Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 07/10/1999
Vraag om uitleg van de heer Joachim Coens tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de stand van zaken van de oostwaartse ontsluiting van de haven van Zeebrugge
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Coens tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de stand van zaken van de oostwaartse ontsluiting van de haven van Zeebrugge.
De heer Coens heeft het woord.
De heer Joachim Coens : Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ook deze vraag is een vervolg op eerder door mij gestelde vragen. Ook wat dit betreft hebt u in uw repliek data genoemd voor oplossingen terzake : wat de MER-studie voor de ombouw van de N49 betreft had u het in uw antwoord op een vorige vraag van mij over september 1999.
Ten behoeve van de andere leden wil ik benadrukken dat het ook hier gaat om een lang verhaal in een dossier dat van belang is voor de streek. Het gaat namelijk over de vraag hoe de haven kan worden ontsloten voor het wegverkeer. We hebben deze discussie ook reeds meegemaakt naar aanleiding van de opmaak van het RSV, waarbij de verbinding Blauwe Toren-Jabbeke niet kon worden gerealiseerd. Ik wil daar niet op terugkomen : het structuurplan is immers goedgekeurd. Maar in de motivering terzake werd heel sterk de nadruk gelegd op de oostwaartse ontsluiting van Zeebrugge, namelijk de omvorming van de N49 van Zeebrugge tot aan Westkapelle, en van Westkapelle tot Antwerpen. Zo zou er een verbinding zijn tussen de haven en de N49. Er werd onder meer voorzien in een aansluiting van de N49 tot aan de N31, de Blauwe Toren. Verder werd de N49 vanaf Westkapelle tot in Antwerpen als hoofdweg geselecteerd, wat de omvorming van de bestaande weg betekent. Deze omvorming van de N49 is niet alleen belangrijk vanuit verkeerstechnisch oogpunt, door de ontsluiting van de haven van Zeebrugge en de verbinding met de Antwerpse haven en de mogelijkheden die dit biedt voor het vrachtverkeer. Deze zomer waren er andermaal enorm veel ongevallen op deze N49, waarbij nog maar eens dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Het mengen van het verkeer zoals dat nu gebeurt, samen met de verkeerslichten op de N49, is niet langer houdbaar. De verkeersveiligheid moet centraal staan, zowel voor de afwikkeling van het verkeer van en naar de haven als voor het lokale verkeer, dat steeds op deze dodensnelweg moet plaatsvinden. Dat is een zeer groot probleem, niet alleen lokaal, maar ook voor de ruimere regio van de N49.
Er is dus ook de problematiek van de ontsluiting, die westwaarts alles heeft geconcentreerd op de N31. Zoals u weet is dit een weg die door Brugge loopt. Het is derhalve heel belangrijk dat die zoveel mogelijk kan worden ontlast door een oostwaartse verbinding, die erin bestaat dat de haven wordt verbonden met de aansluiting van de N49 naar Westkapelle.
U hebt gezegd dat u mij in september 1999 de resultaten van de MER-studie over de ombouw van de N49 op het grondgebied West-Vlaanderen zou kunnen geven. Deze studie moest leiden tot een streefbeeld van de N49 inzake het op- en afrittencomplex. Wat is de stand van zaken in de aansluiting van de haven met enerzijds de N49 en anderzijds de N31? Wat zijn de resultaten van de MER-studie? Wat zijn de gevolgen en wat is de timing voor deze oostwaartse ontsluiting van de haven van Zeebrugge?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mijnheer de voorzitter, collega´s, de studie voor de ombouw van de gewestweg N49 tot hoofdweg op het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen moet volgende fasen doorlopen : de opmaak voor een ontwerp van streefbeeld voor de herinrichting, een haalbaarheids- MER over het ontwerp van streefbeeld en de keuze van het definitief gewenste streefbeeld.
Recente ervaring heeft geleerd dat het bijzonder moeilijk is een tijdpad uit te stippelen. Men verwacht dat het ontwerp van streefbeeld tegen het einde van dit jaar klaar zal zijn. Men hoopt dan, aangezien er reeds veel studiewerk is verricht, dat er vrij vlug een MER-rapport zal zijn en dat er een definitief streefbeeld kan worden opgemaakt.
De studie van de gewestweg N348, de verbinding tussen de N31 Brugge-Blauwe Toren en de N49, is pas aangevat. Bij de studie van het ontwerpstreefbeeld zal rekening worden gehouden met de studies en visies van alle betrokken actoren overeenkomstig de procedure die voor de gewestweg N49 werd gevolgd.
De voorzitter : De heer Coens heeft het woord.
De heer Joachim Coens : Mevrouw de voorzitter, dit is toch enigszins verbazend. Toen ik deze vraag in februari stelde, antwoordde de minister mij dat deze MER-studie werd uitgevoerd. Er is ook een openbaar onderzoek over geweest. Toen zei hij dat er een studie aan de gang was : ´rond september 1999 worden de eerste resultaten verwacht.´ Mijnheer de minister, nu zegt u dat de opmaak nog bezig is en pas aan het einde van dit jaar rond zal zijn.
Ik moet er u op wijzen dat ik met deze vraag een echt probleem aankaart van het verkeer in en rond de haven. Dit paste ook bij het niet-opnemen van de verbinding Jabbeke-Westkapelle, waarvoor de oostwaartse ontsluiting een alternatief was. Deze zomer werd nogmaals bewezen dat de verkeersveiligheid hier een groot probleem vormt voor het lokale verkeer, het vrachtverkeer en voor de gebruikers van de N49.
Ik dring aan op de uitvoering van het RSV, dat de wegen heeft gecategoriseerd. Het RSV voorzag in de verbinding tussen de haven en de N49 - de AX, die wel is opgenomen - in de omvorming van de N49 tot hoofdweg, in de ombouw van de N39 en in de ombouw van de N44, de verbinding Maldegem-Aalter, tot een primaire weg. Op die manier zou ook daar de verkeersveiligheid kunnen verbeteren. Ik hoop dat de uitvoering van het RSV, waarin al deze zaken zijn opgenomen, volgens een striktere timing zal verlopen dan nu het geval is. De resultaten van de studie waren reeds in september beloofd. Het verbaast mij ten zeerste dat u dit andermaal verschuift.
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Ik deel uw bekommernis, maar er is een klein beetje vertraging.
De voorzitter : Het incident is gesloten.