Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 16/03/2000
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwe tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het onderhoud van Vlaamse gewestwegen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Decaluwe tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het onderhoud van Vlaamse gewestwegen.
De heer Carl Decaluwe : Mijn vraag werd ingegeven door een recent voorval, met name het plotse gat op het viaduct van Gent. Dat is een overduidelijke illustratie van de slechte toestand van onze wegen en bruggen.
De dienst Wegen en Verkeer van Oost-Vlaanderen vreest dat het niet bij dat ene geval zal blijven. Ingenieur Michiel Callens, districtsverantwoordelijke van deze dienst, een man met dertig jaar ervaring, laat een waarschuwing horen. De brug werd eind jaren '60 gebouwd. Het zou hem verwonderen mocht de E17 het enige probleemgeval zijn.
De regionale pers lijkt hem gelijk te geven in zijn sombere prognoses. Ik citeer een aantal koppen. 'Abnormale winter scheurt het wegdek open.' Een ander citaat van een paar dagen geleden luidt als volgt : 'ochtendfile door kapotte voeg'. In de richting van Nederland was het asfalt afgebrokkeld, zodat vrachtwagens tegen de voeg opreden en het kunstwerk zwaar dreigden te beschadigen. De heer Glorieux heeft het daarnet nog over een gelijkaardig geval in de omgeving van Asse gehad. De lijst met dergelijke voorvallen is alleszins zeer lang.
Mijnheer de minister, ik wil ook concreet op uw politieke verantwoordelijkheid ingaan. Bij de bespreking van de begroting 2000 en in de memorie van toelichting stellen wij al drie jaar vast dat de minister niet over voldoende middelen beschikt voor het structureel onderhoud en het herstel van de bruggen. Bij de vorige begrotingsbespreking hebben we het nog over het exacte tekort gehad. Er is met andere woorden al jarenlang onvoldoende geld om die belangrijke problematiek op te vangen. Het gat in het wegdek te Gent had echter tot een instorting kunnen leiden. Indien hierbij een dode was gevallen, had u, mijnheer de minister, kunnen opstappen of uw geloofwaardigheid verliezen. De CVP-fractie zal hier unaniem op blijven hameren. (Opmerkingen van de heer Johan Malcorps)
Wij hebben dit tijdens de vorige legislatuur ook gedaan, mijnheer Malcorps. Een van uw partijleden heeft daarnet nog een warm pleidooi gehouden voor het onderhoud van het wegennet.
De begroting vermeldt voor het lopende jaar 2,1 miljard frank voor het structureel onderhoud. De administratie Wegen en Verkeer schat echter dat jaarlijks 3,5 miljard frank nodig is om een verdere degradatie van het wegennet te stoppen en dat 5 miljard frank nodig is om de achterstand in een periode van tien jaar in te halen. De toestand van het wegennet degradeert elk jaar. In de periode 1991- 1992 bedroeg de totale onderhoudsbehoefte 17,8 miljard frank. In de periode 1997-1998 was dit bedrag al tot 20,6 miljard frank opgelopen.
Mijnheer de minister, u bent ongetwijfeld op de hoogte van dit probleem. Ik heb tijdens een vorige discussie naar het intern rapport van de heer Helleven verwezen. Dit rapport stelt dat er beterschap op komst is en dat Vlaanderen zelfs een Europese prijs heeft gewonnen voor het onderhoud van de wegen. Ik heb dit laten navragen. Vlaanderen heeft die prijs niet ontvangen.
Mijnheer de minister, ik wil u drie concrete vragen over deze belangrijke problematiek stellen. Kunt u mij een overzicht geven van de actuele noden inzake het onderhoud van wegen en bruggen? Men kan niet elk ingrijpen uitstellen tot er weer iets instort. Wat is de planmatige aanpak van deze problematiek en waar bevinden zich de concrete middelen voor de realisatie van die aanpak? Wanneer, waarmee en waarom is het viaduct te Gent onderzocht en wat waren de resultaten van dit onderzoek en het hieropvolgende advies? Ik heb de problemen in het Gentse in december 1999 zelf al voorspeld. Mijn woorden waren nog niet koud of de problemen deden zich al voor.
Verschillende mensen van Openbare Werken hebben me laten weten dat dit voorval hen niet verbaast en dat dergelijke gevallen zich in elke provincie van het land nog zullen voordoen. De regering moet dan ook de nodige middelen vrijmaken om de degradatie van het Vlaamse wegennet te stoppen. Het spreekt vanzelf dat ik het hier enkel heb over de Vlaamse gewestwegen. Er zijn ook ernstige problemen met gemeentewegen, maar deze wegen vallen nu eenmaal buiten de bevoegdheid van de minister.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, collega's, tegen mijn gewoonte in, wil ik mijn antwoord door een suggestie aan deze commissie laten voorafgaan. Ik ben bereid om een technisch antwoord te geven op de vraag van de heer Decaluwe.
De foute sfeer die hij constant schept, zit mij echter hoog. Hij heeft het over een degradatie van de Vlaamse wegen. Sinds ik minister ben, is op dat vlak een inhaalbeweging ingezet. Ik stel voor dat de hier aanwezige ambtenaar binnen enkele maanden een rapport indient waarin hij de verantwoordelijkheden haarfijn en in volle objectiviteit uitbeent. Uit dit rapport zal blijken dat er geen verdere degradatie, maar een inhaaloperatie bezig is.
Er is wel een gigantische achterstand die gedurende tientallen jaren is opgebouwd. Sinds ik voor het onderhoud van de wegen ben bevoegd, is er echter een inhaaloperatie aan de gang. We kunnen misschien een onderzoekscommissie oprichten om te achterhalen waarom de wegen vroeger zijn gedegradeerd. Men kan het stopzetten van die degradatie wiskundig vaststellen. Die inhaaloperatie moet echter worden versneld. Het staat alleszins vast dat er ooit onverantwoorde mensen het wegennet hebben laten degraderen.
Ik stel voor dat we de ambtenaar dit rapport op een neutrale manier naar voren laten brengen. Aan de hand van de ontleding van dat rapport kunnen we vervolgens een programma opstellen om de degradatie tegen te gaan en de inhaaloperatie te realiseren. Momenteel worden de zaken hier alleszins totaal fout voorgesteld.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Mijnheer de minister, ik neem het niet dat u mij van sfeerschepping beschuldigt. Mijn uitspraken zijn citaten uit een rapport van uw bloedeigen administratie dat zwart op wit stelt dat de Vlaamse wegen momenteel degraderen. Ik hoop dat de aanwezige ambtenaar hier hetzelfde zegt als andere ambtenaren in de pers.(Opmerkingen)
Indien u vraagt naar een onderzoek, ga ik daarmee akkoord. Het parlement moet desnoods een onderzoekscommissie in het leven roepen. De betrokken ambtenaren mogen dan echter niet door het kabinet worden beïnvloed. Mijnheer de minister, ik ben het namelijk beu dat uw kabinet ambtenaren onder druk zet om bepaalde verklaringen niet af te leggen en om bepaalde rapporten als achterhaald af te doen. Het rapport waaruit ik heb geciteerd, dateert van medio 1999. Het is met andere woorden nog geen jaar oud. U kunt mij niet wijsmaken dat het probleem op een jaar tijd is opgelost. U had in 1999 de beschikking over 3,1 miljard frank voor het structureel onderhoud. In de begroting voor 2000 is hiervoor nog slechts 2,1 miljard frank ingeschreven. Wij hebben dit tijdens de begrotingsbesprekingen ook al opgemerkt. Dit is duidelijk geen inhaaloperatie.
De harde realiteit is dat u liever middelen bij het structureel onderhoud weghaalt om ze uit te delen. Indien u vragende partij bent voor de oprichting van een onderzoekscommissie, dan zijn wij dit ook. Desnoods zullen wij een interpellatie indienen en de oprichting van die onderzoekscommissie met een motie afdwingen.
De voorzitter : Ik stel voor dat we terugkeren naar de essentie van de vraag. Een onderzoekscommissie zou ons makkelijk 50 jaar terug kunnen leiden.
De heer Carl Decaluwe : Dit zal in verband met de heer Lumumba ook het geval zijn.
De voorzitter : Ik stel toch voor dat we terugkeren tot de essentie van wat ons heden bezighoudt. Het is in dit geval belangrijker om naar de toekomst te kijken dan naar het verleden. Een structureel onderzoek zou ons ook naar de andere kant van de taalgrens leiden en ik meen te hebben begrepen dat deze regering die polemiek niet wenst te voeren. We kunnen bijgevolg beter naar de toekomst kijken en proberen oplossingen voor dit probleem te vinden.
De heer Carl Decaluwe : Ik doe niet aan verdachtmakingen, ik citeer constant uit rapporten.
De voorzitter : We kunnen ons beter beperken tot de essentie van de problemen die ons vandaag bezighouden en dit morgen wellicht nog steeds zullen doen.
Minister Steve Stevaert : Ik stel voor dat de heer Helleven zijn rapport hier komt voorstellen. De verbetering van de Vlaamse wegen zal uit die voorstelling blijken. Vervolgens kunnen we discussiëren over de snelheid van de inhaaloperatie. Ik verzet me alleszins tegen het beeld dat de Vlaamse wegen constant verslechteren. Er is een verbetering aan de gang. Elke aannemer zal dit willen bevestigen.
Inzake het structureel onderhoud van de eigenlijke weginfrastructuur, is in het rapport rationeel wegenonderhoud Vlaanderen van de afdeling Wegenbouwkunde van de administratie Wegen en Verkeer de noodzaak van een inhaalbeweging van 13,8 miljard frank aangetoond. Dit bedrag is nodig om de veiligheidsparameters stroefheid en dwarsvlakheid en om de comfortparameters langsvlakheid en visuele inspectie boven een bepaalde interventiedrempel te brengen en te houden. Op dat moment zal men de toestand als goed of zeer goed kunnen bestempelen. Het structureel onderhoud van de bruggen wordt afgeleid uit regelmatige inspecties. De prioriteitsbepaling berust op de hierboven beschreven lijst van prioritaire kunstwerken.
Met betrekking tot de planmatige aanpak van de onderhoudsachterstand, verwijs ik naar het indicatief meerjarenprogramma dat aan het Vlaams Parlement is meegedeeld. De bedragen voor structureel onderhoud die hierin zijn opgenomen, houden geen rekening met het structureel onderhoud, dat wordt gerealiseerd bij het uitvoeren van andere werken zoals het herinrichten van wegvakken buiten de bebouwde kom, doortochten en dergelijke.
Door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap beheerde kunstwerken zoals bruggen, tunnels, viaducten en keermuren worden systematisch geïnspecteerd volgens de richtlijnen van het dienstorder LI93/50 van 1 juli 1993. Indien de noodzaak zich voordoet, worden de driejaarlijkse algemene inspecties gevolgd door bijzondere inspecties met een gespecialiseerd karakter. Het beheerscentrum van de kunstwerken adviseert al deze inspecties.
Hieruit wordt een lijst van prioritaire kunstwerken afgeleid. Sedert een drietal jaren worden deze kunstwerken systematisch opgenomen in het programma van het volgende begrotingsjaar. Op dit ogenblik bevat de lijst 28 kunstwerken in eerste prioriteit voor het jaar 2000. Dit aantal is van dezelfde orde van grootte als de voorgaande jaren. Wat de bedragen betreft waarin jaarlijks wordt voorzien voor het structureel onderhoud van kunstwerken, verwijs ik eveneens naar het indicatief meerjarenprogramma.
Het viaduct in Gent werd in 1969 gebouwd door de toenmalige intercommunale E3. Na het opheffen van deze intercommunale werd het opgenomen in het bestand van het ministerie van Openbare Werken. Daar onderging het in 1987 een eerste algemene inspectie. Deze eerste inspectie ging eind 1987 gepaard met een bijzondere inspectie van de staat van de brugdekplaat in een welbepaalde zone van het viaduct. Het advies van begin 1988 vermeldt na een ultrasoon onderzoek, sclerosemeterproeven en kernboringen, dat de dichtingslaag defect was en dat de aanhechting tussen het beton, de breedplaat en het ter plaatse gestort beton ontbrak binnen deze zone. Het advies luidde dat de schade lokaal moest worden hersteld en dat bij de volgende inspectie bijzondere aandacht zou gaan naar het vastgestelde fenomeen.
Een tweede inspectie die in het najaar van 1990 werd uitgevoerd op een andere plaats in het viaduct bevestigde de conclusie van de voorgaande inspectie. Hierbij werd geadviseerd de brugbedekking te vervangen. Daarbij zou lokaal slecht bevonden beton worden uitgebroken en vervangen. Dergelijke werken zijn plaatselijk gebeurd in het begin van de jaren negentig richting Antwerpen en in het midden van de jaren negentig richting Kortrijk. Bij de heraangelegde bekleding van de rijstrook werd aan de bovenkant van de brugdekplaat geen schade vastgesteld.
Bij de algemene inspectie van 1997 werd het gebrek aan hechting tussen de twee samenstellende betonlagen bevestigd. Er werd voorzien in een bijzondere inspectie bij het vrijmaken van de bovenkant van de brugdekplaat, bij de vernieuwing van de volledige brugbedekking. Dit is voor dit jaar gepland in het kader van het wegwerken van spoorvorming in de rijrichting van Kortrijk. Deze bijzondere inspectie wordt uitgebreid tot de totale opper- vlakte van het viaduct, namelijk 17.000 vierkante meter. We kunnen hier technisch dieper op ingaan.
De voorzitter : De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe : Het heeft weinig zin te spreken over technische aspecten. Ik begrijp sommige dingen niet. U spreekt van systematische inspectie. Maar als alles zo goed verloopt, hoe kan er dan zo plotseling een gat in het wegdek ontstaan? Blijkbaar is dit niet enkel gebeurd in het viaduct te Gent, maar ook in Antwerpen en elders. Ofwel moet deze inspecties in aantal worden opgevoerd, ofwel is er iets anders aan de hand.
Verder spreekt de minister over een behoefte aan financiële middelen van 13, 8 miljard frank. Deze cijfers kan ik niet plaatsen. Het rapport van mei 1999 van de heer Helleven van de administratie situeert de behoefte op 20, 6 miljard frank. Ik stel vast dat ook ten tijde van uw voorganger, de heer Baldewijns, de middelen voor structureel onderhoud in 1999 slechts onder druk van de CVP-fractie in de plenaire vergadering met 1 miljard frank werden verhoogd. De cijfers kloppen niet. Wij zijn vragende partij om in een open debat over die cijfers te discussiëren.
Tot slot wilde ik graag van de minister weten hoe zulke gaten in het wegdek kunnen ontstaan ondanks het feit dat er toch zeer systematisch wordt gecontroleerd.
Minister Steve Stevaert : Ik neem het niet dat men die cijfers niet als de juiste aanvaardt. Ik dring aan dat het rapport wordt toegelicht door de administratie. Ik wens dat iedereen zich neerlegt bij deze cijfers, of ze nu in de ene dan wel in de andere richting wijzen. Ik ben bereid om er mij in welke richting dan ook bij neer te leggen. Ik hoop dat ook u dit doet.
Als er zich een specifiek probleem voordoet, moet dit uiteraard worden opgelost.
De heer Callens, verantwoordelijk ambtenaar :De brug wordt geïnspecteerd en toch ontstaan gaten. Dan rijst de vraag of dit te maken heeft met de bijzondere constructie van de brug. Dit was inderdaad een verontrustend fenomeen. Men ziet niets aan de brug, noch aan de onderkant noch aan de bovenkant, tot er plots een gat ontstaat.
Er is in feite een conceptfout gebeurd bij de constructie van de brug. Op het moment van de constructie heeft men voor de eerste maal breedplaten, namelijk geprefabriceerde platen, gebruikt om een brugdekplaat te maken. Nu is dat de standaardoplossing geworden, maar toen gebruikte men geen goede verbinding tussen het prefab-element en het deel dat ter plaatse werd gestort. Men ziet er nadien niets aan, noch aan de bovenkant, noch aan de onderkant.
De belastingstoestand van het beton werd op die manier volledig gewijzigd. Het heeft 30 jaar stand gehouden, maar nu begeeft het door vermoeiingsverschijnselen toch. Het beton werd te zwaar belast, zonder dat het brak, maar nu brokkelt het uit elkaar. Het probleem is dat het een zeer groot viaduct betreft van 17.000 vierkante meter, en zich in een zeer cruciale zone van de E17 bevindt. Het betreft een uitwisselingszone, namelijk alle verkeer van en naar de E40, van en naar Gent-centrum, van en naar het UZ en Gentbrugge. Het is een zeer complexe situatie die het ingrijpen ten zeerste bemoeilijkt.
De voorzitter : Er is afgesproken bij de begrotingsbespreking dat de commissie een debat zou organiseren over de problematiek van het structureel onderhoud van de wegen. Ik stel voor dat we dit debat samen met de administratie voeren en naar aanleiding van het debat van de begrotingscontrole daarop terugkomen.
Het incident is gesloten.