Commissie voor Mediabeleid Vergadering van 01/04/1999
Vraag om uitleg van de heer Carl Decaluwé tot de heer Eric Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, over de problematiek van de must-carry- en may-carry-regelgeving
De voorzitter : Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Decaluwé tot de heer Van Rompuy, Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, over de problematiek van de must-carry-en may-carry-regelgeving.
De heer Decaluwé heeft het woord.
De heer Carl Decaluwé : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, VT4, de televisiezender die uitzendt vanuit Londen, heeft een klacht aangekondigd tegen de Vlaamse regering naar aanleiding van de must-carry- en may-carry-regelgeving, die vervat is in artikel 112 van het Reclamedecreet. VT4 heeft dit gedaan omdat de Vlaamse commerciële omroep onder de must-carry-regeling valt, terwijl deze Britse commerciële omroep - wat hij nog steeds is - onder de may-carry-regeling valt.
Die aankondiging is vooral ingegeven door het feit dat uitvoerig in de media werd belicht welke omroepen tot het basispakket van de kabelmaatschappijen zullen behoren, en welke niet. De must-carry-zenders zullen sowieso tot de basispakketten moeten behoren, maar het is nog onduidelijk welke may-carry-zenders er eveneens bij zullen zijn. Dat is voor de zenders bijzonder belangrijk met betrekking tot aandelen en kijkcijfers.
De must-carry- en may-carry-regelgeving was indertijd ingegeven door het feit dat de capaciteit van de kabel niet onbegrensd is. Over enkele jaren zal dat echter wel het geval zijn. Ondertussen hebben we tot onze verbazing vernomen dat het Vlaams Commissariaat voor de Media ook Event TV het statuut van must-carry-omroep heeft gegeven. Dat heeft ook problemen veroorzaakt met andere doelgroepenzenders, met betrekking tot hun verspreiding over heel Vlaanderen. Een aantal zenders die nu het may-carry-statuut hebben zijn wat nerveus geworden en vragen zich af of ze al dan niet in het basispakket zullen worden opgenomen.
Mijnheer de minister, ik wil u hierover een aantal concrete vragen stellen. Bent u op de hoogte van de klacht van VT4 tegen de Vlaamse regering en wat is de exacte inhoud ervan? Werd de must-carry- en may-carry-regelgeving reeds onderworpen aan de Europese regelgeving en wat was het Europees advies terzake? Kunt u een overzicht geven van de lidstaten van de Europese Unie die een gelijkaardige wetgeving hebben? Ben u bereid om deze problematiek aan te kaarten op een Europese ministerraad, waarbij ook U-bochtconstructies op Europees vlak nogmaals worden veroordeeld?
Op basis van welke criteria werd Event TV erkend als must-carry-omroep? Welke maatregelen kan de minister nemen om een zo groot mogelijke gelijkenis te creëren tussen de basispakketten in de respectieve intercommunales, om te voorkomen dat landelijke omroepen in bepaalde regio´s wel kunnen worden ontvangen en in andere regio´s niet? In principe zal men ze wel kunnen ontvangen, maar de ene burger zal er meer voor moeten betalen dan de andere.
Mijnheer de voorzitter, acht u het ook noodzakelijk om Canal+ op te nemen in de must-carry-regeling, zoals bij de Franse Gemeenschap, om de Vlamingen in Brussel de gelegenheid te geven de Nederlandstalige versie van Canal+ te ontvangen?
De voorzitter : Minister Van Rompuy heeft het woord.
Minister Eric Van Rompuy : Mijnheer de voorzitter, collega´s, alleen via de pers en informele bronnen bij de Europese Unie heb ik vernomen dat er een klacht werd ingediend vanwege het niet opnemen van VT4 in de must-carry-regeling. De heer Gepts heeft gezegd dat hij dit in strijd acht met de Europese regelgeving inzake concurrentie en noemt het een verkapte vorm van staatssteun.
De must-carry- en may-carry-regelgeving werd tot op heden nog nooit door Europa als een probleem aanzien. Deze regelgeving maakt reeds sinds het eerste Kabeldecreet deel uit van de Vlaamse omroepregelgeving. De klachtenprocedures die Europa in het verleden voerde tegen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap hadden nooit betrekking op deze thematiek.
Ook in de Franse Gemeenschap en Nederland geldt een must-carry- en may-carry-regelgeving, die ook de verplichting oplegt bepaalde omroepprogramma´s door te zenden. Zo bestaat bijvoorbeeld in de Franse Gemeenschap de verplichting om de Vlaamse openbare omroep door te zenden. Ook in Nederland is dat het geval.
Begin 1999 heeft de Europese Commissie een bevraging gedaan met betrekking tot de must-carry- en may-carry-regelgeving. Deze vragenlijst werd naar de verschillende betrokken actoren toegestuurd, maar de resultaten ervan zijn nog niet bekend.
De must-carry-regeling geeft iedere burger het recht om bepaalde omroepen te ontvangen en te bekijken en is niet discriminerend. Niet alleen Vlaamse omroepen beschikken over het statuut van must-carry-omroep, ook een aantal buitenlandse omroepen moeten verplicht worden doorgezonden. Bijna de helft van de omroepen die de kijker als must-carry-omroep ontvangt, zijn buitenlandse omroepen.
De status van must-carry-omroep wordt toegekend op basis van een aantal objectieve criteria. Bij de Vlaamse omroepen gaat het in casu om de openbare omroep, de landelijke commerciële omroepen die zich tot de hele Vlaamse Gemeenschap richten, en de regionale omroepen. Doelgroep- en thema-omroepen, betaalomroepen en nieuwe televisiediensten beschikken niet over dit statuut.
Wat VT4 betreft, wil ik erop wijzen dat het Vlaams Commissariaat voor de Media onlangs heeft beslist dat dit een Vlaamse zender is. VT4 heeft tot 15 september de tijd om een erkenningsaanvraag in te dienen. Indien VT4 wordt erkend als een omroep die zich richt tot de gehele Vlaams Gemeenschap, komt de zender eveneens in aanmerking voor een must-carry-regeling.
Event TV had oorspronkelijk een erkenningsaanvraag ingediend als doelgroep- en thema-omroep. Volgens het Vlaams Commissariaat voor de Media geeft deze zender echter geen blijk van de vereiste beperkte inhoud die bovendien kan worden onderscheiden van andere categorieën van televisieomroepen. Daarop diende Event TV een nieuwe aanvraag in om te worden erkend als particuliere televisieomroep die zich tot de gehele Vlaamse Gemeenschap richt. Event TV zendt regelmatig een soort van magazine of cultuurjournaal uit, in de brede zin van het woord. Het Vlaams Commissariaat besliste dan ook dat Event TV voldoet aan alle eisen van een algemene zender.
We zijn geen voorstander van een uitbreiding van het statuut van must-carry-omroep tot alle omroepcategorieën, met name de doelgroep- en thema-omroepen en de betaalomroepen. De bedoeling was het statuut te beperken tot de omroepen die voor de meeste Vlamingen van belang zijn. Een uitbreiding tot alle Vlaamse omroepen zou op termijn niet alleen zorgen voor capaciteitsproblemen voor een aantal kabelmaatschappijen. Ze zou bovendien op bezwaren van de Europese Commissie stuiten.
Aangezien het must-carry-statuut door de Vlaamse decreetgever slechts aan bepaalde categorieën van zowel binnenlandse als buitenlandse omroepen is verstrekt, is het niet discriminerend. Indien we het alleen hadden toegekend aan Vlaamse omroepen, hadden we ongetwijfeld moeilijkheden gekregen.
Wat Canal+ betreft, wil ik wijzen op de juridische moeilijkheden die zich momenteel in de Franse Gemeenschap voordoen als gevolg van het must-carry-statuut waarover deze omroep er beschikt. Canal+ maakt hiervan gebruik om van de kabelmaatschappijen te eisen dat deze naast de analoge uitzendingen ook de digitale pakketten uitzenden. Deze digitale pakketten bestaan hoofdzakelijk uit satellietzenders.
De discussie over het must- en may-carry-statuut mag niet worden verward met die over de segmentering van het aanbod door de kabelmaatschappijen. Een aantal kabelmaatschappijen wil de schaarste aan capaciteit opvangen door een aantal analoge kanalen te vervangen door digitale signalen. Daardoor kan de capaciteit fors worden verhoogd. Eén analoog kanaal kan acht digitale signalen bevatten. Deze digitale signalen zouden dan als pluspakketten worden aangeboden. De kabelmaatschappijen hebben aangekondigd dat ze een aantal vaste pakketten zouden aanbieden tegen lagere abonnementsprijzen. Tegen een hogere prijs kunnen pluspakketten worden aangekocht.
Het overleg over de segmentatie met de kabelmaatschappijen is nog niet opgestart. Via de pers en informele bronnen heb ik vernomen dat er nog geen eenvormig standpunt is binnen de maatschappijen. Er bestaan wel verschillende meningen over de samenstelling van deze basispakketten. Sommigen willen het bestaande aanbod als basispakket behouden. Nieuwe omroepen worden dan opgenomen in het pluspakket. Anderen zijn veeleer voorstander van een vermindering van het bestaande pakket. Wat niet in het basispakket wordt aangeboden, kan aanvullend worden aangeboden als pluspakket.
Het belangrijkste element is dat de must-carry- en may-carry-regeling niet discriminerend werkt. De toekenning gebeurt niet willekeurig, maar op basis van objectieve criteria. VT4 krijgt alle kansen om binnen deze regeling te vallen op voorwaarde dat deze zender naar Vlaanderen komt. Trouwens, als dat niet gebeurt voor 15 september, ontstaat er een groot probleem voor de kabelmaatschappijen. VT4 heeft dan volgens onze decreten geen geldige vergunning meer. De kabelmaatschappijen vallen onder onze jurisdictie en ze hebben dus geen andere keuze dan VT4 van de kabel te houden. Voor VT4 is er geen weg terug.
De voorzitter : De heer Decaluwé heeft het woord.
De heer Carl Decaluwé : Ik dank de minister voor zijn antwoord, vooral over de zaak VT4. Het is natuurlijk een moeilijke periode, kort voor de verkiezingen, maar als VT4 op 15 september dan toch kiest voor de oorlog en zich niet wenst neer te leggen bij de besluiten van het Vlaams Commissariaat, zal het parlement al het mogelijke doen om VT4 toch via de kabelmaatschappijen te dwingen. Desnoods kunnen we de erkenning van de kabelmaatschappijen intrekken als ze weigeren gehoor te geven aan een uitspraak van het Vlaams Commissariaat voor de Media.
We moeten dit hard spelen, omdat het de enige manier is om VT4 naar Vlaanderen te krijgen. De journaalplicht in het geval van Event TV heeft bewezen dat het kan. De problematiek van de must-carry-regeling is opgelost, evenals de problematiek van de vrije nieuwsgaring. Het enige probleem voor VT4 is de kinderreclame. Dat hebben we ook ondervonden in een gesprek met de mensen van SBS. Het gaat om een meerinkomst. We hebben een duidelijke lijn getrokken en het wordt buigen of barsten.
Een tweede element is dat van de intercommunales. Ik heb de minister niet zo goed begrepen op het punt van de timing van de basispakketten. Kunt u dat zelf sturen, of bent u volledig afhankelijk van de timing van de intercommunales?
Minister Eric Van Rompuy : We zijn niet bevoegd om daarover te beslissen. Als zij de beslissing nemen om te werken met basispakketten, bijkomende pakketten en een systeem van abonnementsprijzen, dan moeten ze alleen hun prijzen voorleggen aan de Prijzencommissie. Dat valt onder de bevoegdheid van de federale minister van Economische Zaken. De Prijzencommissie zal oordelen of een eventuele stijging al dan niet verantwoord is. Op dat punt beschikken we slechts over een moreel gezag. De nieuwe minister van Mediabeleid staat heel wat bevoegdheden af aan het Vlaams Commissariaat voor de Media.
De voorzitter : De heer Verrijken heeft het woord.
De heer Emiel Verrijken : Het wordt allemaal nogal breed uitgesmeerd. Er is geen twijfel mogelijk : 15 september wordt inderdaad een lastige datum gevonden omdat hij na de verkiezingen valt. De staatstelevisie en een andere zender die goed verankerd is in de bekende systemen, zal wel steun verlenen aan de systeemgetrouwe partijen. Andere, zoals de vierde partij van Vlaanderen, zullen ze uitsluiten.
VT4 kan nu blijkbaar wel optreden ten voordele van bepaalde partijen, waaronder de mijne, hoewel ik nog nooit heb gehoord dat zoiets zou gebeuren. Men vreest dat ze de kiescampagne zouden kunnen beïnvloeden. Dat hindert onze collega.
Flagrant en in strijd is met de regels van de Europese Unie - hoewel die ons nu toch al veertig jaar onderling verbindt - is het feit dat de kabelmaatschappijen intercommunales zijn. De Belgische politici wilden er als enigen in Europa zeker van zijn dat ze de kabelmaatschappijen in handen konden houden. Technisch gezien kan echter iedere elektricien die taak uitvoeren. Het technische aspect werd trouwens al uit de hand gegeven.
Nu kan men druk uitoefenen, dankzij het feit dat de politici de hand hebben in de intercommunales. Het doel is onder meer om lokale politici meer geld te laten verdienen. Een tweede doel is druk uit te oefenen om de vrijheid van het vernemen van nieuws te hinderen.
Minister Eric Van Rompuy : Bent u een verdediger van VT4?
De heer Emiel Verrijken : Ik ben daar niet toe gemandateerd. Ik ben verdediger van de vrijheid, op elk vlak.
Minister Eric Van Rompuy : Is mevrouw Colen ook voorstander van een vrijheid op elk vlak?
De heer Emiel Verrijken : Mevrouw Colen heeft een andere godsdienstige visie dan ik. Ze heeft hier verder ook niets mee te maken. Het gaat erom dat het verkeerd is dat het intercommunales zijn. Daardoor zijn het instrumenten van de politieke macht. Iedereen in Europa kan kabels leggen.
U weet op voorhand dat VT4 niet zal buigen en dat ze van Europa gelijk zullen krijgen. Dat tegenwerken getuigt van Europees incivisme. U weet dat dit tegen de geest is van het Verdrag van Rome en de latere ontwikkelingen ervan. VT4 is een vrijbuiter die zich niet wil neerleggen bij bepaalde criteria zoals de verplichte nieuwsberichten en het verbod op kinderreclame. Ik ben ook geen voorstander van kinderreclame, maar de Europese Gemeenschap moet daar maatregelen over treffen. Als dit in Nederland en Duitsland mogelijk is, moet het ook in Vlaanderen en Wallonië kunnen. Men moet toch geen trucjes uitvinden om het in België voor een Europees consument moeilijker te maken dan elders. België, dat toch maar een klein deeltje is van Europa, mag geen hinderpaal zijn voor de basisregels van de Europese Gemeenschap, die werden genomen lang voor de evolutie van de televisie. Men kan beter een schotelantenne kopen, zoals alle niet-Europese vreemdelingen doen, want dan is men van al die kabelreglementen af.
Zoals steeds in Europa zal de techniek het wel halen van de politiek. Binnenkort zal de techniek mogelijk maken dat mensen kunnen kijken naar wat ze willen.
De voorzitter : De heer Delcroix heeft het woord.
De heer Leo Delcroix : Mijnheer de minister, is het uitgesloten dat VT4 als Britse zender ook tot de must-carry-zenders behoort?
Minister Eric Van Rompuy : Het decreet vermeldt een aantal buitenlandse omroepen die het must-carry-statuut hebben. Men kan het decreet verruimen om andere omroepen daarbij op te nemen. Zo kan men bijvoorbeeld de Britse openbare omroep in deze regeling opnemen. VT4 valt echter onder de categorie van de satellietzenders waarvan er ongeveer 200 zijn. Geeft men deze 200 zenders dan allemaal het must-carry-statuut? Men kan VT4 immers niet afzonderen van de andere satellietzenders.
Een mogelijkheid zou zijn de omroepen op te nemen die zich richten tot de gehele Vlaamse bevolking, ook als ze van buitenlandse oorsprong zijn. Op die manier creëert men echter nieuwe categorieën binnen de categorieën die Groot-Brittannië heeft gecreëerd en ondergraaft men de Britse wetgeving.
De voorzitter : Het incident is gesloten.