Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening Vergadering van 28/10/1999
Vraag om uitleg van de heer André Van Nieuwkerke tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, over "Route 49" te Damme
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Van Nieuwkerke tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, over "Route 49" te Damme.
De heer Van Nieuwkerke heeft het woord.
De heer André Van Nieuwkerke : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, mijn vraag is een concrete vraag rond een praktisch probleem. Route 49 staat voor een succesvolle illegale inrichting, gelegen in Damme-Sijsele, waar indoorkarting, bowling en een kinderspeeldorp de belangrijkste aantrekkingspolen vormen. Route 49 dankt zijn naam aan de vlakbij gelegen N49 en ligt midden in een waardevol natuurgebied waar heel wat natuurontwikkelingsprojecten op het programma staan. Ik denk aan het boomkikkerplan van Aminal, het krekenbeleidsplan in het kader van de Euregio Scheldemond - dus ook van internationale waarde -, de acties in het kader van het Regionaal Landschap Zwinstreek en het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan van de stad Damme-Sijsele zelf.
Ondanks het feit dat de Route 49 zich in een zonevreemd gebied situeert - het is natuurgebied op het gewestplan - en niet over de nodige milieu- en bouwvergunningen beschikt, exploiteren de uitbaters de zaak verder alsof er niets aan de hand is. De uitbaters zijn tegen de weigering van de vergunning in beroep gegaan bij de Raad van State, maar dat beroep is mijns inziens niet opschortend. Op 9 oktober 1998 stelde de milieu-inspectie een proces-verbaal op en gaf een bevel tot sluiting. Vandaag, een jaar later, stellen we vast dat die sluiting nog steeds geen feit is, dat de illegaal gebouwde constructies nog steeds overeind staan en dat de ecologische waarden ondertussen verder schade lijden.
Ik heb twee concrete en één algemene vraag. Ik vraag me af of de uitbaters van Route 49 over bijzondere gaven beschikken daar ze ondanks en tegen de wil in van de diverse overheden een jaar lang rustig verder doen zonder gevolgen. Kan de minister me de redenen geven waarom niet wordt opgetreden? Wanneer zal er worden opgetreden? Hoe zou in dergelijke gevallen steeds moeten worden opgetreden?
De voorzitter : De heer Coens heeft het woord.
De heer Joachim Coens : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is vandaag de tweede maal dat ik me bij mijn buurtbewoner de heer Van Nieuwkerke aansluit. Ik wil het niet over dit specifiek geval hebben, maar wel over het probleem in het algemeen. Het betreft een inrichting waaraan een milieuvergunning werd geweigerd. De milieu-inspectie heeft dan ook instructies gegeven tot sluiting.
Nu is de betrokken uitbater in beroep gegaan tegen de beslissing van de weigering van de vergunning. Dat is niet uitzonderlijk, dit gebeurt meer. Maar wat als de milieu-inspectie, die daarvoor de volle bevoegdheid heeft, of het stadsbestuur beslissen tot sluiting, en in beroep worden de betrokkenen geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld? Wat gebeurt er dan met de schadeclaims van de uitbaters? Dit heeft concrete gevolgen voor de optredende instanties.
De voorzitter : Minister Van Mechelen heeft het woord.
Minister Dirk Van Mechelen : Mijnheer de voorzitter, ik ben eerst op de landkaart gaan kijken welke weg Route 49 was, tot me werd gesignaleerd dat het hier om een constructie gaat. Ik wil eerst opmerken dat er behalve het in de vraag vermelde proces-verbaal van de milieu-inspectie nog een proces-verbaal werd opgesteld op 12 januari 1999 door de ambtenaren van Arohm West-Vlaanderen. Hierin werd gesteld dat : ´volgende werken en handelingen wederrechtelijk in uitvoering waren en in stand werden gehouden : ten eerste : herinrichten en uitbreiden van een gedeelte van een gebouwencomplex, voorheen steenbakkerij, tot indoorkarting, bowling, bar en indoorspeeltuin, en bouwen van een inkomsas en het wijzigen van de achtergevel ; ten tweede : de aanleg van een parking door middel van asfaltverharding en steenslagverharding.´
Dit proces-verbaal werd drie dagen later, op 15 januari, overgezonden aan het parket. Er werd tot op vandaag geen herstelvordering geformuleerd omdat naar verluidt eerst de gemeente werd verzocht haar standpunt mee te delen. Die heeft haar antwoord in beraad gehouden tot de bevoegde minister voor Leefmilieu een beslissing zou hebben genomen met betrekking tot het beroep dat werd ingesteld tegen het sluitingsbevel. De gemeente zou wachten met haar herstelvordering in te dienen tot de minister van Leefmilieu een uitspraak heeft gedaan over het beroep tegen de sluiting.
Tevens kan ik u meedelen dat het parket thans de gemachtigde ambtenaar heeft verzocht om definitief zijn standpunt met betrekking tot de herstelvordering kenbaar te maken. Dit zal eerstdaags gebeuren, weliswaar na overleg met de milieu-inspectie, waarna de rechterlijke macht moet beslissen welk gevolg wordt gegeven aan het opgestelde proces-verbaal.
Ten gronde worden we in Vlaanderen geconfronteerd met een recidiviteit van een aantal problemen. Ik merk dit op bij het ondertekenen van beslissingen in verband met bouwberoepen. Hieronder valt ook heel het circuit van karting. Dit doet me een beetje denken aan het verhaal van de paardenstallen. Een paardenliefhebber mag geen stallen bouwen in een woongebied, een woonparkgebied, een landbouwgebied of een KMO-zone. De vraag is dan ook waar het wel is toegestaan.
Hetzelfde probleem doet zich voor inzake de kartingcircuits. Ze liggen ofwel in verlaten sites van bedrijven ofwel openen ze in een KMO-zone. In beide gevallen is het illegaal.
Wat de grond van de zaak betreft, heb ik de directeur-generaal gevraagd een beleidsnota op te stellen. Toen de golfsport opgang maakte, heeft men de Golfnota opgesteld. We hebben nu de behoefte een beleidsvisie te ontwikkelen met betrekking tot een hele reeks van activiteiten, waaronder ook in- en outdoor karting. Meestal worden daarbij nog een aantal randactiviteiten ontwikkeld, zoals horeca, kinderopvang, enzovoort.
Deze commissie moet zich de vraag stellen waar die activiteiten kunnen plaatsvinden. Het feit dat ze nu vaak zijn gevestigd in natuurgebied, maakt de toestand precair. In sommige gevallen komen industriezones en verlaten bedrijfsterreinen daarvoor in aanmerking. De voorwaarde is dan wel dat er geen overlast is voor omwonenden of voor de natuur als dusdanig. We moeten dit te allen prijze vermijden. Op dit moment ontbreekt die beleidsvisie.
De administratie meldt me dat men niet over de nodige mankracht beschikt om zelf afgeronde voorstellen aan te bieden. Ik overweeg de federatie te vragen zelf een voorstel uit te werken of een gespecialiseerd advocatenbureau in te schakelen. Men zou dan, in samenwerking met planologische teams, een oplossing kunnen bieden. Het spreekt vanzelf dat ik dit aan de commissie zal voorleggen.
De voorzitter : De heer Van Nieuwkerke heeft het woord.
De heer André Van Nieuwkerke : Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik ga akkoord met de algemene beschouwingen over onder andere de indoor karting. Het is de bedoeling dat we keuzes maken. We moeten niet enkel landbouwzones, KMO-zones en bedrijventerreinen in aanmerking nemen, maar we moeten ook toeristische keuzes maken.
Het gebied dat mooi aansluit bij de Zwinstreek en de prachtige polders heeft ook een aantrekkingskracht op de kusttoeristen. Men kan er fietsen, wandelen, enzovoort. We moeten fundamentele keuzes maken. Ik hoop dat het dossier snel wordt opgelost.
De voorzitter : Het incident is gesloten.