Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 09/11/1999
Vraag om uitleg van mevrouw Sonja Becq tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over psychiatrie voor baby´s
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Becq tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over psychiatrie voor baby´s.
Mevrouw Becq heeft het woord.
Mevrouw Sonja Becq : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega´s, u hebt voor enkele weken wellicht ook gehoord of gelezen dat het Middelheimziekenhuis in Antwerpen een psychiatrische eenheid voor baby´s wilde inrichten.
De motivatie bestond er vooral in dat men preventief wilde werken door het ondersteunen van de ouder-kindrelatie. Het ging bijvoorbeeld om extreme huilbaby´s die nauwelijks kunnen worden getroost, tenzij de ouders er voortdurend mee rondwandelen, baby´s met grote eet- en slaapstoornissen, baby´s met minderjarige moeders. Men wil ook voorkomen dat een eventuele depressie van de moeder implicaties zou hebben voor het kind.
Op zich heb ik hier geen probleem mee. Het deed me echter denken aan de taakomschrijving van de preventieve kinderzorg van Kind en Gezin. Bij de activiteiten van sociaal verpleegkundigen is het in eerste instantie aangewezen de mensen thuis te bezoeken. Een sociaal verpleegkundige kan, door middel van een gesprek met de moeder in het ziekenhuis en later thuis, detecteren of er problemen zijn. Specifiek is er door de hervorming van de kinderzorg een versterkt programma met meer huisbezoeken en een striktere begeleiding van risicogezinnen. Ook de formulering van het Middelheimziekenhuis betrof wat we verstaan onder risicogezinnen.
Het gaat er voor mij niet om dat dit tot het Vlaamse niveau behoort en dat Kind en Gezin ervoor moet instaan. Ik veronderstel immers dat het hier gaat om een graad van problemen waarvoor een opname in het ziekenhuis noodzakelijk is. Wel is de vraag of er een samenspraak is tussen het Middelheimziekenhuis, of eventueel het Riziv, en Kind en Gezin met het oog op een goede begeleiding, ook nadat die mensen uit het ziekenhuis zijn ontslagen.
In de ouderenzorg hebben we het vaak over netwerkontwikkeling, een goede ontslagregeling, een begeleiding in de thuiszorg, enzovoort. Naar analogie daarmee meen ik dat het bij zo een initieel opzet belangrijk is dat de begeleiding van de overgang van en naar de thuissituatie op een goede manier kan verlopen. Zijn daarover afspraken gemaakt met Kind en Gezin?
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw de voorzitter, collega´s, er is hierover nog geen samenspraak. Ook ik heb dit moeten vernemen uit de krant. Het project ambulante revalidatie van vroegtijdige ernstige stoornissen van de ouder-kindrelatie werd door het Middelheimziekenhuis ingediend bij het Riziv. Ik heb ook contact genomen met mijn federale collega voor een overleg, omdat ik dezelfde bekommernis heb.
We zitten hier duidelijk op een eerste en tweede lijn. De manier waarop dit is geformuleerd maakt me een beetje angstig. Gaat nu voortaan elke moeder met een kind dat een beetje huilt, naar de psychiater lopen om dan terecht te komen in de dure en niet bepaald warme situatie van een psychiatrische ziekenhuisafdeling?
Vanuit Kind en Gezin gaan we onveranderd verder met onze manier van werken die veel minder ingrijpend is. In veel gevallen biedt ze, zij het gedeeltelijk, een oplossing voor het huilgedrag van baby´s. Dit is een probleem van alle tijden. Sommige baby´s huilen meer dan andere. Het is wel van deze tijd dat de draagkracht van vooral alleenstaande moeders minder groot is. Precies daarom wordt de versterkte aanpak van Kind en Gezin voortgezet.
In een beperkt aantal gevallen kan een tweede lijn met psychiatrische zorg nodig zijn, aldus Kind en Gezin. Het gaat dan over een zeer beperkt aantal gevallen. Vanuit dit standpunt heb ik mijn federale collega ervoor gewaarschuwd geen deur te openen voor nieuwe misbruiken van de ziekteverzekering.
Tot nu toe is er nog geen overleg gepleegd, maar het is wel aangevraagd. Het dossier ligt momenteel bij het Riziv. Kind en Gezin zet zijn werk voort en zal al het mogelijke doen om het juiste antwoord te geven op de juiste zorgvraag.
De voorzitter : Mevrouw Becq heeft het woord.
Mevrouw Sonja Becq : Ik dank de minister voor haar antwoord. Het bevestigt mijn bekommernissen terzake. Ik wil echter ook niet met een kanon op een mug schieten, want het is nutteloos iets tot een probleem op te blazen als dat niet nodig is.
De voorzitter : Het incident is gesloten.