Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 16/05/2001
Interpellatie van de heer Filip Dewinter tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over het ontslag van de dorpsopbouwwerker voor Doel
De voorzitter : Aan de orde is de interpellatie van de heer Dewinter tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over het ontslag van de dorpsopbouwwerker voor Doel.
De heer Dewinter heeft het woord.
De heer Filip Dewinter : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, op vrijdag 6 april werd de dorpsopbouwwerker van Doel door het Oost-Vlaamse RISO, het Regionale Instituut voor Samenlevingsopbouw, ontslagen. Mijns inziens gebeurde dit op basis van bedenkelijke motieven.
In de krant De Morgen verscheen op zaterdag 31 maart een bepaald artikel. Blijkbaar noemt men dat onderzoeksjournalistiek. De journalisten van De Morgen zijn gaan woelen in het verleden van de dorpsopbouwwerker van Doel. Ze zijn tot de conclusie gekomen - o gruwel - dat de betrokkene in zijn jeugdjaren lid is geweest van het Vlaams Nationaal Jeugdverbond en in zijn studentenjaren zelfs presidiumlid is geweest van de Nationalistische Studentenvereniging.
Blijkbaar heeft dat bij het RISO een aantal rode lampjes doen flikkeren. De voorzitter van de raad van bestuur van het RISO, de heer De Bruyckere, heeft een aantal verklaringen afgelegd. Blijkbaar waren de zogenaamde onthullingen in De Morgen voor hem voldoende om de betrokken dorpsopbouwwerker onderuit te halen. Ik citeer enkele uitspraken van de heer De Bruyckere. 'Het is onmogelijk om te blijven functioneren als opbouwwerker op een moment dat je integriteit publiekelijk ter discussie staat.' Blijkbaar staat iemands integriteit ter discussie als men vijftien jaar geleden lid is geweest van de NSV. Vlak na het ontslag van de dorpsopbouwwerker zegt de heer De Bruyckere ook nog : 'Het probleem doet zich nu niet meer voor, maar het klopt dat bepaalde politieke ideeën moeilijk te rijmen zijn met de functie van opbouwwerker. ' De heer De Neve van het RISO voegt daar dan nog aan toe : 'We twijfelen niet aan de kwaliteiten van de dorpsopbouwwerker, maar opbouwwerk moet op een serene manier gebeuren. We hebben de politieke geladenheid van dit dossier misschien wat onderschat.'
Dit alles is dus een gevolg van het feit dat er in één bepaalde krant een artikel verschijnt waarin erop wordt gewezen dat de betrokkene vijftien jaar geleden presidiumlid is geweest van de NSV. De betrokkene worden blijkbaar geen professionele fouten of tekortkomingen aangewreven. Er zijn uitgebreide gesprekken geweest tussen de betrokkene en het RISO voor hij werd aangesteld als dorpsopbouwwerker in Doel. In die gesprekken is evenmin iets aan het licht gekomen waaruit zou blijken dat hij niet geschikt zou zijn voor de functie. Blijkbaar heeft enkel en alleen zijn vroegere lidmaatschap hem de das omgedaan. Waar hebben we dat de voorbije dagen nog gehoord?
Mevrouw de minister, u maakte de fondsen vrij voor de dorpsopbouwwerker. U bent degene die ter zake het initiatief heeft genomen. U was trouwens in eigen persoon aanwezig op de persconferentie samen met de opbouwwerker. Misschien bent u nu ook wel een beetje besmet. U hebt samen met hem aan tafel gezeten om hem voor te stellen aan de pers. Hij was de man die het allemaal zou oplossen. Nu zegt u echter dat u daar allemaal niets mee te maken hebt. U wast uw handen in onschuld. Toch is het zo dat uw kabinet de RISO's subsidieert en speciaal voor Doel extra fondsen ter beschikking heeft gesteld. In de krant lees ik echter dat uw kabinet laat weten : 'Het is de bevoegdheid van het RISO Oost-Vlaanderen om aan te werven en te ontslaan. Wij komen niet tussen in dit dossier.
' Mevrouw de minister, in deze omstandigheden zou u misschien toch wel eens mogen optreden om erop te wijzen dat deze heksenjacht moet ophouden. Men kan de betrokkene niets verwijten op het vlak van zijn professionele activiteiten en zijn integriteit als dorpsopbouwwerker. De man heeft goed werk geleverd tot op het moment dat hij werd ontslagen. Men kan niet zomaar vijftien jaar teruggaan in het verleden om hem op basis van zijn lidmaatschap van een studentenvereniging de laan uit te sturen. Op die manier ontloopt u iets te gemakkelijk uw verantwoordelijkheid, om als Pontius Pilatus uw handen in onschuld te wassen.
Mevrouw de minister, ik hoop dat uw antwoord enige duidelijkheid kan verschaffen. Ik zou uiteraard ook graag vernemen hoe het nu verder moet met het hele verhaal. Is er ondertussen een nieuwe dorpsopbouwwerker aangesteld? Is het verleden van de nieuwe betrokkene gescreend? Hoe zeker bent u ervan dat de man in kwestie in dit geval wél voldoende politiek correct is om te mogen functioneren als dorpsopbouwwerker? Op al deze vragen had ik graag een concreet antwoord van u gekregen.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw de voorzitter, als de heer Dewinter lid was van onze commissie, zou hij weten dat het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur bij uitstek het departement is dat werkt met onderaannemers. We hebben zeer weinig eigen ambtenaren die zelf het beleid uitvoeren. Daarvoor doen we in ruime mate een beroep op VZW's die als een soort van onderaannemers optreden. Die VZW's sluiten met de Vlaamse overheid contracten af op basis van subsidiëringsbesluiten. De Vlaamse overheid mengt zich in geen geval in het personeelsbeleid van die VZW's, want dat zou ons te ver leiden. Ik kan dus enkel meedelen wat ook u in de krant hebt gelezen.
Het RISO van Oost-Vlaanderen vormt geen uitzondering op de algemene regel : ik moei me niet met zijn personeelsbeleid. Het RISO is onafhankelijk. Het heeft bijkomende subsidies gekregen voor de uitvoering van een gedeelte van het akkoord over Doel. Dat akkoord is binnen de Vlaamse regering totstandgekomen. Volgens dat akkoord moet de leefbaarheid van Doel minstens tot 2007 worden ondersteund. Die opdracht werd uitbesteed aan het RISO van Oost-Vlaanderen, dat in volle onafhankelijkheid optreedt. Ik weet niet wat de raad van beheer heeft beslist. U citeert uit een krant, maar ik kan niet bevestigen of dat de enige reden was om de opbouwwerker te ontslaan. Ik krijg de verslagen van die bijeenkomsten niet. Eigenlijk ben ik niet echt geïnteresseerd in het lezen van verslagen van raden van beheer van VZW's.
U zegt dat ik op de persconferentie in hoogsteigen persoon aanwezig was en er in het lang en het breed een uiteenzetting heb gegeven. Als u mij daar hebt gezien, dan moet u uw ogen eens laten nakijken. Misschien hebt u iemand gezien die op mij lijkt, maar ik was daar niet aanwezig. Er was wel iemand van mijn kabinet aanwezig.
Wat de toekomst betreft, heeft het RISO me meegedeeld dat het ontslag van de opbouwwerker niet betekent dat het de opdracht teruggeeft. De instelling zal de opdracht om tot 2007 de leefbaarheid van Doel te ondersteunen, uitvoeren, en zal met het geld iemand anders aanwerven om dat te doen. Ik heb vernomen dat op dit ogenblik een vaste medewerker van het RISO de opdracht uitvoert, in afwachting van de aanwerving van een nieuwe medewerker. De continuïteit is dus verzekerd.
Ik kan u helaas niet meer meedelen. De VZW voert in volle onafhankelijkheid haar personeelsbeleid. Ik heb me daar nog nooit mee gemoeid, en ben ook niet van plan om dat te doen.
De voorzitter : De heer Dewinter heeft het woord.
De heer Filip Dewinter : Eigenlijk had ik geen ander antwoord verwacht, mevrouw de minister. Ik vrees wel dat dit antwoord u zal blijven achtervolgen. Er zouden wel eens op andere plaatsen, in andere VZW's, zaken aan het licht kunnen komen. Misschien zult u dan wel willen en durven optreden.
Het onthutst me dat u dit soort zaken met groot gemak terzijde schuift. U schuift uw verantwoordelijkheid af. U verbergt zich achter het feit dat dit soort VZW's een onafhankelijke koers vaart. Ik ken de toestand, en ik weet dat het parlement daar weinig greep op heeft. Zo kunt u het zich gemakkelijk maken. U sluist alles door naar VZW's, zodat u geen verantwoordelijkheid meer hebt.
Dat soort beleid wordt in de stad Antwerpen al vele jaren gevoerd, met alle gevolgen van dien. Beleidsverantwoordelijken dragen officieel geen verantwoordelijkheid, maar achter de schermen doen ze dat toch - en ze doen dat zoals het hen goed uitkomt. U hebt nochtans mogelijkheden : u kunt de subsidies inhouden, u kunt een andere partner zoeken om de opdracht uit te voeren, of u kunt met het RISO een gesprek voeren over deze aangelegenheid. Het gaat om zaken met verregaande gevolgen. Ik blijf erop hameren dat het om een Berufsverbot gaat, en wij kunnen daar in elk geval nooit mee akkoord gaan.
Mevrouw de minister, ik weet dat u in een ver verleden nog heeft geageerd tegen het Berufsverbot in Duitsland. Ik herinner me nog teksten van de ELA, de Eenheidslijst Antwerpen die u vele jaren geleden mee hebt opgericht. Toen ageerde u fel tegen het Berufsverbot. (Opmerking van de heer Jos Stassen)
Dat zit allemaal netjes in het dossier, mevrouw de minister. Dat mag. 'Les actes nous suivent', zegt men in het Frans. Het belang van wat men in het verleden allemaal heeft gedaan geldt niet alleen voor de rechterzijde, maar misschien nog meer voor de linkerzijde. Het dossier van uw bondgenoten van weleer zal ook nog wel eens op tafel komen.
De heer Filip Dewinter : Mijnheer Stassen, het kan bijzonder boeiend zijn om eens te bekijken wat u en minister Vogels toen allemaal hebben verteld over het Berufsverbot dat de linkerzijde in Duitsland trof. Misschien kan minister Vogels die teksten nog eens herlezen.
Met redenen omklede motie
De voorzitter : Door de heer Dewinter werd tot besluit van deze interpellatie een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet zijn ingediend uiterlijk om 17 uur op de tweede werkdag volgend op de sluiting van de vergadering.
Het parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.