Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, recent mochten we nog vernemen, ook in de commissie Wonen, dat er bijna 9000 sociale woningen leeg staan. Dat getal spreekt natuurlijk tot de verbeelding, zeker als men weet dat er bijna 90.000 mensen op de wachtlijsten staan. Er moet dus vast en zeker worden ingezet op het aanpakken van die leegstand.
U doet dat ook. U hebt het renovatiebudget verdubbeld naar 200 miljoen euro. Vorige week is er, samen met minister Schauvliege, een maatregel aangekondigd waarbij 7,8 miljoen euro extra wordt ingezet in het kader van klimaatdoelstellingen waardoor er 1500 sociale woningen kunnen worden aangepakt.
In De Standaard las ik dat u bijkomende maatregelen zou treffen tegen gemeentebesturen waar er een leegstand van 1,5 procent zou zijn. Minister, vindt u dat een passende maatregel voor het wegwerken van het probleem van de leegstand bij de sociale huisvestingsmaatschappijen?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat er een aantal maatregelen nodig zijn. Ik heb deze legislatuur ernstige pogingen ondernomen om de leegstand te beperken. Dat is ook gelukt tot op het moment dat de renovatiebudgetten zijn verdubbeld en dat er noodzakelijkerwijze meer leegstand nodig is omdat die woningen ook moeten worden gerenoveerd. Op middellange termijn zorgt dat natuurlijk voor veel meer woningen die werkelijk bewoonbaar zijn.
Wat doen we om de leegstand te verminderen? We nemen een aantal stimulerende maatregelen. We gaan na hoe huisvestingsmaatschappijen met weinig leegstand dat realiseren. We halen er de goede praktijkvoorbeelden uit en verspreiden ze naar andere in de sector. Een tweede stimulerende maatregel is de visitatiecommissie die langskomt en expliciet als opdracht heeft gekregen om leegstand na te gaan en eventueel een plan van aanpak te vragen. Er zijn ook ontradende maatregelen. Er is de fameuze 1,5 procentmaatregel die al een tijdje geleden is ingevoerd en huisvestingsmaatschappijen hebben die nu voor het eerst gevoeld. De gewestelijke sociale correctie (GSC) – een tegemoetkoming om ervoor te zorgen dat de maatschappij financieel gezond kan blijven – is lager dan vroeger als er veel leegstand is. Vroeger tolereerde de overheid leegstand van 3 procent, nu is de tolerantiedrempel verlaagd naar 1,5 procent. Dat betekent dat we begrijpen dat er soms wat leegstand is – tussen twee huurders in, omwille van een renovatieproject –, maar we hebben de drempel gehalveerd en dus ook de tegemoetkoming voor de huisvestingsmaatschappijen gehalveerd om hen aan te zetten tot een beetje snelheid bij het invullen van die woningen of het renoveren van woningen.
Gemeenten moeten meer geresponsabiliseerd worden, niet door hen geld af te pakken, maar ik zie wel drie problemen. Ik heb trouwens de burgemeester van elke gemeente waar er problemen zijn, persoonlijk aangeschreven. Sommige gemeenten hebben een heffing op leegstaande woningen, maar stellen alle leegstaande sociale woningen daar ongenuanceerd van vrij, ongeacht of er een renovatieplanning is voor die specifieke sociale woning.
Ik vind dat niet gezond. Ik vind dat wat geldt voor de private verhuurder, ook moet gelden voor de sociale verhuurder. Ofwel bent u een goede huisbaas en laat u de woning renoveren. Dan hebt u daar een plan voor en kunt u dat plan voorleggen, en hoeft u wat mij betreft geen heffing te betalen. Ofwel bent u daar niet mee bezig, en dan vind ik dat u die heffing moet betalen.
Er zijn redelijk wat steden in Vlaanderen, waaronder onze grootste steden, die die vrijstelling compleet ongenuanceerd toekennen. Dan zijn er andere steden, die ze niet vrijstellen van een heffing, maar die niet eens een heffingsreglement hebben. Ook dat vind ik een probleem, want zo stimuleer je op geen enkele manier dat woningen worden ingevuld. En ten slotte zijn er die wel een leegstandsregister hebben en die sociale woningen niet volledig vrijstellen, maar die woningen opnemen in hun leegstandsregister. Dan ben je natuurlijk even ver van huis.
Ik wil vanuit de Vlaamse overheid een aantal ernstige maatregelen nemen om leegstand tegen te gaan, en heb dat ook gedaan. Tegelijk wil ik de renovatie-inspanningen meer dan verdubbelen. Dat betekent hoe dan ook tijdelijk wat meer leegstand. Dat kan niet anders, maar we weten ten minste met welk perspectief. Maar vervolgens moet ik ook op het niveau van elke gemeente een partner vinden om ervoor te zorgen dat er geen ongenuanceerde vrijstellingen zijn voor leegstaande sociale woningen of heffingen. Men moet huisvestingsmaatschappijen daar echt responsabiliseren. Dat is een taak van de gemeente.
Minister, het is goed om te horen dat u geen vermindering zult doorvoeren van de gewestelijke bijdrage ten aanzien van de gemeenten die dat krijgen omdat zij een aantal sociale woningen op hun grondgebied hebben.
Het lokale niveau is nu bevoegd voor de aanpak van de leegstandsproblematiek en kan dus het best mee onderzoeken of het een passende maatregel is om de sociale huisvestingsmaatschappijen mee aan te moedigen om de leegstand zo laag mogelijk te houden.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Zo’n leegstandsheffing moet inderdaad een stok achter de deur zijn. Overheden hebben nu eenmaal een voorbeeldfunctie, en het is mijns inziens een bijzonder slecht signaal als er te veel leegstaande woningen zijn in een gemeente, gelet op het aantal mensen dat vandaag op wachtlijsten staat.
Zoals de minister aanhaalde, zijn er vandaag heel wat gemeenten die een vrijstelling hebben voor sociale huisvestingsmaatschappijen als ze leegstaande woningen hebben. Die gemeenten doen dat met de beste bedoelingen en denken dat ze daarmee iets sociaals doen, maar niets is minder waar, want mensen begrijpen het echt niet en vinden het irritant dat, op een moment dat zoveel mensen op een wachtlijst staan, er zoveel panden leeg staan.
Mijn eigen stad is een goed voorbeeld, minister. Wij hadden ook een vrijstelling voor de sociale huisvestingsmaatschappijen. Naar aanleiding van uw schrijven hebben we het eens bekeken, en we hebben dat bijgesteld. Het heeft niet de bedoeling om huisvestingsmaatschappijen te straffen, maar wel om ze te sensibiliseren en erop toe te zien dat we vandaag als overheid geen verkeerde signalen uitzenden naar mensen die op een wachtlijst staan.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Ik kan mij niet aansluiten bij mevrouw Hostekint. Een extra heffing op meer algemene wijze invoeren, vinden wij geen goed idee. We erkennen natuurlijk wel de extra inspanningen die u geleverd hebt, minister, en vinden de 1,5 procentregel via de gewestelijke sociale correctie een goed idee, maar ik denk dat het beter is om gemeente per gemeente gediversifieerd te bekijken wat de oorzaak is. Eigenlijk gaf u in uw antwoord al aan dat u daar ook naartoe wilt werken. Dan vind ik het verkeerd om te spreken over een extra algemene heffing.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, voor één keer ben ik het volledig eens met uw beleid. Ik ben er nooit voorstander van geweest dat er een vrijstelling was voor sociale huisvestingsmaatschappijen. Ik heb dat vroeger ook proberen in te voeren, maar het beleid wou mij niet volgen. Maar kijk, er is voortschrijdend inzicht. Dit jaar heeft men, wellicht ook naar aanleiding van uw brief, het reglement aangepast. Ik denk dat u daar veel mee zult bereiken. Sociale huisvestingsmaatschappijen moeten echt het voorbeeld geven, want de mensen begrijpen niet dat die huizen leegstaan. Wij krijgen daar foto’s van toegestuurd, van mensen die niet begrijpen dat ze zo lang moeten wachten, terwijl er woningen leeg staan. Ik vind het dus heel goed dat u de gemeenten hebt aangeschreven en de sociale huisvestingsmaatschappijen niet langer vrijstelt.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Ik ben blij te vernemen dat er al twee steden zijn ingegaan op de suggestie.
Mijnheer Hendrickx, ik zal het nog eens uitleggen. Ik leg geen heffing op. Steden en gemeenten kunnen een leegstandsheffing hebben. Sommige steden en gemeenten hebben beslist die leegstandsheffing niet toe te passen op sociale woningen, enkel op private woningen. Ik denk dat een ongenuanceerde, algemene vrijstelling contraproductief is, maar dat u gerust selectief mag vrijstellen wanneer er een concreet renovatieplan is.
Als u gewoon door de vingers ziet dat een op de tien sociale woningen leegstaat in een gemeente, denk ik dat u fout bezig bent. Het is niet sociaal om geen leegstandsheffing te heffen op leegstaande sociale woningen. Het zorgt er net voor dat ze langer leeg blijven staan. Het is sociaal om te zeggen: “Excuseer, maar als u niets doet met die woningen zult u moeten betalen.” Ik zweer het u, er zal dan wel snel iets mee gebeuren. Ze zullen wel worden ingevuld of de eigenaars zullen we gemotiveerd worden om een renovatieplan in te dienen. Dat is mijn voorstel. Behandel ze niet anders dan private verhuurders, maar zorg ervoor dat er een stimulans is om woningen op te knappen en te laten bewonen. Stel ze niet ongenuanceerd vrij, want dat is geen gezond beleid.
Minister, het is goed dat u verder in overleg treedt met de gemeentebesturen. Heel wat sociale huisvestingsmaatschappijen geven het goede voorbeeld, zoals u zelf naar voren hebt gebracht. Zo weet ik dat bij de stad Antwerpen de dienst samenlevingsopbouw contact opneemt met de huisvestingsmaatschappijen om in afwachting van renovatieprojecten met bewoners uit bijzonder kwetsbare groepen contracten bezetting ter bede af te sluiten. Dat verloopt op een zeer goede manier.
Ik ben blij te horen dat u niet zult optreden ten aanzien van de gemeenten en dat in De Standaard verkeerdelijk stond dat de gewestelijke bijdrage zou worden afgenomen van de gemeenten.
De actuele vraag is afgehandeld.