Commissie voor Cultuur en Sport Vergadering van 13/11/1997
Mondelinge vraag van mevrouw Nelly Maes tot de heer Luc Martens, Vlaams minister voor Cultuur, Gezin en Welzijn, over de toekomst van de multiculturele projecten in het landelijk jeugdwerk
1. Uiteenzetting door de vraagsteller
Mevrouw Nelly Maes verwijst naar het advies dat de jeugdraad op 8 oktober laatstleden uitbracht over de multiculturele projecten in het landelijk jeugdwerk. In 1993 werd voor het eerst de procedure vastgelegd voor de subsidiëring van projecten opgezet door erkende landelijk georganiseerde jeugdverenigingen, gericht op het verhogen van de deelname van kinderen en jongeren van anders-etnische herkomst. Het was de bedoeling om jeugdigen uit migrantenmilieus - de jeugdraad gebruikt de term ´anders-etnische afkomst´ - sneller en beter te kunnen integreren in het algemeen jeugdleven en het algemeen maatschappelijk leven. Tussen 1993 en 1995 werden tien projecten erkend, en tussen 1996 en 1997 opnieuw een tiental. Eind 1997 loopt de ondersteuning af, en er is geen duidelijkheid over de plaats van deze projecten in het kader van het decreet landelijk jeugdwerk. Het is echter duidelijk dat er een grote sensibiliserende kracht uitgaat van deze multiculturele projecten. Het is ook een bijzonder arbeidsintensieve sector en er is extra ondersteuning nodig. De resultaten ervan moeten worden geëvalueerd en men moet nagaan hoe door de administratie tegen deze projecten werd aangekeken gedurende de laatste jaren. De jeugdraad pleitte in juni 1997 in verband met de actualisering van het decreet op het landelijk jeugdwerk, voor stimulerende aandacht voor de organisaties die integratiegericht werken en voor de organisaties die inspanningen leveren om bijzondere doelgroepen te betrekken bij hun werking. In zijn jongste advies vraagt de jeugdraad concreet dat 1998 als een afrondings- en implementatiejaar wordt beschouwd, indien er een nieuw decreet tot stand komt. De raad vraagt tevens dat er bij het totstandkomen van een nieuw decreet, overleg zou worden gepleegd met de betrokken organisaties, en dat de oprichting van een gemengde werkgroep multiculturele werkers-administratie binnen de administratie wordt overwogen. Hoe ziet de minister de toekomst van die projecten, en welke garanties kunnen aan de jeugdraad worden gegeven met betrekking tot de geformuleerde voorstellen?
2. Antwoord van de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn
De minister vestigt de aandacht op de positieve effecten en de maatschappelijke betekenis van de projecten voor jonge migranten en kansarmen. Deze groepen worden niet toevallig samen vernoemd ; ze liggen vaak dicht bij elkaar. Hoewel de evaluatie nog niet op gesystematiseerde wijze is afgerond, is wel duidelijk dat aan deze projecten diverse voordelen zijn verbonden : sensibilisering, samenwerking en reflectie inzake het thema van solidariteit, openheid en integratie. Dit zijn waardevolle gegevens die moeten worden gesteund.
Betreffende het advies van 8 oktober van de jeugdraad, waarin men vraagt 1998 als een afrondend implementatiejaar te beschouwen, meent de minister dat dit bij wijze van overgangsmaatregel kan worden overwogen. In het nieuwe decreet, dat als voorontwerp door de regering is goedgekeurd en ondertussen voor advies voorligt bij de Raad van State, is een afzonderlijk artikel gewijd aan deze thematiek.
Wat de financiering betreft, stelt de minister dat dit vroeger gebeurde via een soort voorafname. Nu is de financiering een afzonderlijk onderdeel. Daardoor moet er geen voorafname meer gebeuren en komt de toepassingscoëfficiënt niet meer onder druk te staan. Dit is een stap in de goede richting.
3. Repliek van de vraagsteller
Mevrouw Nelly Maes wijst erop dat het contraproductief en tegenstrijdig is dat in een sector in expansie - zoals de jeugdsector - die aan de meest behoeftigen en kansarmen solidariteit zou moeten betonen, deze solidariteit karig wordt. Het hanteren van de gewone criteria is in deze omstandigheden ongepast. Een multicultureel jeugdhuis zal bijvoorbeeld altijd anders worden gerund dan een gewoon jeugdhuis waar een groot verloop en verbruik is. De baten zijn niet altijd evenredig met de kosten, wat in de jeugdsector normaal gezien wel het geval is. Hopelijk wordt hiervoor een oplossing gevonden. Daarom is het ook belangrijk dat het evaluatierapport van de administratie ter bespreking aan het Vlaams Parlement wordt voorgelegd.
- Het incident is gesloten.