonds. Ik wil ook verwijzen naar het interview in het blad De Gemeente op 16 juli 2001, waarin u stelt dat na overleg met alle burgemeesters en gemeentesecretarissen onder leiding van de diverse gouverneurs, het grote punt van ongerustheid en onzekerheid voor de gemeentebestuurders steeds terugkomt, namelijk die kost voor de politiehervorming. Er werd steeds gezegd dat de politiehervorming neutraal zou zijn, maar dat is ze niet, zegt u. Dit is eigenlijk het kernpunt van de ontevredenheid : de financiële gevolgen van die hervorming kunnen al gauw tot een miljoenendeficit leiden.
Alle lokale besturen zijn momenteel bezig met de voorbereiding van hun begroting 2001. Daarbij worden ze geconfronteerd met tal van meeruitgaven die ze zeer moeilijk onder controle krijgen.
Op initiatief van het streekplatform in het Meetjesland, waar elf gemeenten deel van uitmaken, hebben we heel nauwgezet een rekenoefening gemaakt, onder de verantwoordelijkheid van de gemeenteontvangers. Op basis van nog onvolledige gegevens zullen alle gemeenten uit het Meetjesland samen ongeveer 100 miljoen frank meer op tafel moeten leggen voor de financiering van de politie. Het gaat hierbij om een berekening van de afgelopen weken, waarbij dus geen rekening wordt gehouden met de verklaringen van de federale premier in het parlement en met de beslissingen die door de Vlaamse regering zouden zijn genomen.
Als we het bedrag opsplitsen moet Aalter 5,4 miljoen frank opleggen, Eeklo 16 miljoen frank - en volgens de heer Matthijs is dit ondertussen opgelopen tot meer dan 18 miljoen frank -, Kaprijke ongeveer 10 miljoen frank, Knesselare 3,5 miljoen frank, Maldegem 18,7 miljoen frank en Sint-Laureins ongeveer 9 miljoen frank. Er zijn nog geen gegevens over Assenede, Lovendegem, Nevele en Waarschoot. De totale raming is echter 100 miljoen frank. Deze gemeenten kunnen dit bedrag dus niet besteden aan andere zaken.
Ik heb hier het voorbeeld aangehaald van een tiental gemeenten. In Vlaanderen zijn er 308. Als de meerkost van de politiehervorming voor alle gemeenten van de orde is zoals voor die 10 gemeenten, dan zal de toezegging van 1,9 miljard frank door de federale premier onvoldoende zijn. Zoals minister Van Grembergen vorige week heeft gezegd, is er voor Vlaanderen alleen al minstens 2,5 miljard frank nodig.
Als ik er de pers op nasla, kan ik ofwel niet goed lezen, ofwel weet ik niet goed hoe alles in elkaar zit. Op het federale vlak stelt men dat de politiehervorming opnieuw zal worden bekeken en de evaluatie zal worden vervroegd. Premier Verhofstadt heeft in zijn regeringsverklaring van vorige week gezegd dat er geen misverstanden mogen bestaan. 'De politiehervorming is volledig uitgevoerd zoals gepland. De regering wil niet blind zijn voor het feit dat in vele gemeenten de hervorming geleid heeft tot operationele problemen'.
Hij spreekt daarbij niet over financiële moeilijkheden. Verder zegt hij dat er 'soms zelfs personeelstekorten zijn. De regering wil daarom de voorziene evaluatie vervroegen van eind 2002 naar eind dit jaar. Op basis van die gegevens zal de regering een aantal grondige aanpassingen doorvoeren om meerkosten voor de gemeenten vermijden'.
In de kranten staat dat de regering 1,9 miljard frank meer zou willen besteden. Blijkbaar heeft ze dan toch ingezien dat er nog een bijkomende inspanning nodig is omdat de hervorming geen nuloperatie inhoudt. Ik betwijfel echter sterk dat dit bedrag zal volstaan.
Mijnheer de minister, een aantal beslissingen ligt niet binnen de bevoegdheid van de Vlaamse regering. Ik was zeer tevreden met uw klaar, duidelijk en ondubbelzinnig antwoord van vorige week. Men kan echter op het federale en Vlaamse niveau niet tegelijkertijd zeggen dat de hervorming een nuloperatie zal inhouden, en dan middelen op tafel leggen waarvan men weet dat ze niet voldoende zijn.
Het afgelopen weekend heeft onder andere de minister-president een aantal verklaringen afgelegd. Op een bijeenkomst van VLD-mandatarissen zei hij dat de hervorming budgettair neutraal zou zijn en dat de gemeenten geen extra middelen in hun meerjarenplan moeten inschrijven. De minister-president gelooft blijkbaar de leden van de federale regering - eens te meer - op hun woord. Of dat een goed idee is, zal in de toekomst moeten blijken.
De regering zou ook hebben besloten tot het geven van een aangepaste begrotingsinstructie aan de gemeenten. Ze mogen nu ook het gedeelte van de begroting dat niet uitgevoerd raakt, meenemen in de meerjarenplanning. Dat is niets nieuws, want ze mochten dat vroeger ook al. De gemeenten zouden ook zelf mogen beslissen over de besteding van de Telenetopbrengsten. Ik neem aan dat daarover een aangepaste omzendbrief zal worden gestuurd.
Mijnheer de minister, minister Duquesne blijft beweren dat de politiehervorming een budgettaire nuloperatie is. Bent u het daar nog steeds mee eens? Voorlopige berekeningen tonen het tegengestelde aan. Zal er een gesprek worden gevoerd tussen het Vlaams en het federaal niveau? Zult u erop aandringen dat de federale overheid moet instaan voor alle meerkosten? Ze heeft er zich publiekelijk al meermaals toe verbonden.
Kunt u de zaak aankaarten bij het Overlegcomité indien het gesprek niet spontaan tot stand komt? Kunt u iets meer zeggen over de onderrichtingen waartoe recent werd besloten?
De voorzitter : De heer Van Vaerenbergh heeft het woord.
De heer Etienne Van Vaerenbergh : Mijnheer de minister, elk gemeentebestuur worstelt met de vragen die hier aan bod komen. Voor het opstellen van hun begrotingen van volgend jaar maken alle gemeenten gebruik van financiële prognoses. Een zo correct mogelijke schatting is heel belangrijk. Het grote probleem is dat er momenteel heel wat vragen niet of heel moeilijk kunnen worden beantwoord. Het kostenplaatje is onduidelijk.
In een studie van het Gemeentekrediet over de gemeentefinanciën van 2000 heb ik een passage aangetroffen waarin een model wordt voorgesteld om de extra kosten van de politiehervorming te berekenen. De auteurs zijn daarvoor uitgegaan van de begrotingen van 2000. Ze hebben de federale toelage verrekend met de verwachte kosten, rekening houdend met de huidige instructies. Tussen 2001 en 2006 zal volgens hen de dotatie van de gemeenten aan de politiezones stijgen van 40,3 miljard frank tot 53,8 miljard frank. De jaarlijkse gemiddelde stijging bedraagt bijna 4,9 miljard frank. Volgens deze studie zal de inwerkingtreding van de politiezones in 2002 aan de gemeenten 3,8 miljard frank meer kosten. Daarna stijgen de kosten iets minder snel : in 2003 met 2,3 miljard frank, in 2004 met 2,4 miljard frank, in 2005 met 2,5 miljard frank en in 2006 eveneens met 2,5 miljard frank.
Er is dus duidelijk een probleem, en dat moet worden opgelost. De federale regering heeft klaar en duidelijk gezegd dat de politiehervorming een nuloperatie moet zijn voor de gemeenten. Als het huidige scenario wordt verrekend over alle gemeenten, dan komen we ongeveer aan de bedragen die vorige week werden vermeld. Het gaat natuurlijk slechts om een model, maar wel een dat afkomstig is van de vroegere huisbankier van de Vlaamse gemeenten.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken in het overleg tussen alle betrokkenen? De gemeenten moeten weten waar ze aan toe zijn voor de opstelling van de begroting.
De heer Herman De Loor : Mijnheer de minister, hoe dichter 2002 nadert, hoe meer de onrust bij de gemeentebesturen toeneemt. Het feit dat we met zoveel aanwezig zijn op deze commissievergadering, is daarvan een bewijs.
Zaterdag was ik aangenaam verrast toen minister-president Dewael verklaarde dat de financiële impact voor de gemeenten nihil zal zijn. Ik heb hier echter de grootste twijfels over. Een van de redenen daarvoor is de financiële inspanning die de gemeenten sinds april hebben moeten leveren. Voor 2002 zal deze problematiek zeer zeker nog wel eens aan bod komen in deze commissie. Bij die gelegenheid zal ik u een overzicht bezorgen van de bijkomende uitgaven van mijn gemeente voor de interpolitiezone. Op de een of andere manier erven we een aantal logementen waarin nu rijkswachters zijn ondergebracht. We hebben voor die mensen andere woningen moeten zoeken. Dat kost vanzelfsprekend geld. Ten slotte is het onduidelijk of we voor de overdracht van die logementen aan de gemeente registratierechten zijn verschuldigd. Als dat zo is, dan gaat het om aanzienlijke bijkomende kosten.
Mijnheer de minister, u hebt ervoor gezorgd dat de toelage aan het gemeentefonds werd verhoogd. Ik ben u daarvoor dankbaar. Die bijkomende middelen zullen evenwel niet volstaan om de meeruitgaven van de gemeenten te betalen. Ik sluit me dan ook aan bij de reeds gestelde vragen. Er zou zo vlug mogelijk een overleg moeten plaatsvinden met minister Duquesne en de premier om aan te dringen op een supplementaire financiële inspanning ten gunste van de gemeenten, zodat ze niet nog dieper in hun geldbeugel moeten tasten.
Mijnheer de minister, het zou ook nuttig kunnen zijn de Vlaamse gemeenten te vragen naar de extra uitgaven die ze sinds 1 april naar aanleiding van deze hervorming al hebben moeten doen. Misschien levert u dat ook betere argumenten, zodat u sterker staat in het komende overleg met de federale overheid.
De voorzitter : Mevrouw Guns heeft het woord.
Mevrouw Dominique Guns : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de gemeenten werd altijd voorgehouden dat de politiehervorming een financieel neutrale operatie zou zijn, indien ze zouden voldoen aan twee normen, namelijk de KUL-norm en een norm inzake het percentage van de begroting dat ze in het verleden gebruikten voor politietaken.
Het stoort me dan ook dat de federale minister van Binnenlandse Zaken, nadat hij bepaalde gemeenten heeft laten weten dat ze aan de normen voor een neutrale operatie hebben voldaan, diezelfde gemeenten een bijkomende last oplegt van 10, 20 of 30 miljoen frank per jaar. De gemeenten worden dus bestraft, ondanks het feit dat ze aan de voorgeschreven normen hebben voldaan.
Mijnheer de minister, wordt er overleg gepleegd? Zo niet, kunt u er dan voor zorgen dat dit wel gebeurt? Kunt u erop laten toezien dat het ten minste voor de gemeenten die aan de normen hebben voldaan, inderdaad een nuloperatie is? Beter nog zou het voor alle gemeenten een neutrale operatie moeten zijn.
De voorzitter : De heer De Cock heeft het woord.
De heer Dirk De Cock : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het werd vorige week al door de heer De Roo gezegd : de financieel neutrale operatie die ons door de federale overheid werd voorgespiegeld, en vorige week nog door minister Van Grembergen werd bevestigd, zal zeker geen nuloperatie zijn. De 8 miljard frank die door de federale overheid werd uitgetrokken, blijkt onvoldoende te zijn. Er is in het totaal 3,7 miljard frank te kort. Voor Vlaanderen gaat het om ongeveer 2,4 miljard frank. De budgettair neutrale optie van het federaal parlement komt dus op de helling te staan.
Een vlugge berekening leert dat bijvoorbeeld de IPZ Buggenhout-Lebbeke een stijging van 14 miljoen frank per jaar te verwerken krijgt - 6 miljoen frank voor Buggenhout en 8 miljoen frank voor Lebbeke. Bovendien doet zich daar het bijkomend probleem voor dat er geen IPZ gevormd kan worden die de provinciegrenzen overschrijdt. Ze zijn dus op elkaar aangewezen en hebben eigenlijk te weinig mogelijkheden.
Daarom wil ik oproepen tot een overleg met de federale regering, zodat de onrust bij de gemeenten kan afnemen, nu ze volop bezig zijn met de opmaak van de begrotingen.
De voorzitter : Mevrouw De Maght heeft het woord.
Mevrouw Anny De Maght-Aelbrecht : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vooraleer we op tafel slaan, moeten we ook nagaan wat we zelf al hebben gedaan, of nog niet hebben gedaan. Vanavond kunt u het voorbeeld zien van onze begroting. We verrekenen een volledig nieuw gebouw, niet een dat we van de stad huren. Toch zullen we geen frank meer moeten uitgeven. We zullen er 47 gewezen rijkswachters bij krijgen. Die zijn allemaal verrekend, ook hun telefoon en andere kosten, hun vergoedingen, enzovoort. In de werking moet ervoor gezorgd worden dat er zo weinig mogelijk wordt uitgegeven.
Samen met enkele collega's heb ik aan de federale minister mijn mening gezegd. Om door deze operatie te geraken, werd aan de syndicaten alles gegeven. Ze kregen tijd en geld om te eten, om 's namiddags nog een vieruurtje te nemen, enzovoort. Vandaag is het zo voor de politie, morgen zal dit het geval zijn voor de brandweer, en daarna voor de administratieve diensten van de gemeenten, de provincies en de intercommunales.
We mogen niet alleen maar negatief ingesteld zijn. In het verleden heb ik dat genoeg gedaan, rechtstreeks daar waar het nodig was. We deden dit met de nodige brieven en we hebben meerdere keren op tafel geklopt. In de adviesraad van de burgemeesters merkte ik vorige week dat we nog vier of vijf KB's voorgeschoteld kunnen krijgen. Onze begroting staat op de agenda van de gemeenteraad van eind oktober, maar in november zullen nog voorlichtingsvergaderingen worden gegeven over de opmaak van de begroting. Waar gaan we heen?
Ik klaag dit al maanden aan, en de collega's weten dat. We moeten over de partijgrenzen heen toegeven dat de federale regering op bepaalde punten heeft gefaald. Als men van iets een prioriteit maakt, dan moet dat ook als een prioriteit worden behandeld. Besturen is keuzes maken. Dit werd ons altijd zo voorgehouden. Het zinnetje zit in mijn hoofd en het geraakt er niet meer uit.
Ook op federaal vlak was nauwere samenwerking nodig tussen Justitie en Binnenlandse Zaken. Via de adviesraad hebben de burgemeesters een aantal voorstellen gedaan. Zo hebben we altijd voorgesteld om bij verplaatsingen in verband met gerechtelijke zaken, degenen die geen gevaar vormen voor de maatschappij te laten gaan naar degenen die wel een gevaar zijn, en niet omgekeerd. Het gaat niet op om gevaarlijke misdadigers een dag hun dossiers te laten inkijken in aanwezigheid van twee of drie rijkswachters. Die rijkswachters verdeden niet enkel hun tijd, maar liepen daarenboven gevaar. Nu pas wordt ons via de adviesraad voor de burgemeesters gevraagd om oplossingen te zoeken op dit vlak. Het document dat we hebben ontvangen, was bovendien heel slecht. We hebben het helemaal afgekeurd en gezegd hoe het beter kon.
Alles wat de syndicaten vroegen, werd toegezegd en dat is niet goed. Syndicaten zijn er om mensen te verdedigen, maar blijkbaar heeft één ervan wel gezegd hoeveel geld er moet zijn, maar werd niet aan verantwoordelijkheden gedacht. (Opmerkingen van de heer Herman De Loor)
Mijnheer De Loor, ik zeg net hetzelfde in Aalst. Het klopt wat ik zeg. Ik ben trouwens niet bang om te zeggen hoe de zaken ervoor staan, dat weet u goed genoeg. Ik zeg de waarheid tegen iedereen, vriend of vijand. En ik heb geen vijanden, want mijn vrienden kies ik zelf en mijn vijanden bekijk ik niet meer.
We moeten ook eens nagaan wat we in het verleden zelf hebben gedaan. Ik herinner me nog de tijd dat voormalig minister Tobback naar Oost-Vlaanderen kwam om aan alle burgemeesters en hoofd-politiecommissarissen te zeggen dat ze 24 uur op 24 moesten instaan voor de bewaking van hun gemeente. Dit werd gezegd tegen de toenmalige gemeentelijke politie. Vele commissarissen staken toen hun middelvinger op. De gemeenten die wel instonden voor de bewaking hebben veel geld uitgegeven. Terwijl wij in Aalst betaalden voor die bewaking en ingingen op de vraag van de minister van Binnenlandse Zaken, werden in een naburige gemeente drie of vier wegen aangelegd en werd een cultureel centrum gebouwd. We moeten de fouten durven onderkennen en zorgen voor een directe oplossing, maar ons alleen concentreren op de fouten, helpt ons niet vooruit. We moeten ook nagaan wat in de gemeenten zelf werd gedaan. In het verleden zijn heel veel gemeenten, met burgemeesters uit allerlei partijen, in gebreke gebleven!
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, collega's, ik beschouw deze reeks interpellaties niet zozeer als een vorm van wantrouwen tegenover de Vlaamse regering en mezelf, maar veeleer als een manier om afspraken te maken om gezamenlijk onze verantwoordelijkheid te nemen zodat dit zware dossier op een goede wijze wordt opgelost. We zijn veeleer partners dan tegenstanders. Om het geheel op een goede wijze in te vullen, zou ik ook federaal minister van Binnenlandse Zaken moeten zijn.
Er staan nog interpellaties en vragen op de agenda over de begroting en Telenet. Die thema's kwamen nu al even bovendrijven, maar ik neem aan dat ik er straks antwoord op mag geven.
Mijnheer De Roo, verleden week heb ik reeds gezegd dat ik uw bezorgdheid volkomen deel over de kosten van de politiehervorming en over de moeilijkheden die gemeenten ondervinden bij de opmaak van hun begroting ten gevolge van de voortdurende onduidelijkheden.
Mijn beoordeling van de politiehervorming is privé. Ik kan het niet maken om als lid van één regering een oordeel te vellen over het werk van een andere regering. Ik hoorde de hervorming hier een draak of een fiasco noemen, maar ik zal niet reageren op die uitspraken. Ik moet enkel over de nodige nuchterheid beschikken om te zien hoe de zaak wordt opgelost. Het staat natuurlijk elke fractie en elk parlementslid vrij om een oordeel te vellen.
In een federale staat luidt het algemeen principe dat elke bevoegde overheid initiatieven moet nemen in de beleidsdomeinen waarvoor ze verantwoordelijk is. Aan de verantwoordelijkheden zijn ook financiële lasten verbonden. Naast de baten zijn er dus ook kosten. Toegepast op de politiehervorming betekent dit dat de federale overheid de volledige verantwoordelijkheid op zich moet nemen voor de weerslag van deze hervorming op de gemeentebegroting. Daar kan geen twijfel over bestaan. Sommigen willen dat de federatie uit elkaar valt, wat natuurlijk hun politiek recht is. Een federatie kan echter pas functioneren als elk niveau zijn verantwoordelijkheid opneemt en de gevolgen daarvan draagt.
Wat de weerslag van de politiehervorming op de begroting van de gemeenten betreft, wil ik de aandacht vestigen op de federale beleidsverklaring van 9 oktober 2001. Daarin is gesteld - en ik citeer : 'dat de regering niet blind wil zijn voor het feit dat in vele gemeenten de omvorming geleid heeft tot operationele problemen, soms zelfs tot personeelstekorten. De regering wil daarom de voorziene evaluatie van eind 2002 naar eind dit jaar vastleggen. In de testzones zullen we al voor het einde van de maand over de eerste beoordelingsresultaten beschikken. Op basis van die gegevens zal de regering een aantal grondige aanpassingen doorvoeren om meerkosten voor de gemeenten te vermijden'.
Er komt overleg tussen het Vlaamse en het federale niveau, onmiddellijk nadat de resultaten van de testgemeenten gekend zijn. Het heeft geen zin om dat al vroeger te doen. Bij het overleg zullen de minister-president, de premier, de federale minister van Binnenlandse Zaken en ikzelf aanwezig zijn.
De federale regering bevestigt in de regeringsverklaring eigenlijk dat de politiehervorming budgettair neutraal moet zijn en dat ze aanvullende maatregelen zal nemen om meerkosten te vermijden. De 1,9 miljard frank die tijdens de federale begrotingsdiscussie aan bod zijn gekomen, zijn middelen die minister Duquesne nodig heeft om zijn verantwoordelijkheden in te vullen. Het is dus geen geld dat naar de gemeenten gaat. Daarnaast moet er gepraat worden over 4 miljard frank extra om de kosten te kunnen dekken.
Ik reken er ten stelligste op dat de federale overheid haar doelstellingen realiseert. Dat betekent dat de netto-lasten voor de gemeenten gelijk moeten blijven ten opzichte van de periode die de hervorming voorafgaat. Als dit niet het geval is, zal deze aangelegenheid leiden tot een conflict tussen de Vlaamse en federale overheid. Eind deze maand zullen we hier meer duidelijkheid over krijgen, en we zullen een en ander ook goed opvolgen. Het zou bovendien goed zijn dat ook in de Kamer over de partijgrenzen heen dezelfde aandacht wordt gegeven aan dit dossier.
De Vlaamse regering heeft haar volle verantwoordelijkheid genomen. Op het vlak van de gemeentefinanciën heeft ze reeds beslist een belangrijke impuls te geven via een verhoging van het Gemeentefonds. De Vlaamse regering zal ook een ontwerp van decreet indienen bij het Vlaams Parlement tot herziening van de verdelingscriteria van het Gemeentefonds. Het kan niet de bedoeling zijn dat de gemeenten de verhoging van het Gemeentefonds gebruiken om de kosten van de politiehervorming op te vangen. Ik geef wel toe dat veiligheid een belangrijk aspect is van goed bestuur. We zullen daar zeker over worden geïnterpelleerd, maar toch heeft iedereen zijn eigen opdrachten.
Als toezichthoudende overheid heb ik op 7 september een omzendbrief opgesteld om meer duidelijkheid te verstrekken over de wijze waarop het administratief toezicht inzake politieaangelegenheden in de toekomst zal worden uitgeoefend. Bovendien weet u dat de Vlaamse regering op 18 mei 2001 via een interne richtlijn aan al haar diensten heeft beslist een lokale effectrapportering uit te voeren over alle beslissingen die de Vlaamse regering neemt. Ik ben bijgevolg van oordeel dat de Vlaamse regering de nodige maatregelen heeft genomen op de verschillende vlakken waarvoor zij bevoegd is.
Rekening houdend met de financiële ontwikkelingen zullen ook de onderrichtingen voor het opmaken van de begrotingen voor 2002 worden bijgewerkt, onder meer met betrekking tot de opbrengsten van de verkoop van de Telenet-aandelen. Ik kom daar nog op terug.
Inzake de concrete vragen van de heer Matthijs wil ik benadrukken dat de verstrekte antwoorden louter informatief zijn, want de regelgevende bevoegdheid ligt volledig in handen van de federale overheid. Over de vergoeding en de borgstelling van de rekenplichtige worden ontwerpen van koninklijk besluit voorbereid. Het is juist dat er geen besluiten zijn goedgekeurd. Vorige vrijdag zijn de teksten besproken in het federaal comité. Onze mensen namen deel aan die vergadering. Er is met de vakbonden een protocol van niet-akkoord afgesloten. Het ontwerp van koninklijk besluit over de borg zou geen problemen opleveren, maar over het besluit over de vergoeding is er blijkbaar wel nog enige discussie. Het feit dat er nog geen definitief besluit is in verband met de vergoeding bemoeilijkt het goed bestuur, want het zijn deze ambtenaren die de ontvangsten en de uitgaven in de politiezone moeten verrichten.
Voor het uitoefenen van de taak van secretaris van de politieraad of van secretaris van het politiecollege legt de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, geen specifiek koninklijk-uitvoeringsbesluit op. Artikel 29 van de wet tot organisatie van een geïntegreerde politie schrijft het volgende voor : 'In de meergemeentezone wordt de functie van secretaris van de politieraad en van het politiecollege door een lid van het personeel van het administratief en logistiek kader van het lokaal politiekorps of van een gemeentelijke administratie van de zone vervuld. Hij wordt respectievelijk aangeduid door de politieraad of het politiecollege.´
Het gaat om een uitvoerende administratieve functie die niet vergelijkbaar is met de functie van gemeentesecretaris. Voor de politieraad en het politiecollege moet trouwens niet per definitie dezelfde ambtenaar worden aangeduid.
De taak van deze secretarissen beperkt zich tot het opstellen van de notulen van de politieraad en van het politiecollege. Anders dan een gemeentesecretaris zijn deze ambtenaren niet belast met de voorbereiding van de zaken die aan de politieraad of aan het politiecollege worden voorgelegd : dat behoort tot de bevoegdheid van de korpschef van de lokale politie. Inzake ondertekening behoort alleen het medeondertekenen van de overgeschreven notulen tot de bevoegdheid van een secretaris van de politieraad of het politiecollege. De uitgaande briefwisseling van de politieraad en het politiecollege wordt ondertekend door de voorzitter en door de korpschef.
Ten slotte bepaalt artikel 44 van de wet tot organisatie van de geïntegreerde politie dat de korpschef alleen aan de leiding staat van het voltallige personeel van de lokale politie, en dat hij bijgevolg volledig instaat voor de leiding, de organisatie en de verdeling van de taken. De secretaris van de politieraad en het politiecollege heeft hierin geen bevoegdheid of verantwoordelijkheid.
Gelet op het voorgaande, en gelet op de sleutelrol en -bevoegdheid die elke gemeentesecretaris heeft in zijn gemeente, is het niet evident dat de topfunctionaris van een gemeentebestuur ook als secretaris-notulist van de politieraad of het politiecollege zou fungeren. Ik weet dat men voor het opstarten van deze operatie in de gemeenten een beroep heeft gedaan op de kennis van de secretaris om de ingewikkelde problemen te bespreken. Zo lijkt het wel alsof de secretaris bijna automatisch in aanmerking komt voor deze functie, maar dat is niet juist. In gemeenten waar de secretaris al zeer zware verantwoordelijkheden heeft, wordt deze taak best toevertrouwd aan een andere ambtenaar.
Ten slotte stel ik vast dat er in de wet van 7 december 1998 alleen sprake is van een vergoeding voor de bijzonder rekenplichtige. De koning bepaalt de voorwaarden, aldus artikel 32, tweede lid. De wet voorziet niet in een dergelijke vergoeding voor de secretaris van de politieraad en van het politiecollege. In de wet is wel sprake van een vergoeding voor de rekenplichtige, maar niet voor de secretaris. Ik kan enkel zeggen wat letterlijk in de wet staat.
Wat de vraag over de overgang van gesubsidieerde contractuelen van een gemeente naar een politiezone betreft, gaan de administratieve en logistieke personeelsleden die op dit ogenblik expliciet zijn opgenomen in de formatie van het personeel van een gemeentelijk politiekorps, over naar de formaties van de nog in te stellen korpsen van de lokale politie. Dit geldt per definitie uitsluitend voor statutair personeel. Het niet-politioneel gemeentelijk personeel in dienst bij de gemeentelijke politiekorpsen zal kunnen overgaan naar het administratief en logistiek kader van de lokale politie volgens de voorwaarden die nog moeten worden vastgelegd bij koninklijk besluit. In dit tweede geval kan het zowel om statutair als om contractueel personeel gaan.
Gelet op de federale bevoegdheid terzake kan de Vlaamse overheid niet bepalen wie wel en wie niet wordt opgenomen in de lokale korpsen van de eenheidspolitie. Bovendien worden de Gesco's gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. De financiering van de lokale politie gebeurt mee op basis van een federale dotatie. De mechanismen dreigen dus weer in elkaar te vloeien. Het is net de bedoeling dat dit niet gebeurt. Het lijkt mij niet evident dat zowel de federale overheid via haar dotatie als de Vlaamse overheid via haar subsidies zouden instaan voor de betaling van de Gesco´s. Voor het overige behoort het stelsel van de gesubsidieerde contractuelen tot het bevoegdheidsdomein van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme.
De vraag of de overuren, weekend- en nachtprestaties van de federale politieagenten door de federale overheid ten laste worden genomen, is niet helemaal duidelijk. Na de instelling van de lokale politiekorpsen zal er nog slechts één enkel soort politiepersoneel zijn binnen elke zone. Dezelfde werkgever zal verantwoordelijk zijn voor de lasten voor alle personeelsleden. Of zij voordien nog hebben gewerkt bij bijvoorbeeld een gemeentelijk politiekorps of de vroegere rijkswacht zal geen verschil uitmaken.
De patronale bijdragen voor het statutair en het contractueel administratief en logistiek personeel van de lokale politie zullen ten laste vallen van de juridische werkgever van het personeel, zijnde de gemeentebesturen voor de ééngemeentezones en de besturen van de meergemeentezones voor deze zones met eigen rechtspersoonlijkheid. Wat eventuele kosten in verband met de overdracht van gebouwen en de waardering van het patrimonium betreft, beschik ik over geen concrete gegevens.
Tijdens de discussie vorige week heeft de eerste minister gezegd dat er bijkomend geld ter beschikking moet worden gesteld, want anders rijst een probleem van heronderhandeling. Ik zal me daar niet over uitspreken, ik doe dat enkel over het uiteindelijk resultaat. Dit houdt in dat de gemeenten hun normale middelen niet moeten aanspreken om de operatie waar door de federale overheid toe werd beslist, te financieren.
De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Het ligt volledig in de lijn van het antwoord dat u vorige week hebt gegeven. Als minister van Binnenlandse Aangelegenheden neemt u een correcte houding aan, want u bent ook de verdediger van de 308 Vlaamse gemeenten.
U zegt dat er overleg zal worden gepleegd. In het belang van de Vlaamse steden en gemeenten moet dat ook gebeuren, want de federale overheid moet haar beloften waarmaken. De hervorming moet effectief een nuloperatie inhouden voor de steden en gemeenten, voorzover ze in het verleden hun politieverplichtingen zijn nagekomen.
Mijnheer de minister, u hebt gezegd dat de juridische werkgever van alle personeel - statutair en contractueel - de gemeente, dus de lokale overheid, is. Gedurende een hele tijd was er onduidelijkheid over de werkgeversbijdrage aan de RSZ voor de ex-rijkswachters. Uit uw antwoord maak ik op dat die bijdrage integraal ten laste zou komen van de gemeenten. Indien dat het geval is, zal mijn gemeente ongeveer 8,6 miljoen frank meer moeten begroten. Het totale bedrag wordt dan 27,6 miljoen frank.
Als dat de stelling is van de federale overheid, dan wordt de zaak helemaal onbetaalbaar. De federale regering moet hier klaarheid in scheppen, want indien dat rampscenario doorgang vindt, is het hek helemaal van de dam.
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Deze onduidelijkheid moet tijdens het overleg besproken worden.
Ik kan nog een ander voorbeeld geven : politie-agenten worden in het begin van de maand betaald, terwijl dat voor de rijkswachters op het eind van de maand gebeurt.
De voorzitter : De heer Peeters heeft het woord.
De heer Leo Peeters : In de meergemeentezones zal er een enorm probleem ontstaan. We lopen het risico dat iedereen op straat komt op een moment dat het niet nodig is. Er zijn in de meergemeentezones nog geen onderrichtingen om de begroting op te maken. Een aantal van die zones doen daartoe een poging, andere slagen daar niet in. Dit houdt in dat de lokale overheid per 1 januari 2002 de mensen die in de meergemeentezones terechtkomen, niet meer kan betalen. De politiezone beschikt nog niet over financiële middelen. Het federaal niveau heeft tot nu in niets voorzien. Voorzover ik weet, zijn er ook nog geen voorbereidingen getroffen om dat te regelen. Er zullen dus geen financiële middelen zijn om de mensen - die vooraf werden betaald - te vergoeden.
Binnen de meergemeentezones zou een regeling kunnen worden getroffen, op voorwaarde dat men de dotaties versneld overmaakt. Daar moet men echter de toelating voor krijgen. Op de plaatsen waar dat niet gebeurt, krijgen de mensen hun loon niet. Dit zou kunnen leiden tot stakingen. Dat geldt zeker voor de rijkswacht, die op een welbepaalde dag werden uitbetaald. Voor de politieagenten in de meergemeentezones is er totaal niets geregeld.
De hervorming gaat over ongeveer 2 maanden in. Op alle niveaus moet alles nog worden geregeld. Dit zal enorme problemen veroorzaken. We moeten daar nu rekening mee houden. (Opmerkingen van de heer Johan De Roo)
Ik maak me wat dat betreft geen illusies : ik weet wat overleg met de federale overheid inhoudt.
De voorzitter : Minister Van Grembergen heeft het woord.
Minister Paul Van Grembergen : Mijnheer de voorzitter, mijn medewerkers en ikzelf engageren ons om de bezorgdheid die de commissieleden vertolken zo goed mogelijk weg te werken. De problemen zijn me niet vreemd, en ik schat de zaak zeer goed in.
Ik kan me ook voorstellen dat ik op een bepaald ogenblik zelf de pineut zal zijn. Dat moeten we er dan maar bijnemen. Het is eigen aan de verantwoordelijkheid die we dragen. Dit zijn bijzonder lastige problemen die in het gesprek van begin november moeten worden besproken en ook snel moeten worden opgelost.
Als dat niet gebeurt, dreigt er een wezenlijk conflict tussen de delen van de federale staat. Men mag de motoriek van zo'n conflict niet onderschatten, want het gemeentelijk personeel zal niet betaald kunnen worden, met alle frustraties van dien. Leg maar eens aan de mensen uit dat we in Vlaanderen een degelijk, inzichtelijk en performant bestuur hebben, terwijl ze met zulke situaties worden geconfronteerd.
Ik ben ervan overtuigd dat er ook op het federale niveau ministers en andere politici zijn die het belang van het probleem voldoende kunnen inschatten. Ik hoop dat ze de nodige wijsheid hebben om niet te aarzelen en in november met oplossingen voor de dag komen.
De voorzitter : De heer Van Vaerenbergh heeft het woord.
De heer Etienne Van Vaerenbergh : Mijnheer de minister, zal in de nieuwe instructies voor de gemeenten duidelijk staan wat ze moeten inschrijven? Dat is immers belangrijk. Voor mijn gemeente bijvoorbeeld gaat het om 12 miljoen frank meerkosten. Als we die moeten inschrijven, dan moeten we ook overeenkomstige inkomsten hebben, anders is de begroting niet sluitend. We hebben die inkomsten nu niet, tenzij we de aanvullende personenbelasting verhogen.
De voorzitter : Mevrouw Guns heeft het woord.
Mevrouw Dominique Guns : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het stemt me tevreden dat er een overleg komt, en dat u daar niet met een halfvol glas van wenst terug te komen. Ik ben ervan overtuigd dat u daar de belangen van onze gemeenten zult verdedigen.
Minister Paul Van Grembergen : Ik verdedig niet alleen de belangen van de gemeenten, maar ook de structuren die we hebben opgebouwd, want anders is de zin daarvan zoek. Dat is voor mij de kern van het probleem.
De voorzitter : Mevrouw De Maght heeft het woord.
Mevrouw Anny De Maght-Aelbrecht : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in de adviesraad van burgemeesters voor de politiehervorming is de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten verplicht aanwezig. Op dit ogenblik zijn er slechts twee parttime medewerkers, één Franstalige en één Nederlandstalige, die altijd in de vergaderingen aanwezig zijn om het contact te verzekeren met de Vereniging van Steden en Gemeenten. Er komen er echter nog drie bij, die alleen voor de steden en gemeenten zullen werken aan alles wat met politie te maken heeft. Ze worden betaald door het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Vorige week heb ik er in de vergadering op gewezen dat er voor andere adviserende organisaties 32 miljoen frank beschikbaar is, en dat wij ten minste ook 16 miljoen frank nodig hebben om te kunnen werken. Ik heb daar ook een brief over geschreven aan de minister, en ik heb volgende week een gesprek met hem.
We hebben niet alleen de teksten en adviezen van het kabinet van de bevoegde minister nodig. De bevoegde minister is die van Binnenlandse Zaken. We hebben de vraag al gesteld met betrekking tot de RSZ-PPO en de afdrachten. Vorige keer heb ik vijf ambtenaren van de diensten laten komen.
Daarover is nog een discussie met minister Vandenbroucke aan de gang. Er wordt van uitgegaan dat de gemeenten ook betalen voor de gewezen rijkswachters. We moeten dat geld echter volledig terugkrijgen. Dat moet gekoppeld zijn aan de graad die de betrokkenen hebben, en daarom is het dus geen uniform bedrag. Het gesprek gaat over het feit dat we niet zouden moeten prefinancieren. Minister Vandenbroucke zou die middelen direct moeten overdragen, en ons daarvan een bewijs bezorgen, zodat we het kunnen boeken.
Tegen 15 oktober moesten er vijf of zes KB's besproken worden in de ministerraad. Er zijn er ook nog een stuk of vijf op komst, die we in de loop van de komende twee weken in een vergadering zullen behandelen. We hebben bijvoorbeeld ook geprotesteerd tegen het feit dat er nog een bedrag achter de hand werd gehouden voor premies aan rijkswachters die naar een bepaalde plaats willen komen. We hebben gezegd dat dat niet kon, en dat dat geld beter aan de gemeenten kon worden gegeven.
Wat we van het Gemeentefonds extra hebben gekregen, is niet bedoeld om de meerkosten van de politiehervorming te ondervangen. We zullen er straks nog van horen : onze dividenden op de energiemarkt bedragen 49 percent, en dalen. Vroeger werd ons gezegd dat het 23 percent zou zijn.
Er zijn nog heel wat instructies van de minister in voorbereiding.
De voorzitter : De heer Matthijs heeft het woord.
De heer Erik Matthijs : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord en voor uw engagement. De patronale bijdragen voor de gewezen federale agenten zullen door de federale overheid ten laste worden genomen.
Ik wil er nog op wijzen dat we begin 2002 met twee soorten munten moeten werken. In die periode moeten we moeilijkheden vermijden. Dat is een argument waarvoor minister Duquesne wel aandacht moet hebben. De politie zal voor honderd percent paraat moeten zijn, niet alleen tijdens de eindejaarsperiode, maar ook tijdens de periode waarin er twee munten in omloop zijn en getransporteerd moeten worden.
De voorzitter : Collega's, het verbaast me dat er na zo'n debat niemand verder gaat. Zelf kondig ik een met redenen omklede motie aan. Een debat als dit kan niet vrijblijvend zijn.
De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de voorzitter, wij dienen geen motie in. Vorige week heb ik reeds samen met leden van de meerderheid, naar aanleiding van de interpellatie over het Gemeentefonds, aan de Vlaamse regering gevraagd om het overleg over de politiehervorming met de federale overheid te organiseren. Dat sluit volledig aan bij het debat van vandaag en het staat ook op de agenda van de plenaire vergadering van volgende week. Daarom achten we een motie onnodig.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door de heer Penris werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.