Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 28/10/1999
Vraag om uitleg van de heer Jan Penris tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de stand van zaken bij de uitvoering van het Havendecreet
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Penris tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de stand van zaken bij de uitvoering van het Havendecreet.
De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris : Mevrouw de voorzitter, collega´s, op 2 maart 1999 hebben we het Havendecreet zo goed als eenparig goedgekeurd. Ondertussen is het verschenen in het Belgisch Staatsblad van 8 april 1999. Bijgevolg is het sindsdien van kracht.
Het decreet bevat echter een aantal bepalingen die verdere uitvoering van de regering vereisen. We hebben het voordeel dat dit dossier door dezelfde minister kan worden behandeld. Ik hoop dat reeds enige vooruitgang is geboekt.
Volgens artikel 23 van het decreet zou een gewestelijke havencommissaris worden aangesteld. Die zou het nodige personeel krijgen. Is dit reeds gebeurd?
Volgens artikel 25 zouden voor de havenpromotie gemeenschappelijke initiatieven worden genomen door de diverse havenbedrijven en het Vlaams Gewest. Is dit reeds gebeurd?
Artikel 26 voorziet in de oprichting van een havengeschillencommissie, waarin eventuele geschillen tussen de havens zouden worden behandeld. Dit zou gebeuren op de wijze van een arbitragecommissie en zoals werd beschreven in het gerechtelijk wetboek. Werd deze commissie reeds geïnstalleerd?
Artikel 33 bepaalt de subsidieregeling. De leidende ambtenaar, de heer Strubbe, heeft daarover nogal wat krasse uitspraken gedaan. Hij suggereerde dat een grotere medewerking van de privé-sector nodig is voor de basisinfrastructuurwerken, omdat het Vlaams Gewest niet veel doet. Voor sommige havens zou dit een dure aangelegenheid worden. Zo heeft de haven van Antwerpen een uitstaande pensioenlast van meer dan 30 miljard frank, waarvoor jaarlijks 3 miljard frank opzij moet worden gezet. Een haven die op een dergelijke manier wordt belast, kan geen grootse investeringen in de haveninfrastructuur doen. De privé-sector is niet echt bereid om mee in dit bootje te springen, want staat reeds in voor aanzienlijke investeringen op het vlak van de superstructuur. De privé-bedrijven verplichten om ook te investeren in de basisinfrastructuur, is niet erg realistisch. Hoever staat u met de subsidieregeling?
Volgens artikel 39 zou tevens werk worden gemaakt van de zogenaamde "historische scheeftrekkingen" tussen de Vlaamse havens. Is de studie hierover reeds begonnen? Ik gaf u daarnet het voorbeeld van de uitstaande pensioenlast in de haven van Antwerpen, die zo een historische scheeftrekking is. Nu gaat het over 30 miljard frank, maar tegen het jaar 2020 zal dit bedrag oplopen tot 42 miljard frank. De haven moet jaarlijks ongeveer 3 miljard frank aan de kant zetten, wat een scheeftrekking van de concurrentiepositie tot gevolg heeft.
Mijnheer de minister, hoever staat u met de uitvoering van deze vijf artikelen?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mevrouw de voorzitter, het vorige parlement heeft het Havendecreet met eenparigheid goedgekeurd. Voor de diverse onderwerpen die in het decreet zijn vervat, worden uitvoeringsbesluiten voorbereid. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van uitwendige ondersteuning door studiebureaus. De bureaus verrichten immers onderzoeken in de verschillende havens.
De historisch gegroeide lasten - want ik spreek niet graag over scheeftrekkingen - behoren tot de items die moeten worden behandeld volgens het Havendecreet. De werkzaamheden bevinden zich nog in de inventarisatiefase. Mijn administratie streeft ernaar een compensatieregeling uit te werken binnen een termijn van drie jaar, zoals wordt bepaald door artikel 39 van het Havendecreet.
De budgettaire gevolgen worden onderzocht, maar natuurlijk zullen die samenhangen met het resultaat van de inventarisatie. Gelet op de termijn van 3 jaar werden er nog geen reserves genomen op de begroting. Ook Europa speelt hierin een rol. Voorzichtigheid is dus geboden. We voeren wel bijna permanent overleg met de betrokken actoren.
De heer Jan Penris : De andere vragen die u niet beantwoord hebt, zal ik schriftelijk stellen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.