Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aanhoudende onduidelijkheid betreffende de gevolgen van de staatshervorming voor het federale personeel dat overkomt naar Vlaanderen
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Peeters.
De heer Reekmans heeft het woord.
Minister-president, de reden waarom ik deze actuele vraag stel, is om meer duidelijkheid te krijgen over de problematiek die vandaag bestaat in de jeugdinstelling in Tongeren en in het centrum De Grubbe in Everberg. Dit probleem heb ik al enkele keren aangekaart, en dan vooral de spanningen tussen de Vlaamse opvoeders en de federale penitentiaire beambten. Zeker in het centrum De Grubbe is er al jaren een probleem van samenwerking.
Door het Vlinderakkoord is er beslist dat De Grubbe volledig wordt overgeheveld naar Vlaanderen. De reden waarom daar vandaag wordt gestaakt, is tweeërlei. Oorspronkelijk hadden de penitentiaire beambten een keuzemogelijkheid. Dat was een onderdeel van het Vlinderakkoord. Ze konden mutaties doen binnen de structuur van het federale gevangeniswezen. Ineens moesten ze verplicht overgaan naar Vlaanderen. Ik weet niet waar dat is beslist.
Over zes maand zijn er verkiezingen. Als de overheveling door de zesde staatshervorming een feit wordt, moeten we als toekomstige werkgever die mensen welkom heten, en ten minste laten weten wat hun nieuwe voorwaarden zijn, zodat die onzekerheid weg is.
Minister-president, blijkbaar geeft de federale overheid geen antwoord. Ik hoop dat u als baas van de Vlaamse overheid en als toekomstige werkgever iets meer kunt zeggen, zodat de rust in die instelling terugkeert. Dat is ook in het belang van de moeilijke jongeren die daar worden opgevangen.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Minister-president, ik ben tevreden dat u op deze actuele vraag zult antwoorden. Minister Vandeurzen was gevorderd door de heer Reekmans, maar het gaat over een probleem dat veel groter is dan dit. De federale jeugddetentiecentra trekken aan de alarmbel om aan te tonen hoe ernstig het probleem is. Het is belangrijk dat al die personeelsleden weten waar ze aan toe zijn. En op dit moment is dat niet het geval. Misschien gaan ze naar Vlaanderen, maar wat zal er dan gebeuren met hun pensioen en premies, en zal hun standplaats behouden blijven?
Ik geef een concreet voorbeeld: iemand heeft deelgenomen aan een examen om vast benoemd te worden, en verhuist naar het Vlaamse niveau. Wat zal er gebeuren als men op die wachtlijst staat?
Dat zijn geen pietluttige vragen, dat zijn vragen waar die personeelsleden en hun gezinnen mee bezig zijn. De verkiezingen zijn niet zo ver weg meer, het is dan ook belangrijk dat er duidelijkheid komt. Minister-president, kunt u duidelijkheid geven aan het personeel van onder andere de federale detentiecentra? Het gaat echter veel verder dan dat. Vanmorgen hebben we het in het kader van de oprichting van het extern verzelfstandigd agentschap voor de Plantentuin van Meise over hetzelfde thema gehad. Het is belangrijk dat er duidelijkheid kan worden geschapen over de arbeids- en loonvoorwaarden van het personeel van de detentiecentra, maar ook van al het andere federale personeel.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Ik begrijp de bezorgdheid van de twee vraagstellers en van het personeel dat ongerust is naar aanleiding van de overdracht van bevoegdheden naar Vlaanderen in het kader van de zesde staatshervorming.
We hebben het vanmorgen gehad over de Nationale Plantentuin in Meise. Ook daar komt er personeel naar Vlaanderen. Ik heb gezegd dat de verworven rechten op basis van het koninklijk besluit van 1989 behouden blijven. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid komen om de onzekerheid bij die mensen weg te werken.
Hoe verloopt dat proces? Ten eerste is er een interfederale taskforce zesde staatshervorming onder het voorzitterschap van de federale Kanselarij die heel deze problematiek moet volgen. Er is ook een koninklijk besluit dat voorziet in drie mogelijkheden. Een integraal overgedragen dienst houdt in dat de personeelsleden geen keuzemogelijkheid wordt gelaten en dat alle personeelsleden van ambtswege worden overgeheveld. De tweede mogelijkheid is een quasi integraal overgedragen dienst met uitzondering van de oprichting van een nationale kern in FOD dat alle personeelsleden worden overgedragen. In geval van gedeeltelijk overgedragen dienst worden de personeelsleden per dienstorder geïnformeerd dat zij zich daarin kunnen stellen.
Mijnheer Reekmans, er zijn dus drie mogelijkheden. Die moeten worden bekeken per dienst en per domein.
De overgedragen personeelsleden behouden hun hoedanigheid, hun klasse of graad en hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Daarnaast behouden zij ook hun toelagen, vergoedingen of premies en andere voordelen waarop ze aanspraak konden maken overeenkomstig de reglementering die tot nu toe op hen van toepassing was. Een derde mogelijkheid is dat zij de voordelen behouden verbonden aan hun functie, slechts in zoverre de voorwaarden voor de toekenning ervan blijven bestaan in de diensten van de gewest- of de gemeenschapsregering.
Dat zijn de drie mogelijkheden van overdracht en de drie mogelijkheden voor de verdere aanpak van vergoedingen enzovoort.
Het belangrijkste is dat er geen discussie kan bestaan over de basis van de verworven rechten. Maar de voordelen die zijn verbonden aan bepaalde functies zoals de taalpremie zullen moeten worden bekeken omdat wij die niet kennen. Het gaat dan over voordelen die naargelang de dienst zullen verdwijnen.
Op 27 november is er opnieuw een bijeenkomst van de interfederale taskforce gepland om daar verder over te vergaderen en zoveel mogelijk onrust weg te nemen en duidelijkheid te scheppen.
Het departement Bestuurszaken heeft al heel wat voorbereidingen getroffen over verschillende aspecten zoals verworven rechten, statuut, loon, pensioenrechten enzovoort. Het is de bedoeling die proactief in kaart te brengen en daar duidelijk over te communiceren met de betrokken personeelsleden. Dat moet zeer snel gebeuren in het geval dat de vraagstellers naar voren hebben gebracht zodat de onrust kan verdwijnen en er geen verdere discussie nodig is. Ik zal er als minister-president sterk op aandringen om dat zo snel mogelijk te doen, hetzij na 27 november, hetzij en indien mogelijk, zelfs nog voordien.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Dit is de eerste keer dat er vanuit Vlaanderen wordt gesproken over dit probleem. Tot op het moment dat deze vragen aan bod kwamen, werd er over deze problematiek gezwegen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Minister-president, ook harde werkers moeten communiceren met de mensen die het moeten weten.
De mensen over wie het gaat, hebben daar recht op. Natuurlijk is het leuk te weten dat eraan wordt gewerkt, maar als het over je eigen werk gaat, wil je toch graag duidelijkheid krijgen. Die hebt u nu gegeven.
Minister-president, u zegt dat er drie mogelijkheden zijn. Dat is niet correct: er zijn er nog maar twee. U had het over de mogelijkheid van de mutatie. De laatste drie maanden werden alle mutaties echter geweigerd. De optie van mutatie binnen het penitentiair federaal systeem wordt niet meer toegepast door het gevangeniswezen.
Wat met de huidige problematiek tussen enerzijds de Vlaamse opvoeders en anderzijds de federale penitentiair beambten, vooral dan in De Grubbe? Hoe zal dat worden aangepakt? Dat probleem is er namelijk nog altijd.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. De duidelijkheid over de timing is inderdaad zeer essentieel. U hebt zelf aangegeven dat de mogelijkheden voor 27 november of liefst nog wat sneller moeten worden bekeken. Dat is belangrijk. Iedereen weet toch ook dat de overheveling normaal gezien gepland is op 1 januari 2015. Kunnen we die timing aanhouden of niet? We weten dat dit ook gepaard zal gaan met overleg met de sociale partners. Het lijkt mij dan ook belangrijk dat er zeer snel werk van wordt gemaakt.
Minister-president, u geeft een aantal voorbeelden over de essentiële loonvoorwaarden: overdracht en het behouden van rechten. Maar ook de arbeidsvoorwaarden zijn belangrijk. Ik heb al een voorbeeld gegeven over de examens, maar zal nu een ander voorbeeld geven. Mensen die bijvoorbeeld in Tongeren tewerkgesteld zijn, vragen zich af of ze in Tongeren of in Limburg zullen kunnen blijven werken of naar een heel andere kant van het land zullen moeten gaan. Dat zijn essentiële zaken waar heel dringend duidelijkheid over moet komen.
De heer Gysbrechts heeft het woord.
Minister-president, kunt u binnen dit hele verhaal bevestigen dat de geldelijke voordelen en de graad van die mensen behouden blijven? Daar wil men heel graag duidelijkheid over.
Mevrouw Stevens heeft het woord.
Minister-president, het is niet de eerste keer dat een instelling van het federale niveau wordt overgedragen naar het Vlaamse niveau. Denk maar aan de verkeersbelasting. Het lijkt mij nodig dat de Vlaamse overheid de personeelsleden van deze gesloten instelling kan geruststellen dat ze de komende tijd niet moeten veranderen. De Vlaamse overheid moet samen met de federale overheid in overleg treden met deze personeelsleden. Bent u dat ook van plan?
De heer Kennes heeft het woord.
Het is helemaal niet de eerste keer dat de overdracht van ambtenaren ter sprake komt. Het is trouwens ook een item in de beleidsbrief van de minister voor Bestuurszaken. We weten dat er een interfederale taskforce aan het werk is en toch is er nog heel wat onrust. Zouden beide overheden, naast het onderlinge overleg, niet ook de nodige afspraken kunnen maken met de vakbonden? Volgens mij bestaat anders de kans dat er ruis op de communicatie blijft zitten. Iedereen heeft daar belang mij. Voor de federale overheid is het belangrijk dat hun ambtenaren op een goede manier kunnen vertrekken, voor de Vlaamse overheid dat ze de nieuwkomers goed kunnen onthalen. Via zo’n driehoeksverhouding kunnen de overblijvende vragen – want hoewel er al heel wat duidelijkheid is, blijft men blijkbaar vragen stellen – worden beantwoord.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Minister-president, ik sluit mij graag aan bij de terechte bekommernissen van de vraagstellers. Ik ben zeer blij met uw antwoord. U hebt duidelijkheid gecreëerd.
Er blijven echter nog twee pijnpunten over. De heer Reekmans heeft er al op gewezen dat er een speciaal plan van aanpak nodig is voor De Grubbe, omdat het een heel specifiek, federaal-Vlaams verhaal is. U weet dat evengoed als ik. Kunt u daar wat meer duidelijkheid over geven?
Daarnaast, minister-president, is mijn fractie uiteraard zeer tevreden met de overheveling naar Vlaanderen van dit dossier, maar er is een detail dat we niet uit het oog mogen verliezen: er is op federaal niveau nog altijd niet over gestemd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Reekmans, ik heb algemeen de drie mogelijkheden van overdracht van personeel gegeven, voor alle departementen en diensten. In dit concrete geval blijven er maar twee mogelijkheden over, maar ik heb ze alle drie geschetst.
Ik herhaal de principes die momenteel voor de drie mogelijkheden gelden, aangezien misschien ook het personeel meekijkt. De overgedragen personeelsleden behouden hun hoedanigheid, klasse of graad en hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Ze behouden hun toelagevergoeding of premies en andere voordelen waarop ze bij de FOD aanspraak konden maken overeenkomstig de reglementering die op hen van toepassing is. Tot slot behouden ze de voordelen verbonden aan hun functie slechts in zoverre de voorwaarden voor de toekenning ervan blijven bestaan in de diensten van het gewest of van de gemeenschap. Die drie principes worden op iedereen toegepast. Het is ook een antwoord op uw vraag, mijnheer Gysbrechts.
Mevrouw De Wachter, u hebt gelijk dat mensen zich ook vragen stellen over hun standplaats en dergelijke, maar u begrijpt dat ik daarop niet hier een antwoord kan geven. Ik ben het wel met u eens dat het zo snel mogelijk moet worden uitgeklaard, want het geeft enige ongerustheid.
Het is juist, mevrouw Stevens en mijnheer Kennes, dat we al wat ervaring hebben uit andere staatshervormingen en overdrachten. Maar het aantal ambtenaren dat nu overkomt is onuitgegeven, het is de eerste keer dat er zo veel mensen in aanmerking komen. De communicatie is heel belangrijk, mijnheer Kennes, aan de betrokkenen met concrete informatie, maar ook communicatie in het algemeen. Bestuurszaken is daarmee, zoals gezegd, al een tijdje heel intensief bezig. Ik vraag nog eens na dat de communicatie goed, correct en tijdig gebeurt.
Mevrouw Dillen, dit dossier kent nog een specifieke problematiek, die ook de heer Reekmans heeft aangehaald. Sta me toe dat ik daarop op dit moment niet kan antwoorden. In het algemeen lijkt het me heel duidelijk, maar specifiek in dit dossier moet er extra aandacht aan worden besteed en moeten er extra inspanningen worden gedaan om dat zo snel mogelijk uit te klaren.
Minister-president, u zegt dat u geen antwoord kunt geven op de problematiek. Het is drieënhalf jaar geleden dat ik de vraag over De Grubbe stelde aan minister Vandeurzen. U zegt dat er hard wordt gewerkt. Ik had toch gehoopt dat er in die tijd een minimaal plan van aanpak zou zijn.
U zegt: “Ik hoop dat u begrijpt dat ik hier momenteel geen antwoord kan geven.” Minister-president, ik begrijp dat niet. Uw partij ligt mee aan de basis van de zesde staatshervorming. Sp.a stelt er hier ook een vraag over, terwijl de partij mee aan de basis lag van het Vlinderakkoord. Ik begrijp echt niet, minister-president, dat die partijen in het Vlaams Parlement geen antwoord kunnen bieden op wat zij op het federale niveau hebben beslist. Excuseer. (Applaus bij LDD)
Minister-president, de sleutel in dit verhaal is die duidelijkheid. Het is belangrijk dat we die nu de komende weken kunnen creëren voor eenieder. Als je moet kiezen tussen een koele procedurele overheveling of een warme overdracht, kiezen wij zeker en vast voor dat laatste.
De actuele vragen zijn afgehandeld.