Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Vergadering van 28/10/1999
Vraag om uitleg van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen tot mevrouw Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over mogelijke informaticaproblemen in de welzijnssector bij de millenniumovergang
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Van Cleuvenbergen tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over mogelijke informaticaproblemen in de welzijnssector bij de millenniumovergang.
Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Van Cleuvenbergen : Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega´s, dat er een millenniumbom op ons afkomt, is voor iedereen wel duidelijk. Stilaan beseffen we dat het een en het ander mis kan lopen. Vele informaticasystemen en elektronisch bestuurde apparatuur kunnen tot stilstand komen. Dat kan dramatische gevolgen hebben voor personen, maar ook voor de informatiebestanden. Sommige bestanden kunnen verloren gaan : cliëntenlijsten, boekhoudkundige gegevens, enzovoort. De welzijnssector is zich onvoldoende bewust van het probleem, in tegenstelling met het bedrijfsleven dat al meer dan een jaar hiermee bezig is. Ook de ziekenhuizen worden door de federale regering aangemaand goed uit te kijken. Mijns inziens is de welzijnssector nog niet voor het probleem gewaarschuwd.
Ik heb iemand op het terrein gevraagd welke praktische problemen er zich zouden kunnen voordoen. Ik stel vast dat, als men al beseft dat er een probleem dreigt, men niet over de financiële middelen en de knowhow beschikt om het aan te pakken. Terwijl de federale overheid iedereen via e-mail verwittigt, moet men vaststellen dat vele welzijnsinstellingen nog geen aansluiting op internet hebben.
Vele registratiegegevens van de gezondheidssector zijn geschreven in DOS-programma´s. De aanpassing van de data is nog niet gebeurd. Men heeft het nog steeds over ´99´ in plaats van ´1999´. Ook de boekhoudkundige programma´s draaien dikwijls op erg eenvoudige software die dikwijls niet aangepast is. Personen of instellingen die getuigschriften voor verstrekte hulp moeten afleveren, zijn aangewezen op getuigschriften van de overheid die via de oude matrixprinters worden doorgestuurd. Die programma´s zijn evenmin aangepast. Dat is vooral bij kinesitherapeuten en logopedisten het geval. De computers met een bouwjaar van voor 1977 zullen vanaf het jaar 2000 ook problemen krijgen met hun back-upprogramma´s. Dat zal leiden tot het verlies van allerlei gegevens.
Ik heb ook een aantal oplossingen gevraagd. Die zouden er bijvoorbeeld in kunnen bestaan dat de overheid een brief stuurt aan alle personen en instellingen uit de welzijnssector om hen op het gevaar te wijzen. Bij dat schrijven zou dan een floppy gevoegd kunnen worden met een viertal eenvoudige tests, op basis waarvan men kan uitmaken of de programma´s nog zullen functioneren. Men kan ook de mogelijkheid geven tot aankoop van programma´s tegen lagere prijzen, een mogelijkheid die thans reeds in het onderwijs bestaat. Of de overheid zou kunnen tussenbeide komen in de upgrading van verouderde programma´s.
Dit zijn maar enkele van de tips die men mij gesuggereerd heeft in de instellingen waarmee ik contacten heb. Ik vond het echter belangrijk u deze vraag nu voor te leggen, zodat u het nodige kunt doen om vooralsnog alle instellingen te bereiken om hen te waarschuwen voor de mogelijke gevaren van de millenniumbug.
De voorzitter : Minister Vogels heeft het woord.
Minister Mieke Vogels : Mevrouw Van Cleuvenbergen, zoals u waarschijnlijk wel weet, werd op federaal niveau een Millennium Forum 2000 opgericht, waarin ook enkele Vlaamse ministers zetelen. Dit forum fungeert binnen België als overkoepelende instantie voor de afspraken en de maatregelen die moeten worden genomen om problemen in het kader van de millenniumovergang te detecteren en te voorkomen. Minister Sauwens die de Vlaamse regering in dat forum vertegenwoordigt, heeft mij beloofd daar aandacht te vragen voor de eventuele gevolgen van de millenniumbug voor de welzijns-en gezondheidssector.
Op minder dan 70 dagen voor de millenniumovergang is eenduidige informatie en communicatie voor de bevolking en de voorzieningen van het allergrootste belang. Het komt er echter op aan de problemen niet te dramatiseren en aan te sturen op gewoon gedrag. We mogen zeker geen paniek veroorzaken.
Voor onze sector schuilt het grootste gevaar wellicht in het uitvallen van de nutsvoorzieningen, waaronder elektriciteit. De toeleveranciers van die nutsvoorzieningen hebben me echter reeds verzekerd dat de kans daartoe haast onmogelijk wordt geacht, vermits de basissystemen voor deze voorzieningen niet datumgevoelig zijn.
U zegt dat de welzijnssector daar niet mee bezig is. Ik kan me echter moeilijk voorstellen dat daar enkel wereldvreemde mensen rondlopen. Zij horen toch ook voortdurend praten over die millenniumbug. Ikzelf heb uit de sector al tal van signalen opgevangen van mensen en voorzieningen die daar wel degelijk mee bezig zijn.
Het zou natuurlijk interessant zijn om die millenniumbug aan te grijpen om aan alle instellingen en voorzieningen geüpdate software ter beschikking te stellen, maar dat zou een vorm van parallelle subsidiëring zijn en daar heb ik - in tegenstelling tot het onderwijs - helaas geen budget voor. En naar men mij vertelt, zou uw voorstel met betrekking tot die testfloppy niet veel uithalen omdat de problemen veel te ingewikkeld zijn. Ik vertrouw er dan ook vrij sterk op dat de verantwoordelijken uit de instellingen dienaangaande de nodige verantwoordelijkheid dragen en een en ander zullen nakijken.
Tot besluit wil ik nog opmerken dat de heer Martens, mijn voorganger, en de heer Peeters, de voormalige Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, reeds op 1 december 1998 gezamenlijk een omzendbrief hebben verstuurd aan alle besturen en instellingen uit de welzijnssector om hen te wijzen op de mogelijke door de millenniumbug veroorzaakte problemen.
Ook de provinciale overheden, die eigenlijk in tweede instantie bevoegd zijn voor de uitvoering van bepaalde rampenplannen, zouden reeds initiatieven hebben genomen. Zo zijn alle directies van de Oost Vlaamse algemene en psychiatrische ziekenhuizen en rust- en verzorgingstehuizen uitgenodigd op 25 november 1999 door de gouverneur op een informatievergadering. En de Vlaamse overheid heeft een infolijn opengesteld, die ook in de overgangsperiode open zal blijven, voor het beantwoorden van alle mogelijke vragen. Laten we dus maar hopen dat de telefoon niet zal uitvallen.
Samengevat denk ik te mogen stellen dat reeds voldoende maatregelen werden genomen, en dat we, op 70 dagen van de zo gevreesde datum, zeker geen paniek mogen zaaien.
De voorzitter : Mevrouw Van Cleuvenbergen heeft het woord.
Mevrouw Riet Van Cleuvenbergen : Ik wil daar toch even een repliek op geven. Ik weet dat men erg bekommerd is om het mogelijke uitvallen van de nutsvoorzieningen, de liften en dergelijke. Maar daarom heb ik bewust een aantal voorbeelden gegeven over de boekhouding en computers waar gegevens van klanten op staan. Dit is iets waar men waarschijnlijk te weinig aan denkt. Ik ervaar althans dat men daar niet genoeg mee bezig is ; u kunt terzake misschien andere ervaringen hebben.
Verder wil ik wijzen op het contrast met de economie. Zelfs bedrijven kunnen expansiesteun krijgen voor alle aanpassingen terzake. In de welzijnssector gaat dit echter altijd allemaal ten koste van het reguliere budget. Mocht men dus in de toekomst maatregelen nemen ten behoeve van de hele maatschappij, dan zou de welzijnssector telkens zo actief moeten zijn om iets extra te vragen wanneer ditzelfde moet gebeuren bij haar. Het kan immers niet dat dit telkens opnieuw van de subsidiëring moet komen terwijl anderen daar extra subsidies voor krijgen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.