Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer Vergadering van 23/03/1999
Vraag om uitleg van de heer Jaak Gabriels tot de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, over de uitbreiding van het aantal rijstroken op de Brusselse ring
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Gabriels tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, over de uitbreiding van het aantal rijstroken op de Brusselse ring.
De heer Gabriels heeft het woord.
De heer Jaak Gabriels : Mijnheer de minister, het fileprobleem met de dagelijkse piekmomenten is uiteraard onder andere richting Brussel een zwaar probleem. Ook de ring rond Brussel zal de komende jaren een uitdaging vormen, willen we het economische leven van Vlaanderen niet laten hypothekeren door het verkeersinfarct dat ons te wachten staat.
Tegen eind mei, begin juni, zou de Brusselse ring tussen de E40 en de E19 in beide richtingen een extra rijstrook krijgen. Hiervoor wordt de pechstrook aangewend om dienst te doen als rijstrook. Daarvoor zouden een aantal andere rijstroken moeten versmallen. Er zijn ook flankerende maatregelen zoals een snelheidsbeperking tot 100 in plaats van 120 kilometer per uur. Deze snelheidsbeperking zou de capaciteit van het verkeer ernstig moeten verhogen omdat de wagens minder afstand zouden houden.
In dit verband zou ik graag een antwoord krijgen op de volgende vragen. Ten eerste, wat is de capaciteitsvergroting als gevolg van deze gecombineerde maatregelen? Ten tweede, niet enkel de uitbreiding van het aantal rijstroken, maar ook de daling van de toegestane maximumsnelheid van 120 naar 100 kilometer per uur, kan zorgen voor een capaciteitsvergroting. In welke verhouding zorgen die twee complementaire maatregelen voor een verhoging van de verkeerscapaciteit? Aangezien dit project ten dele afhankelijk is van het respecteren van die nieuwe lagere maximumsnelheid, stel ik de vraag hoe erop zal worden toegezien dat deze snelheidsbeperking ook zal worden nageleefd.
Ten derde, tot de hoofdoorzaken van files en verkeerscongestie horen wegwerkzaamheden, ongevallen en de overgang naar minder rijstroken, dus trechtervorming. Vooral met betrekking tot dit laatste had ik graag geweten hoe men de overgang van vier naar drie stroken vanaf de afslag richting E19 zal opvangen, evenals de overgang van vier naar drie rijstroken vanaf de afslag richting E40.
Ten vierde, voor deze uitbreiding wordt de pechstrook gebruikt. Hoeveel defecte voertuigen hadden gemiddeld in 1998 deze pechstrook nodig, per dag, per week, per maand en per jaar?
Ten vijfde, op welke manier wordt voorzien in pechverhelping, opdat bij ongevallen en defecte voertuigen de Brusselse ring niet volledig vast komt te zitten? Ten zesde, is er met het wegvallen van een pechstrook/vluchtstrook een plan uitgewerkt voor ongevallen waarbij verscheidene wagens zijn betrokken? Welke - eventueel preventieve maatregelen worden dienaangaande genomen?
De voorzitter : Minister Stevaert heeft het woord.
Minister Steve Stevaert : Mijnheer Gabriels, op basis van een lineaire extrapolatie kan de capaciteitstoename door het verhogen van het aantal rijstroken van drie naar vier worden geraamd op 33 percent. Aangezien de bezetting en de rijsnelheid op de verschillende rijstroken anders is, is er een zekere variatie aanwezig op dit cijfer. Aanvullend dient er ook rekening te worden gehouden met een vlottere verkeersafwikkeling ten gevolge van een herindeling van de in- en uitvoegstroken en een verhoging van de capaciteit door een snelheidsbeperking van 100 kilometer per uur, zoals momenteel al het geval is op de ring rond Antwerpen. De administratie Wegen en Verkeer meent dat bij de huidige verkeersintensiteit de capaciteitsvergroting op ruim 25 percent kan worden geschat.
De capaciteitsverhoging zal zich naar alle waarschijnlijkheid tussen 20 en 40 percent situeren, rekening houdend met de mogelijke variatie. Gelet op de mogelijke speling is het quasi onmogelijk de capaciteitsverhoging exact op te splitsen in een percentage dat te wijten is aan de extra rijstrook en een percentage dat te wijten is aan de snelheidsbeperking. Zoals reeds werd vermeld, oefent ook de herindeling van de weefzones een invloed uit. De precieze capaciteitsverhoging van de maatregel zal men op het terrein moeten opmeten.
Het nazicht op het naleven van de snelheidsbeperkingen zal zoals elders worden uitgevoerd door middel van klassieke snelheidscontroles. Vanaf een zekere verkeersintensiteit wordt het inhalen moeilijker of zelfs onmogelijk. De rijsnelheid zal zich automatisch rond 100 kilometer per uur instellen als dit vanuit capaciteitsoverwegingen het meest noodzakelijk is. Ik wil er nogmaals uitdrukkelijk op wijzen dat momenteel een snelheidsbeperking van 100 kilometer per uur van kracht is op de ring rond Antwerpen, met goed gevolg.
Uw analyse van de hoofdoorzaken van files is niet correct. De incidentele files als gevolg van ongevallen en dergelijke zijn voor mij een belangrijk aandachtspunt. Ze vertegenwoordigen ongeveer 25 percent van de totale fileduur. Dit blijkt uit een onderzoek dat werd uitgevoerd in het kader van het FAST-project op de ring van Antwerpen. Er valt dus meer te winnen op het vlak van structurele files dan op het vlak van incidentele files.
Bij de herindeling van de rijstroken zal er nergens trechtervorming optreden bij de overgang van vier naar drie rijstroken. De zogenaamde vierde rijstrook, die op een zeker ogenblik moet verdwijnen, wordt immers geïntegreerd in de afrit van de ring. De herziening van de weefzones zal de verkeersontwikkeling bevorderen in plaats van stremmen. In geen enkel geval zullen de zogenaamde trechtereffecten de bijkomende capaciteit aantasten. Dergelijke trechters zouden ook best vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid worden vermeden.
De administratie Wegen en Verkeer beschikt over geen cijfers over het gebruik van de pechstrook door defecte voertuigen. Er zijn wel gegevens beschikbaar over het aantal ongevallen ter hoogte van het wegvak dat zal worden verbreed. Het betreft een honderdtal ongevallen, zowel binnen als buiten de spits. Ondanks het wegvallen van de pechstrook zullen er veilige uitwijkstroken worden gegarandeerd, onder meer ter hoogte van de praatpalen.
Sinds drie jaar is het project FAST in werking. FAST staat voor ´Files Aanpakken door een Snelle Tussenkomst´. Tijdens de spitsuren worden bij de melding van incidenten met voertuigen of voorwerpen op de rijbaan, die binnen de tien minuten naar een veilige zone gebracht. Het is de bedoeling om in het kader van FAST in het betrokken wegvak een bijkomend interventievoertuig gedurende een langere periode post te laten vatten.
Het afschaffen van een berijdbare pechstrook, met behoud van een aantal veilige uitwijkstroken, is niet noodzakelijk minder veilig dan de huidige toestand. Buitenlandse voorbeelden bevestigen dit. De veiligheid moet in deze aanpak centraal blijven.
De voorzitter : Het incident is gesloten.