Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 11/01/2000
Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den Eynde tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het aanleggen van rotondes op expreswegen
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van den Eynde tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het aanleggen van rotondes op expreswegen.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, het Vlaams Gewest brengt steeds meer grote veranderingen aan expreswegen en de grote verbindingswegen tussen steden aan.
Die wijzigingen leveren niet altijd het gewenste effect op. De aanleg van kruispunten met verkeerslichten, het arceren van het wegdek en het plaatsen van paaltjes, waardoor tweetrapsbanen worden omgevormd tot ééntrapsbanen, zijn meer in trek dan de aanleg van rotondes. Nochtans maakt het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid in een van haar publicaties duidelijk dat het aanleggen van rotondes op expreswegen een oplossing is voor de zwarte punten op die wegen. De aanleg van een rotonde zorgt ervoor dat het aantal potentiële raakpunten tussen de voertuigen vermindert. Volgens de verkeersspecialisten heeft een rotonde ook een snelheidsverlagend effect, want men moet een kleine bocht nemen en voorrang verlenen. De combinatie van beide voordelen verlaagt de kansen op ongevallen. Bovendien verlaagt men op die manier de graad van ernst van de ongevallen.
In een recente studie wordt aangetoond dat rotondes niet alleen de veiligheid verhogen, maar ook de doorstroming van het verkeer bevorderen. Rotondes die op de juiste plaats zijn aangebracht bewijzen diensten aan de verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming. Onlangs heeft het Vlaams Gewest veiligheidsingrepen doorgevoerd op de expresweg in Kontich, ter hoogte van de Villermontstraat. Het gemeentebestuur van Kontich had daarom gevraagd, want er gebeuren veel ongevallen ter hoogte van dat kruispunt. Het gemeentebestuur heeft meermaals gevraagd om daar een rotonde aan te brengen. Het Vlaams Gewest heeft echter gekozen voor een wegversmalling, via een geschilderde arcering van het wegdek. De hoop dat de problemen zouden opgelost zijn, bleek voorbarig. Dit kruispunt is nog steeds een ongevallenkruispunt dat nu bovendien files veroorzaakt. De arcering op het kruispunt heeft tot verwarring en een versmalling geleid. De bestuurders kunnen niet meer oversteken zonder het voorsorteervak van andere bestuurders te berijden.
Het kruispunt aan de Keizershoek, 2 kilometer verderop, kreeg een grondige hervorming, maar met verkeerslichten. Het blijft eveneens een ongevallenkruispunt. De hoop dat verkeerslichten hier zouden bijdragen tot de veiligheid bleek eveneens ijdele hoop.
De politie van Kontich stuurde me een fax met ongevallencijfers. Op het kruispunt van de expresweg en de Villermontstraat had men twaalf ongevallen met gewonden en twee met stoffelijke schade. Op het kruispunt met de Keizershoek waren dat er respectievelijk negen en twee.
Heeft de afdeling Wegen en Verkeer het kruispunt bezocht vóór en na de ingreep? Waarom werd in beide gevallen niet geopteerd voor een rotonde? Waarom opteert men voor arceringen op het wegdek en het plaatsen van paaltjes? Zullen deze kruispunten hun huidige verkeersmaatregel onveranderd behouden? Waarom zijn er in de provincie Antwerpen zeer weinig rotondes aangelegd en in Limburg zo veel? Waarom vindt men in Vlaanderen zo weinig rotondes en in Nederland zo veel? Rotondes hebben hun verkeersveiligheid en doorstroming al afdoende bewezen.
De voorzitter : De heer Caluwé heeft het woord.
De heer Ludwig Caluwé : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de ingreep op de expresweg komt ook bij mij bijzonder bevreemdend over. Het gemeentebestuur heeft terecht gesteld dat rotondes hier pasten. Het is niet duidelijk waarom men daar niet is op ingegaan. Het argument dat men te dicht bij andere kruispunten zit, overtuigt me niet. De huidige ingreep komt bij de verkeersgebruiker vreemd over. Kan men niet opnieuw een rotonde overwegen? Elke andere oplossing is zinloos.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, collega's, de administratie is ter plaatse geweest vóór en na de ingreep. Er wordt beweerd dat niet gebeurde, maar dat klopt dus niet. Bovendien vinden frequente contacten plaats tussen de rijkswacht, de gemeentepolitie en de administratie om dergelijke zaken te evalueren.
De aanleg van een rotonde is niet overal mogelijk, want er moet voldoende ruimte zijn. De configuratie van het bestaande kruispunt moet een omzetting naar een rotonde mogelijk maken. Het verkeersaanbod op de toegangswegen moet aan bepaalde eisen voldoen om een goed functionerende rotonde te kunnen aanleggen. Als er zware onteigeningen nodig zijn, kan dat de onmiddellijke aanleg van een rotonde onmogelijk maken.
In Kontich is er een onteigeningsprobleem. Voor het kruispunt aan de Villermontstraat werd op 25 november 1999 een vergadering van de Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid belegd. In de commissie zitten, naast de provinciale vertegenwoordigers van het gewest, alle betrokkenen : het federale ministerie, de rijkswacht, de gemeente, de politie, de afdeling Verkeerskunde, het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, De Lijn, enzovoort. Er waren immers dringende maatregelen gevraagd voor dit kruispunt. Op die vergadering werd beslist een proefopstelling uit te voeren met markering en plooibakens en een snelheidsbeperking in te voeren. Dit zal na een proefperiode van één jaar worden geëvalueerd. Indien nodig worden dan bijkomende verkeersmaatregelen genomen. Aan het kruispunt met de Keizershoek werd dezelfde procedure gevolgd. Er zijn inmiddels aanpassingen uitgevoerd ingevolge de evaluaties.
Net zo goed als in andere provincies worden in de provincie Antwerpen proefopstellingen uitgevoerd. Op die manier worden zware kosten vermeden als na evaluatie aanpassingen nodig blijken. De proefopstelling in de Villermontstraat kan uiteraard worden aangepast. Voor het kruispunt Keizershoek is dat intussen gebeurd. De hoger genoemde Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid is onder andere voor dit doel opgericht en werkt in alle Vlaamse provincies.
In oktober 1999 waren er in de provincie Antwerpen 22 rotondes, in Limburg 53. De grootste verkeersproblemen doen zich in Antwerpen voor op zeer drukke wegen, zoals de A12. Interventies zijn daar zeer duur. In de regel is het probleem niet oplosbaar via een rotonde. In de agglomeraties kampt men met ruimtegebrek, rotondes zijn daar alleen mogelijk via dure en tijdrovende onteigeningen.
In de provincie Antwerpen gingen tot op vandaag heel wat kredieten naar grote investerings- en onderhoudswerken die samenhangen met de aanwezigheid van de haven en de vele industriële activiteiten. Het verkeersaanbod ligt in Antwerpen veel hoger dan in Limburg, en daardoor zijn rotondes niet altijd een adequate oplossing. Een voorbeeld daarvan is de rotonde aan IOK te Geel, waar het verkeersaanbod door de rotonde nauwelijks kan worden verwerkt. Zeer hoge verkeersvolumes kunnen wat de files betreft het best door verkeerslichten worden verwerkt. De verkeersveiligheid komt uiteraard op de eerste plaats.
Vlaanderen heeft in vergelijking met Nederland een heel grote achterstand weg te werken. Dit concept wordt in Nederland, en ook in Engeland, al op zeer grote schaal toegepast. In Vlaanderen zijn we er pas mee begonnen en is er sprake van een inhaaloperatie. Bovendien is de ruimtelijke ordening in Vlaanderen heel anders dan in Nederland. Het bouwen van woningen in de buurt van een kruispunt is in Vlaanderen heel gewoon, maar in Nederland niet. Naast de inhaaloperatie en de moeilijke ruimtelijke ordening kampen we ook met fileproblemen. De ene regio kon meer in infrastructuur investeren dan de andere. Dat heeft te maken met de werking van de provinciale afdelingen en de bepaling van de prioriteiten.
We moeten een positieve conclusie trekken. We mogen immers niet op het niveau van de traagste fietsen, wel op die van de snelste. Laat ons eerlijk zijn : met 22 rotondes in Antwerpen en 53 in Limburg zijn er in beide provincies veel te weinig. We komen van ver, want vroeger hadden we één rond punt in Limburg, namelijk dat van Bokrijk.
De voorzitter : Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mijnheer de minister, ten eerste hebt u het over onteigeningen, maar voor de beide kruispunten is daar waarschijnlijk geen nood aan. Er is immers enorm veel plaats. Uw argument gaat bijgevolg niet op.
Ten tweede gebeuren op de kruispunten nog steeds heel zware ongevallen. De cijfers van 1999 bewijzen dat.
Ten derde moet een bestuurder die de overkant van de Villermontstraat wil bereiken, een verkeersovertreding begaan. De pijlen op de weg werden immers verkeerd geplaatst waardoor de bestuurders worden gedwongen overtredingen te begaan. Omdat het kruispunt erg werd versmald, moeten de bestuurders heel lang aanschuiven in de Villermontstraat voor ze het kruispunt over kunnen. Daarna komen ze tot in het centrum van Kontich in een ellenlange file terecht. De situatie van dit kruispunt moet zo snel mogelijk worden herzien. Met een proefproject van één jaar is niemand in Kontich gediend.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw Van den Eynde, u maakt een opmerking over de cijfers van 1999. Ik heb heel duidelijk gezegd dat de commissie werd geïnstalleerd op 25 november '99. De cijfers dateren van voor die periode.
Ik noteer uw enthousiasme voor onteigeningen. We zullen er later zeker nog mee worden geconfronteerd.
In een federaal land vormen ze immers een heel ingewikkelde problematiek. We moeten afwachten of het parlement ervan is overtuigd dat veiligheid voorrang heeft op eigendom. Dat vormt immers de kern van de discussie.
De fileproblemen zullen het onderwerp uitmaken van een andere discussie. U zegt dat het aan de Villermontstraat aanschuiven geblazen is, maar met rotondes zal dit probleem nog groter worden.
Ik heb vertrouwen in de specialisten van de administratie en de provinciale commissies. Daarom pleit ik voor de proefprojecten waaruit we heel wat kunnen leren na evaluaties. Vroeger werden immers dikwijls investeringen gedaan die achteraf niet opportuun bleken. Ik uit hierbij helemaal geen kritiek op vorige ministers, het is enkel een vaststelling.
De voorzitter : Het incident is gesloten.