Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, collega’s, voor we overgaan tot de laatste hoofdelijke stemming, wil ik mijn slottoespraak houden, omdat ik in de wandelgangen heb vernomen dat niet alle leden morgen aanwezig zullen zijn. Als voorzitter van dit parlement zou ik toch graag van iedereen afscheid willen nemen. Ik heb de minister-president ook uitgenodigd om een vriendelijk woord tot ons te richten.
Dames en heren, minister-president, collega’s, met deze vergadering zijn we aan het einde gekomen van onze parlementaire activiteiten. We sluiten vandaag niet alleen een werkjaar af, maar ook een zittingsperiode, alhoewel dit slechts officieus is, want ons Vlaams Parlement kan tot aan de vooravond van de verkiezingen – dus tot en met 24 mei – nog een plenaire vergadering of een commissievergadering organiseren.
Als ik even mag terugblikken, mag gerust worden gesteld dat we de voorbije 5 jaar niet hebben stilgezeten. We hebben als parlement talrijke decretale initiatieven besproken en goedgekeurd en de controle op de werking van de regering ter harte genomen, met vele debatten, vragen en interpellaties en door de toepassing van het inzagerecht, waarvan deze legislatuur 23 keer gebruik is gemaakt.
Ik geef u heel kort wat cijfermateriaal: we hebben deze zittingsperiode 103 voorstellen van decreet, 407 ontwerpen van decreet en 122 voorstellen van resolutie aangenomen. Er zijn deze zittingsperiode zomaar eventjes 6190 vragen om uitleg, 1157 actuele vragen en 433 interpellaties gesteld. Er zijn een 80-tal actualiteitsdebatten gevoerd in de plenaire vergadering en er zijn zomaar even 30.648 schriftelijke vragen gesteld.
Ook zijn er inspanningen gedaan voor de verdere modernisering van de werking van het Vlaams Parlement en is de openhuispolitiek versterkt, met onder meer de introductie van de sociale media en de livestreaming van commissievergaderingen via het internet.
De vraag van de burger naar meer transparantie en inspraak geeft alleszins meer verantwoordelijkheden aan de politiek, en op de eerste plaats aan de meest representatieve politieke instelling, het parlement. In de volgende zittingsperiode zal daar ongetwijfeld verder aan worden gewerkt.
Als we zoveel werk hebben verzet, dan was dat mogelijk door de inzet en ondersteuning van onze administratie, het Algemeen Secretariaat. Ik wens alle medewerkers daarvoor uitdrukkelijk te bedanken. Ik wil zeker ook alle politieke medewerkers niet vergeten, zonder wie we ons werk niet zouden kunnen doen.
Sta me toe dat ik van de gelegenheid gebruik maak om ook mijn eigen kabinetsmedewerkers hier te vernoemen. Meer dan zij denken, hecht ik belang aan hun mening, advies en kritiek, aan hun nabijheid en hun vriendschap. Uiteraard reken ik daar ook de mensen van de militaire politie bij, die toch dag en nacht onverdroten hebben gewaakt over onze veiligheid hier.
Minister-president, ten slotte wil ik ook graag de regering bedanken voor haar onverdroten aanwezigheid in onze plenaire vergaderingen en haar inzet om ook de andere parlementaire activiteiten bij te wonen. Ik zeg dat niet voor de eerste keer, maar voor het beantwoorden van de schriftelijke vragen, de aanwezigheid in het parlement, het tijdig afmelden enzovoort geef ik u en al uw ministers een 9,5 op 10. Dat mag u gerust weten. (Applaus)
Collega’s, straks begint een aantal van u aan een boeiende, vermoeiende campagne. Het worden drukke tijden, maar als het resultaat op de verkiezingsdag goed is, is dat allemaal snel vergeten en kunt u zich opmaken voor een nieuwe, interessante periode van vijf jaar in deze vergadering. Ik wens u alvast allemaal oprecht veel succes, ook aan mezelf, op 25 mei.
Een aantal van u – ongeveer de helft, beweren de media – komt niet terug. Ik wil me daarom even symbolisch richten – en namen citeren is altijd gevaarlijk – tot zeven vrouwelijke collega’s, uit de zeven fracties van het Vlaams Parlement, van wie ik heel zeker ben dat ze niet meer terugkeren naar het Vlaams Parlement: mevrouw De Vits, mevrouw De Waele, mevrouw Dillen, mevrouw Eerlingen, mevrouw Heeren, mevrouw Van der Borght en mevrouw Vogels. U moet er niets achter zoeken als uw naam niet is genoemd. Het is symbolisch. Dat ik geen namen van mannen heb genoemd, heeft enkel te maken met het feit dat de vrouwen hier nog altijd niet de meerderheid hebben. (Applaus)
De collega’s die achterblijven – en ik denk dat ik dat namens iedereen mag zeggen –, zullen uw inbreng en ervaring ongetwijfeld missen. Ik dank u zeer voor de inzet die u hier betoond hebt, en ik wens u heel veel succes met alles wat u de komende jaren onderneemt.
Collega’s, ik had de eer de voorbije vijf jaar uw voorzitter te zijn. Vanuit die functie wil ik u allen oprecht danken voor uw constructieve houding, in het Vast Bureau en het Uitgebreid Bureau, in de commissievergaderingen en hier in de plenaire vergadering. Over de partijgrenzen heen en over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, heb ik steeds met ieder van u een goede verstandhouding gehad. Daarom was het niet enkel een eer uw voorzitter te zijn, maar tevens een waar genoegen.
U was een fantastisch parlement! Ik dank u en tot ziens. (Applaus)
Voorzitter, collega’s, ik wil mij aansluiten bij de woorden van dank, in eerste instantie voor de diensten van dit Vlaams Parlement en alle mensen die er dagelijks voor zorgen dat alles feilloos verloopt. Voorzitter, ik wil ook u bedanken voor de manier waarop u deze plenaire vergaderingen en het Vlaams Parlement hebt geleid, wat door de Vlaamse Regering sterk is gewaardeerd. Ik wil ook alle collega’s in het Vlaams Parlement danken en feliciteren voor het werk tijdens de vijf jaar van deze legislatuur.
Voorzitter, u hebt terecht enkele malen onderstreept dat heel wat werk gebeurt in de commissies. Er wordt daar schitterend werk geleverd, evenals in deze plenaire vergadering. Zij die zich laatdunkend zouden uitspreken over dit Vlaams Parlement, vergissen zich en kennen niet de activiteiten die hier gebeuren. (Applaus)
Ik weet waarover ik spreek, omdat wij zeer intensief, via alle vragen die gesteld zijn –schriftelijke of actuele –, via interpellaties, altijd hebben getracht om de waarde van dit parlement juist in te schatten en de antwoorden zo correct en zo snel mogelijk door te geven.
Ik heb begrepen dat een aantal collega’s niet zouden terugkomen, en dat zou ook wel eens kunnen voor de collega’s van de Vlaamse Regering. Ik wil diegenen die het parlementair werk zouden stopzetten, ook danken voor hun inzet. Ik wens hun veel succes bij hun andere activiteiten of in een ander parlement.
Er zijn nu verkiezingen. Er wordt campagne gevoerd. Ik ga ervan uit dat alle partijen er met inhoudelijke argumenten voor zullen zorgen dat wat in Vlaanderen kan en moet gebeuren, door iedereen met zijn eigen ideologie en achtergrond wordt verdedigd, zodat de kiezer met heel veel kennis van zaken een goede stem kan uitbrengen, waardoor we na 25 mei een schitterend nieuw Vlaams Parlement zullen hebben, waarin velen dezelfde passie zullen tonen als jullie de afgelopen vijf jaar hebben getoond. Ik dank jullie. (Applaus)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, vanuit deze kant van het halfrond wil ik me natuurlijk aansluiten bij de dankwoorden van zowel u als de minister-president aan de diensten van het parlement. Dit parlement kan enkel mooi werk afleveren, zeker de voorbije vijf jaar, dankzij al de medewerkers die ons dagelijks helpen en bijstaan in het parlementaire werk. Vanuit deze kant van het halfrond: hartelijk dank voor de onverdroten inzet van zovele medewerkers van het parlement. Ik dank ook onze medewerkers in de verschillende fracties die af en toe al eens de zenuwachtigheid moesten tolereren van de parlementsleden zelf. De volgende weken zullen we absoluut nog meer dan ooit op hen een beroep doen.
Voorzitter, ik wil ook u danken voor de vijf jaar van leuke samenwerking. Af en toe verschilden we van mening, ook in het Bureau. Als we op die vijf jaar terugkijken, dan stond het parlement er. Dat hebben we ook de voorbije weken mogen ervaren.
Ik wil ook een dankwoord richten aan de minister-president en de andere regeringsleden. U hebt het daarnet zelf gezegd: er is een mooi rapport voorgelegd. Inhoudelijk verschillen we over de verschillende fracties heen, maar het was een fijne samenwerking die correct is verlopen. Dat mag ook onderstreept worden.
Tot slot wil ik me ook aansluiten bij de woorden van uzelf en die van de minister-president om aan degenen die de voorbije jaren, en sommigen al decennia, in het parlement hun best hebben gedaan, aan degenen die niet terugkomen en aan degenen die terugkomen, heel veel succes te wensen de volgende weken, maar nog meer na 25 mei, want het leven eindigt niet met de politiek. Voor degenen die de politiek vaarwel moeten of kunnen zeggen: het ga jullie allemaal heel goed! (Applaus)
De heer Tommelein heeft het woord.
Vandaag sluit ik me aan bij de collega’s van de meerderheid. Voorzitter, ik wil u speciaal danken namens de oppositie omdat u de voorbije vijf jaar uw rol als voorzitter van het parlement op een verantwoordelijke manier hebt opgenomen. U was de voorzitter van iedereen. U hebt op bepaalde momenten de oppositie gesteund in het nakomen van de afspraken die werden gemaakt tussen de verschillende partijen. We denken daarbij aan het gentlemen’s agreement. Voorzitter, het ga u ook goed, maar toch niet te veel. (Gelach. Applaus)
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de vorige spreker. Ik wil beginnen bij de eerste verkozene van dit parlement, de voorzitter, en vooral de rol die u hebt gespeeld. We waren het dikwijls oneens. We zullen het over heel veel zaken in de toekomst misschien ook nooit eens worden. Maar als kleine oppositiefractie zijn wij zeer kritisch geweest, maar durfden we het ook zeggen als het goed was. In deze verkiezingsperiode wil ik geen bloemen gooien naar de Vlaamse Regering maar wel naar een voorzitter van het parlement die dikwijls zijn hart op de tong heeft en durft te zeggen waar het op staat, maar die ook wel correct was naar de oppositie en de meerderheid. Voorzitter, uiteraard bent u lid van de meerderheid, en dat hebben we ook gerespecteerd, maar u hebt op belangrijke momenten ook durven ingaan tegen de arrogantie van de meerderheid door bepaalde debatten hier plaats te laten vinden en ministers te vorderen naar dit parlement waar ze hoorden te zijn. Ik wil u feliciteren dat u boven de partijgrenzen bent uitgestegen.
Als afscheidnemende fractie in dit parlement, wil ik vooral alle diensten van dit parlement danken. Ik durf toch zeggen dat de mensen die hier werken, van de politieke medewerkers tot de medewerkers van de diensten zelf, zich met heel hun hart en ziel inzetten voor dit parlement en ook trots zijn op dit parlement en de werking ervan. Als fractieleider, weliswaar kortstondig, wil ik ook de collega’s danken voor de fijne en soms minder fijne samenwerking de voorbije jaren. (Applaus)
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, ik wil het woord nemen omdat ik zeker niet terugkeer. Ik ben niet verkiesbaar op 25 mei.
Ik wil u ook bedanken. Het was niet altijd koek en ei tussen u en mij, maar we hebben elkaar leren appreciëren en leren luisteren naar elkaar in de mate van het mogelijke.
Ik wil een lans breken voor degenen die werken en ondernemen. Ik wil u vragen om ook in de volgende legislatuur – en ik weet zeker dat u daar zult bij zijn – en alle anderen die er zullen bij zijn, om zeker met de bijkomende bevoegdheden in het kader van de zesde staatshervorming, zorg te dragen voor degenen die welvaart en werk creëren en voor degenen die werken. De komende Vlaamse Regering moet dicht bij de werkende Vlaming staan.
Ik dacht gisteren echt dat ik voor de laatste keer het woord had genomen, maar ik kan het niet laten. Pas deze morgen toen ik opstond, heb ik me voor het eerst gerealiseerd dat het vandaag de laatste keer was dat ik op deze stoel ging zitten. (Opmerkingen)
Echt waar, de eerste keer. We hadden nog heel veel werk in de commissie Welzijn, we hebben ons nog volle bak gegeven. We zijn er nog met volle moed tegenaan gegaan.
Ik wil u allemaal bedanken voor de keren dat u wou luisteren. Ik wil afsluiten met een oproep, dezelfde oproep die de heer Sauwens gisteren deed. Het was een waardevolle oproep. Ik hoop oprecht dat het in de volgende legislatuur mogelijk wordt dat goede voorstellen ongeacht de indiener of indieners in alle objectiviteit een meerderheid kunnen vinden. Ik hoop dat men afstapt van het idee dat een voorstel van de oppositie ‘d’office’ slecht is, en omgekeerd. Toets de zaken af op de inhoud. Dat is mijn oproep. Ik dank u. (Applaus)