Plenaire Vergadering van 28/01/1998
Actuele vraag van de heer Kris Van Dijck tot de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, over de voorwaarden inzake de geplande samenwerking tussen de Vlaamse regering en de Koninklijke Belgische Voetbalbond
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Dijck tot de heer Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, over de voorwaarden inzake de geplande samenwerking tussen de Vlaamse regering en de Koninklijke Belgische Voetbalbond.
De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck (Op de tribune) : Mijnheer de minister, met enige schroom voel ik me opnieuw verplicht om u een vraag te stellen over het voetbal. U weet dat we in het verleden reeds hebben aangetoond dat we ten volle achter een degelijk sportbeleid in Vlaanderen staan. We willen er derhalve ook onze steun aan verlenen, en vooral ook aan de jeugdsportwerking.
Als inwoner van de kleinste gemeente van Vlaanderen die in tweede nationale speelt, wil ik toch aantonen dat ik niet a priori tegen het voetbal op zich ben. Maar toch. In ieder geval bleek uit recente berichten vanwege de Voetbalbond dat er een gesprek heeft plaatsgehad tussen de voorzitter van de Voetbalbond en de gewesten. Ik was van oordeel dat sport een gemeenschapsaangelegenheid was, maar goed. Dit gesprek ging over een mogelijke samenwerking rond topsport, trainersopleiding en jeugdopleiding in het algemeen.
Dat daar aandacht aan wordt geschonken, vinden we niet fout. Mijn vraag gaat echter over de manier waarop dit wordt geconcipieerd. Ik dacht dat de Vlaamse regering - terecht - steeds heeft gesteld dat er aan een aantal essentiële voorwaarden diende te worden voldaan om tot een samenwerking te kunnen komen. Dienaangaande hebben we enkele vragen. Er is in de mededeling van de Voetbalbond ook sprake van werkgroepen. Op welke manier zal er worden samengewerkt? Zijn er preambules om tot een akkoord te kunnen komen, of stappen we af van de basisvoorwaarden die de Vlaamse overheid steeds heeft gesteld?
De voorzitter : Minister Martens heeft het woord.
Minister Luc Martens (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, collega´s, er is geen enkele contradictie tussen het antwoord op de eerste vraag en dat wat ik naar aanleiding van uw vraag zelf in de pers ben gaan zoeken. Het is juist dat ik gisteren een werklunch - met nadruk op werk - heb gehad bij de Voetbalbond. Deze is in een goede sfeer verlopen en de nationale trainer heeft op mij een goede indruk gemaakt. Hij heeft me op het einde van de werklunch trouwens een truitje gegeven van het nationaal voetbalelftal.
Er zijn gisteren inderdaad een aantal punten aan de orde gekomen die u daarnet zelf hebt opgesomd : topopleidingen voor de elites die we willen maken, de kwalificatie van de trainers en de jeugdopleiding. Ik blijf in dit verband bij mijn stelling dat een unitaire federatie als unitaire federatie geen beroep kan doen op de subsidies van de Vlaamse Gemeenschap. Het is duidelijk dat deze opmerking geldt voor alle unitaire federaties, dus bijvoorbeeld ook voor de Belgische Wielrennersbond waarmee ik gisterenavond toevallig ook een gesprek heb gevoerd en waarbij, tussen haakjes, mijn jeugdidool Rik Van Looy aanwezig was. Zij kunnen wel middelen of samenwerking krijgen op het ogenblik dat ze - als geheel of voor de betreffende delen - zich gaan richten op de staatsstructuur zoals wij die vandaag hebben opgezet. Sport behoort namelijk tot onze bevoegdheid, a fortiori de jeugdsport.
Er bestaan momenteel reeds veel samenwerkingsverbanden. Als u het hebt over trainingen, dan kan ik onmiddellijk verwijzen naar de Vlaamse trainersschool en naar het Bloso. Er gaan dus geen subsidies naar deze unitaire federaties, maar er zijn wel samenwerkingsverbanden die trouwens in sommige gevallen al vele jaren bestaan.
Als u het hebt over topsportopleidingen, dan verwijs ik onmiddellijk naar de topsportscholen die er komen. Dat is de intentie van minister Van den Bossche en daaromtrent bestaat een vruchtbaar overleg, dat quasi is afgerond. Die topsportscholen zullen uiteraard ook in de voetbalsfeer actief zijn. Het is duidelijk dat we de nadruk willen leggen op de jeugdopleidingen. Als we daar inderdaad iets voor willen doen, dan zal dit ook op het voetbal gericht moeten zijn en het zal moeten gebeuren binnen een kader dat overeenkomt met wat wij als Vlaamse Gemeenschap vertegenwoordigen. Hetzelfde geldt voor de kwalificaties van de trainers. Ook daar moet er een afstemming zijn.
De stelling blijft dus dat unitaire federaties - als unitaire federaties - geen middelen kunnen krijgen, tenzij ze zich aansluiten bij de huidige opbouw van onze staatsstructuur. Samenwerking blijft wel altijd mogelijk. Ik geef in dit verband het voorbeeld van de niet-professionele sportbeoefenaar. Er was daaromtrent een werkgroep actief waarin ook de Voetbalbond zitting had. De Wielrijdersbond zat toen ook met ons om de tafel. Het is evident dat er gesprekspartners moeten zijn en dat geldt dus ook wat mijn antwoord op uw vraag met betrekking tot de Voetbalbond betreft.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mijnheer de voorzitter, ik wens daar nog een bedenking aan toe te voegen. Ik lees namelijk in hun berichtgeving dat zij stellen dat er bij de partners een duidelijke bereidheid is om samen te werken. Toch vraag ik mij af of de door ons gestelde preambules inderdaad bij de Voetbalbond aanwezig zijn om ook in die mate een tegemoetkoming te doen.
Ik stel ook vast, althans indien mijn informatie correct is, dat er op het vlak van de bouw van stadions, waar u weliswaar als minister niet onmiddellijk een invloed op heeft, op dit moment alweer een paritaire verdeling plaatsvindt : een fifty-fiftyverdeling met 75 miljoen frank per stadion beslist door de Lotto, terwijl er normaal een 57/43-verdeling zou moeten zijn.
Al bij al wordt Vlaanderen steeds in de hoek geduwd. We hebben met de afspraken rond de vrije nieuwsgaring ervaren dat de Voetbalbond steeds bereid is om ons trappen te geven. Daarvoor moeten wij ook maar eens een rode kaart trekken.
De voorzitter : Het incident is gesloten.