Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over het plan-MER voor de Oosterweelverbinding.
Het debat is geopend.
Minister-president Peeters heeft me vanmorgen meegedeeld dat hij eerst een verklaring wenst af te leggen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, beste collega’s, ik wens namens de Vlaamse Regering eerst een verklaring af te leggen voor het actualiteitsdebat start. Ik wil de voorzitter en u allen danken dat we die gelegenheid krijgen.
Deze Vlaamse Regering, beste collega’s, is van bij haar aantreden uitdrukkelijk bekommerd om een oplossing voor de Antwerpse mobiliteitsknoop. Het eerste jaar van deze legislatuur heeft dan ook in het teken gestaan van het uitwerken van een akkoord om die oplossing mogelijk te maken. Dat akkoord is van bij de aanvang gebaseerd op de globale en multimodale aanpak. Daarbij stond en staat een duurzame oplossing voorop, die zowel een antwoord kan bieden op de uitdagingen die we vandaag met zijn allen ervaren, als op de uitdagingen van toekomstige ontwikkelingen. De basisdoelstellingen van het masterplan zijn en blijven: ten eerste, het garanderen van de bereikbaarheid van stad en haven, ten tweede, het verhogen van de verkeersveiligheid, en ten derde, het herstellen van de leefbaarheid.
Op 22 september 2010 heeft de Vlaamse Regering het masterplan voor de Antwerpse mobiliteit goedgekeurd. Dit masterplan vormde een antwoord van de Vlaamse Regering na de volksraadpleging, waarbij – zoals u weet – de meerderheid van de deelnemers aan de volksraadpleging zich had uitgesproken tegen de brug die over de dokken de ring zou rondmaken. Dit Masterplan 2020, dat een aanvulling is op het oorspronkelijke masterplan, is voor ons van bij het begin een globaal en multimodaal verhaal. De derde Scheldekruising is dan wel een blikvanger, maar slechts één noodzakelijk onderdeel van een breder geheel aan maatregelen. Het gaat om maatregelen voor de oostrand van Antwerpen met de A102 en de R11, meer en beter openbaar vervoer, betere fietsverbindingen, vlottere binnenvaart en een betere maritieme toegang van de Antwerpse haven.
Dat plan heeft, wars van elke karikatuur die erover soms wordt gelanceerd, nooit stil gestaan. Dat zal ik met voorbeelden aantonen. Brabo 1 en de tramverlengingen naar Mortsel en Boechout zijn uitgevoerd, LIVAN is in uitvoering en voor Brabo 2 is de gunningsprocedure gestart. De meeste fietspadprojecten werden uitgevoerd of worden startklaar gemaakt voor uitvoering. Twee sluizen werden gerenoveerd en vier bruggen werden aangepakt of zijn in uitvoering.
Op Linkeroever werden met Burchtse Weel en de Middenvijver ook concrete natuurprojecten gerealiseerd. Tot slot werd de voorbije jaren ook fors geïnvesteerd in dynamisch management van de Antwerpse regio en in structurele maatregelen zoals de spitsstrook op de E313 en de geplande strook op de E19, die de komende weken in uitvoering gaat.
Voorzitter, dames en heren, de Vlaamse Regering heeft bij de vaststelling van het Masterplan 2020 expliciet rekening gehouden met de bezorgdheden voor de leefkwaliteit. De consequentie van de beslissing van september 2010 was dat er nood was aan een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan dat de basis moet zijn voor de bouwvergunning, en dat er daarvoor een nieuw plan-MER moest worden opgesteld.
De Europese en Vlaamse regelgeving en regelgever hebben voorgeschreven dat de realisatie van een plan-MER moet gebeuren – maar dat weet u allemaal – door onafhankelijke deskundigen onder toezicht van een onafhankelijke ambtelijke MER-cel en dat dit gebeurt in nauwe interactie met het publiek dat op diverse momenten zijn inbreng kan doen en alternatieven kan voorstellen.
Om dit plan-MER te realiseren, werd een kennisgevingsnota opgesteld. Die kennisgevingsnota werd volledig verklaard op 8 november 2011. Inspraakreacties werden verzameld op basis van de publieke terinzagelegging van 16 november 2011 tot en met 16 december 2011. Daarna werden de betrokken overheden en instanties uitgenodigd om hun opmerkingen op de kennisgevingsnota te formuleren. Die werden behandeld op de richtlijnenvergadering van 14 februari 2012, in functie van het opstellen van de richtlijnen, de contouren waarin het plan-MER zou worden opgesteld.
De eerste richtlijnen werden opgesteld door de dienst MER op 27 april 2012 en aangevuld met bijkomende richtlijnen op 30 mei 2013, 30 augustus 2013 en 28 oktober 2013. Pas op 28 oktober 2013 was dus het hele kader voor het plan-MER volledig duidelijk. Dat is geen vier maanden geleden. Niet minder dan acht alternatieven werden onderzocht op basis van de richtlijnen. Dit leidde tot een plan-MER waarin uiteindelijk vijf alternatieven een volledige screening ondergingen voor alle disciplines. Elk van die vijf alternatieven werd voor dat onderzoek ook op gelijkwaardige wijze uitgewerkt.
Voorzitter, dames en heren, ik wil toch onderstrepen dat er in totaal niet minder dan vijftig scenario’s werden doorgerekend. Het plan-MER-proces werd ingedeeld in vier fasen. Fase 1 betrof de kennisgeving, terinzagelegging en richtlijnen. Fase 2 betrof de trechtering van alternatieven. Fase 3 betrof het mobiliteitsonderzoek infrastructuren zonder exploitatievarianten. Dit mobiliteitsonderzoek werd afgewerkt op 30 mei 2013, waarbij tracéalternatieven en ontwikkelingsscenario’s werden geanalyseerd.
Het publiek is tijdens de gehele procedure degelijk geïnformeerd geweest. De eerste verkeerskundige resultaten werden zelfs al toegelicht op een informatieavond op 26 juni 2013. Een tweede infoavond werd georganiseerd op 12 december 2013 betreffende het ontwerp van plan-MER.
De vierde fase omvatte het mobiliteitsonderzoek met exploitatievarianten en het onderzoek van andere disciplines zoals lucht, geluid, mens-gezondheid, mens-ruimte, fauna en flora en dergelijke meer. Deze vierde fase leidde tot een ontwerp van plan-MER dat werd ingediend bij de dienst MER op 8 november 2013. Dit ontwerp van plan-MER werd overgemaakt aan de betrokken overheden en instanties.
Het ontwerp-MER werd ook besproken tijdens de meest recente voortgangsrapportage in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken van 5 december. De adviezen van de betrokken overheden en instanties op het ontwerp-MER werden behandeld op de ontwerptekstvergadering van 12 december 2013 en vervolgens werd deze ontwerpversie aangepast door het team van erkende MER-deskundigen. Op 6 februari werd het definitieve plan-MER overgemaakt aan de dienst MER. Maandag laatstleden is dit plan-MER definitief goedgekeurd door de MER-cel.
We hebben inderdaad drie weken vertraging opgelopen als we afmeten ten opzichte van 21 januari, datum die vooropgesteld werd in de laatste voortgangsrapportage in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken op 5 december, dus voor de behandeling op de ontwerptekstvergadering van de dienst MER en dus voordat echt duidelijk was hoeveel en welke aanpassingen nodig waren. De vertraging is er dus niet omdat er niet hard gewerkt is maar juist omdat de onafhankelijke MER-deskundige met alle opmerkingen die ontvangen werden, onder meer de lijvige en nuttige adviezen van de stad Antwerpen en het Gemeentelijk Havenbedrijf, rekening wenste te houden.
Naast het MER-rapport ligt er nu ook een ruimtelijk veiligheidsrapport, een tunnelveiligheidsrapport, een verkeersveiligheidsrapport en een maatschappelijke kosten- batenanalyse. Op basis van deze elementen zal de Vlaamse Regering een beslissing nemen over een tracé. Deze beslissing zal dan verankerd worden in een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan. Er zal dan ook een nieuw openbaar onderzoek komen om uiteindelijk tot de definitieve vaststelling te komen.
Er is dus, zoals ik aan het begin van mijn toelichting heb gezegd, de voorbije jaren al een heel traject afgelegd voor de verbetering van de mobiliteit in Antwerpen. Het is de bedoeling dat de Vlaamse Regering vrijdag conclusies trekt uit het studiemateriaal dat nu voorligt. Deze conclusies hebben we vandaag nog niet getrokken omdat we dat op een afgewogen manier wensen te doen, rekening houdend met het plan-MER en met de andere studies zoals de maatschappelijke kosten-batenanalyse. Ik zal dus niet ingaan op speculaties daarover.
Vandaag zal de Vlaamse Regering verder luisteren naar wat in het parlement gezegd wordt. Wij zijn uiteraard altijd bereid om over de beslissing die we hopelijk vrijdag definitief kunnen nemen, volgende week tekst en uitleg te geven in dit parlement.
Dames en heren, deze Vlaamse Regering neemt beslissingen en voert projecten uit. Ook over dit bijzonder belangrijke dossier bereiden we een beslissing voor. Een beslissing die we, nogmaals, graag zullen toelichten en verduidelijken eens ze genomen is. Maar ook een beslissing waarvan het ons aller verantwoordelijkheid is om ze nadien uit te voeren. Ik dank u voor uw aandacht. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president, ik dank u voor uw uiteenzetting.
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, college van ministers, collega’s, de gordiaanse knoop is de naam van een onontwarbare knoop. Het orakel zei over deze knoop: “Wie deze knoop losmaakt, zal meester over geheel Azië worden”. Alexander de Grote probeerde lange tijd de knoop te ontwarren nadat vele Macedoniërs de moed hadden opgegeven. Daarop merkte Alexander de Grote op dat het orakel niets had gezegd over de manier van losmaken van de knoop. En met één slag van zijn zwaard hakte hij de knoop los.
Dit stukje geschiedschrijving herhaalt zich vandaag in Antwerpen. De Antwerpse mobiliteitsknoop is in vele opzichten vergelijkbaar, maar dan natuurlijk op Vlaams niveau, met deze gordiaanse knoop.
En ik heb het gevoel dat de minister-president samen met zijn collega’s denkt dat wie de Antwerpse mobiliteitsknoop ontwart, meester zal worden over heel Vlaanderen, net als Alexander de Grote. Minister-president, daar stopt de vergelijking, want waar Alexander de Grote daadkracht toonde door de knoop met zijn zwaard in een keer door te hakken, zo is er vanuit de Vlaamse Regering nog lang geen sprake van enige daadkracht in het Antwerpse mobiliteitsdossier.
Minister-president, ik heb naar u geluisterd. Het was een waterval van woorden, maar inhoudsloos. Want wat kan ik u zeggen als actief parlementslid in de commissie waar over het BAM-dossier wordt gerapporteerd? Na vierenhalf jaar is er niets gebeurd. We zijn geen spadesteek dichter gekomen inzake het ontwarren van de Antwerpse mobiliteitsknoop. De brug werd een amalgaam van tunnels, versterkt door het dubbelbesluit van september 2013. BAM zou worden afgebouwd, zo werd ons zelfs schriftelijk in de voortgangsrapportage meegedeeld. Vandaag is BAM levendiger dan ooit. Er is zelfs een nieuwe voorzitter, de heer Thomaes. Noriant kreeg het deel van de Scheldetunnel op Linkeroever toegewezen, maar de kans is groot dat er een stokje voor wordt gestoken door Europa op het vlak van de concurrentiewetgeving.
Er is nog steeds onduidelijkheid over de kostprijs, de financiering en de timing. Ik verwijs hier graag naar het Rekenhof dat met de moed der wanhoop op elke vergadering, elke commissiezitting een rapport uitbracht over het feit dat er eigenlijk – in bedekte termen – zeer veel onduidelijkheid is. Ondertussen is er het gekende verfpottenakkoord, met 33 opsmukmaatregelen die in feite niet meer zijn dan wat fond de teint om de indruk te wekken dat de Vlaamse Regering er toch iets aan doet.
Al die tijd verschool de Vlaamse Regering zich achter het op til zijnde milieueffectenrapport. Dat tweeduizend pagina’s dikke rapport is er nu. Het geeft aan welke impact de vijf voorkeurstracés hebben op het milieu op het vlak van mobiliteit, leefbaarheid en ruimtelijke impact.
Als we kijken naar wat er wordt voorgesteld als oplossing, mogen we zeker het milieu niet uit het oog verliezen: de luchtverontreiniging, het fijn stof in West-Europa. De Vlaming boet ten gevolge van fijn stof gemiddeld 13,2 maanden in aan levensduur, tegenover het Europese gemiddelde van 8 maanden. De milieuproblematiek is dus uiteraard zeer belangrijk.
Dat de Vlaamse Regering niet zal kiezen voor het meest leefbare tracé, maar wel voor het BAM-tracé, staat volgens mij als een paal boven water. Waarom is dat geen verrassing? Omdat Noriant de agenda bepaalt in dit dossier en niet de Vlaamse Regering en Noriant BAM als handlanger heeft. De Vlaamse Regering is als de dood voor de schadevergoeding die haar richting uitkomt en waarvoor ze via informele bron blijkbaar toch al een aantal akkoorden voor heeft gemaakt. We spreken van een schadevergoeding tussen 300 en 450 miljoen euro.
De Vlaamse Regering wil laten geloven dat ze nu met het MER-rapport onder de arm een daadkrachtige beslissing zal nemen. Minister-president, vertel mij waarom u nu, drie maanden voor de verkiezingen, van daadkracht spreekt en u vierenhalf jaar, sinds augustus 2009, geen enkele daadkracht hebt getoond? En dan nog: als er al iets komt, zal die eerste spadesteek er zeker niet zijn voor 2016. Het zal dus zeker zo lang duren vooraleer er daadwerkelijk iets gebeurt. We kennen het. De commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten probeert er iets aan te doen, maar er is het GRUP, er zijn bouwaanvragen enzovoort. U zult bestookt en ‘bespookt’ worden met een resem aan beroepsgeschriften en verzoekschriften op al deze aanvragen door de verschillende belangengroepen die hierbij betrokken zijn.
Het MER-rapport is nochtans lovend over de A102 en R11bis. Die oostelijke tangent zal volgens het MER zorgen voor “een uitgesproken ontlasting van de zuidelijke en oostelijke R1 en de daaraan gekoppelde verbetering van de lucht- en geluidskwaliteit”. Daarom vraag ik de Vlaamse Regering al lang om prioritair werk te maken van de realisatie van de oostelijke tangent en tegelijk de Liefkenshoektunnel tolvrij te maken in combinatie met een betere toegang tot de tunnel. Er is één lichtstraaltje. Het doet mij plezier dat u in De Standaard blijkbaar hebt verklaard dat u eraan denkt om de Liefkenshoektunnel als experiment tijdelijk tolvrij te maken – het licht komt. Het is nooit te laat. We hebben dat bij Christus ook gezien. De volgelingen geloofden hem pas na het tabernakel en na Pinksteren. Dan pas waren ze overtuigd van de boodschap. Bij u gebeurt het iets trager. De essentie is dat het komt. Als het licht in de duisternis er komt, ben ik een gelukkig man en ben ik er op 25 mei van overtuigd dat u er werkelijk iets aan zult doen.
Maar door het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel kunt u het fileprobleem in Antwerpen op korte termijn duidelijk verminderen, wetende dat u dat niet alleen moet doen, dat u de N49 tot een volwaardige autosnelweg moet ombouwen, dat u de R4 op een treffelijke manier via een primaire weg I en II moet koppelen aan die N49/A34, dat u rijvakken moet bijmaken tussen Sint-Niklaas en de afslag naar de Liefkenshoektunnel, alsook dat we voor de E17 een duidelijke signalisatie moeten hebben, meer dan een klein plakkaatje op Linkeroever.
Ik heb nog een kleine anekdote. Het is toch opvallend dat de partij die zich de kracht van de verandering toe-eigent – het gaat niet over u of uw partij, minister-president – , in de vierenhalf voorbije jaren geen enkel initiatief heeft genomen om dit dossier vooruit te helpen, wel met een theoretisch dubbelbesluit, behalve dan de parlementsvoorzitter, die zijn rol ten volle heeft vervuld door het dossier op elk moment in het parlement te brengen en als commissievoorzitter op elk moment heeft gezorgd voor een duidelijke, klare, zeer doorzichtige communicatie. Dat is de enige N-VA’er die in dit dossier op zijn manier enige daadkracht heeft getoond. (Applaus bij het Vlaams Belang en van de heer Peter Reekmans)
Onder leiding van Patrick Janssens heeft sp.a het referendum georganiseerd omdat hij eindelijk ook het licht had gezien en het BAM-tracé de rug toekeerde. Hij is hier jammer genoeg niet. Nu zou door het informeel circuit zijn partij gelijmd worden met een sp.a-tunnel onder het Albertkanaal ter hoogte van Luchtbal. Aan de ene kant zou deze Bart Van Malderen heten en aan de andere kant zou hij Louis Tobback heten, zodat de grotere medespelers in het dossier ook tevreden zijn. Dat is het eigenlijk.
Minister-president, mijn conclusie is heel eenvoudig. Ten eerste: ik ben dolgelukkig dat u eindelijk een zonnestraaltje hebt gezien en dat u publiekelijk durft verklaren dat het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel een duidelijke verlichting is van het leed. Ten tweede: zorg toch voor bijkomende rijstroken op de E17, zorg voor de omvorming van de N49, zorg voor een treffelijke snelle aansluiting van de R4 op de N49, maak prioriteit van de A102 en de R11bis en, ‘last but not least’, als dat allemaal niet voldoende zou blijken te zijn, dan kunt u een beslissing nemen over het megalomane investeringsproject dat het BAM-tracé is en dat in het kader van het toekomstige besparingsbeleid dat we zullen moeten doorvoeren, niet haalbaar is voor Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s, dit lijkt wel de foto van een hart, maar dan wel een hart dat de symptomen vertoon van een hartinfarct. (De heer Björn Rzoska toont een foto)
Deze foto heb ik niet zelf gemaakt. Deze kaart komt uit de databank waaraan een aantal Vlaamse overheidsinstellingen hebben meegewerkt en die de luchtproblematiek rond Antwerpen – eigenlijk in heel Vlaanderen, maar je kunt focussen op Antwerpen – in kaart brengt. Deze kaart zou, wat ons betreft, het kompas moeten zijn waarmee de Vlaamse Regering de beslissing neemt en de knoop doorhakt voor welke optie men gaat. Dit is de concentratie stikstofoxide in 2012. Je kunt daar zo de ring van Antwerpen en zelfs Antwerpen-stad helemaal uit halen. Dit is het hart waar het volgens mij over gaat. Op de meeste plaatsen op en rond de ring, zelfs in het centrum, worden de opgelegde normen voortdurend overschreden. U kunt dat plan checken, ik heb het zelf niet gemaakt. Dit gaat over stikstofoxide. Dan heb ik het nog niet gehad over het fijn stof, dat eigenlijk hetzelfde beeld oplevert, noch over geluidsoverlast.
Het mag duidelijk zijn: een dokter die dit hart te zien krijgt, hoopt dat u als Vlaamse Regering het gezond verstand gebruikt om het BAM-tracé definitief te verlaten. Op basis van het milieueffectenrapport, dat nu voorligt en op basis waarvan u vrijdag een beslissing zult nemen, kunt u eigenlijk niets anders dan het BAM-tracé verlaten. Het loopt immers dwars door de stad en wil het mobiliteitsprobleem oplossen ten koste van de gezondheid van de huidige en toekomstige inwoners van grote delen van de grootste stad in Vlaanderen. Dat, collega’s, beste Vlaamse Regering, kan toch niet de bedoeling zijn? Dat is meteen het eerste argument om u als Vlaamse Regering op te roepen om het Oosterweeltracé te verlaten. Het houdt op het vlak van leef- en luchtkwaliteit echt geen stand.
Een tweede argument om het Oosterweeltracé te verlaten, is het gegeven dat ook onderzochte alternatieven, zoals Meccano, wel degelijk een positief rapport kunnen voorleggen in hun aanpak van de mobiliteitsproblemen. En belangrijk: op het vlak van luchtkwaliteit scoort bijvoorbeeld Meccano veel beter dan het Oosterweeltracé. Dat staat ook met zoveel woorden in het voorliggende MER.
We zijn nu 2014. Volgens de verwachtingen komt de nieuwe Scheldekruising er ten vroegste in 2022. We gaan toch niet nog eens negen jaar wachten om de mobiliteitsknoop rond Antwerpen op te lossen? Er zijn toch dingen die we vandaag en morgen al kunnen doen? Ik heb het dan echt niet over wat likjes verf en wat extra spitsstroken. Er zijn heel wat andere opties die we kunnen nemen om een vlottere en duurzamere mobiliteit mogelijk te maken.
Ten eerste: de Liefkenshoektunnel nu eindelijk eens tolvrij maken, ten minste in de spitsperiodes, om te kijken welk effect wordt gegenereerd. Ten tweede: een aangepaste snelheid op de ring, zoals in Nederland. Ten derde: rekeningrijden voor vrachtwagens, dat al sinds 2007 in allerhande regeerakkoorden staat en er misschien ten vroegste in 2016 komt. Ten vierde: een versnelde uitvoer van investeringen in tram, bus en fietsverbindingen, opdat we op een duurzame, vlotte en veilige manier Antwerpen kunnen bereiken.
Ik vraag u opnieuw, ook op basis van de mobiliteitsscores in het MER: gebruik uw gezond verstand en kies voor de meest gezonde en duurzame oplossing in dit dossier.
Een derde en laatste argument dat ik u wil meegeven, zodat u vrijdag de in mijn ogen enige juiste beslissing kunt nemen, is het financiële plaatje van heel het Oosterweelgebeuren. Volgens het Rekenhof kost het hele masterplan zowat 7,3 miljard euro, en dan zijn niet eens alle kosten meegenomen, zoals bleek bij de laatste voortgangsrapportage.
U hebt in uw plan ook alle onderdelen nodig om het geheel op een of andere manier te laten werken. Waar gaat u dat geld vinden? U moet nu al alle moeite van de wereld doen om uw begroting in evenwicht te houden. Denken we maar aan het systeem van de voortdurend aangroeiende terbeschikkingstellingsvergoedingen waarmee u schuld buiten de begroting opbouwt.
En wat ik mij afvraag, beste Vlaamse Regering, beste minister-president: wat met de twee randvoorwaarden die de Vlaamse Regering altijd heeft vooropgesteld, ook ten opzichte van diegenen die met een alternatief kwamen? Die randvoorwaarden waren een tolheffing in de Oosterweeltunnel en een vrachtwagenverbod in de Kennedytunnel. Die twee voorwaarden worden nu afgeschoten door het MER. Niet enkel op het vlak van mobiliteit, maar ook in verband met de exploitatie komen we dan in een heel ander verhaal terecht. En ook wat het financiële plaatje betreft, komen we in een ander scenario terecht.
Ik vraag opnieuw, voor de derde keer: gebruik uw gezond verstand. Hou rekening met de financiële realiteit waarin we vandaag moeten functioneren. Alleen al de vraag welke private partner, welke bank vandaag sterk genoeg is om dit project financieel te dragen, zou u tot de meest logische keuze moeten brengen.
De manier waarop de Vlaamse Regering dit dossier tot op vandaag heeft aangepakt, verdient echt geen schoonheidsprijs. Bovendien werd te lange tijd gewerkt aan mobiliteitsoplossingen die in andere Europese steden en landen al lang verlaten zijn. Het falen van het mobiliteitsbeleid van deze Vlaamse Regering wordt door dit dossier perfect geïllustreerd.
En toch is het nog niet te laat en kunt u vrijdag politieke moed, politiek leiderschap tonen door gewoon uw gezond verstand te gebruiken en op basis van dit MER te kiezen voor de enige te verdedigen optie: begraaf de Oosterweel, kies voor het meer duurzame alternatief en kies meteen voor een gezond Antwerpen. Vandaag, morgen en overmorgen. (Applaus bij Groen en het Vlaams Belang)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ministers, collega’s, ik wil in naam van de drie meerderheidsfracties duidelijk zeggen dat de Vlaamse Regering woord houdt. Het MER-rapport ligt op tafel. Het plan milieueffectrapport voor de derde Scheldekruising rond Antwerpen werd afgewerkt en goedgekeurd door de dienst MER van de Vlaamse overheid.
We zijn zover. Na een zeer grondig onderzoek van maar liefst 2000 pagina’s kan de Vlaamse Regering zich heel binnenkort over de keuze van het tracé uitspreken. De knoop kan worden doorgehakt. Dat is een belangrijke stap voorwaarts, noodzakelijk met het oog op wat nog volgt.
Tot vorige week was de kritiek steeds weer dat het MER-rapport te lang op zich liet wachten. Steeds klonken de noodklokken dat het MER-rapport niet klaar zou geraken. Steeds weer werd met de vinger naar de regering gewezen. Het is echter bijzonder belangrijk dat de regering er, tegen die kritiek in, over heeft gewaakt dat de juiste procedures werden gevolgd en daarbij de nodige voorzichtigheid aan de dag legde.
Meer alternatieven werden na de openbare terinzagelegging aangebracht. Een groot aantal inspraakreacties werden gescreend. Er was een bijzonder uitgebreide en getailleerde verkeersmodulering noodzakelijk. Dat vroeg de nodige tijd door het groot aantal alternatieven, met daarbij ook nog eens verschillende exploitatievarianten en ontwikkelingsscenario’s.
Daarnaast werd elk tracé op gelijkwaardige basis ook technisch geoptimaliseerd om een degelijke vergelijking tussen de alternatieven te kunnen maken. Al deze inspanningen dienden slechts één doel: de milieueffecten nog beter in kaart brengen. Deze modellering werd uitgebreid gedocumenteerd.
De dienst MER heeft het rapport nu goedgekeurd, de dienst MER heeft zijn taak gedaan. De procedures en het onderzoek zijn dus ontegensprekelijk zeer grondig uitgevoerd.
De heer Sabbe heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, geef me een goede reden waarom dat vierenhalf jaar moet duren. Eerst was er discussie in de meerderheid. De N-VA wilde er een N-VA-touch aan geven en heeft er met het dubbelbesluit van september 2010 voor gezorgd dat tunnel-brug tunnel-tunnel werd. Dat was politiek getouwtrek om er een verandering in aan te brengen, om niet te lachen met de volksraadpleging en om aan de mensen te tonen dat ze toch een beetje au sérieux worden genomen.
Het is nu februari 2014. Waarom hebben we zo lang moeten wachten? Waarom hebt u niet al in 2010 de koe bij de horens gevat? Dat is toch de pijnlijke vaststelling in dit dossier: dat er vier jaar lang een standstill was. Mijn maatregelen zijn echte maatregelen en geen verfpotmaatregelen. Waarom hebt u zo lang gewacht om actie te ondernemen? Die vraag zou ik graag beantwoord zien door u, mijnheer Van den Heuvel.
Ik hoor dat u in naam van de hele meerderheid spreekt. Dat is vrij ongebruikelijk. Het is heel bijzonder dat sp.a en de N-VA niets aparts te zeggen hebben. Ik stel voor dat jullie fusioneren en een grote partij worden. Geef me een antwoord op mijn vraag.
Mijnheer Sabbe, het antwoord is heel duidelijk. Wij mogen ons in dit heel complexe dossier geen enkele fout permitteren. U kent de procedures heel goed. Die zijn nu heel fijn nageleefd. Alle scenario’s zijn onderzocht. Verschillende modelleringen zijn uitgevoerd. Het is heel belangrijk dat er nu ook inspraak is gegeven, en dat we de procedures heel stipt hebben nageleefd, zodat we achteraf niet opnieuw worden geconfronteerd met een beslissing die een te klein draagvlak heeft. Dat is de reden waarom zorgvuldigheid hier vooropstond. Dat duurt wat lang. Maar ook daaraan wordt gewerkt. U weet heel goed dat deze week in de commissie Leefmilieu de omgevingsvergunning op de agenda stond. Binnen twee weken wordt in de commissie-Sauwens het nieuwe ontwerp van decreet met betrekking tot complexe investeringsdossiers opgestart. Dus ook hieraan wordt gewerkt. Dit parlement zal er nog voor het paasreces daadwerkelijk iets aan doen. Het zal niet langs de kant schreeuwen wat er moet gebeuren, het zal daadwerkelijk voor oplossingen zorgen zodat de procedures kunnen worden ingekort. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Van den Heuvel, u hebt het mooi gezegd, maar u hebt de kern van de zaak niet aangeraakt. U zegt dat we zorgvuldig moeten zijn. Dat is duidelijk. Maar wanneer de Vlaamse Regering, omgeven door een armada van ambtenaren, er niet in slaagt om in het voorjaar van 2014 de beslissing van september 2010 om te zetten, dan heeft zij geen daadkracht. Als dat moet wachten tot 2014, dan zeg ik dat u hebt liggen slapen. Dat slapen kost honderden miljoenen euro’s aan de ontwikkeling van de haven, aan de mobiliteit in Vlaanderen en bovendien ook nog, op de koop toe, aan de gezondheid.
Mijnheer Van den Heuvel, ik volg u wanneer u zegt dat procedures van belang zijn. Misschien loop ik wat vooruit, maar het MER ligt er nu. Wat zijn volgens u nu de opties? Waarvoor gaat u kiezen? Gaat u kiezen voor een betere levenskwaliteit en voor gezondheid in Antwerpen? Of gaat u iets anders laten doorwegen?
Mijnheer Rzoska, ik ben nog maar halfweg. Ik ga daar nu het volgende deel van mijn speech aan wijden. Ik zal u duidelijk maken hoe wij dat vanuit de meerderheid zien.
De heer Penris heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, ik denk dat de heer Van den Heuvel niets gaat kiezen. Dat zullen anderen voor hem doen. De mensen die daar in de regeringsbanken zitten in het beste geval, maar ik ben een beetje bang dat het vooral de mensen zullen zijn die in de schaduw van die regeringsbanken staan. Want zij zijn de stille besluitvormers, en dat weten we helaas al lang.
Beste collega’s, ik heb net gezegd dat de procedures en het onderzoek zeer grondig zijn uitgevoerd. Intussen heeft de regering, wars van elke karikatuur die sommigen er wilden en blijkbaar nog altijd willen van maken, niet stilgezeten. In die optiek leg ik graag nog eens de nadruk op de maatregelen die de Vlaamse Regering de voorbije jaren al heeft uitgevoerd en waarover ze consequent rapporteerde in de commissie van dit parlement, onder het voorzitterschap van onze voorzitter.
De nieuwe Scheldekruising is het koninginnenstuk van een veel ruimere beweging om de mobiliteit in Antwerpen te verbeteren en opnieuw vlot te krijgen. Via het Masterplan 2020, dat al in 2010 werd goedgekeurd, wordt volop verder geïnvesteerd in fietspaden, openbaar vervoer, waterwegen en wegen om de mobiliteit in en om Antwerpen te verbeteren. Er zijn intussen Masterplanprojecten uitgevoerd voor ruim 260 miljoen euro. Projecten voor ruim 196 miljoen euro zijn in uitvoering en voor 570 miljoen euro aan pps-projecten is het startschot gegeven. Denken we maar aan de tramlijnen, de Noorderlaanbrug, de spoorwegbruggen over het Albertkanaal en de talrijke fietspaden.
Beste collega’s, deze Vlaamse Regering blijft doen wat moet. Het dossier is nu rijp om een beslissing te nemen. Een beslissing waarin de drie meerderheidsfracties het volste vertrouwen hebben en waaraan Vlaanderen in het algemeen en de Antwerpse regio in het bijzonder nood heeft. We twijfelen er geen moment aan dat de regering bij die beslissing oog zal hebben voor de verschillende aspecten en zorgen in het MER om tot een oplossing te komen die zowel de mobiliteit als de leefbaarheid ten goede komen. Maar het plan-MER dat hier vandaag aan de orde is, is niet het enige rapport waarop de regering haar beslissing moet stoelen. Ook de maatschappelijke kosten-batenanalyse en het ruimtelijk veiligheidsrapport zullen meebepalend zijn voor de uiteindelijk gekozen oplossing.
Volgens de meerderheidsfracties zou het dan ook verkeerd zijn om vandaag in dit parlement enkel op basis van het MER voorafnames te doen op de beslissing die nog moet volgen. We gaan ervan uit dat de regering spoedig een beslissing neemt. Zodra die beslissing genomen is en we daarover in dit parlement van gedachten gewisseld hebben, zullen we met ons allen absoluut de schouders onder dit project moeten zetten. Alleen dan zullen we de mobiliteitsknoop rond Antwerpen en in Vlaanderen ontwarren. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Penris heeft het woord.
Collega’s, het goede nieuws vandaag is dat de regering ons meedeelt dat er beslist is om te beslissen in een dossier dat al jarenlang stilstaat. (Opmerkingen van de heer Johan Sauwens)
Nee, mijnheer Sauwens, dat is niet zeer goed. U fluisterde mij daarnet toe: “En nu kan iedereen naar huis, want voor de rest is dit maar een praatbarak”. Ik vind dit van uwentwege bijzonder oncollegiaal.
Mijnheer Sauwens, dit is geen persoonlijk feit. U wilt gewoon het woord krijgen. (Opmerkingen van de heer Jan Penris)
De heer Sauwens heeft het woord.
U weet dat ik enige parlementaire ervaring heb. Normaal neemt de regering beslissingen en worden die beslissingen becommentarieerd en bediscussieerd. Dan gaan we na in hoeverre de meerderheid de regering volgt. U weet heel goed dat het parlement de tracékeuze niet zal maken, maar de regering.
Hallo? Hallo, mijnheer Sauwens! (Opmerkingen)
Ze doet dat op basis van procedures. Iedere uitspraak die de regering nu zou doen, zou inderdaad voorbarig zijn. In die zin is het feit dat men dit debat per se vandaag wil voeren, een vorm van bezigheidstherapie en luchtfietsen. (Opmerkingen)
Mijnheer Sauwens, ik ben verontwaardigd, ik zou zeggen: ik val van mijn stoel, maar ik sta op het spreekgestoelte en daar wil ik niet afvallen. Ik vind uw reactie niet correct. Zeker niet van u, omdat u inderdaad die parlementaire ervaring hebt en omdat u inderdaad een gedreven parlementslid bent geweest. Ik denk dat de regering moet worden aangestuurd door ons, als volksvertegenwoordigers, degenen die de mening van het volk moeten vertegenwoordigen. Ik weet wat er bij de bevolking leeft. Uw reactie is en blijft ongepast.
We hebben nu een keuze die we nog misschien kunnen bijsturen. Ik hoop dat ik me vergis, dat er achter de schermen nog geen beslissingen zijn genomen. Maar we hebben officieel nog altijd de keuze tussen een alternatief dat de volksgezondheid hoog in het vaandel voert, en een alternatief dat gaat voor de mobiliteit in de eerste plaats. Er waren nog andere initiatieven. Het is misschien een beetje jammer dat die al op voorhand werden uitgeschakeld en geschrapt. Er was een consensusmodel van Philippe Deleu. Er waren voorstanders van de grote ring. Die alternatieven werden niet als eindkeuzes opgenomen in het plan-MER.
Ik moet het plan-MER trouwens nog lezen. Ik vind het zonde dat we dat zo laat hebben gekregen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik ga voort op wat de pers zegt, zoals eenieder van ons. Gazet van Antwerpen weet het al, Trends wist het vorige week al. Het zal waarschijnlijk het BAM-tracé worden. Ik blijf hopen. Als parlementslid mag ik mee sturen, mijnheer Sauwens. Dat is mijn plicht! Ik hoop, minister-president, dames en heren van de regering, dat u in uw afweging het element volksgezondheid, maar ook het element volkswil, zult meenemen.
Ik refereer aan het referendum van 22 oktober 2009. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Het zal geen brug zijn. In dat referendum hebben de Antwerpenaren duidelijk kenbaar gemaakt dat het BAM-tracé voor hen niet in aanmerking kwam.
Ik weet dat CD&V het moeilijk heeft met referenda. Destijds hebben ze, toen er over de toekomst van Leopold III moest worden gestemd, de volkswil naast zich neergelegd. (Opmerkingen. Gelach)
Ik hoop dat de katholieken dat in dit parlement met het referendum van 2009 nimmer zullen doen!
Ik ben minder optimistisch dan de heer Sabbe. Tussen neus en lippen deelt u dan nog mee dat u het hele project zult laten vertollen. Heb ik dat goed begrepen? Dat wil zeggen dat dit duurder, veel duurder zal worden voor de Antwerpse haven, dat fameuze hart van Vlaanderen dat onze goede collega Rzoska heeft laten zien. Alle havengebruikers, alle havenklanten zullen immers meer moeten betalen om toegang te krijgen tot onze haven.
Minister-president, u schreeuwt tegenwoordig op de affiches: “In welk Vlaanderen wil u leven?” Ik zal u antwoorden. Ik wil leven in een Vlaanderen waar de volksgezondheid op de eerste plaats komt. Ik wil leven in een Vlaanderen waar de volkswil wordt gerespecteerd, zoals dat in Zwitserland kan. Ik wil leven in een Vlaanderen waarvan het hart kloppend kan blijven. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik wou nog even ingaan op wat de heer Penris heeft gezegd. Hij heeft een aantal elementen duidelijk naar voren gehaald, maar er is nog iets: een plan-MER is ook altijd een plan waarin wordt gekeken naar de situatie zoals die nu is. Het analyseert voornamelijk die situatie, en niet die over vijftien of twintig jaar. Bij het plannen van de mobiliteit rond de stad moet echter ook rekening worden gehouden met de evolutie van die stad in de komende tien, vijftien, twintig jaar. In een aantal landen heeft men dat bijvoorbeeld wel gedaan. Bij een plan-MER kijkt men vooral naar de huidige situatie, maar niet zozeer naar de toekomst, dus moet de politiek ook inschatten wat optimaal is voor de expansie van een stad en van een haven. Er moet worden bekeken waar in de komende decennia een dergelijke verbinding moet liggen. Dat is een argument dat onvoldoende een rol speelt in een plan-MER dat men nu opmaakt, maar dat men ook mee in overweging moet nemen.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, leden van de Vlaamse Regering, geachte leden, opnieuw wordt in dit Vlaams Parlement een actualiteitsdebat gehouden over de aanslepende verkeersproblematiek van de Antwerpse regio. U weet dat we reeds jaren roepen om een snelle beslissing en vooral een krachtige besluitvorming. Vandaag kunnen we alleen maar vaststellen dat we stilstaan in Antwerpen, met gevolgen tot ver in heel Vlaanderen. Op elk uur van de dag, op elke dag van de week heb je heel veel kans om op de Antwerpse ring in de file te staan.
Collega’s, bijna twintig jaar geleden, in 1995, is dit parlement gestart met het maken van plannen om de Antwerpse verkeersknoop te ontwarren. Op 15 december 2000 werd het Masterplan Antwerpen goedgekeurd. In april 2009 heeft BAM uiteindelijk de bouwaanvraag ingediend voor de realisatie van de Oosterweelverbinding. Die ligt tot op vandaag, 12 februari 2014, onaangeroerd op de tafel van deze Vlaamse Regering. Mocht – hypothetisch – de bouwvergunning in 2009 zijn goedgekeurd en mochten de werken zijn gestart, dan zouden we in september van dit jaar over de nieuwe Oosterweelverbinding hebben gereden en waren we van de dagelijkse files en het daardoor veroorzaakte menselijke en economische leed bevrijd.
Niets daarvan. Het referendum heeft daar in oktober 2009 anders over beslist, en de Vlaamse Regering nadien ook. Een nieuw plan van aanpak werd uitgewerkt om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van alle betrokken partijen, inzonderheid die van het Antwerpse stadsbestuur. Minister-president, op 30 maart 2010 bereikte uw regering een nieuw akkoord over het Masterplan 2020. Voor de sluiting van de Antwerpse ring besliste u via het dubbelbesluit om het Lange Wapperviaduct te vervangen door een reeks tunnels, maar dat weliswaar op vrijwel hetzelfde tracé.
Zoals de heer Rzoska al heeft vermeld, zijn hier destijds drie voorwaarden aan verbonden. De bouw moest technisch haalbaar zijn, mocht niet duurder zijn en moest vooral even snel kunnen worden gerealiseerd. Dat was in maart 2010.
Volgens minister Crevits zouden de voorbereidingen, inclusief het GRUP, de bouwaanvraag en dergelijke, maximaal drie jaar in beslag nemen. Vervolgens zou de bouw zelf tot in 2020 duren. We hebben er toen bij verschillende gelegenheden met enige kennis van zaken voor gewaarschuwd dat deze vooropgestelde timing geen steek hield. Jammer genoeg hebben de feiten ons gelijk gegeven. Ik meen dit oprecht. Het is nu februari 2014. In plaats van een nieuwe aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor een uitvoerbaar project ligt vandaag enkel een plan-MER voor.
Minister-president, deze conform verklaarde plan-MER vormt een belangrijke tussenstap in de uiteindelijke besluitvorming. Het is nu aan uw ploeg om onverwijld een beslissing te nemen. Welk tracé zal uiteindelijk worden gekozen? Het zou er maar aan mankeren dat we nu nog eens bijkomend tijd zouden verliezen.
We gunnen u, voor alle duidelijkheid, uw Valentijnsakkoord. Neem echter van mij aan dat het essentieel is bij het nemen van een beslissing maximaal rekening te houden met de verzuchtingen van de Antwerpenaren. U mag zeker niet opnieuw in een mallemolen van procedures en referenda terechtkomen. Een ezel stoot zich slechts eenmaal aan dezelfde steen. U hebt in verband met dit dossier, met andere woorden, meer dan ooit nood aan een breed maatschappelijk draagvlak. U moet dit vinden in het Vlaams Parlement, in het stadsbestuur, bij de bevolking, bij de ondernemers in en buiten de haven en bij de gebruikers van de nieuwe verbinding. De door u gekozen keuze staat of valt hiermee. U moet een breed gedragen oplossing vinden. Die oplossing moet bovendien liefst betaalbaar en realiseerbaar zijn. Ze moeten op een duurzame wijze in het stadsweefsel en in de rand kunnen worden ingepast.
We staan, voor alle duidelijkheid, in 2014 weer waar we in 2005 waren geraakt. We hebben een conform verklaarde plan-MER. We moeten het er dan ook over eens zijn dat verder getouwtrek of tijdverlies nu uit den boze is. Ik zou dan ook namens mijn fractie enkele vragen willen stellen over de realiseerbaarheid van de drie op dit ogenblik nog gunstig beoordeelde tracés, het Oosterweel-tracé, het Oosterweel Noord-tracé en het Meccano-tracé.
Minister-president, bestaat er reeds een kostprijsberekening van en een vergelijking tussen de kostprijs van de aanleg van deze drie tracés? Is er duidelijkheid over de haalbaarheid van de financiering? Zo ja, hoe zal die financiering verlopen? Zal de stad Antwerpen een gelijkaardige inspanning moeten leveren of blijft het afgesproken maximumbedrag behouden?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw gesprekken met de Europese Commissie? Is het inmiddels al duidelijk of Noriant de werken al dan niet geheel of gedeeltelijk zal mogen uitvoeren? Zal een schadevergoeding moeten worden betaald? Hoe hoog kan die vergoeding maximaal oplopen?
Moet voor eender welk tracé sowieso een nieuw veiligheidsrapport en een nieuw GRUP worden opgesteld? Hoeveel tijd zal dit in beslag nemen? Moet voorafgaand aan een nieuwe aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning ook een nieuw project-MER worden opgesteld? Hoeveel tijd zal dit in beslag nemen? Moet de stad Antwerpen opnieuw een advies verstrekken? Wanneer kan de bouwvergunning worden aangevraagd? Wanneer kan de bouw van de nieuwe ontsluiting starten? Wat is de uitvoeringstermijn voor elk van de drie tracés?
Beseft de Vlaamse Regering dat ze zich, als bepaalde zaken toch onvermijdelijk zouden zijn, best bij de resultaten van een nieuw volksreferendum kan neerleggen? Bezint eer u begint.
Minister-president, wat zult u doen met uw Vlaamse Regering om in afwachting van de nieuwe verbinding te zorgen voor een minimale mobiliteit in de Antwerpse regio de volgende tien jaar? Bent u bereid om prioritair werk te maken van de oostelijke tangent, de aanleg van de verbinding Ekeren-Wommelgem, de zogenaamde 102? Bent u bereid om het gebruik en de werking van de Liefkenshoektunnel te onderzoeken en de betere ontsluiting ervan te realiseren? En ten slotte en niet het minst, bent u bereid om het door Open Vld voorgestelde noodplan voor het behoud van de mobiliteit in onze regio gedurende de eerstvolgende tien jaar ernstig te onderzoeken? Voor alle duidelijkheid: ik heb het dan niet over de door u aangekondigde maatregelen. Het plan is, zoals u weet, gestoeld op de minderhindermaatregel, die we samen namen naar aanleiding van de volledige heraanleg van de Antwerpse ring, waarbij het stedelijk verkeer maximaal gebruikmaakt van een opgewaardeerde Singel, het doorgaand verkeer op de ring blijft met enkele ontsluitingen naar het hoofdwegennet, vrachtwagens maximaal van de ring geweerd worden tijdens de ochtend- en avondspits door bijvoorbeeld het tolvrij maken van de Liefkenshoektunnel, het openbaar vervoer verder wordt versterkt. Minister-president, enkel met dergelijke drastische ingrepen kunnen we een minimum aan perspectief op mobiliteit garanderen en een totaal verkeersinfarct en een verder verval van de Antwerpse economie en haven voorkomen.
Voorzitter, collega’s, er is opnieuw bijna vijf jaar studiewerk achter de rug. De files zijn intussen verdubbeld. De Antwerpenaar en de Vlaming willen nu snel een realistisch plan van aanpak en vooral een plan dat haalbaar en uitvoerbaar is en maatschappelijk wordt gedragen. Iedereen weet dat we voor nog minstens tien moeilijke jaren staan vooraleer we weer een vlotte mobiliteit kunnen garanderen. Ik hoop dat we nu, het liefst over de partijgrenzen heen, als politiek verantwoordelijken de handen uit de mouwen kunnen steken en er samen, minister-president, voor kunnen zorgen dat er een structurele, maar ook vooral een duurzame oplossing komt voor dit al te lang aanslepend mobiliteitsprobleem. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mijnheer Van Mechelen, bent u ook niet benieuwd naar de mening van sp.a? Vindt u het ook niet eigenaardig dat de heer Van Malderen en de heer Janssens en de heer Martens ‘cabinetards’ geworden zijn van minister-president Peeters en dat zij op het publieke forum niet mogen spreken? Vindt u het ook niet eigenaardig dat Koen Van den Heuvel hier plots de woordvoerder is van de BAM-coalitie? Vindt u dat geen eigenaardige evolutie in dit dossier? Wilt u ook niet weten of sp.a voor de volksgezondheid kiest of voor Noriant en de betonboeren? Interesseert u dat ook niet, mijnheer Van Mechelen? (Applaus bij het Vlaams Belang en Groen)
Ik voel me nu een beetje pater familias door deze vraag. Alle gekheid op een stokje, voorzitter, maar het staat iedere partij vrij om duiding te geven bij haar standpunt. Voor mij is dat ook een politieke verantwoordelijkheid die men neemt of ontloopt. Ik neem akte van het feit dat twee niet onbelangrijke meerderheidspartijen in dit cruciale dossier hun stem niet laten horen. (Applaus bij de oppositie)
Maar anderzijds, collega’s… Maar anderzijds, collega’s… (Rumoer)
Mijnheer Vereeck, sinds u geen fractievoorzitter meer bent, bent u zeer lawaaierig geworden.
Collega’s, even heel ernstig. Minister-president, ik heb u opgeroepen te zoeken naar een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak om de nieuwe oplossing voor het mobiliteitsprobleem in Antwerpen tot stand te brengen. Dit begint in de eerste plaats in dit parlement. (Applaus bij Open Vld en Groen)
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, collega's, er is gezegd dat wij onze stem niet zouden laten horen. Mijnheer Van Mechelen, ik weet dat u het daar nog steeds moeilijk mee hebt, maar wij zitten nog steeds in de regering. Daar laten wij wel degelijk onze stem horen. Samen met onze coalitiepartners trekken wij daar aan de kar. (Rumoer bij de oppositie)
De heer Van Malderen kan bevestigen dat wij vanmiddag, tijdens een overleg, hebben gesteld dat het nu primordiaal is dat er knopen worden doorgehakt. Alle elementen liggen op tafel. Wij willen nu ruimte geven aan de Vlaamse Regering om een beslissing te nemen. Zodra dat is gebeurd, zijn wij natuurlijk bereid om daarover het debat voort te zetten.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik sluit mij aan bij wat de heren Diependaele en Van den Heuvel hebben gezegd. Als wij hier drie verschillende uiteenzettingen hadden gehouden, dan had men het gegarandeerd over de verdeeldheid in de regering gehad. Nu is er een gemeenschappelijk standpunt, maar ook dat is niet goed. Met haar tussenkomst heeft mevrouw Meuleman de ware bedoelingen van diegenen die een debat wilden, blootgelegd: het gaat niet over de inhoud. Men speelt een politiek spelletje. (Applaus bij de meerderheid)
Ten behoeve van mevrouw Meuleman wil ik nog zeggen dat het vandaag woensdag is. Maandag is het campagnedag en vrijdag is de dag waarop een beslissing in dit dossier wordt genomen. Volgende woensdag willen wij opnieuw over dit dossier debatteren.
Is het nog de bedoeling dat de N-VA en sp.a hun standpunt nog komen toelichten? Ik had nochtans een schitterende speech van mevrouw De Ridder verwacht, die over dit dossier steeds zeer klare en duidelijke standpunten heeft ingenomen. Blijkbaar gunt haar nieuwe partij het dat mensje niet. Ik neem daar akte van. (Applaus bij het Vlaams Belang en Open Vld)
De heer Van Der Taelen heeft het woord.
Ik ben verbaasd wanneer ik de fractieleiders van de N-VA en sp.a hoor spreken. Ik weet natuurlijk ook dat een legislatuur lang duurt. Is in hun hoofden wat verwarring ontstaan over wat de rol van een parlement is? U zegt hier eigenlijk dat er in de Vlaamse Regering wordt gepraat, maar dat het parlement niet de juiste plaats is om daarover te praten. Ik heb in de vijf jaar dat ik hier zit nog nooit zo’n misprijzen voor het parlement gehoord. (Opmerkingen van de heer Kris Van Dijck)
Maakt u maar dat wegwerpgebaar, mijnheer Van Dijck. Of mijn partij nu tot de meerderheid of de oppositie behoort, voor mij zal er altijd een essentieel onderscheid blijven tussen wat een parlement moet doen en wat een regering moet doen. Op basis van wat u zegt, kunnen we misschien een belangrijke besparing doorvoeren en het parlement gewoon afschaffen. (Applaus bij de oppositie)
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, collega's, men kan zich inderdaad afvragen of het nog nodig is een parlement in stand te houden. Op ‘De zevende dag’ ziet men een fractieleider van een regeringspartij een standpunt innemen dat afwijkt van dat van de regering. Wij vragen daarover dan een parlementair debat, maar dat kan niet, want er is geen regeringsstandpunt. Uiteindelijk komt er dan toch een debat over een dossier waarover de Vlaamse Regering aanstaande vrijdag een beslissing zal nemen. In een gezonde democratie geeft de wetgevende macht ten minste toch zijn standpunt vooraleer de uitvoerende macht een beslissing neemt. Maar twee regeringspartijen – de N-VA en sp.a – weigeren deel te nemen aan dat debat. Die weigering wordt verstopt door te stellen dat de fractieleider van CD&V het standpunt van de regering vertolkt. Misschien onderhandelt men nog over de vorming van een eenheidslijst in Brussel?
Ik stel één ding vast: dit is een defenestratie van het parlement zoals we nog nooit hebben meegemaakt, in een belangrijk dossier waarin de regering nog geen millimeter vooruit heeft gezet. (Applaus bij het Vlaams Belang, Groen en LDD)
Mijnheer Reekmans, het is wel de toepassing van het gentlemen’s agreement, dat moet u wel toegeven.
Het gentlemen’s agreement, voorzitter, verbiedt niet dat de regeringspartijen mee debat voeren.
Dat is ieder zijn verantwoordelijkheid.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, we hebben heel wat uren gediscussieerd om tot die ene tekst te komen, die is gedragen door de drie fracties. (Rumoer. Opmerkingen. Applaus bij de oppositie)
De twee collega’s hebben volle inspraak gehad in mijn betoog. Het steekt gewoon dat we hier vanuit de meerderheid eendrachtig zijn. Dat is uw frustratie deze middag, dat u geen speld kunt krijgen tussen wat de meerderheid hier voorlegt. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Rzoska heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, ik vind het toch een zeer merkwaardige uitspraak. U hebt dus uren onderhandeld om tot deze tekst te komen. Dan vraag ik mij af, en dat is het recht van een parlementslid, welke randvoorwaarden sp.a en de N-VA op dit moment proberen binnen te halen in de onderhandelingen in het beruchte Valentijnsakkoord. Dat wil ik als parlementslid ook wel eens weten. (Applaus bij de oppositie)
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, de mensen thuis kunnen zelf wel oordelen als ze merken dat twee partijen het woord niet hebben genomen. Het is hun recht om dat te doen of niet te doen, zoals u zegt, maar het is wel veelbetekenend. Ik stel vast, mijnheer Van den Heuvel, dat u, in plaats van op woensdagmiddag het debat te voeren in de voltallige plenaire vergadering, waar iedereen kan meeluisteren en het openbaar is, op woensdagmorgen tegenwoordig miniparlementen organiseert enkel met de meerderheid zonder oppositie. Zo is het gemakkelijk. (Applaus bij de oppositie)
Collega van de N-VA, in plaats van te roepen in de marge, ga vooraan staan en geef uw standpunt. Dat zou meer bijdragen aan het debat.
Ik vind dit ongezien, du jamais vu. Van CD&V en sp.a zijn wie die achterkamerpolitiek gewoon. We weten dat het daar zo werkt. Maar dat een partij die de grote kracht van verandering brengt, meedoet aan debatten in achterkamertjes in de voormiddag en elk debat in het parlement fnuikt? Daar had ik meer van verwacht! (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Binnen drie maanden zijn er verkiezingen. Dit is een van de belangrijkste debatten die de verkiezingsagenda zullen beheersen: de mobiliteit in Vlaanderen. We staan elke dag in de file. Op zijn minst mogen de burgers weten waar die partijen voor staan.
De collega van CD&V heeft het inderdaad weer echt ‘op zijn tjeefs’ geregeld. Men voert hier een nummertje op, u noemt dat misschien niet zo, maar de meeste mensen vinden dat ondertussen wel. U hebt iets willen brengen dat door iedereen van de meerderheid gedragen wordt en waar iedereen mee gesust is, maar waardoor er niets gebeurt. Als u zegt dat er wel kernpunten zijn, mag ik dan even vragen dat de fractieleiders van sp.a en de N-VA vooraan een kort verslag brengen van de bespreking van deze ochtend. Breng gewoon een verslag van wat u hebt besproken en beslist, dan zijn wij ook mee! Ik denk niet dat dat er is.
Er is inderdaad een gentlemen’s agreement, voorzitter, waar sommige meerderheidspartijen al heel lang spijt van hebben. Het bepaalt dat wanneer de verenigde oppositie een debat vraagt, het ook wordt gevoerd. Dat vind ik terecht. De oppositie heeft ook haar rechten. We hebben vandaag nog een belangrijk punt op de agenda geplaatst om ook kleine oppositiepartijen in de gemeenteraad debatten in de commissies te laten voeren. Dat is belangrijk. Het is essentieel aan de democratie.
Mij stoort dat we hier een debat niet kunnen voeren omdat de regering het niet wil. Dit is geen uitvinding van de drie fractieleiders, minister-president, het is de regering die heeft gezegd dat er geen debat wordt gevoerd: laat de oppositie maar hun nummertje opvoeren, wij brengen één standpunt door één fractieleider en vrijdag beslissen we.
Minister-president, dat zijn niet de essentiële basisvoorwaarden waarop een democratie werkt. In een democratie debatteert een parlement als wetgevende macht. (Rumoer)
Ja bon, het is een heel interessant debat: we horen regeringspartijen in ‘De zevende dag’ standpunten innemen tegen de regering, maar als er hier echt moet worden gedebatteerd over wat de regering zou moeten doen, dan spreken ze niet.
Minister-president, u hebt uw regering niet in de hand, maar u kunt te gepasten tijde wel bepaalde regeringspartijen doen zwijgen, dat is sterk.
Voorzitter, dat de heer Van den Heuvel de allures aanneemt van een staatsman, dat weten we, alleen moet hij de stiel nog een beetje leren. Hij heeft zich in feite ‘misklapt’. Hij zei dat hij hier namens de meerderheid kwam spreken en hij vroeg: “Weet u wel hoeveel uren wij deze voormiddag met de meerderheid bijeengezeten hebben?” (Applaus bij het Vlaams Belang. Rumoer)
En dan heeft hij nog het lef om te zeggen dat het een redenering is waar geen speld tussen te krijgen is. Natuurlijk kunt u geen speld krijgen tussen iets dat er niet is!
Wat bent u komen zeggen, mijnheer Van den Heuvel, namens de meerderheid na zoveel uren debatteren en discussiëren? U bent niets komen zeggen. U bent in feite komen vertellen dat u als meerderheid in dit parlement volmachten geeft aan de Vlaamse Regering om vrijdag te doen wat ze denkt te moeten doen of om niet te doen wat ze denkt niet te moeten doen. Dat is de betekenis van de verklaring die u hier deed op de tribune.
Collega’s, als dat de uitkomst is, namelijk: “we hebben geen standpunt, noch als CD&V, noch als sp.a noch als N-VA”, dan wil dat zeggen dat er een haar in de boter zit. Dat kan trouwens niet anders, de aanzet is inderdaad gegeven door de minister-president zelf – daar heeft de heer Reekmans gelijk in –, want het is niet voor niets dat hij hier een regeringsmededeling komt doen.
Minister-president, daarin zegt u in feite: “Come and see next week. U bent te vroeg, ik zal hier niets zeggen. Ik zal hier een beetje ‘luisteren’ naar het parlement.” Excuseer, wij in de oppositie zijn misschien wel idioten, maar we zijn geen volslagen idioten, dat zijn we nog net niet! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het is een mooi theaterstuk dat hier werd opgevoerd. De aanzet is gegeven door de minister-president en wij zitten met een Vlaamse Regering die de Vlaamse meerderheid fnuikt. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ja, eensgezind fnuikt: een Vlaamse meerderheid die hier eensgezind komt zeggen dat ze in feite niets mag zeggen. Dat is de betekenis van deze namiddag. De meerderheid in dit Vlaams Parlement geeft de Vlaamse Regering gewoon de volmacht om te doen wat ze denkt te moeten doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Voorzitter, ik begrijp heel goed dat de verkiezingskoorts begint op te steken. (Rumoer)
Ik denk dat dit dossier veel te belangrijk is – en zo sluit ik me aan bij de woorden van de heer Van Malderen van daarnet – om opnieuw politieke spelletjes te spelen. (Rumoer)
We weten heel goed – en Open Vld zou beter een beetje meer bescheidenheid aan de dag leggen – dat de politieke spelletjes er in het verleden voor hebben gezorgd dat dit dossier al heel wat vertraging heeft opgelopen. Wij willen absoluut vermijden dat dat opnieuw gebeurt.
En ik heb daarjuist zelfs iemand van het Vlaams Belang horen zeggen – in alle eerlijkheid, want het is een heel uitgebreid en ingewikkeld dossier – dat hij zelfs nog niet de kans heeft gehad om alle elementen van het dossier door te nemen. (Opmerkingen)
Wij willen met de meerderheid binnen de regering eerst al die elementen grondig onderzoeken, alle dossiers, het MER en zo meer, om vrijdag een beslissing te nemen, om vrijdag de knoop door te hakken.
En dat is primordiaal. Dat dossier moet eindelijk opgelost geraken. Over een of twee jaar moeten we die spade eindelijk in de grond krijgen. Iedereen mag hier gerust campagne over voeren, en hier zitten roepen en tieren, maar dat is het enige wat de meerderheid voor ogen heeft. Dat is ook de reden waarom wij hier uitdrukkelijk hebben beslist om uit één mond te spreken en te tonen dat deze regering eensgezind die knoop doorhakt.
Er zijn andere partijen in dit parlement en andere regeringen die daar een voorbeeld aan zouden kunnen nemen. (Applaus bij de N-VA)
Ik probeer een beetje rust te brengen in mijn reactie. De griep is in het land, maar inderdaad, mijnheer Diependaele, de verkiezingskoorts ook. De gekende symptomen zijn dan grootspraak, persoonlijke aanvallen, een verhoogd volume enzovoort. Dit mag echter niet de aandacht afleiden van het feit dat hier vandaag en wellicht ook vrijdag een aantal mensen een hele strategie in puin zien vallen. Door het feit dat de regering een beslissing neemt, wordt een heel deel van het discours dat we hier maanden hebben gehoord, van de baan geveegd. Ik herhaal wat zowel de minister-president als de heren Diependaele en Van den Heuvel hebben gezegd, namelijk dat wij absoluut bereid zijn om volgende woensdag het debat in al zijn aspecten te voeren op basis van de beslissing van de regering. En ik wil één voorspelling doe: wie vandaag het luidst roept, zal op dat moment heel wat minder noten op zijn zang hebben. (Applaus bij sp.a en de N-VA)
Wij voelen ons alvast niet aangesproken, mijnheer Van Malderen, wij hebben hier niet zitten roepen. Ik heb goed geluisterd naar de heer Van Mechelen, mijnheer Diependaele. Ik heb hem geen persoonlijke aanvallen horen formuleren. Ik heb hem ook geen campagne horen voeren. De heer Van Mechelen heeft zelfs een uitgestoken hand gereikt en gezegd dat er een zo breed mogelijk draagvlak nodig is, ook in het parlement, voor de beslissing die de regering zal nemen. Hij heeft gewoon een aantal bijkomende vragen gesteld aan de minister-president. Vraag is of de minister-president die vragen wil beantwoorden. (Applaus bij Open Vld)
Ik voer geen campagne en ik doe geen persoonlijke aanvallen, ik vraag alleen respect voor de werking van het parlement. Als oppositie zijn we erin geslaagd de fractieleiders van de N-VA en sp.a iets te doen zeggen. De collega’s van CD&V en de N-VA spreken elkaar tegen. De collega’s van CD&V zegt dat ze vanochtend uren hebben moeten overleggen om tot een standpunt te komen. De voorzitter van de NV-A-fractie zegt dan weer dat het te moeilijk was, dat ze er niet zijn doorgeraakt. Voorzitter, ik stel voor om deze zitting te verdagen tot vrijdagochtend om dan het debat te voeren, voor de regering een beslissing neemt. Dan is elke fractie misschien in staat om het dossier door te nemen. De bedoeling is een parlementair debat te voeren voor de regering een beslissing neemt, en niet erna.
Ik wil de oproep van de heer Tommelein ondersteunen. Er zijn van deze kant van het parlement heel wat bijkomende vragen gesteld. Ik hoop dat we daar een antwoord op krijgen.
Mijnheer Diependaele, ik vind het trouwens merkwaardig dat u ons nu verwijt het debat te willen voeren, terwijl het uw regering is die jarenlang heeft getalmd in dit dossier. Op het moment dat een belangrijk maatschappelijk project richting eindfase gaat, is het niet meer dan logisch in de transparantie van een democratie dat een parlement daar een debat over voert.
Ik voel me ook absoluut niet aangesproken door uw beschuldiging dat wij campagne zouden voeren. Ik heb intussen wel het MER zo goed mogelijk doorgenomen. Daar zitten ook synthesenota’s in. Mijn uiteenzetting daarnet was volledig gebaseerd op de conclusies die terug te vinden zijn in deelrapport 13, de synthese. Daaruit blijkt dat wat betreft gezondheid en de parameters rond stikstof en elementaire koolstof, de alternatieven het beste scoren. Mijn vraag is dan ook wat deze Vlaamse Regering zal doen. Zal zij daarmee rekening houden? Wat weegt het meeste door: gezondheid of mobiliteit, zo kort mogelijk door de stad om eventueel 3 à 5 minuten tijdswinst te halen? Als u vindt dat een parlement daar geen maatschappelijk debat mag over voeren, dan begrijp ik niet wat u hier zit te doen. (Applaus bij Groen)
Mijnheer Rzoska, u moet eens nagaan wat ik heb gezegd. Ik heb op geen enkel, maar dan ook geen enkel moment enige commentaar gegeven over het feit dat dit debat plaatsvindt. Daar heb ik geen enkel probleem mee.
Alleen kan elke partij kiezen op welke manier ze daaraan deelneemt. Voor alle duidelijkheid: op zich heb ik geen probleem met het debat.
Voorzitter, mijnheer Van Malderen, ik wil mij verontschuldigen. Indien ik hier daarnet te hard heb geroepen, hoop ik dat ik uw trommelvliezen niet heb doen scheuren. U hebt gesuggereerd dat diegenen die riepen, niet meer zouden meedoen aan het debat van volgende week.
Mijnheer Van Malderen, u kent mij misschien niet helemaal, maar ik volg dit debat sinds het begin van de eerste voortgangsrapportage over dit verhaal. Ik denk dat de mensen die de verslagen nalezen ook zullen toegeven dat ik actief heb deelgenomen aan dit debat. Als het debat volgende week technisch zal worden, zal ik dat beoordelen op zijn technische merites. Maar vandaag, mijnheer Van Malderen en collega’s van de meerderheid, hadden wij als oppositie het recht om een politieke vraag te stellen en hopelijk een beslissing bij te sturen. De vraag is en blijft: gaat u voor de volksgezondheid of voor kleine quick wins wat mobiliteit betreft? Gaat u voor de volkswil of voor wat in achterkamertjes wordt bedisseld? Gaat u voor de echte belangen van Vlaanderen of voor uw eigen belangen? Dat was de vraag die wij vandaag moesten en mochten stellen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik wil nog twee elementen aanhalen.
Begrijp ik het goed dat de regering niet zal antwoorden op ons betoog? (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Want anders moet ik mijn volgende vraag niet stellen.
Minister-president, ik hoorde u daarnet zeggen: “U vraagt niet naar de intenties van de regering.” Voor alle duidelijkheid: als ik vraag of er reeds een kostprijsberekening bestaat van en een vergelijking tussen de kost van de aanleg van deze tracés, dan heeft dat niets met een intentie te maken, maar met cijfers. Als ik vraag of er duidelijkheid is over de haalbaarheid van de financiering ervan, dan vraag ik dat omdat ik weet dat dit na de bankencrisis de achilleshiel is om het dossier tot een goed einde te brengen. Als ik vraag of de stad Antwerpen een gelijkwaardige financiële inspanning zal moeten leveren of dat het afgesproken maximumbedrag van 352 miljoen euro behouden blijft, minder of meer wordt, is dat geen intentieproces, maar een vraag. Ook de kwestie of uw gesprek met Europa of Noriant al dan niet kan plaatsvinden, is een vraag.
Mijnheer Diependaele, als ik vraag of er een nieuw gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, een nieuw veiligheidsrapport en voor de bouwaanvraag een nieuwe project-MER moet worden gemaakt, vraag ik dat net om aan te tonen dat wat u daarnet zei, namelijk dat u beslist om volgend jaar een spade in te grond te steken, je reinste volksverlakkerij is. Ik weet dat, als de regering vrijdag een tracé kiest, u binnen de drie, vier jaar amper kunt beginnen met die werken. Dan praten we over plus vijf of zes jaar. Daarom vroeg ik in ondergeschikte orde wat de regering in hemelsnaam zal doen opdat we toch terug zouden kunnen rijden in die regio en onze bedrijven niet verhuizen naar elders. (Applaus bij de oppositie)
Voorzitter, als dit parlement een actualiteitsdebat wil organiseren, is de Vlaamse Regering hier aanwezig. Wij hebben heel veel respect voor de manier waarop zo’n actualiteitsdebat wordt georganiseerd. Ik heb begrepen dat, wanneer de verenigde oppositie dat vraagt, de meerderheid daar ook altijd op ingaat. Ik vind dat van een hoog democratisch gehalte, als u dat vanuit de meerderheid bekijkt.
Maar goed, er is een actualiteitsdebat. Ik denk dat niemand van de meerderheid in twijfel heeft getrokken dat in dit parlement over alles kan worden gediscussieerd.
Wat dit dossier betreft, hebben alle partijen in dit Vlaams Parlement gevraagd dat de Vlaamse Regering een beslissing neemt. Deze beslissing zal vrijdag op de agenda staan. Wij gaan ervan uit dat deze Vlaamse Regering vrijdag een beslissing neemt, met alle documenten die ik in mijn verklaring heb aangehaald. Mijnheer Van Mechelen, u hebt een aantal vragen gesteld. Met de kosten-batenanalyse, die vrijdag ook op de agenda staat, kunnen we een antwoord geven op een aantal van uw vragen.
Wij zullen vrijdag ook een interministerieel comité organiseren waarin ook de stad en de haven zijn opgenomen. Wij zullen ook met hen daar vrijdag over spreken om dat breed draagvlak, waar u voor pleit, maximaal te realiseren.
Collega’s, ik denk dat terecht wordt gevraagd dat deze Vlaamse Regering een beslissing neemt, dat terecht wordt gezegd dat dit parlement een controlefunctie heeft en beslissingen van de Vlaamse Regering in al hun facetten kan bespreken en uitleg kan vragen aan de Vlaamse Regering om de argumenten en de criteria waarmee ze tot een beslissing is gekomen, heel transparant te bespreken. Ik blijf het eigenaardig vinden dat enerzijds aan de Vlaamse Regering wordt gevraagd om een beslissing te nemen en anderzijds dat, vooraleer de Vlaamse Regering heeft beslist, aan de Vlaamse Regering wordt gevraagd om een aantal zaken mee te geven die voorafgaan aan die beslissing.
Maar goed, ik heb dat vastgesteld. Ik heb daarstraks gezegd dat wij geluisterd hebben naar alle betogen, dat wij vrijdag een zeer delicate maar belangrijke afweging zullen maken, dat wij vrijdag een beslissing zullen nemen, dat wij heel graag bereid zijn om woensdag of donderdag uitleg te geven, wanneer u wenst, ook in de commissie, waar collega minister Crevits al heel wat tekst en uitleg heeft gegeven in het verleden. Zij zal dat blijven doen, en ook heel de Vlaamse Regering, als jullie dat wensen. Ik denk dat dit een normale gang van zaken is. Ik begrijp dat de oppositie graag vandaag de Vlaamse Regering al had ondervraagd en haar graag al een aantal uitspraken had willen laten maken. In het belang van dit dossier zal de Vlaamse Regering vrijdag eensgezind tot een besluit komen. De Vlaamse Regering zal heel graag ingaan op alle vragen die omtrent deze beslissing kunnen worden gesteld. Dat lijkt mij een goede werkwijze, een democratie waardig. De rest van het verhaal moet een tijdshorizon krijgen. Hopelijk vinden we elkaar volgende week hier terug om daarover te discussiëren.
Minister-president, ik wil nog een constructieve reactie geven op wat u hebt gezegd. Ik sluit aan bij wat ik heb gezegd in het begin van het debat en ook bij andere collega’s. Als u vrijdag die beslissing neemt, is het minstens even belangrijk in deze fase van het debat, zo niet, nog belangrijker, dat u ook een duidelijk standpunt inneemt over een actieplan op korte termijn. Ik spreek dan over een tijdsspanne van anderhalf tot twee jaar waarin dat kan worden uitgevoerd. We weten allemaal dat er verschillende jaren zullen overgaan tussen het beslissingsmoment, namelijk Valentijn 2014, en de effectieve aanvang van de werken en de openstelling van een nieuwe Scheldekruising. Als de Vlaamse Regering werkelijk als goede huisvader de gemeenschapsbelangen in Vlaanderen beheert, dan moet u ook een kortetermijnplanning hebben en dan moet u veel verder gaan dan het Verfpottenakkoord. Dan zou u op die ministerraad van vrijdag ook concreet een aantal maatregelen moeten meegeven om op korte termijn uit te voeren zodat heel snel, in anderhalf tot twee jaar, concreet de mobiliteit verbetert alsook de ontsluiting van de haven en de stad en het doorrijdend verkeer in Vlaanderen verbetert en het leed verzacht kan worden.
Ook dat moet u dus doen. En dat is minstens even belangrijk als de fundamentele beslissing over de keuze van het tracé.
Minister-president, wij hebben u niet willen ondervragen over een regeringsbeslissing. Ik ga er nog altijd van uit dat die er niet is, hoewel ik in de wandelgangen en op andere fora hoor dat er wel al principiële beslissingen zouden zijn genomen. Maar goed, ik ga er in mijn naïviteit als Vlaams Parlementslid van uit dat wij een beslissing van uwentwege nog altijd kunnen bijsturen. Dat was de reden waarom ik, als oppositielid, en met mij andere oppositieleden, dit debat hebben gevraagd.
Tot besluit van dit debat, voorzitter, zullen we nog een ultieme poging wagen om middels een motie het regeringsbesluit te sturen. Ik hoop dat ook de meerderheidspartijen die nu hebben gezwegen, daar rekening mee zullen houden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, ik begrijp dat u een momentum wilt maken: eindelijk eens een beslissing van de Vlaamse Regering. Wij gunnen het vooral de Vlamingen van harte dat u eindelijk een beslissing neemt. De heer Van Mechelen heeft ook gezegd dat hij u en uw regering dat Valentijnsakkoord van harte gunt. We willen uw momentum dus niet verknallen of om zeep helpen, maar u verstopt zich wel achter een beslissing van de regering.
U moet een keuze maken over een tracé, en ik begrijp dat u dat nog niet wilt bekendmaken en er eerst over wilt beraadslagen. Maar wij stellen wel een aantal technische vragen. Los van het feit dat de keuze van het tracé niet bekendgemaakt moet worden, zijn er toch een aantal belangrijke vragen, die u ons perfect zou kunnen beantwoorden en waarvoor u niet moet wachten tot het momentum van vrijdag, bijvoorbeeld over de financiële haalbaarheid en een aantal technische aspecten.
U maakt bekend dat u een beslissing zult nemen, en dat is zeer goed. Het werd tijd. Maar wat nog belangrijker is, is de vraag wat u zult doen in afwachting van de uitvoering van alles wat u nu zult beslissen. Ondertussen staat Vlaanderen immers elke dag opnieuw in de file. Ook daarop moeten antwoorden komen. De heer Van Mechelen heeft daar vragen over gesteld, maar daar komt geen antwoord op, terwijl dat niets te maken heeft met het tracé.
Ook mijn fractie heeft dit actualiteitsdebat willen aangrijpen om de beslissing die vrijdag wordt genomen, nog wat te kunnen sturen. Ik zal dan vrijdag wel zien wat voor u prioritair is, minister-president. Iedereen wil dat de mobiliteitsknoop ontward of minstens verlicht wordt, maar dat kan op verschillende manieren, zo hebt u zelf ook kunnen vaststellen in het MER. De vraag is of u gaat voor de luchtkwaliteit en de leefbaarheid in de stad Antwerpen, dan wel of u daar het hartinfarct, zeker op het vlak van luchtkwaliteit, nog zult verergeren. Ook mijn fractie kondigt een motie aan.
Minister-president, ik begrijp dat u als uitvoerende macht uw beslissingen graag in de luwte neemt, liefst met zo weinig mogelijk pottenkijkers. Dat is logisch. Ik weet ook hoe een schepencollege werkt. Het is soms zo dat je makkelijker en efficiënter … (Opmerkingen. Gelach. Rumoer)
Collega Diependaele, ik wil u het verschil tussen de wetgevende en de uitvoerende macht eens uitleggen, als u dat niet kent. Het schepencollege heeft bepaalde mandaten die een gemeenteraad niet heeft, en omgekeerd. (Opmerkingen)
Dat is nu eenmaal zo, minister-president. Ik beaam dat. Dat is eigen aan politiek.
Collega’s, u roept hier ‘achterkamerpolitiek’, maar wat ik nog nooit heb meegemaakt en zelf nog nooit gedaan heb als burgemeester of schepen, is mijn fractieleiders van de meerderheid in mijn gemeenteraad het zwijgen opleggen en één fractieleider van één meerderheidspartij het woord namens de twee laten voeren. Zo ver ben ik nog niet gegaan, maar ik leer hier heel snel bij. (Opmerkingen. Gelach)
Collega’s, ik weet dat hier aan een heel gevoelig punt wordt geraakt. Er is inderdaad een gentlemen’s agreement, dat de meerderheidspartijen akkoord gaan als de verenigde oppositie een debat vraagt. Maar jullie hebben hier vandaag een heel gevaarlijk precedent geschapen. Nog nooit eerder hebben fractieleiders van een meerderheidspartij geweigerd aan een parlementair debat deel te nemen én zich verscholen achter de fractieleider van één partij.
Dat is een spijtige zaak, vooral omdat ik net diezelfde fractieleiders – nietwaar, mijnheer Van Malderen? – wel in ‘De zevende dag’ standpunten zie innemen tegen de Vlaamse Regering, en daarover mag niet worden gedebatteerd. Dat is jammer. De fracties van de N-VA, CD&V en sp.a gedragen zich als waterdragers voor de Vlaamse Regering en geven volmacht. Ik vraag me af of jullie je hier deze namiddag nog moeten opofferen en blijven zitten. De regering zal het wel doen en jullie zijn eigenlijk overbodig, maar dat hebben jullie zichzelf aangedaan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Groen, Open Vld en het Vlaams Belang kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 16 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Collega’s, ik heb aan de fractieleiders meegedeeld en het is afgesproken met de regering dat er volgende week donderdag 20 februari om 14 uur een vergadering van de Commissie voor Openbare Werken en Mobiliteit plaatsvindt, die bijna uitsluitend zal gaan over de beslissing die de Vlaamse Regering vrijdag neemt. Ik heb gevraagd dat dezelfde leden van de regering die vandaag aanwezig waren, ook donderdag aanwezig zijn. Dat is onder voorbehoud van een beslissing van de regering volgende vrijdag.
Het debat is gesloten.