Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer Vergadering van 21/04/1998
Mondelinge vraag van de heer Jacques Devolder tot de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, over de bouwvrije zones langs autosnelwegen
1. Uiteenzetting door de vraagsteller
De vraagsteller verwijst naar het KB van 4 juni 1958 betreffende de vrije stroken langs de autosnelwegen waardoor het niet toegelaten is privé-bouwwerken te vergunnen op minder dan 30 meter aan weerszijden van de grens van het domein van de autosnelwegen.
Hij voegt daar evenwel aan toe dat het ten goede zou komen aan het algemeen belang mocht de mogelijkheid gecreëerd worden tot het plaatsen van telecommunicatiemasten (GSM) langs de autosnelwegen en eventueel ook op de secundaire wegen die onder de bevoegdheid van de minister vallen. De vraagsteller wijst erop dat zo voorzien wordt in een optimale dekking van het grondgebied en de wildgroei van masten in steden en gemeenten beperkt wordt. De maatregel zou eveneens tegemoetkomen aan de vraag van veel gemeentebesturen en aansluiten bij de aangekondigde ethische code.
De vraagsteller verwijst vervolgens naar de situatie in het buitenland. In Frankrijk vinden we dergelijke telecommunicatiemasten langs de Autoroute du Soleil en in Nederland en Portugal overweegt men dit ook toe te laten. Hij heeft het in die zin ook over de te verwachten stijging van het aantal gebruikers. Deze maatregel zou de bereikbaarheid van het systeem verbeteren en goed zijn voor de transitfunctie van ons land. De vraagsteller pleit er wel voor enkel installaties toe te laten die gebruikt kunnen worden door alle operatoren.
Concreet heeft de vraagsteller volgende vragen :
1. Is de minister bereid een nieuwe regeling te ontwerpen waarbij het mogelijk wordt zend- en ontvangstinstallaties voor mobilofonie langs de autosnelwegen te bouwen?
2. Is de minister bereid hieromtrent contact op te nemen met andere Europese collega's om tot een uniforme regeling te komen?
3. Binnen welke termijn acht de minister een dergelijke nieuwe regeling mogelijk?
2. Antwoord van de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening
De minister verklaart dat de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen samen met de administratie Wegen en Verkeer en de administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten werkt aan een code voor de inplanting van GSM-zendstations. Binnen deze code wordt in de mogelijkheid voorzien om op de terreinen van de nevenbedrijven en op bepaalde plaatsen aan op- en afrittencomplexen nieuwe zendinstallaties in te planten. Op de tweede vraag antwoordt de minister dat in het kader van de studie die werd uitgeschreven om de code op te stellen, de internationale context werd onderzocht. Aangezien de juridische en ruimtelijke situatie voor de verschillende Europese landen, regio's of gewesten verschilt en aangezien op dit moment oplossingen voor Vlaanderen worden uitgewerkt, is de nood aan uniformiteit terzake niet groot.
Het is de bedoeling van de minister deze code zo spoedig mogelijk te ondertekenen. De concrete uitvoering op het terrein kan dan onmiddellijk een aanvang nemen. De streefdatum van de minister is juni.
3. Replieken
Uit het antwoord meent de vraagsteller te mogen afleiden dat de minister bereid is het verbod op te heffen. Hij wijst erop dat de minister over een goed instrument beschikt, als hij via een decreetswijziging het bewuste KB aanpast.
Om eventuele misverstanden te vermijden voegt de minister hieraan toe dat de bewuste reservatiestrook precies bedoeld is om lijninfrastructuur in te planten. In die zin verwijst hij naar het RSV waarin men ook voor de bundeling van de lijninfrastructuur heeft geopteerd. Volgens de minister is er niets dat het bouwen van dergelijke installaties verhindert.
- Het incident is gesloten.