Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Vergadering van 15/03/2001
Vraag om uitleg van mevrouw Trees Merckx-Van Goey tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de uitvoering van het decreet van 7 juli 1998 betreffende Toerisme Vlaanderen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Merckx tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de uitvoering van het decreet van 7 juli 1998 betreffende Toerisme Vlaanderen.
Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey : Mijnheer de minister, u liet zich meermaals zeer kritisch uit over het decreet van 7 juli 1998 betreffende de VOI Toerisme Vlaanderen en over de Vlaamse Raad voor Toerisme. U kondigde daarbij telkens aan dat u het decreet zo snel mogelijk zou wijzigen. Dat meldde u ook in uw beleidsbrief.
Ondertussen is bijna een jaar verstreken. Het Vlaams Parlement en het personeel wachten nog steeds op uw eerste voorstellen terzake. De onzekerheid over de toekomst van de instelling in kwestie wordt moeilijk houdbaar. Wij zijn van mening dat het eerste doel van de geplande hervorming de regularisering van de statuten van de personeelsleden moet zijn, en de uitbreiding en reorganisatie van het personeelskader. Van de 162 huidige personeelsleden werken er slechts 60 in statutair dienstverband.
Mijnheer de minister, wordt een deel van de opdrachten die Toerisme Vlaanderen momenteel invult, toebedeeld aan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap? Zo ja, is daarvoor al voorzien in bijkomend personeel voor de administratie Economie? Wanneer wordt het besluit van de Vlaamse regering van 22 juni 1999 werkelijk uitgevoerd? Wanneer zullen de personeelsstatuten worden geregulariseerd?
Indien het ministerie niet wordt bedacht met taken van Toerisme Vlaanderen, hoe denkt u dan de onzekerheid van het personeel weg te nemen? Wanneer zult u het decreet van 1998 hervormen? Zal dat nog gebeuren voor de algemene hervorming van de Vlaamse overheidsadministratie?
Wat is de plaats van Toerisme Vlaanderen in het licht van de algemene hervorming van de administratie? Wordt deze organisatie geïntegreerd in het ministerie, of wordt ze een intern of extern verzelfstandigd agentschap?
De voorzitter : In het verleden hebben we al veel werk verricht in verband met dit onderwerp, maar we zijn er niet in geslaagd om tot een goed eindresultaat te komen. Toerisme Vlaanderen werkt slecht op basis van het oude decreet, maar er is nog geen nieuw deugdelijk decreet. Ik ben benieuwd naar het vervolg van deze soap.
Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Mijnheer de voorzitter, collega's, mevrouw Merckx is minder goed geïnformeerd over Toerisme Vlaanderen dan de heer Laurys over de interne keuken van de VDAB.
Er is momenteel een personeelsuitbreiding aan de gang bij Toerisme Vlaanderen. Er zijn enkele aanwervingen gebeurd : we hebben mensen uit de top van de VDAB in dienst genomen voor het personeels- en ICT-beleid. Net als de Raad voor Toerisme en de raad van bestuur ben ik er geen voorstander van om het decreet zonder meer uit te voeren. De scheiding tussen Toerisme Vlaanderen en de administratie was onlogisch en louter een product van het verleden. Het leek een goede oplossing om het Vlaams Parlement het decreet te laten aanpassen. Dat is er echter niet van gekomen. Ondertussen is er de uitvoering van het plan 'beter bestuurlijk beleid' van de Vlaamse overheid, wat dus betekent dat er een volledig andere herschikking komt op het vlak van de toeristische diensten.
Wat zal er in de toekomst gebeuren met de VOI Toerisme Vlaanderen? In de huidige wettekst, die ik dus niet uitvoer, staat een eigenaardig onderscheid tussen bepaalde taken voor de administratie en bepaalde taken voor Toerisme Vlaanderen. Er zal in de toekomst een onderscheid worden gemaakt tussen beleidsvoorbereidend werk en het louter operationele werk. Het louter operationele werk zal wellicht worden toevertrouwd aan een EVA, terwijl het beleidsvoorbereidende werk een taak van de administratie zal worden. Die administratie zal dan worden ondergebracht in de administratie Werkgelegenheid, Economie en Toerisme. Duidelijker kan niet.
Het zou dus getuigen van onbehoorlijk bestuur indien dit decreet, dat haaks op de toekomst staat, zou worden uitgevoerd. Het zou wellicht ook getuigen van onbehoorlijk bestuur indien dit decreet nu even bijgestuurd zou worden, in afwachting van de hervormingen op het niveau van de regering die in volle snelheid op ons afkomen.
Ondertussen proberen we met een beperkt aantal mensen een zo goed mogelijk beleid uit te voeren. Ik heb echter geen kennis van problemen of ongenoegen bij dat personeel.
De voorzitter : Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey : Mijnheer de minister, u hebt eerst gezegd dat er in feite een personeelsuitbreiding heeft plaatsgevonden. Gaat het daarbij om statutairen of contractuelen? Voor welke diensten werden zij precies ingezet? Gaat het om diensten overeenkomstig het goedgekeurde decreet van juli 1998? Gaat het om specifieke taken die conform dat decreet nog bij de VOI behoren of zijn daar ook taken bij die, nog steeds conform dat decreet, aan de administratie overgeheveld dienden te worden?
We weten al anderhalf jaar dat u geen voorstander bent van de loutere uitvoering van het decreet.
Minister Renaat Landuyt : Stel u voor dat ik het zou beginnen uitvoeren. Dat zou pas inconsequent zijn.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey : U werpt op dat er geen interne logica in zit. Wat is dan uw logica of die van de meerderheid met betrekking tot het beleid op het vlak van toerisme in Vlaanderen? Kan uw persoonlijke logica wel rekenen op de steun van de meerderheid? Het feit dat er nog geen voorstel van decreet gekomen is toont duidelijk aan dat de parlementaire meerderheid daar nog steeds over verdeeld is.
U zegt ook dat u een en ander zult kaderen in de globale hervorming van de Vlaamse administratie waarbij het louter operationele aan de EVA en het beleidsvoorbereidende aan de administratie wordt toevertrouwd. Ik wens toch tegen te spreken dat dit helemaal haaks zou staan op het decreet van 1998. Het verwondert mij dat men daar nu plotseling toch een mogelijkheid ziet om een belangrijke beleidsvoorbereidende pijler binnen de Vlaamse administratie in te stellen.
Het risico van de aansluiting bij de globale hervorming van de Vlaamse administratie is dat we helemaal geen zicht hebben op de timing. De hervorming van 1998, was reeds het einde van een lange hervormingspoging.
Nu iedereen zegt dat toerisme een belangrijke groeipool is en heel wat tewerkstelling genereert, mogen we toch enige kordaatheid verwachten. U hebt het woord 'aansluitend' gebruikt. Wat bedoelt u daar precies mee?
De voorzitter : Minister Landuyt heeft het woord.
Minister Renaat Landuyt : Wat de principes van de huidige regering betreft, herhaal ik nogmaals dat een onderscheid wordt gemaakt tussen het beleidsvoorbereidende en het operationele of uitvoerende. Daarom wordt er een onderscheid in drie trappen gemaakt tussen de administratie, de beleidscel en de EVA's. Op het toerisme toegepast betekent dit dat in de toekomst een onderscheid wordt gemaakt tussen het beleidsvoorbereidend werk voor de administratie en het operationele werk voor de EVA Toerisme Vlaanderen. Dat is de logica waaromtrent binnen de Vlaamse regering geen enkele discussie bestaat. Iedereen zou het van mijnentwege zelfs als een provocatie beschouwen indien ik het decreet zou uitvoeren, vermits dat decreet die logica niet volgt.
Ik volg nu de logica van een autonome Vlaamse instelling. Dit betekent dat de raad van bestuur van Toerisme Vlaanderen, met zijn gedelegeerd bestuurder, verantwoordelijk is voor het personeelsbeleid van die instelling. Het is dus niet de minister die daarvoor verantwoordelijk is. Wat ik wel kan zeggen, is dat er op mijn aandringen bij Toerisme Vlaanderen een personeelsdirecteur werd aangesteld die moet zorgen voor een planning met betrekking tot de aanwerving van personeel en die er moet op toezien dat gewerkt wordt volgens het objectieve aanwervingssysteem onder Selor. Verder reikt mijn bevoegdheid niet.
Het zou in dit verband interessant zijn indien deze commissie eens kennis kon maken met de nieuwe voorzitter van die raad van bestuur, de heer Piet Jaspaert, om het personeelsbeleid van Toerisme Vlaanderen te bespreken. Het komt mij in ieder geval niet toe mij al te veel te moeien met de interne keuken van een VOI.
Ik heb wel voor rust gezorgd. Alleen al het signaal dat wij dit decreet, waarin een reeks persoonlijke afrekeningen verborgen zitten, in het vooruitzicht van de hervorming van de Vlaamse administratie niet uitvoeren, was voor de hele personeelsgroep rustgevend.
De voorzitter : Mevrouw Merckx heeft het woord.
Mevrouw Trees Merckx-Van Goey : Het is een goed idee om hier in de commissie eerst een gedachtewisseling over te houden. Dan wordt er voor de nieuwe voorzitter ook een verslag van gemaakt. Ik wil graag met hem een gesprek over het personeelsbeleid voeren. Ik heb nog geen antwoord gekregen over de personeelsuitbreiding. Ik neem aan dat de aanstelling van een personeelsdirecteur zowel past in het kader van de VOI van voor 1998 als in de huidige VOI. Het is niet tegenstrijdig.
Mijnheer de minister, het decreet van 1998 laat u perfect toe, conform de globale hervorming van de Vlaamse administratie, om personen die beleidsvoorbereidend werk zullen doen, te laten werken binnen de administratie en dit soort werk daar op te bouwen. Dit is niet strijdig met het decreet, maar conform het decreet en de Vlaamse administratie. De achterstand inzake beleidsvoorbereidend werk op het vlak van het toerisme, in vergelijking met andere administraties, zou intussen kunnen zijn ingelopen. Ik begrijp niet waarom niet sneller vooruitgang wordt geboekt. Het decreet van 1998 is verzoenbaar met wat de Vlaamse regering globaal wenst.
Het is niet de taak van de VOI zelf om te zorgen voor het kader van de regularisering van contractuelen. Dit is iets wat de minister ook kan doen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.