Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sauwens heeft het woord.
Voorzitter, we trachten allemaal op de juridisch mogelijke manieren de procedures te versnellen. Die vraag komt uit het veld, van onze burgemeesters en schepenen in de gemeentehuizen, maar ook van heel veel mensen die op tal van terreinen initiatieven nemen.
Een van de technieken die vroeger al wel eens werd gebruikt, houdt in dat automatisch en stilzwijgend een vergunning ontstaat indien de termijn voor de administratie om de vergunningsaanvraag te behandelen voorbij is. Tijdens recente besprekingen van het decreet betreffende het onroerend erfgoed en van de omgevingsvergunning in de commissie Ruimtelijke Ordening is verklaard dat dit niet kan vanwege het internationaal rechtskader waarbinnen we functioneren.
Minister-president, ik heb vastgesteld dat een bepaalde politieke partij hier opnieuw voor pleit. Dit gebeurt zelfs op een verwijtende toon ten aanzien van de Vlaamse Regering. Ik zou u hierover dan ook graag een vraag stellen. Is de techniek van de stilzwijgende vergunning mogelijk of niet mogelijk?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, er wordt me hier de gelegenheid geboden om wat orde in de zaak te scheppen. De lex silencio positivo is natuurlijk iets moois. Er heerst in de hoofden van bepaalde mensen echter blijkbaar wat verwarring. Die verwarring heeft in de eerste plaats betrekking op de Europese Dienstenrichtlijn. De bouwvergunning en de milieuvergunning vallen, voor alle duidelijkheid, niet onder die richtlijn. De bouwvergunning is expliciet uitgesloten.
De uitsluiting van de milieuvergunning blijkt uit de aanmeldingsprocedure die we hebben gevolgd. De verwijzing naar de Europese Dienstenrichtlijn vormt dan ook geen goed argument. Indien dit niet zou volstaan, wil ik hieraan toevoegen dat het Europees Hof van Justitie Vlaanderen op 24 juni 2011 spijtig genoeg heeft veroordeeld. Hierdoor is de stilzwijgende milieuvergunning geschrapt en onmogelijk gemaakt.
Wat de bouwvergunning betreft, beschikken we over een uitspraak van het Grondwettelijk Hof uit 2006. Volgens dat arrest is een vergunning van rechtswege niet meer mogelijk omdat de rechten van derden niet worden gewaarborgd. Om die reden is dit in het decreet geschrapt.
Dus zowel voor de bouwvergunning als voor de milieuvergunning is dat niet mogelijk, op basis van de richtlijn en van de arresten.
De heer Van Mechelen is hier ook. In de vorige regering hebben we op zijn initiatief het decreet houdende de ruimtelijke ordening aangepast. Daarin werd in bindende termijnen voorzien. Als de overheid geen beslissing nam binnen die termijn, dan zou de aanvraag geweigerd zijn. De Raad van State heeft daar zelfs opmerkingen over gemaakt, want hij stelde dat we daar toch voorzichtig mee moesten zijn. Ik denk echter dat deze invoering effect heeft gehad, want 99,69 procent van de vergunningen wordt nu wel tijdig verstrekt.
Er wordt verwezen naar Nederland, het gidsland Nederland. Nederland is mogelijkerwijze een gidsland op andere domeinen, maar op dit domein niet. Ze hebben niet de commissie-Sauwens en de commissie-Berx gehad. Nu zijn ze eigenlijk een beetje achter op ons. We hebben die omgevingsvergunning. Minister Muyters, minister Schauvliege en andere collega’s hebben daar hard aan gewerkt. Ik moet u zeggen dat Nederland in dezen een slecht voorbeeld is. Nederland heeft een dergelijke lex silencio positivo. Er is echter een volledige evaluatie bezig. Ik heb het verslag hier bij me. Uit die recente evaluatie blijkt dat er eigenlijk meer nadelen dan voordelen verbonden zijn aan een dergelijke stilzwijgende bouwvergunning. De bouwvergunning blijkt immers rechtsonzeker, omdat men bijvoorbeeld vaak de algemene voorwaarden niet kent. Dat weten wij ook. Dat blijkt ook uit het feit dat de aanvragers na de stilzwijgende vergunning toch in beroep gaan of zelfs een nieuwe aanvraag indienen. Met de aanmeldingsplicht staan we ook al verder dan Nederland. Gebruik Nederland dus niet als gidsland ter zake.
De bottomline is echter dat bouw- en milieuvergunningen tijdig moeten worden verstrekt. De burgers en de bedrijven moeten en zullen daar verder op kunnen rekenen. Dat is zeer terecht een zorg van ons allen. In dit geval is zeker een verwijzing naar Nederland en naar de Europese Dienstenrichtlijn als het gaat over die lex silencio positivo spijtig genoeg niet het juiste argument. We hebben gedaan wat we konden met die uitspraken, en we zijn op de goede weg.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het is nu wel heel duidelijk dat dit juridisch niet kan, omdat er inderdaad een juridisch kader is gecreëerd. Op dit ogenblik proberen we met de omgevingsvergunning en het ontwerp van decreet met betrekking tot de versnelling van complexe projecten de doorlooptijd te halveren. Indien we daarin slagen, dan denk ik dat we met dit parlement heel belangrijke stappen hebben gezet. Persoonlijk vind ik het ongehoord dat een politieke partij in de zoektocht naar sympathie bij de kiezer dit soort juridisch totale onzin probeert te promoten. Ik vind dat bijzonder jammer. Dat vergiftigt het debat, dat op een correcte en serene manier moet worden gevoerd over dermate belangrijke zaken.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, ik heb eigenlijk geen bijkomende vraag. Alleen verwondert het volgende me. De minister-president is niet alleen minister-president en minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, maar is nu ook blijkbaar minister van Ruimtelijke Ordening.
En van Milieu.
Nu hebben we blijkbaar geen minister van Ruimtelijke Ordening meer nodig om hierop te antwoorden. Laten we eerlijk wezen: dit is een voorbeeld van een getelefoneerde vraag van partijgenoot aan partijgenoot, en dat eigenlijk om een verkiezingsdebat te voeren in het kader van het vragenuurtje, en niets meer dan dat.
Het gaat over meerdere vergunningen. Dit is belangrijk.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Het is wel opmerkelijk dat de voorzitter van de Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten deze vraag stelt. Ik kom tot de bottomline.
Minister-president, met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben we in 2009 de procedure substantieel gewijzigd en versneld, en dit werpt inderdaad zijn vruchten af. U zegt dat 99,6 procent tijdig wordt verstrekt. Ik kan alleen maar zeggen dat we vaststellen dat, na de afschaffing van het agentschap RWO en het terug inschuiven in het departement, er onrustwekkende signalen zijn dat de administratie opnieuw de pedalen aan het verliezen is met betrekking tot het verstrekken van adviezen aan die steden en gemeenten die niet ontvoogd zijn, en jammer genoeg zijn dat er nog veel te veel. Daardoor dreigt er opnieuw een bottleneck te ontstaan.
Vandaar het idee om ervoor te zorgen dat vergunningen snel worden afgeleverd, in het belang van alle burgers, bedrijven en openbare besturen. Vroeger was de termijn van 150 dagen geldig, nadien hebben we die teruggebracht tot 75 dagen. Als dat niet lukt, moet het denkspoor van de stilzwijgende vergunning worden onderzocht. Onderzoeken mag toch nog wel, niet? (Applaus bij Open Vld)
De heer Martens heeft het woord.
Minister-president, u hebt heel duidelijk de juridische bezwaren geschetst. We zijn veroordeeld door het Europees Hof van Justitie voor de stilzwijgende vergunningen die we destijds voor de milieuvergunningen van klasse 2 hanteerden, en er zijn de negatieve adviezen en arresten van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof. U bent nog de Raad voor Vergunningsbetwistingen vergeten te vermelden. De raad is een tegenstander van de stilzwijgende vergunning, wegens de schending van de motiveringsplicht. Er is ook nog iets anders niet vermeld: ik denk dat er ook inhoudelijke bezwaren zijn tegen stilzwijgende goedkeuringen, want die zorgen voor gemakzuchtige overheden. Als men geen zin heeft om adviezen te bestuderen, bezwaren te weerleggen en beslissingen daaraan aan te passen, dan is het gemakkelijk om zonder enige verantwoording af te leggen het einde van de termijn af te wachten en dan de vergunning stilzwijgend goed te keuren. Een samenleving waar participatie centraal staat, heeft recht op inspraak, maar ook op uitspraak. Burgers hebben het recht te weten wat er met een bepaald bezwaar gebeurt. Een stilzwijgende vergunning staat dat niet toe.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik heb een beetje hetzelfde gevoel als de heer Van Hauthem. Desalniettemin ben ik het wel eens met de vraagsteller en met de minister-president. Ik begrijp niet waar Open Vld die juridische onzin vandaan haalt. Mijnheer Van Mechelen, u vraagt verdere onderzoeken, maar de uitspraken van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State zijn er al.
Men probeert ook de indruk te wekken dat het erg slecht is gesteld met het tijdig afleveren van vergunningen. Elke laattijdigheid is er eentje te veel, dat is duidelijk. Het vergunningenregister toont evenwel aan dat de Vlaamse overheid op 17.095 aanvragen 40 keer te laat reageert; de gemeenten en steden reageren op 1059, op een totaal van 343.694 aanvragen, te laat, ofwel op 0,31 procent. Het valt dus best wel mee met de laattijdigheid. De minister-president heeft ook volledig gelijk wanneer hij zegt dat Vlaanderen op administratief vlak al een stuk verder en ook eenvoudiger werkt dan Nederland. Want bij ons moet u voor een aantal zaken geen dossier meer indienen, terwijl u dat in Nederland voor de lex silencio positivo wél moet doen.
De heer Sabbe heeft het woord.
De heer Diependaele verbloemt het probleem een beetje, want hij heeft niet vermeld wat op voorhand wordt besproken en waarbij men de aanvrager ontraadt om het uiteindelijk te doen. Wanneer men zegt dat het niet kan, dan denk ik dat men eigenlijk niet wil zeggen dat men het niet op de juiste manier wil doen. Minister-president, we verschillen heel erg van mening over wat snel handelen is. In mei 2010 heb ik een amendement op een voorstel van decreet betreffende de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – stuk 349 – ingediend. Dat zou hebben toegestaan om op een perfect legale manier te werk te gaan. Mijn voorstel houdt in om de vergunning stilzwijgend af te leveren wanneer de termijn van 75 dagen afgelopen is, maar met de verplichting dat het college van burgemeester en schepenen in de eerstvolgende zitting automatisch beslist dat de vergunning wordt uitgereikt. Het kan dus wel. Als de N-VA ervan overtuigd is dat de Vlaamse administratie zo performant is, waarom hebt u dan schrik om ervoor te zorgen dat bij overschrijding van de termijn de vergunning er automatisch komt? Het zou veel bouwers en ondernemers gelukkig maken, want het zou hun het signaal geven dat er een stok achter de deur beschikbaar is.
Minister-president, eerlijk gezegd: ook ik heb de indruk dat de vraag getelefoneerd is – maar dat terzijde. We zijn het vaak oneens, maar in dezen ben ik het met u helemaal eens. Het is niet enkel juridisch maar ook inhoudelijk geen goed idee. Een overheid moet zorgvuldig met aanvragen omgaan. Dat betekent dat de overheid tijdig moet antwoorden, met een degelijke afweging. Met een stilzwijgende vergunning gebeurt die afweging niet.
Ik denk bovendien dat burgers noch bedrijven gediend zijn met een systeem dat Europees-rechtelijk heel zwak staat en niet grondwettelijk is.
Iedereen moeten beseffen wat juridisch gezien kan en wat niet kan. Als men mij in de pers laat weten dat ik eens naar Nederland moet kijken, lijkt het mij goed dat ik antwoord waarom ik Nederland niet volg. Op die manier is dat ‘getelefoneerd’ niet relevant.
Mijnheer Van Mechelen, we zijn het erover eens dat er snel vergunningen moeten worden afgeleverd. Ik hoop dat u het ook met me eens bent – zo heb ik u in de vorige legislatuur altijd gekend – dat de rechtszekerheid van het grootste belang is. Als we snel en rechtsonzeker vergunningen afleveren, is het nog veel moeilijker en wordt het helemaal een chaos.
We hebben daarom in de vorige legislatuur zelf naar oplossingen gezocht. U hebt daaraan bijgedragen en mee gezocht naar de goede richting. De uitspraken van de arresten die ik u nu gegeven heb, hebben dat verhinderd. De heer Martens heeft gelijk, ik kan daar de Raad voor Vergunningenbetwistingen nog aan toevoegen die de formele motiveringsplicht daar nog eens heel duidelijk aan heeft toegevoegd.
U bent bezorgd en ik deel dat gevoel. Met de afschaffing van ROW hebben we een nieuwe bottleneck, waar we vorige week een debat over hebben gevoerd. Er werd me gezegd dat ik zaken moest afschaffen, fusioneren enzovoort. We moeten daar met de nodige zorg mee omspringen, of we krijgen andere problemen.
Mijnheer Martens, mijnheer Sanctorum, ik neem uw opmerkingen ter harte. Dit is een uniek moment. U ziet, het is nooit te laat. U wilt een volwaardige vergunning, geen virtuele die tot stand is gekomen door het stilzitten van de overheid. U wilt een gemotiveerde vergunning. Dat wordt nu ook in Nederland naar voren geschoven.
Mijnheer Sabbe, het spijt me, maar ik vrees dat uw voorstel toen niet en nu niet volledig juridisch sluit. Dat wil niet zeggen dat er niet verder over kan worden nagedacht. Wat mij betreft, kan erover worden gediscussieerd hier en op andere plaatsen.
Wie de indruk zou hebben dat we met een lex silencio positivo heel de zaak kunnen oplossen, omdat de vergunningen altijd te laat komen, heeft het mis. Ik zal mij als minister-president tot de laatste snik inzetten om correcte informatie te geven en om al wat versnelling en verduidelijking kan betekenen, met dit parlement of het volgende te bespreken.
Ik dank u, minister. Ik denk dat sommige collega’s heimwee hebben, heimwee naar de tijd dat bijzonder zwaar gecontesteerde bouwaanvragen toch vergund geraakten door het toevallig verlopen van de termijn. Ik herinner me de verhalen: in een bepaalde provincie was het dossier achter de radiator gevallen.
Ik sluit me aan bij de collega’s. Het is goed dat Vlaanderen eindelijk op een volwassen manier omgaat met dit soort zaken. We zorgen voor een snelle afhandeling en zorgvuldig, rekening houdend met de omgeving en de milieuvoorwaarden. We bieden aan de burger en de aanvrager en de omgeving rechtszekerheid en transparantie.
De actuele vraag is afgehandeld.