Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 18/01/2001
Vraag om uitleg van mevrouw Ria Van Den Heuvel tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over opvoedingsondersteuning door Kind & Gezin via televisie
Vraag om uitleg van mevrouw Patricia Ceysens tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over het opvoedingsproject DaDa
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde vragen om uitleg van mevrouw Van Den Heuvel tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over opvoedingsondersteuning door Kind & Gezin via televisie, en van mevrouw Ceysens tot mevrouw Vogels, over het opvoedingsproject DaDa.
Mevrouw Van Den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Ria Van Den Heuvel : Mevrouw de minister, Kind & Gezin brengt vanaf 1 januari 2001 dagelijks het programma 'DaDa' op tv. In enkele minuten tijd worden opvoedkundige thema's behandeld, zoals : waar moet ik op letten als ik zwangerschapskleding koop? Hoe leer ik mijn kindje zindelijk worden? Hoe verloopt een bezoek aan de gynaecoloog? Hoe ga ik om met 'peuterpuberteit'? Hoe krijg ik mijn kind makkelijk naar bed?
Dat zijn allemaal voorbeelden van thema's die men wil behandelen. Aan dit project is een callcenter verbonden, waar 62 medewerkers van Kind & Gezin zullen worden tewerkgesteld. Men kan er elke dag tussen 13.00 en 19.00 terecht voor bijkomende vragen. Dat project moet passen in de doelstelling van Kind & Gezin om een voortrekkersrol te spelen in het actueel en maatschappelijk relevant thema van opvoedingsondersteuning. Ik stel de actualiteit en de relevantie helemaal niet in vraag, maar ik heb wel een aantal heel concrete vragen.
Mevrouw de minister, wie nam het initiatief voor dat televisieprogramma? Hoe wordt het gefinancierd? Ik heb me erover verwonderd dat er een samenwerking is met de commerciële omroep. Kind & Gezin is een openbare instelling die gefinancierd wordt met overheidsgeld. Zijn er afspraken gemaakt over de reclameblokken voor en na het programma? Hoe komt men ertoe om deze uitzenduren als de meest geschikte te kiezen? Ik denk niet dat werkende ouders die net thuiskomen meteen voor de televisie gaan zitten.
Zijn de openingsuren van het callcenter ruim genoeg? Wat is het profiel van de 62 medewerkers van Kind & Gezin die het zullen bevolken? Hoeveel mannen worden er tewerkgesteld? Ik hoop dat ook vaders zullen bellen, en daarom is het misschien nuttig dat ook mannen antwoorden geven op opvoedkundige vragen. Zijn daartoe nieuwe aanwervingen gebeurd? Wat kost het Kind & Gezin om dit callcenter operationeel te maken? Welk budget heeft deze organisatie daartoe opzij gezet? Kan dat worden gerelateerd aan de 40 miljoen frank die in de begroting is toegewezen aan Kind & Gezin en waarvan pas gebruik mag worden gemaakt na de goedkeuring van het decreet op de opvoedingsondersteuning?
De voorzitter : Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Mevrouw Patricia Ceysens : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u weet dat de dada van een aantal van de parlementsleden in deze commissie opvoedingsondersteuning is. Het trok dan ook meteen mijn aandacht toen in de krant verscheen dat op 2 januari een televisieprogramma zou beginnen onder die naam met medewerking van Kind & Gezin. Ik kan de vragen van mevrouw Van Den Heuvel alleen maar bijtreden. Ik wil er nog enkele aan toevoegen.
Ik heb ook vragen over het callcenter. Er bestaat al een opvoedingstelefoon van de Keerkring. Die werkte veeleer lokaal, maar heeft ondertussen zijn weg gevonden naar een hoger niveau. Er is structurele samenwerking met Kind & Gezin. Mevrouw Van Den Heuvel heeft vragen gesteld over de financiering en de keuze voor VTM en niet de VRT. Ik sluit me daarbij aan.
Binnen Kind & Gezin is een opdrachthoudster belast met opvoedingsondersteuning. Die persoon is daar voltijds mee bezig. Het zou kunnen dat er ondertussen al een hele cel voor is opgericht. Ik had vroeger al een aantal schriftelijke vragen gesteld. Toevallig zag ik in de boekjes van uitgeverij De Ballon dat daar ook op staat : 'Met medewerking van Kind & Gezin'. Mevrouw de minister, u hebt daarop geantwoord dat Kind & Gezin haar knowhow daarin inbrengt. Ik neem aan dat die bijzondere opdrachthoudster dat bekijkt en daar een bepaald advies over geeft. Hetzelfde geldt voor de website van Zappybaby, waar ook duidelijk verwezen wordt naar Kind & Gezin. Dat zijn allemaal initiatieven die niet van Kind & Gezin komen, maar waar ze wel haar label aan geeft. Worden die vragen aan de opdrachthoudster gesteld en neemt zij dan een beslissing? Gaat het over een inhoudelijke toevoeging van wat men denkt dat een goede opvoeding is? Dat vind ik fundamenteel. Heeft Kind & Gezin al uitgemaakt wat volgens haar als standaard voor opvoeding moet gelden? Deze vragen gaan verder dan enkel DaDa, maar de antwoorden benieuwen me wel.
De voorzitter : De heer Van Duppen heeft het woord.
De heer Jan Van Duppen : Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij de vragen van de twee dames, niet enkel in mijn hoedanigheid als man, maar in mijn hoedanigheid als bezorgde vader. Er wordt steeds meer informatie verstrekt aan jonge ouders en zwangere vrouwen, waaraan Kind & Gezin haar goedkeuring geeft. Ik heb me al suf gepiekerd over wat de criteria daarvoor zijn. Ik heb het gevoel dat daar geen duidelijkheid over bestaat.
Ik heb ook vragen over de reclameblokken voor en na het programma. Dat is erg belangrijk. U weet zeer goed dat jonge ouders bijzonder gevoelig zijn voor alle mogelijke informatie. Dat koppelen aan dergelijk initiatief is eigenlijk hetzelfde als het kwaliteitslabel van Kind & Gezin daaraan toevoegen.
De voorzitter : Ik ben verwonderd dat hier niets over is gezegd tijdens de begrotingsbesprekingen. Het programma loopt sedert begin januari, de besprekingen vonden plaats in november. Op dat moment moet dit initiatief toch al in een vergevorderd stadium zijn geweest. Men maakt geen televisieprogramma op veertien dagen.
Minister Mieke Vogels : Mijnheer de voorzitter, collega's, toen ik het bericht in de krant las, dacht ik meteen dat daar vragen om uitleg over zouden worden gesteld. We hebben bij Kind & Gezin een communicatiespecialiste die haar vak erg goed kent wat betreft het verkopen van berichten. Het resultaat is dat Kind & Gezin in de krant komt, maar met het gevaar dat er een aantal vragen rijzen bij mensen die het terrein wel kennen. Ik was dus ook niet erg gelukkig met dat persbericht. Ik ben blij met de vragen om uitleg omdat ik op die manier de kans krijg uit te leggen waar het wel over gaat.
Het programma DaDa kwam er op initiatief van Fortis Foundation. Dat is een VZW die gefinancierd wordt door Fortis met de bedoeling hulp te geven aan de sociaal zwakkeren en de strijd tegen maatschappelijke uitsluiting. In dat kader besloot Fortis Foundation, in samenwerking met de VTM, een televisiereeks te laten maken die zich op de eerste plaats tot alleenstaande jonge ouders richt en op de VTM zou worden uitgezonden.
Fortis Foundation contacteerde Kind & Gezin in de eerste helft van vorig jaar om voor dit project haar inhoudelijke partner te worden. Kind & Gezin heeft dat dossier onderzocht en kon zich voor de beoordeling baseren op een soortgelijke programmareeks die al een jaar loopt op de RTL. Het programma heet daar 'Petit à Petit', en hiervoor werd samengewerkt met de zusterorganisatie van Kind & Gezin in het Franstalig landsgedeelte, de ONE.
De ONE was erg positief over deze samenwerking, en daarom werkt Kind & Gezin er ook aan mee. Kind & Gezin hanteert de filosofie - en daar sta ik achter - dat als er toenemende vragen komen van jonge ouders over opvoeding, Kind & Gezin haar knowhow aan bijvoorbeeld dergelijke programma's levert. Ik vind het te vergezocht dat dit moet gebeuren vanuit het concept over wat de ideale opvoeding is. Een en ander gebeurt veeleer preventief : als bijvoorbeeld een kind huilt mogen ouders het niet door elkaar schudden. Een ander voorbeeld is dat een zwangere vrouw zich moet wenden tot een gynaecoloog of huisarts. Kinderen die moeilijk slapen, mogen geen half slaappilletje krijgen, enzovoort. Dat is dus de invalshoek van Kind & Gezin. Ik vind niet dat Kind & Gezin zich moet afsluiten van de wereld. Deze instelling moet inspelen op wat er gebeurt in de samenleving.
De steun van Kind & Gezin komt, net als bij de ONE, neer op de inhoudelijke ondersteuning van het programma, in de vorm van een team dat zich gedurende en voor de opnameperiode actief met dit project bezighield. Dit team gaf op de eerste plaats inhoudelijk advies over de programmathema´s en de scenario´s. Verder had het ook een coördinerende functie, die bestond uit het contacteren van interne en externe vakspecialisten voor bepaalde onderwerpen en het zoeken naar geschikte locaties voor de opnames. Ook begeleidde een teamlid steeds de opnames om erop toe te zien dat die inhoudelijk correct werden vertaald.
Het team bestond uit mensen van de communicatiecel van Kind & Gezin, een pedagoge, een regio verpleegkundige, een regioverantwoordelijke, medische kwaliteitscoördinatoren, de cel Gezondheidsvoorlichting en aandachtsambtenaren van de verschillende beleidsafdelingen. Dit team werd dus samengesteld om dit inhoudelijk en wetenschappelijk te begeleiden.
De totale productiekosten van de televisiereeks worden gedragen door Fortis Foundation. Kind & Gezin had in dit project een ondersteunende en inhoudelijke rol en stond vooral borg voor de kwaliteit van het programma. De keuze voor het samenwerken met een specifieke televisiezender werd niet door Kind & Gezin gemaakt, maar door de VZW. Dat gebeurde in functie van de beoogde doelgroep, namelijk alleenstaande ouders. Kind & Gezin heeft ook alleen een samenwerkingsakkoord met Fortis Foundation, en niet met de VTM.
Ook wat de reclameblokken betreft, heeft Kind & Gezin geen overeenkomst gesloten en geen bijkomende voorwaarden gesteld. Ik ben het eens met de heer Van Duppen : jonge vaders en moeders zijn heel gevoelig voor deze reclame. Ik vind echter dat we de mensen weerbaar moeten maken op dat vlak : we kunnen hen er niet van afschermen. Zo worden in de ziekenhuizen bijvoorbeeld pretpakketten uitgedeeld. Vanuit Kind & Gezin hebben we al getracht om die te weren, maar we stoten op de kinderartsen. Wel zijn we erin geslaagd om de stalen babyvoeding van melk uit die pakketten te laten halen, in functie van het bevorderen van borstvoeding. Het is echter moeilijk opboksen tegen een enorme reclamemachine, die heel goed weet hoe gevoelig jonge ouders zijn voor die reclame. We hebben echter geen inspraak in de reclameblokken voor of na : Fortis Foundation beslist dit samen met de VTM.
Het programma wordt tweemaal per dag getoond : een eerste maal om 12.45 uur, een herhaling om 17.45 uur. Op zaterdag wordt om 12.45 uur een uitzending gegeven waarin alle thema's van de week worden gecombineerd. Zo wilde men ook aan werkende ouders de mogelijkheid geven het programma te bekijken. We denken dat de uitzendingen tijdens de week zeker worden bekeken door jonge moeders die nog thuis zijn in de periode van hun zwangerschapsverlof. Dit merken we aan de telefoontjes. Ook opvanggezinnen en grootouders bekijken blijkbaar het programma.
Het doel van Kind & Gezin was dus de inhoudelijke ondersteuning. Daar het programma heel kort is en bijkomende vragen zou kunnen oproepen, wilde men de mensen niet met die vragen laten zitten. Daarom werd een callcenter opgericht waar de mensen met hun vragen terechtkunnen. Na elke aflevering verschijnt gedurende 22 seconden het telefoonnummer van Kind & Gezin. Dit nummer verschijnt ook op de VTM-website en VTM-teletekst.
Overige promotie voor het programma gebeurt via diverse kanalen. De regioverpleegkundigen van Kind & Gezin vermelden het bestaan van het programma in hun contacten met zwangere vrouwen, tijdens hun gezinsbezoeken en in hun contacten met jonge ouders in de consultatiebureaus. Fortis Foundation zal eerstdaags ook door hen gefinancierde affiches en folders bezorgen aan Kind & Gezin, met de vraag die verder te verspreiden.
Het callcenter is open tot 19 uur ´s avonds, dus ruim 2 uur buiten de kantooruren. De praktijk leert ons dat werkende ouders ook vaak van op hun werk bellen. Misschien mag dat niet van hun werkgever, maar het gebeurt wel heel vaak. Buiten de openingsuren kan het callcenter bovendien ook via een e-mailadres worden bereikt.
Wat de bestaffing van het callcenter betreft, kan ik u meedelen dat alle operatoren over het diploma gegradueerd sociale verpleegkundige of maatschappelijk werker beschikken en dat ze allen ervaring hebben in het werken met jonge gezinnen. Ze bevolken het callcenter overigens nooit gelijktijdig, maar wel afwisselend in een beurtrol. Er zijn drie mannelijke operatoren, wat een normale verhouding is binnen het aantal regioverpleegkundigen dat in dienst is bij Kind & Gezin. Er zijn voor het callcenter geen nieuwe aanwervingen gebeurd. De 62 medewerkers die in een beurtrol het callcenter bevolken, zijn ambtenaren die reeds werkzaam waren bij Kind & Gezin vóór het opstarten van het callcenter. Deze medewerkers werden dus intern gerekruteerd binnen Kind & Gezin. Het gaat veelal om regioverpleegkundigen die onder meer wegens zwangerschap momenteel niet kunnen worden ingeschakeld in de functie waarvoor ze zijn aangeworven, namelijk de thuisbezoeken en dergelijke.
Qua technische uitrusting wordt dit zes maanden durend proefproject geïntegreerd in de normale werking van Kind & Gezin. Door binnen het reguliere IMC-budget te investeren in technische uitrusting wordt tegelijk ingespeeld op de technische overbelasting die Kind & Gezin ervaart. Ook vóór DaDa op de buis kwam kreeg men immers al jaarlijks 400.000 telefoons, waaronder steeds meer vragen om tips voor het opvoeden van kinderen, zonder dat we dit meteen opvoedingsondersteuning willen noemen.
Er zijn dus geen middelen aangewend die in functie van opvoedingsondersteuning voor volgend jaar werden toegekend aan Kind & Gezin. De organisatie van dit geheel werd opgenomen in de begroting van 2000, zonder dat er extra middelen voor werden uitgetrokken. Ze werd mogelijk gemaakt door een herschikking van de regioverpleegkundigen, een uitbreiding van de uren en de uitbouw van een callcenter, die tegelijkertijd ook nuttig was om de normale telefoonverbindingen bij Kind & Gezin te actualiseren.
Wat is ten slotte de relatie met de opvoedingstelefoon? De infolijn werd opgericht als proefproject in het DaDa-programma. De afleveringen van de televisiereeks bestaan namelijk uit praktische tips omtrent diverse thema's, zowel over de preventieve zorg als over de kinderopvang, en zowel met betrekking tot het pre- als tot het postnatale aspect. Opvoedingsondersteuning is daar strikt genomen in verweven, maar is er slechts een klein onderdeel van. De duur van het DaDa-programma is relatief kort. De kans bestaat dus dat er kijkers zijn die over sommige onderwerpen bijkomende informatie willen. Zij kunnen terecht bij het callcenter.
In dat concept blijft de infolijn bestaan, specifiek voor opvoedingsondersteuning, en werken we ook met een eerste- en een tweedelijns callcenter. De meeste vragen kunnen door de regioverpleegkundige aan de telefoon worden beantwoord. Als er meer uitleg nodig is over opvoedingsondersteuning bij problemen met het gedrag van kinderen, dan wordt de vraagsteller doorverwezen naar de Opvoedingstelefoon. Die dienst werkt hieraan mee, en behoudt structureel gezien zijn positie. Het callcenter is een proefproject voor zes maanden, waarna we zullen nagaan hoe een en ander verder in elkaar kan passen.
Ik hoop hiermee duidelijkheid te hebben gecreëerd. Ik begrijp de bezorgdheid van de leden. Ook ik zou mij zorgen maken bij het lezen van zo'n persbericht. Ik hoor mevrouw Ceysens al zeggen : 'Dada 40 miljoen frank!', maar zo is het niet. We houden onze belofte dat geld niet uit te geven, vooraleer er in deze commissie verder is gepraat over wat opvoedingsondersteuning precies betekent.
De voorzitter : Mevrouw Van Den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw Ria Van Den Heuvel : Ik dank de minister voor haar uitvoerig antwoord. Antwoorden roepen echter altijd nieuwe vragen op. Voor mij is belangrijk hoe we op een of andere manier een deontologie van Kind & Gezin kunnen vragen in haar samenwerking met meer commercieel georiënteerde projecten. Het lijkt me niet onmogelijk dat Kind & Gezin in dit geval, vooraleer ze haar medewerking verleent, het probleem van de reclame heeft aangekaart. Ze kan haar functie daarin opnemen. Toch moeten we over een regeling nadenken.
Van belang is ook de vraag hoe Kind & Gezin in de uitwerking van haar opdracht inzake opvoedingsondersteuning meer roldoorbrekend kan werken. Dat is een problematische kwestie. Als slechts 3 van de 62 medewerkers mannen zijn, dan is er niet veel kans om een potentiële vader aan de telefoon te krijgen. We kunnen dit binnen zes maanden eventueel evalueren.
De voorzitter : Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Mevrouw Patricia Ceysens : Mevrouw de minister, een aantal dingen zijn nu veel duidelijker. Kind & Gezin hecht haar kwaliteitslabel aan een aantal dingen. Daar kunnen ook andere dan deontologische vragen bij worden gesteld. Maken de medewerkers bij Kind & Gezin zelf uit of ze ergens op ingaan of niet? Kunnen ze zomaar met de ene wel samenwerken, en met de ander niet? Er is een website, een uitgever en nu ook een televisieprogramma. Dat is voor ons een nieuw gegeven. We moeten inhoudelijk kunnen spreken over eventuele criteria. Moeten ze bij Kind & Gezin altijd ja zeggen, of mogen ze selecteren? Dat kan natuurlijk vandaag niet worden uitgeklaard.
Minister Mieke Vogels : Kind & Gezin evalueert momenteel aan de hand van kwaliteitscriteria. We kunnen daar nog verder over spreken. Aanvaardt men het commerciële gegeven van een televisieuitzending, of van een website? Persoonlijk vind ik dat niet verkeerd. In het modern management van de overheid moeten we ook daar mee leren omgaan. Het kan een risico inhouden, maar we moeten dat risico durven nemen, mits we erover praten en samen de grenzen vastleggen.
Inzake het vermannelijken zitten we vast. Er zijn geen nieuwe mensen aangeworven, het zijn gewone verpleegkundigen die dit tussendoor doen. Onder verpleegkundigen zijn er nu al weinig mannen. Bij Kind & Gezin zijn het er nog minder. Mannelijke verpleegkundigen kiezen immers voor de hardere sectoren, zoals diensten voor intensieve zorgen, maar niet voor Kind & Gezin. Bovendien zijn er bij Kind & Gezin onvoldoende carrièremogelijkheden. Het verbaast me dat er nog drie mannen gevonden werden voor de telefoondienst. Dat is een structureel probleem dat we niet met het callcenter kunnen oplossen. Maatschappelijk gezien hebt u echter gelijk.
De voorzitter : Het incident is gesloten.