Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud Vergadering van 05/11/1996
Mondelinge vraag van de heer Pieter Huybrechts tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, over milieuhinder veroorzaakt door een afvalverwerkend bedrijf te Bouwel
1. Uiteenzetting door de vraagsteller In Bouwel, een deelgemeente van Grobbendonk, is sinds enkele jaren het afvalverwerkend bedrijf "Op De Beeck" actief. Door de buurtbewoners werd reeds herhaaldelijk klacht ingediend wegens geurhinder, geluidsoverlast, nachtelijke werkzaamheden, milieuovertredingen...
Op 10 augustus 1995 weigerde de Bestendige Deputatie van Antwerpen een klasse-2-vergunning uit te reiken aan het bedrijf. Dit gebeurde op basis van de risico´s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu en de mens. Door de Bestendige Deputatie werden de verleende milieu- en bouwvergunningen opgeheven.
Door de exploitant werd daarop een schorsingsprocedure ingeleid bij de Raad van State. Op 28 maart 1996 deed de Raad van State uitspraak waarbij de vordering tot schorsing werd verworpen.
Uit een recent onderzoek door het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) blijkt eens temeer dat het afvalverwerkend bedrijf "Op De Beeck" de agrarische omgeving zwaar verontreinigt en de milieuwetgeving bij herhaling naast zich neerlegt.
Het schepencollege zou sinds juli 1996 op de hoogte zijn van de resultaten van het onderzoek van het PIH. Desondanks kan het bedrijf ongestoord verder blijven werken.
In welke mate zal de minister optreden teneinde de milieuwetgeving te doen respecteren?
2. Antwoord van de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling De minister laat vooreerst opmerken dat het hier niet om een afvalverwerkend bedrijf, doch om een veevoederverwerkingsbedrijf gaat. Oorspronkelijk was deze inrichting ingedeeld in klasse 2. Door de Milieu-inspectie werd reeds in 1994 een procesverbaal tegen het bedrijf opgesteld wegens het uitbaten van een hinderlijke inrichting van klasse 2 zonder milieuvergunning.
Het bedrijf deed een aanvraag voor een milieuvergunning, die door de gemeente werd verleend. Na een beroep van de omwonenden werd de vergunning echter geweigerd door de Bestendige Deputatie. Hiertegen is nog een procedure bij de Raad van State lopende.
Na de weigering van de vergunning in beroep, heeft de burgemeester aan het bedrijf tot 29 februari 1996 de tijd gegeven om zich alsnog in orde te stellen. De activiteiten van het bedrijf werden afgebouwd, zodat de inrichting - overeenkomstig de indelingslijst in titel I van het VLAREM - in klasse 3 kan worden ingedeeld. De veevoedermenginstallatie werd verwijderd en de brandstofopslag voor vrachtwagens werd herleid tot 4.000 liter, voorzien van één verdeelinstallatie. De opslag van veevoeders is slechts vergunningsplichtig vanaf 1.000 kubieke meter. Op 5 maart 1996 werd door het College van Burgemeester en Schepenen akte genomen van de melding van deze inrichting van klasse 3.
Volgens de informatie van de minister heeft het vermelde onderzoek van het Provinciaal Instituut voor Hygiëne betrekking op de lozing van afvalwater in een gracht en werd het uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Hieruit zou blijken dat de normen van VLAREM II niet worden nageleefd. Het bedrijf zal een opvangput voor het afvalwater bouwen, zodat het kan worden afgevoerd naar een hiertoe vergunde inrichting. De procedure voor het bekomen van een bouwvergunning voor deze opvangput is lopende.
Het toezicht op meldingsplichtige inrichtingen behoort in eerste instantie tot de bevoegdheid van de burgemeester en de gemeentelijke toezichthoudende ambtenaren of agenten. Overeenkomstig het milieuvergunningendecreet en titel I van het VLAREM is de exploitatie van dergelijke klasse-3- inrichting gehouden aan de naleving van de milieuvoorwaarden vastgesteld door titel II van het VLAREM. Overtredingen van deze milieuvoorwaarden waardoor de hinder van het bedrijf niet aanvaardbaar is voor de omgeving, worden eveneens vastgesteld door de burgemeester en de gemeentelijke toezichthoudende ambtenaren of agenten.
- Het incident is gesloten.