Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 27/09/2001
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de aanplanting van hagen en bomen langs wegen en waterwegen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Decaluwe tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de aanplanting van hagen en bomen langs wegen en waterwegen.
De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, het Vlaams Parlement heeft op 3 april 2000 unaniem een resolutie aangenomen over de aanplanting van hagen en bomen langs wegen en waterwegen. Dat is in het verleden geregeld van bevoegdheid gewisseld. In de compromistekst vraagt het parlement om in coördinatie met de GNOP's een onderzoek en inventarisatie te starten van de historische lijninfrastructuren in relatie met de categorisering van de wegen en waterwegen, zoals gepland in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het parlement heeft ook gevraagd om te werken aan een proefproject inzake de beplanting van oude wegen en waterwegen, om via natuurtechnische bouw de biodiversiteit van wegen en waterwegen te verhogen, en eveneens om bij de aanleg en heraanleg van wegen en waterwegen de bestaande groenelementen, voornamelijk bomenrijen en struiken, zoveel mogelijk te behouden en indien mogelijk te compenseren.
Mevrouw de minister, ik heb een kopie van een brief waarin u uw goede wil toont door uw administratie opdracht te geven zo snel mogelijk de resolutie in de praktijk te brengen en in overleg met de dienst openbare werken een proefproject op te starten. Ondertussen zijn we anderhalf jaar verder.
Mevrouw de minister, welke stappen werden reeds ondernomen om uitvoering te geven aan de concrete vragen uit de resolutie? Welke timing en middelen worden vooropgesteld? Hoe verloopt de samenwerking met de betrokken departementen van minister Stevaert?
De voorzitter : Mevrouw Vertriest heeft het woord.
Mevrouw Isabel Vertriest : De heer Decaluwe heeft mij in snelheid gepakt. Ik zit met dezelfde vraag over hoe het staat met die resolutie en met de opvolging ervan.
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mijnheer Decaluwe, u hebt inderdaad een kopie ontvangen van de brief waarin ik mijn administratie de opdracht heb gegeven de mogelijkheden te onderzoeken. Ik heb u toen gezegd en ik wil nu herhalen dat het niet de bedoeling kan zijn dat door een resolutie in het parlement het personeelsbestand van een volledige afdeling wordt gemobiliseerd. Er is al heel veel werk verricht, maar het blijft beperkt door het aantal mensen dat eraan werkt en door de grote omvang van hun opdrachten.
Het hoofd van de afdeling Natuur van Aminal heeft op 26 juni 2000 een nota en een afschrift van de resolutie van het Vlaams Parlement gestuurd aan alle buitendiensten en aan de beleidsmedewerkers en projectbegeleiders op het hoofdbestuur. De betrokken personeelsleden wordt gevraagd bij adviezen te verwijzen naar de resolutie en die in acht te nemen bij de beoordeling of bij overleg aangaande projecten. De nota stelt daarbij dat de punten van de resolutie in de praktijk moeten worden gebracht door in het bijzonder de personeelsleden die betrokken zijn bij adviezen inzake natuurvergunningen, GNOP-projecten en ruimtelijke ordening, bij overleg inzake milieu-effectenrapportering en natuurinrichting of als lid van de commissie voor advies over ruilverkavelingen, of die zetelen in ruilverkavelingscomités of landinrichtingscomités.
Voor adviezen inzake nieuwe projectontwikkelingen en concrete vergunningsdossiers neemt men deze resolutie als basis, zowel bij de beleidsvoorbereiding, als in de planning en de uitvoering. Een aantal aspecten van de resolutie zijn ook verankerd in het decreet natuurbehoud. Daarin worden het behoud van lijn- en puntvormige landschapselementen, het zorgplichtprincipe en de stand-still expliciet vermeld. De kleine landschapselementen waarvoor de vergunningsplicht geldt, zijn houtachtige beplantingen, houtkanten, bomenrijen, enzovoort. In de adviezen wordt zeer restrictief opgetreden bij het uitvaardigen van die vergunning.
Ik heb twee bladzijden gekregen met zeer concrete zaken die werden gerealiseerd. Ik stel voor om dit via de secretaris aan de vraagsteller te bezorgen.
De afdeling Bos en Groen heeft twee onderzoeksprojecten die te maken hebben met bomen langs wegen. Er is een project rond vitaliteits- en stabiliteitsbepaling en een project rond de abiotische omstandigheden waarin bomen groeien. Niet alle bomen die men plant, blijven leven. Het is dus belangrijk om de omstandigheden in acht te nemen. Er zijn geen initiatieven genomen om te inventariseren. Binnen de afdeling Monumenten en Landschappen is er wel een inventarisatie gebeurd op het vlak van landschapselementen en landschapsrelicten. Daarin zitten de bomenrijen met een historische en landschappelijke waarde vervat.
Op de begroting 2001 hebben we 30 miljoen frank gereserveerd voor proefprojecten gericht op groen in een stedelijke omgeving. Die projecten worden nu gescreend. Er zullen ook een aantal projecten in verband met bomen langs wegen onder vallen.
De nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met de gemeenten en provincies zouden normaal gezien moeten ingaan op 1 januari 2002. Hierin wordt de nadruk gelegd op initiatieven op het vlak van groen in een stedelijke omgeving. Vaak heeft dit te maken met bomenrijen.
De afdeling Bos en Groen heeft recent principes ontwikkeld over het harmonisch parkbeheer. Biodiversiteit vormt daarin een belangrijk aandachtspunt. Dat was voornamelijk op de parken gericht, maar het wordt nu verbreed naar ander openbaar groen, zoals de bomen langs de wegen en waterwegen. Die principes vormen de basis voor beslissingen over aanplantingen. Bos en Groen voert nu een grote campagne over het gebruik van autochtone boomsoorten. Het is belangrijk dat lanen worden beplant met eigen boomsoorten.
De cel Natuurtechnische Milieubouw van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid van Aminal streeft naar een genuanceerde aanpak van nieuwe aanplantingen. De cel maakt enerzijds een afweging tussen de mogelijkheden om via groenvoorziening wegen en waterwegen te verfraaien en wil anderzijds de biodiversiteit een kans geven. Daar duikt dikwijls de vraag op of men moet aanplanten, of men de natuur haar gang moet laten gaan, of men een wegbermbeheer moet toepassen. Binnenkort komt er een studievoorstel over hoe een en ander zal worden aangepakt. Ik zal dat dan te gepasten tijde beoordelen.
De timing is een permanent aandachtspunt voor de afdeling Natuur. De eigen middelen zijn beperkt tot de gronden die in eigendom zijn. Met de kredieten die er zijn, zal men aanplantingen bekostigen. De 30 miljoen frank voor de afdeling Bos en Groen zal voor een deel gaan naar projecten die daarbij aansluiten. De kredieten voor het nieuwe samenwerkingsakkoord zullen ook naar die projecten gaan.
Het is niet altijd evident betrokken te worden bij wat gebeurt langs wegen en waterwegen. Een groot stuk van die zaken gebeurt door gemeenten en provincies. Soms werken die goed samen met de afdeling Bos en Groen, maar niet altijd.
Voor de cel Natuurtechnische Milieubouw is een samenwerking met de infrastructuuradministraties van het departement Leefmilieu en Infrastructuur vastgelegd. Dat stond in het milieubeleidsplan. Voor de tijdsplanning en de middelen zijn zij afhankelijk van minister Stevaert of van zijn administratie. De samenwerking verloopt goed in die zin dat de mensen van de afdeling Natuur en de afdeling Natuurtechnisch Beheer mee bepalen wat er met de kredieten gebeurt.
De samenwerking tussen de administratie Leefmilieu en de infrastructuuradministraties manifesteert zich in een formele werkgroep die actief is rond het bermbeheer. Het is een forum waar mensen uit de administratie Leefmilieu en de administratie Openbare Werken gezamenlijk oplossingen proberen te vinden voor het beheer van de bermen. Dit forum lijkt mij het aangewezen instrument om initiatieven te nemen inzake beplantingen. Ik zal de afdeling Bos en Groen, die zetelt binnen dit forum, ertoe aanzetten om deze problematiek op de agenda te zetten. Er werd nu ook een pilootproject gelanceerd over de wegbermen van de autosnelwegen. In de toekomst kunnen ook pilootprojecten worden uitgewerkt over beplantingen.
De cel Natuurtechnische Milieubouw stelt samen met de infrastructuurdepartementen bermbeheersplannen op voor alle autosnelwegen in Vlaanderen. Als daar bomen of andere beplantingen staan, komen die aspecten ten volle aan bod. In een latere fase zullen ook de bermen van gewestwegen aan bod komen. Men heeft ook een aantal specifieke initiatieven genomen in het kader van de ontsnipperingsstudies. Die projecten hebben tot doel verspreide groengebieden te verbinden. Daarvoor gebruikt men soms wegbeplantingen zodat de organismen zich van het ene naar het andere ecosysteem kunnen verplaatsen. Men heeft dit gedaan langs de N25 in het Meerdaalwoud en het Heverleebos, en langs de E314 en een aantal autosnelwegen in de provincie Antwerpen.
Alleen de administratie Waterwegen en Zeewezen is bezig met de waterlopen. Voorlopig is onze administratie daar niet bij betrokken. De AWZ engageert meestal ingenieursbureaus om bermbeheersplannen op te stellen. Het is de bedoeling om de inbreng van de afdeling Natuur en de afdeling Bos en Groen te verbeteren.
Mijnheer Decaluwe, misschien is deze informatie niet voldoende. Het is, zoals u zelf hebt gezegd bij de bespreking van de resolutie, een randfenomeen dat altijd tussen twee stoelen valt. Er worden echter inspanningen gedaan om hieraan te verhelpen.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : De inspanningen die gebeuren zijn meer dan voortreffelijk. We moeten ook kijken naar de verschillende projecten. Het is belangrijk dat we dit vanuit het parlement blijven opvolgen en stimuleren.
We moeten misschien ook te gepasten tijde te velde gaan om ervaring op te doen. Bepaalde provinciebesturen hebben die ervaring. Ik wil u dan ook aanmoedigen, mevrouw de minister, om in de begroting de nodige extra middelen voor te behouden, en in samenwerking met minister Stevaert vooruitgang te boeken in die zaken. Het is belangrijk dat er visueel iets verandert.
De voorzitter : Het incident is gesloten.