Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 14/06/2001
Vraag om uitleg van de heer Frans Ramon tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over een mogelijke associatie van de luchthavens van Wevelgem en Oostende
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Ramon tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over een mogelijke associatie van de luchthavens van Wevelgem en Oostende.
De heer Ramon heeft het woord.
De heer Frans Ramon : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil u in de eerste plaats danken dat ik vandaag te gast mag zijn in deze commissie.
Als de regionale luchthaven van Wevelgem ergens wordt vermeld, dan is dat meestal hooguit in een voetnoot. Dit heeft enigszins te maken met haar speciaal statuut in het kader van de intercommunale die instaat voor haar beheer.
De nieuwe WIV-voorzitter verklaarde onlangs in een krant dat via provinciale en Vlaamse financiële middelen het vliegveld van Wevelgem een nieuw elan zou kunnen krijgen voor zijn nichemarkt, namelijk de zakenvluchten. Op vergaderingen over het vliegveld circuleert de optie om Wevelgem te associëren met Oostende om zo als regionale Vlaamse luchthaven erkend te worden en aanspraak te kunnen maken op overheidssubsidies.
De financiële toestand van de luchthaven van Wevelgem is op dit ogenblik niet erg rooskleurig. De intercommunale heeft daarom de betrokken gemeentebesturen gevraagd hun bijdrage per inwoner op te trekken van vier tot tien frank. Dit zorgt uiteraard voor verdeelde reacties : sommigen overwegen hun participatie stop te zetten, anderen willen de bijdrage tot bijvoorbeeld één frank beperken.
Graag had ik u in dit verband de volgende vragen willen stellen. Ik weet dat niet onbelangrijke personen uit West-Vlaanderen met u contact hebben gehad over deze problematiek. Was dat een eenmalig gebeuren of was dit de start van een hele reeks gesprekken? Wat is daar dan de timing van? Wanneer zal dit overleg afgerond zijn en welke scenario's liggen voor?
Welk standpunt neemt u in tegenover een eventuele associatie van Wevelgem met Oostende en een financiering van de luchthaven van Wevelgem, rekening houdend met het RSV, met de economische rentabiliteit van de luchthaven en met de alternatieve mogelijkheden voor zakenvluchten waar u niet negatief tegenover staat? U bent misschien niet op de hoogte van al deze elementen, maar ik neem aan dat u toch een standpunt kunt innemen over deze associatie. Dan had ik nog een slotvraag : als lokale overheden al beginnen af te haken, valt het dan te verantwoorden dat de Vlaamse overheid die leemte opvult?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, geachte leden, er werd inderdaad een delegatie van de provincie West-Vlaanderen, geleid door de provinciegouverneur, ontvangen op mijn kabinet. Het rapport van de provincie werd toen overhandigd en toegelicht. Het werd voor verder onderzoek overgemaakt aan de administratie. De administratie Wegen en Verkeer heeft geen kennis van gesprekken die op basis van dat rapport zouden zijn gevoerd tussen de luchthavens van Oostende en Wevelgem. De afdeling Personenvervoer en Luchthavens werd wel betrokken bij de opmaak van het rapport. Ze begrijpt dat bijvoorbeeld een associatie met de luchthaven van Oostende de luchthaven van Wevelgem veel voordelen zou kunnen opleveren. Er werd echter geen uitspraak gedaan over een eventuele overname of subsidiëring door het Vlaams Gewest. Het gewest erkent het belang van de luchthaven van Kortrijk-Wevelgem, maar beschouwt de exploitatie ervan niet als een kerntaak. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen spreekt zich niet uit over de financiering van de beheersvorm, maar alleen over de ruimtelijke aspecten. De toekomst van de luchthaven moet op de eerste plaats de zorg zijn van de huidige bestuurders, die ook initiatieven kunnen nemen om de zakenvluchten te promoten.
De voorzitter : De heer Ramon heeft het woord.
De heer Frans Ramon : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik heb begrepen dat er momenteel nog geen uitspraak is gedaan in dit dossier.
De voorzitter : Het incident is gesloten.