Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 26/06/2001
Vraag om uitleg van de heer Koen Helsen tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de tewerkstelling van gesubsidieerde contractuelen in het kader van de politiehervorming
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Helsen tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de tewerkstelling van gesubsidieerde contractuelen in het kader van de politiehervorming.
De heer Helsen heeft het woord.
De heer Koen Helsen : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in het licht van de politiehervorming, heb ik een vraag over een mensen met een gesco-statuut. Sinds 1 april werden politieraden opgericht. In vele politiezones is begonnen met de procedure voor het aanduiden van een zonechef en met het opstellen van een personeelsformatieplan. Men is verplicht om het personeelsstatuut volledig in regel te brengen vóór bijkomend personeel kan worden aangeworven. In vele van die zones bestaat echter een grote nood aan nieuw personeel.
Als we een degelijk veiligheidsbeleid willen uitbouwen, is er in de meeste zones nood aan bijkomende agenten en burgerpersoneel. Veel administratieve krachten die actief waren in de vroegere politiekorpsen, zullen worden ingeschakeld in de nieuwe zones. Meestal betreft het personeelsleden die op de personeelslijst van de gemeente staan en die gedetacheerd zijn voor de politiewerking. In veel gevallen gaat het om mensen die parttime voor de gemeente en parttime voor de politie werken.
Er doet zich nu een probleem voor met mensen met een gesco-statuut. Ze zullen op termijn uit hun statuut moeten stappen en via een aanwervingsprocedure bij de politie terechtkomen. Wat gebeurt er met de subsidie van 400.000 frank per jaar welke aan het gesco-statuut is gekoppeld? Voor de gemeenten is dit een interessant statuut omdat ze geen werkgeversbijdrage moeten betalen voor die personen.
Veel gesco-statuten zijn het gevolg van een overeenkomst van oktober 1986. Ze werden afgesloten voor onbepaalde duur. Er zijn nog andere gesco-statuten waarvoor de gemeente een subsidie van 230.000 frank per jaar krijgt. Nog andere gesco-systemen kaderen in het veiligheidsplan en voorzien eveneens in een subsidie van 400.000 frank. Voornamelijk deze laatste personeelsleden werden bij de politiekorpsen ingeschakeld om administratieve taken op te nemen.
Voor veel besturen behelst het probleem het blijven vervullen van de voorwaarden van de originele gesco-overeenkomst van 1986. Hierin werd immers bepaald dat het totale aantal personeelsleden en het aantal voltijdse equivalenten gehandhaafd moet blijven. Bovendien moet 50 percent van de personeelsleden volledig ten laste zijn van de gemeente. Dit is geen evidentie gelet op het aantal politiepersoneelsleden dat uit de totale formatie van het gemeentepersoneel verdwijnt.
Daarom wil ik de minister enkele vragen stellen. Hoe worden de gesco-overeenkomsten geïmplementeerd met de start van de lokale politie en de daaraan gekoppelde personeelsformatie? Kunnen de gesco's gedetacheerd worden naar de politie? Zullen de voorwaarden van het gesco-statuut worden aangepast? Wat gebeurt er met de huidige subsidieregeling? Veel gemeenten zijn vragende partij om hierover klaarheid te scheppen. Er wordt van de politiezones verwacht dat ze tegen oktober of november 2001 hun begroting afgerond hebben. De meeste politiezones moeten per 1 januari 2002 definitief van start gaan. Het is dan ook niet onbelangrijk dat er genoeg personeel voorhanden is. Ik heb ondertussen weet van een schrijven van de afdeling Inspectie Werkgelegenheid die de toestand van het aantal personeelsleden heeft opgevraagd. Ik hoop dat daaraan het nodige gevolg wordt gegeven.
De voorzitter : We hebben er in het verleden al op gewezen dat de aanpassing van het gesco-statuut moeilijkheden meebracht. De minister beloofde toen om met het federale niveau samen te werken om een oplossing te vinden. Kunt u daarover een stand van zaken geven?
Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, dames en heren, dit vormt een mooie aanleiding om voort te werken aan ons regulariseringsbeleid. Het is de bedoeling om mensen volwaardige contracten geven. Dat betekent dat het gesco-statuut niet steeds moet worden bestendigd, maar dat er moet worden gewerkt met volwaardige statuten zodat iedereen een 'normale' carrière kan uitbouwen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. De gesco-statuten bieden een tegemoetkoming in de sociale zekerheid voor die arbeidsplaatsen. Er moet met de federale overheid worden onderhandeld opdat dit ook voor hen een nuloperatie zou zijn. Die discussie is lopende, maar dat is niet zo eenvoudig.
Er is tevens een afspraak met de minister van Binnenlandse Zaken om een inventaris aan te leggen van het aantal gesco-statuten bij de verschillende gemeenten. Vooraleer we kunnen regulariseren, moeten we weten wat de evenwichten zijn. De DAC's en de social profit hebben we in de huidige staatshervorming kunnen regulariseren. Het probleem van de trekkingsrechten is voor die statuten geregeld. De tewerkstellingsbudgetten zijn losgekoppeld van individuele arbeidsplaatsen. Gesco-banen houden een korting op de socialezekerheidsbijdragen in. Ook die moet worden losgekoppeld van individuele arbeidsplaatsen, zodat het geld op een andere manier kan worden gebruikt. Dat is een complexe operatie, omdat het niet altijd duidelijk is volgens welke criteria gesco's werden toegekend aan de gemeenten. De politiehervorming geeft ons misschien de kans om een specifieke categorie in regel te brengen. De vraag hoever het overzicht van de gesco's in de gemeenten gevorderd is, zou het best ook eens aan de minister van Binnenlandse Zaken worden voorgelegd.
De heer Koen Helsen : Mijnheer de minister, uw voornemen om de nepstatuten te regulariseren, verdient alle lof. Er blijven echter nog enkele onduidelijkheden bestaan wat de politiehervorming betreft. De verantwoordelijkheid voor deze operatie ligt natuurlijk in eerste instantie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De overeenkomsten over de gesco's zijn echter een Vlaamse bevoegdheid. Moeten de gemeenten er niet op worden gewezen dat voorlopig mag worden afgeweken van de voorwaarden die in deze overeenkomsten werden bepaald? Op het moment dat de nieuwe politiezones in werking treden, zal het personeelsbestand van de meeste gemeenten er immers al helemaal anders uitzien.
Minister Renaat Landuyt : We proberen de regularisering van de gesco's zo goed en zo volledig mogelijk uit te voeren. Daarnaast proberen we zoveel mogelijk arbeidsplaatsen te behouden. Tot nu toe hebben we geen banen moeten schrappen. Als er onzekerheid is, verkiezen we niets te veranderen aan de bestaande situatie. Tussen die twee beleidsprincipes moeten we een evenwicht vinden. In het geval van de politiehervorming moeten we van de nood een deugd maken.
De voorzitter : Mijnheer de minister, is het mogelijk om mits overleg met de federale overheid de gesco's in de politie te regulariseren, los van de algemene gesco-regularisering?
Minister Renaat Landuyt : Het gaat om een welomschreven geheel. Zo'n operatie impliceert evenwel overleg met de federale minister van Binnenlandse Zaken. Ik zou bijna zeggen dat zijn budget moet toenemen en dat van mij afnemen. Ik pleit ervoor om alle tewerkstelling die via mijn budgetten om gebeurt, te regulariseren. Door de regularisering zal het budget voor tewerkstelling dan ook verminderen. Ik heb echter liever dat mensen een volwaardig statuut krijgen, dan dat mijn budget kunstmatig hoog wordt gehouden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.