Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 06/04/2000
Vraag om uitleg van de heer Johan De Roo tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het waterwingebied Poekebeek
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer De Roo tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het waterwingebied Poekebeek.
De heer Johan De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik weet dat u het gebied van de Poekebeek goed kent. De Poekebeek loopt door het grondgebied van de gemeenten Aalter, Deinze, Nevele, Ruiselede, Tielt en Wingene, dus het betreft deels het gebied Oost-Vlaanderen en deels West-Vlaanderen. De Vlaamse regering heeft de bedoeling het waterwingebied zone B van de Poekebeek om te zetten naar zone A. Dit heeft aardig wat gevolgen voor de bemesting en de bemestingsnorm die in dat geval veel strenger wordt. In de hele zone B zouden de strengere normen voor waterwinning worden toegepast zonder dat het zeker is dat de landbouwers daarvoor vergoedingen ontvangen. Daartegen rees veel protest, maar blijkbaar wil de regering die maatregel toch doorvoeren vanaf 2001.
Is de minister op de hoogte van de zware gevolgen van deze maatregel voor de landbouwbedrijven? Het gaat hier om 900 landbouwbedrijven uit de Poekebeekvallei. Wanneer zal die maatregel van kracht worden? Wanneer zal de omzetting naar zone A een feit zijn? Zal de minister specifieke maatregelen nemen en begeleidingsmaatregelen uitwerken voor de getroffen landbouwbedrijven bij de omzetting naar waterwingebied zone A? Blijkbaar is de vervuiling niet alleen van de landbouw afkomstig, maar zijn er nog tal van leefkernen in deze gemeenten die niet zijn aangesloten op het collectorennetwerk.
De voorzitter : De heer Van Looy heeft het woord.
De heer Jef Van Looy : Waarom wil de minister hier een kwetsbaar gebied van maken? Door het kwetsbaar te noemen sluit zij een vergoeding uit, tenzij men verder gaat dan 170 kilogram stikstof afkomstig van dierlijke mest. Was er geen andere mogelijkheid voorhanden? Ik merk dat in het buitenland de drinkwatermaatschappijen afspraken maken met de boeren. Dit werkt zeer goed en daar kunnen de vergoedingen wel worden gegeven. Door deze gebieden als kwetsbaar aan te duiden worden vergoedingen uitgesloten.
Toen de heer Denys enkele tijd geleden in openbare vergadering daar een vraag over stelde, zei de minister dat de vervuiling die vandaag nog bestaat, louter te wijten is aan de landbouw. Er moet duidelijk worden gezegd dat dit niet het geval is. Vandaag zijn er nog twee woonkernen die rechtstreeks lozen in de Poekebeek, en bovendien zijn er nog overstorten, wat gezien de regen van de voorbije jaren nog een flink extra aandeel vertegenwoordigt.
De voorzitter : Minister Dua heeft het woord.
Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, ik wil die afbakening even toelichten. In het begin van de jaren negentig werden de waterwingebieden aangeduid. Daar werd een onderscheid gemaakt tussen de zones A, B en C. Zone A is gedefinieerd als het intrekgebied voor drinkwaterwinning, zone B zou dit worden vanaf 2000. Intussen is de zone B van de Poekebeek inderdaad een intrekgebied geworden. Andere vervuilers of aanbrengers van nutriënten werden dan ook voor het grootste deel afgekoppeld van de Poekebeek. In mijn antwoord aan de heer Denys heb ik me gebaseerd op gegevens die de administratie mij had overhandigd. Daarin stond vermeld dat bijvoorbeeld een slachthuis, toch een zeer zware vervuiler, was afgekoppeld alsook sommige woonkernen. Op die manier neemt het relatief aandeel van de nitraataanvoer naar de waterloop vanuit diffuse landbouwbronnen sterk toe.
Ik heb toen afgesproken met de Boerenbond dit samen met onder meer de VMM te bespreken teneinde meer zicht te krijgen op de vervuilingsbronnen van het gebied zodat verdere discussie kan worden vermeden. Er zouden nog twee woonwijken rechtstreeks in de Poekebeek lozen. Als dit inderdaad het geval mocht blijken, moet onmiddellijk worden opgetreden om dit stop te zetten. Metingen van het oppervlaktewatermeetnet wijzen uit dat er nog steeds meer dan 50 milligram nitraat per liter water wordt gemeten. Daarom waren we genoodzaakt om Poekebeek B om te zetten naar Poekebeek A. Dit is ook eerlijk ten aanzien van de landbouwers waarvan de gronden sedert jaren om identiek dezelfde reden in zone A liggen. De verscherpte maatregelen inzake bemesting gaan in vanaf 1 januari 2001.
Ik realiseer me dat het zeer moeilijk is voor de landbouwers ter plaatse. Het vergt bijkomende organisatie en betekent een meerkost omwille van het mestoverschot. Ik begrijp de wrevel die er bestaat. Er moeten wel de juiste conclusies uit worden getrokken, er moet namelijk werk worden gemaakt van responsabilisering. Europa dreigt ermee heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied uit te roepen. Als de toestand van de waterlopen niet verbetert, worden we genoodzaakt om, conform de Europese nitraatrichtlijn, heel Vlaanderen aan te duiden als kwetsbare zone waar maximaal 170 kilogram stikstof per hectare mag worden verspreid. We moeten zo snel mogelijk beneden 50 milligram nitraat per liter komen. Om die reden heb ik de VMM gecontacteerd. Zij moeten onderzoeken of geen bijsturing nodig is.
De landbouwers moeten zelf via een oordeelkundige bemesting ervoor zorgen dat dit niveau wordt bereikt. Ik zal al het mogelijke ondernemen om hen hiervan te overtuigen en hen de meetwaarden aanreiken waarop zij zich kunnen baseren om de toestand van de waterlopen maand na maand te volgen. Het landbouwmeetnet is gestart met een 250-tal agrarische meetpunten. Deze werden vastgesteld in overleg met de landbouworganisaties en met de boeren ter plaatse. Het zijn meetpunten waar de nitraatwaarde zo goed als zeker enkel afkomstig is van de landbouw. We starten op dit ogenblik met een informatiecampagne per provincie, waar aan de mensen ter plaatse de meetresultaten worden meegedeeld zodat zij zelf de nodige verbeteringen kunnen aanbrengen. Ik heb de landbouworganisaties gevraagd om mee te werken aan deze informatiecampagne. De VMM en de mensen van de afdeling Water van Aminal en de Mestbank zullen ook aanwezig zijn.
Uit de resultaten blijkt dat het mogelijk is om met een goede bemestingswijze beneden de norm van 50 milligram nitraat per liter te blijven. Het voorstel is dus zeker niet irrealistisch. Ook de resultaten van het meetpuntennet, waarvan een honderdtal punten in agrarisch gebied liggen, zijn bemoedigend.
Zijdelings sprak u ook over de vergoedingen. Ik handhaaf mijn principe : er kunnen geen vergoedingen worden uitgekeerd voor het naleven van de nitraatrichtlijn. Wel kan dat voor maatregelen die verder gaan dan wat de nitraatrichtlijn voorschrijft. We proberen om daarover met Europa een akkoord te bewerkstelligen. Ik merk hier op dat de vergoedingen die in MAP-2 zijn opgenomen voor Europa niet helemaal door de beugel kunnen.
Wat kunnen we doen? We kunnen voorkomen dat bepaalde gebieden worden aangeduid als kwetsbaar gebied door te bewijzen dat de nitraatrichtlijn er wordt gerespecteerd. Dat moet in geheel Vlaanderen gebeuren. Wat kunnen we doen voor de Poekebeek en alle andere kwetsbare zones? Als we kunnen aantonen dat er minder dan 50 milligram nitraat per liter aanwezig is, kunnen we een derogatie aanvragen op de verstrengde bemestingsnorm. Dat is een realistische uitweg, maar eerst moeten we dus de kwaliteit van de waterlopen verbeteren.
De aanwijzing van wat kwetsbare gebieden zijn, moet nu gebeuren. Dat was zo afgesproken. Bovendien zal Europa niet aanvaarden dat we dat niet doen. De verstrengde norm wordt pas op 1 januari 2001 van kracht, maar we moeten via oordeelkundige bemesting de toestand zo snel mogelijk verbeteren.
Ik antwoord kort op uw vragen. Ben ik op de hoogte van de zware gevolgen? Ik ben uiteraard zeer goed op de hoogte van die gevolgen, maar alle Vlaamse landbouwers zullen hiermee worden geconfronteerd als de kwaliteit van het oppervlaktewater niet verbetert. Zal de regering dit watergebied een zone-A-label geven? Die beslissing is genomen tijdens de ministerraad van 31 maart 2000. Het besluit is definitief goedgekeurd.
Is er voorzien in specifieke maatregelen en begeleiding? Over de vergoedingen heb ik al gezegd welke mogelijkheden er zijn. Er worden gesprekken met de watermaatschappijen voorbereid. In andere landen zijn met de watermaatschappijen al afspraken gemaakt over zeer ingrijpende maatregelen, die veel verder gaan dan de 170-kilogramnorm. Ik zal luisteren naar wat de Vlaamse watermaatschappijen te zeggen hebben. Toch zou ik niet met de buitenlandse voorbeelden zwaaien, want die impliceren dat men eigenlijk zo goed als geen bemesting toelaat.
Als uit het gesprek met de VMM zou blijken dat er nog andere vervuilingsbronnen zijn, zullen we deze zo snel mogelijk uitschakelen. Voor deze gebieden moet bij prioriteit een beroep worden gedaan op de bemiddelingsrol van de Mestbank. Ik ben bereid om de Mestbank in die zin een brief te schrijven. Die gebieden moeten bij voorrang een oplossing vinden voor hun mestoverschot.
De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord.
De heer Johan De Roo : Ik dank de minister voor haar uitvoerig antwoord. Waarom kan men de inwerkingtreding van die maatregel niet uitstellen tot op het ogenblik dat er duidelijkheid is over de vergoedingenregeling. U weet dat de landbouwers het zeer moeilijk hebben. De nieuwe maatregelen treden pas op 1 januari 2001 in voege. Ik herinner me nog de periode dat u nog geen minister was. Toen is geregeld om duidelijkheid gevraagd. Ook vandaag wordt nog steeds verwezen naar Europa om aan te geven dat er geen duidelijkheid is. Dat sleept al vele maanden aan, met alle gevolgen van dien. We kunnen dat alleen maar vaststellen.
Minister Vera Dua : Deze zaak blijft aanslepen omdat we argumenten blijven aandragen om toch nog iets uit de brand te slepen. Als we ons vandaag zouden neerleggen bij wat Europa zegt, dan halen we over de hele lijn een nul op het rekest. Als het parlement dat wil, dan zal ik dat uitvoeren, maar dat zal ons niet vooruithelpen. U vraagt waarom we niet wachten tot er duidelijkheid is. Ik wil dat er snel duidelijkheid komt. Als ik de discussie met Europa over de vergoedingen evenwel versnel, vrees ik dat we een erg teleurstellend antwoord zullen krijgen. Daarom proberen we om de zaken informeel af te tasten. Het lijkt me aangewezen om niet te snel te veel op papier te zetten.
In het kader van de plattelandsverordening zullen we discussiëren over de vergoedingen van MAP-2. Het eerste voorstel stootte op een compleet njet van Europa. Dat voorstel moet worden herwerkt. Maar ik kan u verzekeren dat de onderhandelingen zeer moeilijk verlopen. Wellicht heeft men in het verleden te weinig informele pogingen ondernomen om de Europese commissie voor ons standpunt te winnen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.