Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik wil gewoon zeggen dat dit een goed ontwerp van decreet is, dat ook in de commissie op heel veel bijval kon rekenen, behalve misschien van de heer van Rouveroij, die daar nu bemerkingen bij zal maken, maar die we in de commissie toch niet hebben gehoord.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Jawel, mijnheer Van Rompuy. Als uw geheugen u niet in de steek laat en ik denk dat dat het geval is dan zult u zich de woorden herinneren die ik nu formuleer. Ik heb toen gezegd dat het zeer goed is dat men horizontaal samenwerkt tussen landen, maar dat de verticale samenwerking in België, Vlaanderen, steden en gemeenten nog altijd heel gebrekkig is.
De voorzitter van de commissie zal mijn getuige zijn als ik nu zeg dat ik het al een tijdje betreur dat lokale belastingadministraties mijnheer Van Rompuy, voorzitter van de commissie, ik zie u knikken en u bevestigt dus wat ik zeg geen nominatieve informatie kunnen krijgen van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL), op basis van een wetgeving die klaarblijkelijk een fiscale lokale administratie als onbetrouwbaar beschouwt. 80 procent van de opbrengst van onroerende voorheffing gaat naar steden en gemeenten en slechts een kleine 5 procent gaat naar Vlaanderen, want Vlaanderen heeft een basisheffing van 2,5 procent en daarop zijn er opcentiemen van provincies en gemeenten. Voor steden en gemeenten is de opbrengst van onroerende voorheffing een fundamentele financiering van hun middelen.
Ik betreur dat als steden en gemeenten aan Vlaanderen vragen om hun een nominatieve lijst te geven van wie onroerende voorheffing betaalt bij hen, ze die niet kunnen krijgen. Waarom is dat zo belangrijk? Niet als een blijk van fiscaal exhibitionisme of van ongezonde nieuwsgierigheid. Het is logisch en verstandig dat bij indicaties dat het slecht gaat met grote bedrijven, die ook grote sommen onroerende voorheffing betalen, steden en gemeenten dat weten omdat de kans bestaat dat belangrijke ontvangsten dreigen te verdwijnen in hun meerjarenplanning. Het is dus een vorm van gezonde samenwerking, en toch kan ze niet tot stand komen.
Minister, ik weet dat u uw handen omhoog houdt en zegt dat het niet van of voor u is, en dat anderen het moeten oplossen. Maar u bent een belangenbehartiger van Entiteit II. Daar horen ook steden en gemeenten bij. Ik vraag u nogmaals alles in het werk te stellen om die gezonde informatie-uitwisseling tussen lokale besturen en Vlaanderen tot stand te brengen.
Conclusie: ik vind het goed dat er horizontaal tussen staten wordt samengewerkt, maar het moet ook verticaal.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer van Rouveroij, u kent mijn antwoord. Het gaat hier over de horizontale, en niet de verticale samenwerking. Maar de privacycommissie stelt dat zulke gegevens alleen geaggregeerd mogen worden overgemaakt. Dan volgen wij dat.
Welja, ik ken het antwoord van minister Muyters. Laat dit dus een bewijs zijn dat we het er inderdaad al vaak over hebben gehad. Al degenen in dit halfrond die staan voor lokale autonomie ik denk dat daar geen uitzonderingen op zijn zullen het met mij eens zijn dat lokale fiscale administraties niet kunnen worden beschouwd als klassieke derden, niet als degenen in wiens hoofde er een risico is dat ze de privacy zouden schenden. Een lokale fiscale ambtenaar zal de privacy natuurlijk niet schenden van belastingplichtigen. Dat is toch vanzelfsprekend. Als je dat vermoedt, zeg je dat een lokale fiscale ambtenaar minder betrouwbaar zou zijn dan een Vlaamse fiscale ambtenaar, en ik weet, minister, dat u dat niet denkt. Dat is niet zo. Dus laten we daarnaar handelen. Laten we in godsnaam de nodige wetgeving aanpassen zodat op het lijstje van aan wie die informatie kan worden verstrekt, ook de lokale fiscale ambtenaar kan worden toegevoegd.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2012-13, nr. 2017/1)
De artikelen 1 tot en met 37 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.