Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 09/11/1999
Vraag om uitleg van de heer Luk Van Nieuwenhuysen tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over het taalgebruik bij de dienst 100
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Nieuwenhuysen tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over het taalgebruik bij de dienst 100.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
De heer Luk Van Nieuwenhuysen : Mevrouw de minister, ik heb u eind september een schriftelijke vraag gesteld naar aanleiding van een voorval dat me ter ore was gekomen in de gemeente Leefdaal in het arrondissement Leuven, maar dat voor een deel nog onder de telefoonzone 02 ressorteert. Op een bepaald ogenblik wordt een ziekenwagen van de spoeddienst van de Université Catholique de Louvain in Brussel opgeroepen. Die stopt daar ergens op een kruispunt omdat zowel de bestuurder als de begeleider blijkbaar de weg kwijt waren. Ze vroegen uitleg aan iemand die geen Frans sprak, maar gelukkig heeft iemand anders de ambulance de juiste weg kunnen wijzen.
Als ik daarover een schriftelijke vraag stel, dan is dat omdat het niet om een eenmalig voorval gaat. Het is een oud dossier waarover al geregeld vragen zijn gesteld in het verleden en dat is blijven aanslepen.
Men kan dit specifieke communautaire dossier moeilijk als futiel afdoen. Hier worden mensenlevens in gevaar gebracht door de onwil om de taalwetgeving toe te passen. Dit raakt rechtstreeks het welzijn van een deel van de Vlaamse bevolking, met name van die mensen die in de Vlaams-Brabantse gordel rond Brussel wonen. Ik herinner me nog een voorval van twee jaar geleden dat wel het nieuws heeft gehaald. Een baby uit Dilbeek overleefde een ongeval bijna niet omdat zowel de ambulanciers als de telefonisten amper Nederlands begrepen.
Recent op 13 oktober nog reageerde het gemeentebestuur van Sint-Pieters-Leeuw met een open brief tegen het feit dat het nabije Erasmusziekenhuis van de ULB, die ook instaat voor de urgentiediensten, zich niets aantrok van de taalwetgeving. In de rand wordt daar systematisch eentalig Franstalig personeel ingezet voor de ziekenwagens en de MUG-interventieteams. Daar is trouwens een uitspraak over van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht die wel degelijk oordeelde dat spoedgevallendiensten het kader van een particulier bedrijf overtreffen en dus wel degelijk aan dezelfde taalwetgeving moeten voldoen als de overheidsinstellingen.
Er is bovendien nog het feit dat oproepen uit de druivenstreek over het algemeen worden doorgestuurd naar de interventiecentrale in Terhulpen in plaats van naar de hulppost van Overijse zelf. Dan heb ik het nog niet gehad over de opvang in de ziekenhuizen zelf. Slachtoffers worden overgebracht naar ziekenhuizen in Waals-Brabant of naar Brusselse ziekenhuizen waar men geen Nederlands verstaat. Voor mensen die moeilijk 'ter tale' zijn in het Frans is het een traumatische ervaring om in zo´n omgeving te worden opgenomen en te worden behandeld als ware het vee bij een dierenarts.
Blijkbaar wordt Teletekst goed gelezen, want ik heb naar aanleiding van de agendering van deze vraag nog een fax ontvangen van een arts uit Ronse die me erop wijst dat in de campus-Ronse van het Aurora-ziekenhuis artsen werken die geen Nederlands verstaan. Nochtans moeten in Nederlandstalige faciliteitengemeenten de artsen die hun diploma niet in het Nederlands hebben behaald een taalexamen afleggen.
Uit uw antwoord op mijn schriftelijke vraag heb ik opgemaakt dat tijdens de vorige regeerperiode de administratie Gezondheidszorg en het kabinet van uw voorgangster op verscheidene interkabinettenvergaderingen in 1997 en 1998 met het federale kabinet van toenmalig minister Colla overleg hebben gepleegd. Daaruit was een ontwerp van besluit ontsproten, houdende de vaststelling van de normen waaraan een mobiele urgentiegroep moet voldoen om te worden erkend. Dat was op 13 februari 1998.
Het desbetreffende artikel 10, paragraaf 2 zou als volgt luiden : ´Uit de interventiezone van de MUG-functie dient ten minste een van de leden van het interventieteam de taal of de talen van het taalgebied, bedoeld in de artikelen 2 tot 6 van de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken (...) te beheersen. De in het eerste lid bedoelde talen zijn deze bedoeld in artikel 10 en voor het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad deze bedoeld in het artikel 18 van dezelfde gecoördineerde wetten.´ Als er interventies in Vlaams-Brabant gebeuren, moeten de leden van het betrokken interventieteam het Nederlands dus machtig zijn.
Dat koninklijk besluit is verschenen op 10 augustus 1998, maar u deelt mij mee in uw antwoord dat daarin noch het oorspronkelijke ontwerpartikel noch een andere bepaling betreffende de vereiste taalkennis terug te vinden is. Ik weet niet of u al hebt kunnen achterhalen waarom dat artikel werd weggelaten en of uw voorgangster daarover stappen heeft ondernomen.
Het verrast mij dat u in uw antwoord gewoon akte neemt van deze onveranderde situatie. U bent blijkbaar niet van plan om daarin verdere stappen te ondernemen. Ik hoop dat u die aangelegenheid opnieuw wilt aankaarten bij uw federale collega die, zoals intussen is gebleken uit een vraag die haar eind vorige maand is voorgelegd, het blijkbaar voldoende vindt dat er een brief wordt gestuurd naar de ziekenhuizen om hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid in deze materie.
Ik hoop dat u wat verder wilt gaan. Ik hoop dat u erop aandringt bij de federale minister om dit koninklijk besluit alsnog aan te passen met de vermelding de taalwetgeving na te leven. Ten slotte hoop ik ook dat u aandringt op waterdichte garanties voor de onmiddellijke - want in dit dossier kan dralen niet meer - naleving van de taalwetgeving, niet alleen bij de hulpdiensten, maar ook in de ziekenhuizen waar de betrokken slachtoffers worden ondergebracht.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Mevrouw de minister, ik zou iets aan deze vraag willen toevoegen. Mijn vraag betreft een breder gebied. Ze handelt over mijn ervaringen in Voeren. Dezelfde problematiek stelt zich in deze gemeente bij ongevallen, brand en dringende geneeskundige hulpverlening. Indien men de 100 belt, komt men systematisch in Battice of Hordes terecht, terwijl het dichtstbijgelegen ziekenhuis zich veelal in Nederland bevindt. Toch brengt men systematisch mensen over naar Waalse ziekenhuizen. De mensen worden hier allicht goed verzorgd, maar we weten allen dat men zich bij ziekte automatisch veel onzekerder voelt in zijn taalgebruik. Mijn bezorgdheid is bijgevolg niet louter symbolisch.
Ik zou daarom de vraag graag uitbreiden en u willen vragen om niet enkel aandacht te hebben voor de gebieden rond het Brusselse. Eigenlijk verdient heel de regio die aan een ander taalgebied grenst nader onderzoek. Ik denk bijvoorbeeld dat dit ook in een deel van West-Vlaanderen moet worden getoetst, voor zowel de grens met Frankrijk als de taalgrens in eigen land.
Ik vraag me echter af in welke mate Vlaanderen bevoegd is, want de dringende medische hulpverlening is een federale bevoegdheid. Dit hoort bij de bevoegdheden van de minister van Binnenlandse Zaken. Die mensen worden echter overgebracht naar een ziekenhuis. De erkenning hiervan is dan weer een Vlaamse bevoegdheid. Met een protocol tussen ziekenhuizen in Vlaanderen en in Wallonië met een wederzijds engagement om de mensen de best mogelijke zorg in hun eigen taal te bieden, zouden we al een stap verder staan. Ik vraag u ook om aandacht te schenken aan het grensgebied met Frans Vlaanderen en met Zeeuws-Vlaanderen. Grensoverschrijdende zorgverstrekking is mogelijk in het kader van ons cultureel akkoord.
De voorzitter : Mevrouw Janssens heeft het woord.
Mevrouw Simonne Janssens-Vanoppen : Ik kan mij enkel aansluiten bij wat mevrouw Van Cleuvenbergen zegt. Ik was zelf ook van plan om Voeren onder de aandacht te brengen. Dit probleem is ginds al vaker gesignaleerd en er zijn ook mogelijke oplossingen. Zo kan de brandweer van Tongeren in noodsituaties uitrukken. Dit zou een deel van het probleem in de praktijk al oplossen. Alleen maakt men er blijkbaar nooit werk van om dit op punt te stellen.
De voorzitter : Mevrouw Becq heeft het woord.
Mevrouw Sonja Becq : Ik wil het belang van deze vraag even met een anekdote onderstrepen. Een van die zeldzame mensen in de streek rond Meise en Strombeek-Bever die met de fiets naar Brussel gaat, komt met die fiets ten val. De 100 wordt erbij geroepen. De man vraagt om naar een Nederlandstalig ziekenhuis gebracht te worden. Toch wordt hij naar een ziekenhuis gebracht waar men haast uitsluitend Frans spreekt. Die man kan zijn probleem in het Frans niet uitleggen. De Franstalige arts roept er een collega bij omdat hij de man niet begrijpt. Uiteindelijk vragen ze hem waarom hij eigenlijk naar een Franstalig ziekenhuis is gekomen. De man antwoordt hierop dat hij aan de 100 gevraagd had hem naar een Nederlandstalig ziekenhuis te brengen. In het kader van bepaalde afspraken moesten zij hem blijkbaar per se naar dit Franstalige ziekenhuis brengen.
Het is niet duidelijk in hoeverre wij hiervoor bevoegd zijn, maar u kunt hier misschien vanuit uw goede federale contacten wel iets aan doen. Het gaat om de vrijheid van de patiënt om naar het dichtstbijgelegen ziekenhuis te worden gebracht waar men zijn taal spreekt. Wat Brussel betreft, liggen de ziekenhuizen trouwens niet eens zo ver van elkaar af.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw de voorzitter, collega´s, de commissie heeft mijns inziens duidelijk gemaakt dat we hier met een ernstig maar tegelijkertijd niet zo eenvoudig probleem zitten. Een aantal principes spelen hierin een rol. Men moet zo snel mogelijk hulp bieden. Men moet ook een beetje orde brengen in de chaos van de ambulance- en MUG-diensten, waarbij ik verwijs naar het voorbeeld van mevrouw Becq.
Ik verwijs in mijn schriftelijk antwoord naar een besluit dat duidelijk stelt dat het de plicht van de ambulance is om de patiënt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis te brengen. Zelfs indien de patiënt expliciet vraagt om naar een Nederlandstalig ziekenhuis te worden gebracht, kan die ambulancier dat niet doen. De regelgeving verbiedt hem dat. In de nieuwe reglementering staat naar welk ziekenhuis hij moet worden gebracht.
Ik begrijp niet waarom de afgesproken bepaling niet voorkomt in het besluit dat op 10 augustus van dit jaar in het Belgisch Staatsblad is verschenen. Een mogelijke reden is dat de problematiek van de Duitse Gemeenschap in Wallonië zeer moeilijk ligt. De Duitse Gemeenschap is zeer klein. Eupen en Malmédy liggen ver uit elkaar. Bij interventies is het logisch dat de ambulance niet altijd naar een Duitstalig ziekenhuis rijdt.
De hele problematiek van de grensoverschrijdende interventies is een ander uiterst complex probleem. Dit betekent niet dat ik het onder de tafel wil vegen. Ik heb in mijn antwoord ook niet de indruk willen wekken dat ik er verder niets aan wens te doen.
De vraag is wat wij vanuit Vlaanderen kunnen doen. We moeten met de federale overheid en met de andere gemeenschappen rond de tafel gaan zitten en samen zoeken hoe we dit via de regelgeving kunnen oplossen. Snelle hulpverlening blijft hierbij de prioriteit. De Nederlandstalige brandweer is belangrijk, maar het blussen van uw huis ook. Dit is uiteraard iets heel anders dan de ambulancediensten.
Die waarden en prioriteiten moeten met elkaar in overeenstemming worden gebracht. We moeten een protocolakkoord afsluiten met de verschillende overheden of we moeten een duidelijke regelgeving betrachten. Dit wordt momenteel aangekaart.
Ik denk evenwel niet dat het volstaat om enkel voor de regelgeving te zorgen. Een mentaliteitswijziging is even belangrijk, zeker in Brussel, in Voeren en in andere gevoelige gebieden waar het vaak om de mentaliteit gaat. Regelgeving alleen zal niet volstaan.
Samengevat kan ik u echt niet veel meer zeggen dan toen ik u veertien dagen geleden schriftelijk heb geantwoord. Het probleem wordt onderkend, maar het is iets complexer dan u het hebt gesteld. Het probleem is echter door de andere commissieleden verder uitgebreid. We zullen proberen om samen met de andere overheden een oplossing voor de terechte bekommernis te vinden.
De voorzitter : De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
De heer Luk Van Nieuwenhuysen : Ik hoor hier een intentie om er iets aan te doen, maar ik hoor tegelijkertijd weinig concreets. Mevrouw de minister, ik denk dat u kunt vertrekken vanuit het oorspronkelijke KB, dat wel degelijk in de naleving van de taalwetgeving voorzag. Dit is in dit concrete dossier erg belangrijk voor de betrokken bevolking.
De voorbeelden die hier zijn aangehaald, spreken voor zich. Wat Vlaams-Brabant betreft, is er volgens mij een eenvoudige oplossing. De oproepen die uit Vlaams-Brabant komen, zouden in een centrale kunnen terechtkomen die ook daar gelegen is. U weet heel goed dat de huidige situatie niet op praktische overwegingen berust, maar integendeel een politieke aangelegenheid is.
De Franstalige partijen willen niet dat de Vlaamse Rand rond Brussel onder een Vlaamse autoriteit zou vallen en dat de oproepen in een Vlaamse centrale zouden terechtkomen. Zij willen die in Brussel houden. Men speelt hier eigenlijk om politieke redenen met de gezondheid en met het welzijn van een deel van onze bevolking. Ik vind dit absoluut onaanvaardbaar. Hier moet dringend een einde aan worden gesteld.
Ik zou u willen oproepen om niet vrijblijvend te zeggen dat u daar in de toekomst eens over zult spreken. U moet hierin wat verder gaan en op tafel kloppen bij uw federale collega.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Ik kan enkel herhalen dat er ook om andere redenen met het leven van de patiënten gespeeld wordt. Er was een oorlog ontstaan in verschillende spoeddiensten om patiënten te winnen. Dit had niets meer met de taal te maken. Het was ook een conflict tussen de vrije en de openbare ziekenhuizen.
Men heeft met dit besluit geprobeerd om hier iets aan te doen. Ik ben ervan overtuigd dat dit zeker niet echt gelukt is. Ik weet dat heel het besluit op dit moment op het federale niveau opnieuw wordt bekeken. Ik verzeker u dat we het taalprobleem hierbij zeker weer zullen aankaarten. Het blijft echter een complexe materie.
De voorzitter : Het incident is gesloten.