Commissie voor Cultuur, Media en Sport Vergadering van 14/06/2001
Vraag om uitleg van de heer Dany Vandenbossche tot de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de stand van zaken bij het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Vandenbossche tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de stand van zaken bij het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap.
De heer Vandenbossche heeft het woord.
De heer Dany Vandenbossche : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, conform het muziekdecreet is tijdens de vorige legislatuur een Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap opgericht. De taken van dat muziekcentrum zijn in het muziekdecreet omschreven. Het muziekcentrum heeft een organiserende en coördinerende rol gekregen, onder meer als informatie- en documentatiecentrum voor de muziek. Recent is in een artikel de vraag gesteld of het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap zich moet bezighouden met muziekarchieven. Om haar taak te vervullen, kan het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap overeenkomsten afsluiten met gespecialiseerde organisaties. Ik vraag me af of dit in de praktijk al is gebeurd, zeker wat een aantal organisaties op het vlak van de popmuziek betreft.
De subsidiëring van het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap is afhankelijk van een beleidsplan en van een jaarlijkse evaluatie. Dat beleidsplan is ondertussen ingediend. Ik heb in dit verband een aantal concrete vragen. Welke taken heeft het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap tot op heden uitbesteed? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de taken die aan het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap zijn toebedeeld? Op welke wijze vindt de jaarlijkse evaluatie plaats? Wat zijn de gevolgen van deze evaluatie?
De voorzitter : Minister Anciaux heeft het woord.
Minister Bert Anciaux : Mevrouw de voorzitter, het muziekdecreet van 18 maart 1998 voorzag in de oprichting van een muziekcentrum. Op 8 juni 1999 heeft de Vlaamse regering de statuten van de VZW Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap goedgekeurd. Bij besluit is aan de VZW Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap een vierjarig financieringsbudget voor de periode 1999-2002 toegekend. Op 17 maart 2000 heeft de Vlaamse Gemeenschap het beleidsplan 1999-2002 goedgekeurd. Op 4 april 2000 is de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VZW Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap afgesloten. Hierna is de echte werking van het centrum stapsgewijs opgestart.
Wat de concrete vragen betreft, kan ik de volgende antwoorden geven. Het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap heeft al gebruik gemaakt van de decretaal bepaalde mogelijkheid om taken via contractuele overeenkomsten uit te besteden. In 2000 zijn twee samenwerkingsovereenkomsten afgesloten.
Aan de VZW Studiecentrum voor Vlaamse Muziek is de opdracht gegeven om een biografie en een repertoirelijst op te stellen van 40 componisten uit de periode 1800-1950. Deze informatie zal worden gepubliceerd op de websites van het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en van het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap.
Aan de VZW Matrix is de opdracht gegeven om 1.200 partituren, die door de Vlaamse Gemeenschap aan het muziekcentrum zijn overgedragen, te inventariseren, te beschrijven en te catalogiseren. Daarnaast is aan deze VZW gevraagd om het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap te adviseren aangaande een computersysteem voor het ontsluiten van deze partituren.
Het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap zal beide overeenkomsten eerstdaags evalueren. Op basis van deze evaluatie zal worden beslist om de opdrachten al dan niet met een jaar te verlengen. Naast deze samenwerkingsovereenkomsten heeft het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap drie onderzoeksopdrachten uitgeschreven.
De eerste opdracht betreft de inventarisatie van documentatiecentra voor klassieke muziek. Na een offerteaanvraag is deze opdracht toegekend aan de VZW Studiecentrum voor Vlaamse Muziek. De tweede opdracht betreft het opstellen van een goed uitgebouwde popbibliotheek. Wat de klassieke muziek betreft, beschikken de universiteitsbibliotheken en de bibliotheken van de muziekhogescholen over een goed uitgebouwd aanbod. Er bestaat evenwel geen echte bibliotheek met standaardwerken voor popmuziek. De derde en omvangrijkste opdracht is na een offerte van alle universiteiten toegewezen aan het samenwerkingsverband tussen de KUL en de VUB. Het betreft hier de inventaris van problemen waarmee muzikanten bij de uitbouw van hun carrière worden geconfronteerd en van de problematiek van de muziekpromotie. Dit onderzoek leidde tot een omvangrijk rapport dat in december jongstleden aan de muzieksector werd voorgesteld.
In het decreet werden vier taken aan het Muziekcentrum toegewezen. De eerste taak is het promoten van de Vlaamse componisten en muziekensembles en het Vlaams muziekleven in het algemeen in binnen- en buitenland, en het evenwichtig verdelen van die promotie over de verschillende muziekvormen. Van de promotie van componisten is het volgende reeds gerealiseerd.
In voorbereiding op het Benoitjaar 2001 werd samen met het Benoitfonds en het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek een stuurgroep samengesteld met als doel de verschillende losstaande activiteiten tot een geheel te bundelen. Dat resulteerde in de uitgave van een voorlopige folder in december 2000 en een definitieve folder in het voorjaar van 2001 over de activiteiten ter gelegenheid van het Benoitjaar.
Op uitnodiging van het VTI werkte het Muziekcentrum mee aan de realisatie van New Op, een internationale bijeenkomst omtrent het hedendaags muziektheater. In samenwerking met de Brakke Grond werd een verzamel-CD uitgegeven onder de titel Vierkant Muziek. Daarop staan werken van een aantal hedendaagse Vlaamse componisten. Het Muziekcentrum werd belast met de begeleiding van de compositiewedstrijd Vlaanderen-Québec, die in 2001 zal plaatsvinden naar aanleiding van de entente tussen beide regio's.
Waar mogelijk wordt voor de promotie van de uitvoerders in eerste instantie geopteerd voor een algemene promotie per genre, veeleer dan voor een individuele promotie. Zo werd in voorbereiding van Midem 2001 bijvoorbeeld gekozen voor een brochure over Belgische pop en rock, in plaats van voor een uitgebreide folder over de drie groepen die optraden tijdens de Belgian Night, opgezet in samenwerking met Wallonie-Bruxelles Musique.
Daarnaast is er de prospectie van enkele buitenlandse beurzen, zoals Popkomm, Womex en Strictly Mundial met het oog op een mogelijke deelname met showcases in 2001. Voor het genre folk verspreidde het Muziekcentrum daar onder meer een bestaande sampler met informatie over meer dan veertig groepen. Op termijn zal het Muziekcentrum per genre de juiste promotiekanalen in kaart brengen en een aangepaste strategie ontwikkelen. Tot daar de eerste opdracht.
De tweede opdracht is te fungeren als documentatie- en informatiecentrum op het gebied van muziek. Er wordt documentatie verzameld over uitvoerende en creërende kunstenaars van alle genres, die ter plaatse geraadpleegd kan worden. Het Muziekcentrum legt een uitgebreide verzameling documentatie aan met nuttige informatie voor muzikanten en muziekorganisaties, zoals wettelijke informatie, het statuut van de kunstenaars, subsidiemogelijkheden op alle beleidsniveaus, een inventaris van muziekpodia in binnen- en buitenland, enzovoort.
Het Muziekcentrum heeft ook een eigen, momenteel druk gebruikte website voor het verspreiden van informatie en documentatie. De definitieve website zal een interactief instrument zijn waarin alle beschikbare informatie wordt gebundeld en langs digitale weg ter beschikking wordt gesteld. Zij zal ook geïntegreerd worden in de Cultuurwebsite Vlaanderen.
De informatie- en documentatiefunctie wordt ook actief aangepakt. Het Vlaams Muziekcentrum organiseert studiedagen. In 2000 waren dat er twee. Op die dagen wordt de verzamelde informatie gebundeld aan de muzieksector aangeboden. Het Muziekcentrum werkte ook mee aan de informatiedag van eergisteren 12 juni over de nieuwe ronde van erkenning en subsidiëring in uitvoering van het muziekdecreet. Dat was een bijzonder succes, waarbij bijna 300 mensen aanwezig waren, waaronder ook vele nieuwe gezichten. De sector leeft dus. Overigens was er een schitterende samenwerking tussen de administratie en het steunpunt, die model kan staan voor de toekomst.
De derde opdracht is de uitbouw van een partiturenbibliotheek, en fungeren als depot voor onder andere de composities die door de Vlaamse Gemeenschap worden gesubsidieerd. In het najaar van 2000 droeg mijn administratie circa 1.200 partituren over aan het Muziekcentrum. Het betrof partituren van compositieopdrachten die de voorbije jaren met steun van de Vlaamse Gemeenschap werden gerealiseerd. Na catalogisering en wetenschappelijke beschrijving zullen ze ter inzage zijn in het Muziekcentrum.
De vierde opdracht is het bewaren van opnamen die met de steun van de Vlaamse Gemeenschap werden gerealiseerd. Deze opdracht wordt door het Muziekcentrum verruimd tot het aanleggen van een levendige verzameling van platen- en cd-opnamen van Vlaamse artiesten. Daarnaast werd recent in 2001 een uitgebreide collectie van popmuziek vanaf 1950 tot heden verworven, waardoor het Muziekcentrum op korte termijn zal uitgroeien tot het referentiepunt van opnamen in de popmuziek.
Uw derde vraag ging over de resultaten van de jaarlijkse evaluatie van het beleidsplan. Het Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap is zoals gezegd met enige vertraging opgestart, zodat het pas in 2001 echt op kruissnelheid zal komen. Desondanks wordt de timing gevolgd waarin in het beleidsplan is voorzien, en worden de opgelegde taken naar behoren uitgevoerd. De raad van beheer is actief betrokken bij de werking van het Muziekcentrum en vergadert ongeveer om de anderhalve maand. De beoordeling van de beide regeringscommissarissen over de voorbije werking is positief. De inspectie ter plaatse voor het werkjaar 2000 door de administratie zal eerstdaags gebeuren.
De voorzitter : De heer Vandenbossche heeft het woord.
De heer Dany Vandenbossche : Mijnheer de minister, bedankt voor het uitgebreide antwoord. Ik had nog één vraag met betrekking tot de situering van de muziekbibliotheek van de VRT. Is die gevestigd in de Albertinabibliotheek?
Minister Bert Anciaux : Inderdaad, voorlopig is ze daar ondergebracht.
De voorzitter : Het incident is gesloten.