Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toegankelijkheid van het Vlaams openbaar vervoer voor mensen met een beperking
Verslag
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, in 2008 heb ik uw voorganger mijn eerste vraag gesteld over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer in Vlaanderen. Gelukkig is ondertussen toch al heel wat gerealiseerd in positieve zin. Zo voldoen steeds meer voertuigen van De Lijn aan de toegankelijkheidsvereisten. De komst van nieuwe bussen en trams zal de positieve cijfers nog meer aandikken. Maar het aantal toegankelijke haltes blijft nog relatief beperkt. Daarnaast is ook de inrichting van het openbaar domein nog steeds een grote struikelblok.
In uw beleidsbrief voor dit jaar stelde u zelf dat daar een inhaaloperatie nodig is. Met andere woorden: er moeten nog hindernissen worden genomen, en dat moet dringend gebeuren. U moet echt een versnelling hoger schakelen. De ervaringen van schrijver en rolstoelgebruiker Mustafa Kör in De Standaard van deze week tonen dat aan. Bovendien mogen wij niet vergeten dat voor een grote groep van mensen met een beperking het openbaar vervoer de enige of toch de belangrijkste manier is om zich te verplaatsen, en dus voor hun mobiliteit ervan helemaal afhankelijk zijn. Zolang de toestand is wat hij is, is er geen sprake van inclusie voor die mensen. Vervoer is voor veel mensen, ook voor jullie, een essentieel onderdeel van de dagdagelijkse activiteiten: winkelen, kinderen vervoeren, werken enzovoort.
Mijn vraag is zeer eenvoudig: wat zult u op zeer korte termijn ondernemen om de toegankelijkheid van het openbaar vervoer in Vlaanderen te verbeteren? Wanneer zal de verplichte reserveringstermijn van 48 uur worden afgeschaft? Zeker wat betreft het gewone openbare vervoer is dat echt niet meer van deze tijd.
Collega’s, ik wil eraan herinneren dat men slechts één vraag aan de minister kan stellen.
De heer Roegiers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, twee jaar na een undercoverreportage in het programma Volt, waaruit bleek dat de toegankelijkheid van het openbaar vervoer vaak te wensen overliet, probeert de Leuvense schrijver Mustafa Kör in een rolwagen met tram, trein en bus een traject door Vlaanderen af te leggen. Helaas moet hij, zoals in Volt toen, vaststellen dat de toegankelijkheid nog steeds vaak ontoereikend is. Twee jaar geleden hebt u een actieplan aangekondigd: ‘Personen met een handicap samen op pad’. Iemand van De Lijn zou met een persoon met een beperking op stap gaan om te onderzoeken welke hindernissen moeten worden weggewerkt. Ook in de beheersovereenkomst met De Lijn staan heel duidelijke cijfers: de toegankelijkheid van trams moet jaarlijks met 5 procent verhogen en die van bussen met 3,5 procent. Na drie jaar zouden wij dus een toename van de toegankelijkheid met 15 procent op trams en meer dan 10 procent op bussen moeten kunnen optekenen.
Ik heb een vraag en een uitnodiging. Hoe zit het met het actieplan ‘Personen met een handicap samen op pad’? Wat zijn de resultaten ervan? Hoever staan wij met de realisatie van wat in de beheersovereenkomst staat? Mijn uitnodiging is niet alleen aan u, minister, maar aan alle collega’s gericht: zouden wij geen werk maken van een actieplan zodat op korte termijn de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor personen met een handicap met rasse schreden vooruitgaat? Een groep die moeilijk mobiel is, heeft als eerste recht op een goed en toegankelijk openbaar vervoer.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de reportage in de krant uiteraard ook gelezen. Eerst en vooral wil ik erop wijzen dat vragen over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer in feite over veel meer dan de toegankelijkheid van trams en bussen gaan.
Om die reden is tijdens de vergadering van de raad van directeurs van De Lijn in oktober 2013 een actieplan betreffende het inclusief vervoer voorgesteld. In dat actieplan wordt niet enkel naar de infrastructuur gekeken. Er is ook aandacht voor andere noodzakelijke elementen en nieuwe ontwikkelingen, zoals BlueAssist voor mensen met een beperking die op een zelfstandige wijze de bus moeten kunnen gebruiken, begeleiders, merkpaaltjes aan bushaltes en dergelijke. Heel wat elementen zijn in dat actieplan opgenomen.
Het is de bedoeling dat de raad van bestuur van De Lijn dit op heel korte termijn goedkeurt. Daarna kan dit document ook in het Vlaams Parlement worden besproken. Het actieplan is volop in ontwikkeling. Het is complementair aan het aangepast vervoer. Het behandelt specifiek en alleen de problematiek van het inclusief toegankelijk maken van het openbaar vervoer.
Wat de cijfers betreft, wil ik vermelden dat in de beheersovereenkomst een aantal engagementen met betrekking tot de toegankelijkheid van bus en tram zijn opgenomen. De heer Roegiers heeft dit terecht al aangehaald. Gedurende de looptijd van de beheersovereenkomst zou de toegankelijkheid jaarlijks met gemiddeld 3,5 procent voor bussen en met gemiddeld 5 procent voor trams moeten stijgen.
In 2010 was 61 procent van de bussen toegankelijk. Dat zal in 2015 tot 85 procent zijn opgelopen. Dat is een stijging met ongeveer 25 procentpunten op vijf jaar tijd. We zullen de doelstelling niet enkel halen, maar ook ruimschoots overtreffen. We moesten immers 3,5 procent per jaar stijgen. Tussen 2010 en 2012 is het percentage van 61 procent tot 70 procent gestegen. Tussen 2012 en 2015 zal het tot 85 procent stijgen. We bereiken meer dan de doelstelling.
Met betrekking tot trams is het allemaal wat moeilijker. Trams hebben immers een langere levensduur. Hier is de norm voor de gemiddelde jaarlijkse stijging 5 procent. Als ik het over de toegankelijkheid van trams heb, heb ik het trouwens niet enkel over de lage vloeren. Het gaat om de volledige toegankelijkheid. In 2010 was 32 procent van de trams toegankelijk. Ik vind dat persoonlijk enorm weinig.
We hebben grote bestellingen geplaatst. In 2009 ging het om dertien trams. Het Rekenhof heeft hier nog een audit over uitgevoerd. In 2012 zijn 48 trams besteld. Het is de bedoeling dat er in 2014 nog eens 40 trams bijkomen. Na die bestelling zal het dan in totaal om 101 trams gaan. Die bestellingen vertegenwoordigen honderden miljoenen euro’s aan investeringen. We zetten hiermee een ernstige stap voorwaarts.
Het is uiteraard de bedoeling dat De Lijn enkel toegankelijke bussen en trams aankoopt. Dat is evident. Mevrouw Stevens heeft echter terecht opgemerkt dat het haltebeleid eveneens cruciaal is. Op dat vlak staan we nog niet waar we moeten staan. De gemeenten zijn hier trouwens ook verantwoordelijk voor. De Lijn zet nu stappen om de gemeentebesturen te stimuleren.
Het uiteindelijke doel is ook dat het reservatiesysteem zou wegvallen. Dit kan enkel indien we weten dat alle trams en haltes toegankelijk zijn. Zolang dat niet het geval is en we iemand met een beperking niet kunnen garanderen dat hij eender waar op een bus kan stappen, moeten we met een reservatiesysteem werken. Nu moet die reservatie 48 uur of in elk geval zeer lang op voorhand gebeuren. De Lijn bespreekt nu mogelijkheden om die termijn wat in te korten.
Dit staat allemaal in het actieplan betreffende het inclusief vervoer. De raad van directeuren heeft het actieplan al besproken. Binnenkort zal dit dossier naar de raad van bestuur vertrekken.
Ik dank de minister voor haar antwoord. Ik ben blij dat op dit terrein vooruitgang is geboekt. Volgens mij moeten we absoluut nog een tandje bijsteken. We moeten betere resultaten kunnen bereiken.
Zoals ik daarnet al heb verklaard, is mobiliteit essentieel in ons dagdagelijks leven. Zo lang dit niet in orde is, blijft het voor mensen met een beperking zeer moeilijk volwaardig te participeren. Ik zal er dan ook voor blijven pleiten bij de minister en natuurlijk ook bij de gemeentebesturen om de inspanningen op dit vlak te blijven volhouden.
Ik begrijp dat de financiële situatie voor gemeenten en de Vlaamse overheid niet gemakkelijk is. Het is niet altijd vanzelfsprekend om stappen vooruit te zetten voor toegankelijke haltes en de infrastructuur van het openbaar vervoer, maar dat mag ons niet beletten om toch inspanningen te leveren. Dat is belangrijk voor onze samenleving, zeker als we een inclusieve samenleving willen.
Minister, als een antwoord goed is, moeten we dat als volksvertegenwoordiger ook kunnen onderschrijven. Uw antwoord was goed. Ik ben bijzonder verheugd dat er een actieplan is. Ik hoop dat de raad van bestuur het ook snel goedkeurt en dat we er kennis van kunnen nemen in het parlement. Ik heb geen kennis van dat actieplan, maar ik hoop – dit is echt een verzuchting van mensen met een beperking – dat we die 48 uren op voorhand dat je een bus moet bestellen, naar beneden kunnen krijgen. Voor het einde van de kantooruren op de dag voor je een bus of tram neemt, moet je aan De Lijn kunnen zeggen dat je je morgen van A naar B wilt verplaatsen. Ik hoop dat dat erin zit.
Minister, we kunnen moeilijk spreken over het actieplan als we er geen kennis van hebben, maar ik neem aan dat we dat gauw zullen kunnen bespreken in de commissie. Ik hoop dat we echt vooruitgang kunnen boeken voor personen met een handicap op het openbaar vervoer.
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Deze actuele vraag over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking is niet nieuw. Ook in 2010 hebben we daarover in de plenaire vergadering een gelijkaardige actuele vraag gesteld naar aanleiding van een programma op de televisie. Iedereen is het erover eens dat mensen met een beperking op een zo normaal mogelijke manier in deze samenleving moeten kunnen functioneren. Er ligt nu eindelijk een actieplan voor van De Lijn. Jammer dat we het vandaag nog niet kunnen inkijken, maar ik hoop dat we de kans krijgen om dit plan mee te bekijken en eventueel mee te beoordelen in de commissie.
Ik hoop dat er vanuit het actieplan verder wordt aangestuurd op de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de schuilhuisjes. In het verleden is daar veel te weinig werk van gemaakt. Ik hoop dat dit actieplan De Lijn zelf en ook de gemeenten kan stimuleren om beter werk te maken van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik ken Mustafa Kör persoonlijk vrij goed. Hij woont in een buurgemeente. De reportage in De Standaard heeft iedereen een spiegel voorgehouden. Het is minstens leerrijk voor ons allemaal, soms schrijnend, soms ook grappig. Alleszins wordt de kwaliteit van een samenleving vooral bepaald door de mate waarin de meest kwetsbaren er een volwaardige plaats kunnen innemen. Mobiliteit is een belangrijke factor om mee te doen.
Ook onze fractie dringt erop aan om werk te maken van dat actieplan, en vooral om de reserveringstermijnen zo kort mogelijk te maken. Ik ben geen techneut, maar tegenwoordig heb je apps voor alles en nog wat. Ook hier zou De Lijn dat moeten overwegen. Als De Lijn vandaag nauwelijks 3 procent van de reizigers bereikt met een dotatie, investering inbegrepen, van meer dan 1 miljard euro, moet ze zich bewijzen, zeker voor deze groep mensen die er op eigen kracht niet kunnen geraken. Voor hen moet het openbaar vervoer zeker beschikbaar en klantvriendelijk zijn.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Ik kan alleen maar toejuichen dat er een inspanning wordt geleverd voor het rollend materieel dat toegankelijk wordt voor personen met een handicap en rolstoelgebruikers. Toch stel ik vast dat er nog altijd veel problemen bestaan in het toegankelijk maken van de bus- en tramhaltes en dat de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de aanleg van de weginfrastructuur nog altijd weinig doen voor de toegankelijkheid van de voetpaden. Zou het niet mogelijk zijn dat gemeenten die wegenwerken uitvoeren rondom de haltes en elders, altijd rekening houden met een laagdrempelige overgang op de oversteekplaatsen? Zo kunnen ze ook hun steentje bijdragen.
Mevrouw Van den Eynde, ik heb een beetje geaarzeld of ik zou zeggen dat het actieplan al is besproken op de raad van bestuur of niet. Als ik dat niet zou zeggen, zou dat de indruk wekken dat er nu plots aan een actieplan wordt gewerkt omdat er een artikelenreeks verschijnt. U kunt nu wel zeggen dat u het nog niet kunt zien, maar ik vind het wel goed dat een dergelijk actieplan in oktober al is besproken op de raad van directeurs van De Lijn. Dat was de reden waarom ik het vermeld heb, namelijk om aan te tonen dat het er komt. Het moet nu zijn weg gaan. De raad van bestuur moet er eerst zijn zegen over geven vooraleer we er ten gronde over kunnen discussiëren. Het wordt niet alleen bekeken via infrastructuur, maar veel breder, namelijk ook met de zaken die ik al heb opgesomd. Er zijn nog een pak andere aspecten wat toegankelijkheid betreft.
Mijnheer Keulen, ik ben het ermee eens dat je de reserveringstermijn zo kort mogelijk moet houden. Ik heb me er ook al vragen bij gesteld. Je kunt dat natuurlijk niet zomaar via een app doen, er moet op dat moment wel een bus staan die toegankelijk is. Dat moet worden bekeken. Daar is soms wel wat tijd voor nodig. Hoe meer toegankelijke bussen er zullen zijn, hoe meer je die toegankelijkheid kunt garanderen en hoe gemakkelijker het zal zijn om die tijden in te korten. Het uiteindelijke doel moet zijn om dat af te schaffen en alles toegankelijk te maken.
Ik heb vanmiddag het genoegen gehad om een paar trams in Brussel te gebruiken. Het assortiment trams dat passeert aan dezelfde tramhalte is enorm. De ene is toegankelijk, de andere niet. Ik heb me de bedenking gemaakt dat als je een beperking hebt, je wel op de ene tram kunt en niet op de andere. Bussen komen minder frequent. Het kan soms wel wat tijd vragen om ervoor te zorgen dat een bus voor een bepaalde persoon aan een halte is en dat die dan ook zeker toegankelijk is.
Mijnheer Van Eyken, u hebt een punt. De lokale besturen hebben een bijzonder belangrijke rol te spelen als het gaat over het toegankelijk maken van haltes. De Lijn heeft ook een gids voor toegankelijkheid waar ze actief mee op pad gaat. Dat is een van de acties die zal geïntegreerd zijn in het actieplan. Het zou eigenlijk een evidentie moeten zijn dat als je iets renoveert, je automatisch de normen meeneemt om haltes toegankelijk te maken. Het is belangrijk dat De Lijn daar heel actief mee omspringt.
Mijnheer Roegiers en mevrouw Stevens, ik denk dat we dezelfde bekommernis delen. We moeten naar een rollend park dat volledig toegankelijk is. Ik kan niet zomaar beloven dat we een tandje zullen bijsteken als het gaat over vervangen van bussen en trams. We hebben nog nooit zoveel vervangingen gedaan als deze legislatuur, als we straks 101 nieuwe trams zullen hebben besteld. Er komt ook een langetermijnplan voor tramvervanging. Volgende legislatuur zal moeten worden bekeken hoeveel middelen daar extra in zullen worden geïnvesteerd. Nu heeft De Lijn alle mogelijke inspanningen gedaan om daar een versnelling in te brengen: 5 procent en 3,5 procent. Voor de bussen zitten we een pak boven de doelstelling. Maar ik erken dat mensen met een beperking er totaal geen boodschap aan hebben wanneer ze toevallig een bus moeten gebruiken die niet toegankelijk is. Zo toevallig is dat ook niet. We zijn nog niet waar we moeten zijn, zeker wat de trams betreft. Jullie opmerkingen neem ik graag mee.
Voorzitter, ik denk dat het ook zeer belangrijk is om de inspanningen blijvend vol te houden, want vervoer is voor iedereen belangrijk, zeker voor personen met een handicap en zeker in het kader van de vergrijzing. U mag niet vergeten dat die discussie ook belangrijk is voor de groter wordende groep van ouderen die mobiliteitsbeperkingen zullen krijgen en ook voor ouders met kleine kinderen die met een kinderwagen het openbaar vervoer nemen. Het gaat dus niet enkel over personen met een handicap maar om een veel grotere groep. De impact is dus groter. We kunnen samen resultaten boeken. Als we kijken naar Spanje, Noorwegen, Frankrijk en andere landen, hinken wij nog achterop. Bijvoorbeeld de Verenigde Staten zijn al meer dan twintig jaar volledig toegankelijk. Het is jammer dat die achterstand er is. Het is wat het is, maar ik hoop dat we snel vooruitgang kunnen boeken. Hartelijk dank.
Minister, ik verheug me erover dat we het over de partijgrenzen heen eens zijn dat er aan moet worden gewerkt. Ik denk dat er niet zo veel meer over moet worden gezegd, behalve de belofte dat we het actieplan zullen doornemen en bespreken. Ik denk dat ik namens ons allemaal Mustafa Kör en alle mensen die de komende dagen, weken en maanden het openbaar vervoer nemen, alle courage mag toewensen, want uit het artikel blijkt dat het vaak een hel is om zich te verplaatsen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.