Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 22/02/2001
Vraag om uitleg van mevrouw Sonja Becq tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de overheveling van het leerlingenvervoer naar De Lijn
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Becq tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de overheveling van het leerlingenvervoer naar De Lijn.
Mevrouw Becq heeft het woord.
Mevrouw Sonja Becq : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn vraag vertrekt vanuit de bekommernis om het buitengewoon onderwijs. Lang geleden werd beslist om het leerlingenvervoer van het departement Onderwijs over te hevelen naar de Vlaamse Vervoermaatschappij. Dat wordt voorbereid en zou moeten zijn gefinaliseerd tegen het schooljaar 2001-2002. Daarin zouden ook de contracten van de beroepsvervoerders worden opgenomen. Het uiteindelijke doel is om het leerlingenvervoer optimaal te laten gebeuren, zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs.
De bekommernis gaat uit naar kinderen met een handicap, kinderen die extra begeleiding vragen op de bus, kinderen die thuis worden opgehaald en gebracht. Voor zeer zwaar gehandicapte kinderen of jongeren zou in de mogelijkheid van taxivervoer worden voorzien. In de realiteit stelt men echter vast dat zeer zwaar gehandicapte kinderen eerder geneigd zijn om niet naar school te gaan, als het vervoer niet soepel kan verlopen.
Op welke manier zal dit busvervoer voor het buitengewoon onderwijs concreet worden georganiseerd? Zal het apart zijn of zal het gezamenlijk in één traject gebeuren? Blijft het ook mogelijk om kinderen thuis op te halen? Zal daar bij het uittekenen van trajecten rekening mee worden gehouden? Zal een bus van de Lijn kunnen wachten? Zal er specifieke aandacht zijn voor zwaar gehandicapte kinderen door middel van taxidiensten of kort busvervoer? Hoe zal de samenwerking zijn met de busbegeleiders? Hoe zullen de participanten en gebruikers daarbij worden betrokken?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, de bestaande contracten inzake het leerlingenvervoer worden overgedragen aan de Vlaamse Vervoermaatschappij, en uitgevoerd zoals contractueel bepaald. Binnen dit kader zal dezelfde dienstverlening worden verstrekt zoals dit vandaag het geval is. Er zal dus blijvend apart busvervoer worden georganiseerd voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs, met de kwaliteitszorg die vandaag geleverd wordt. Het is de bedoeling om de kwaliteit verder te verbeteren. De dienstverlening die vandaag wordt toegepast zal ook morgen blijven bestaan.
Met betrekking tot de busbegeleiding kan verduidelijkt worden dat dit de bevoegdheid blijft van het departement Onderwijs. De middelen die vandaag ter beschikking zijn, zullen ook morgen ter beschikking blijven. De kredieten voor het uitvoeren van de contracten zullen wel overgeheveld worden naar het programma 63.20, het programma van het gemeenschappelijk vervoer.
De afspraken voor samenwerking tussen de busbegeleiding en de uitvoering van de ophaaldienstcontracten zullen tijdens het eerste overgangsjaar worden geregeld, in samenspraak met de diensten van het departement Onderwijs en de VVM. In afwachting van een nieuwe regeling blijft de huidige regeling volledig van toepassing. Ook in deze aangelegenheid is het de bedoeling de kwaliteit verder te verbeteren.
De overheveling maakt het onderwerp uit van een voortdurend en intensief overleg tussen de diensten van het leerlingenvervoer en de VVM.
Er moet worden verduidelijkt dat het nieuwe decreet ter organisatie van het personenvervoer over de weg en ter oprichting van de mobiliteitsraad Vlaanderen, beter bekend als het decreet basismobiliteit, nieuwe mogelijkheden zal creëren om collectieve taxi´s in het geregeld en het bijzonder geregeld vervoer in te schakelen. Op deze wijze ontstaan mogelijkheden om de rittijden van een aantal ritten te beperken.
Zoals reeds eerder gesteld blijft de busbegeleiding de verantwoordelijkheid van het departement Onderwijs. De nog op te richten entiteit die dit in de toekomst zal regelen, is een initiatief van de minister van Onderwijs.
Mevrouw Sonja Becq : Ik begrijp dat alles blijft zoals het nu is omdat de contracten in een eerste fase worden overgenomen. Ik vermoed dat die contracten niet allemaal op hetzelfde moment aflopen en dat er dus een definitieve regeling moet komen. Hoe zal dat gebeuren? Lopen die contracten af over vijf jaar? Mijnheer de minister, u verwijst naar het decreet basismobiliteit. Zullen voor dat specifiek vervoer voldoende ruimte en mogelijkheden blijven bestaan?
Minister Steve Stevaert : Om misvattingen te voorkomen, wil ik dit nog eens uitleggen. Het ene wordt overgeheveld naar het andere om de fysieke uitvoering te realiseren. Het begeleidende gedeelte blijft bij Onderwijs. Ik wil dat absoluut overhevelen omdat wij nu ontzettend veel BTW laten verloren gaan. Wij kunnen op een andere manier met BTW-recuperatie omgaan dan in het departement Onderwijs. Als Vlaanderen de aandrang voelt om zoveel mogelijk BTW te storten aan de federale overheid, dan is dat niet mijn aandrang, en is het bovendien in tegenstrijd met het Belgisch regeerakkoord.
Indien de Lijn die aanzienlijke bedragen betaalt zoals voor brandstof, dan kunnen wij besparen. Met hetzelfde geld kunnen we dan meer doen. Ik heb geen ambitie om dat inhoudelijk te sturen, dat is de bevoegdheid van Onderwijs. Wij willen enkel aan materiële dienstverlening doen. In eerste instantie verandert er niets. Die contracten vervallen inderdaad niet allemaal samen. Wij proberen er het maximale tegen een minimale prijs uit te halen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.